118 7 en gelezen psalm 95. De verwel koming van Ds. E. J. de Groot van Koude- kerke, voor 't eerst in de vergadering der classes aanwezig, wordt door dezen op har telijke wijze beantwoord De credentiebrieven worden nagezien door Ds. Wolf van Seroos- kerke en Br. v. d. Putte van Ylissingen. De notulen der vorige vergadering worden gele zen en goedgekeurd. Vertegenwoordigd zijn dertien kerken door vijf en twintig afgevaar digden. In den loop van den dag wordt dit zestien kerken en klimt het getal afgevaar digden tot een en dertig. De afgevaardigden van Zaamslag zonden bericht van verhinderd te zijn. Aanwezig zijn negen broeders zonder keurstem. In het moderamen namen zitting, Ds. Wolf van Axel als praeses (naar volgorde), Ds. Wolf van Serooskerke en Ds. de Groot als assessoren, Ds. J. Hulsebos als scriba. Door een der broeders ouderlingen werd de heer F. Haverkate binnengeleid. Deze broeder, die door de deputaten voor art. 8 tot het nu te houden onderzoek is toegelaten, (zie Acta 's Gravenhage artikel S8j wordt ge durende ongeveer drie uren ondervraagd, opdat de classes zich verge wisse van de mate zijner kennis van de Heilige Schrift, van de leer stellige godgeleerdheid en van de uitlegging en het gebruik van de Wet des Heeren. Achtereenvolgens wordt de ondervraging ge leid door Ds. Hulsebos (de Wet des Heeren), Ds. Wolf van Axel (Lukas 7), Ds. Wolf van Serooskerke (voor Ds. Vrolijk), (Jesaja 40), dezelfde (leerstellige godgeleerdheid). Na afloop werd bepaald, dat Br. Haverkate verder leiding en voorlichting bij zijne studiën zal ontvangen, van de predikanten der Nederd. Geref. Kerken in Walcheren. Br. Melis van Oostkapelle sluit de morgen zitting met gebed. De namiddagzitting wordt na korte pauze feopend met den gebede door Br. Geuze van oortvliet. Korteljjk worden de vragen naar artikel 41 D. K. gedaan. Ingekomen is o. a. een schrijven van de classis Leiden, meldende, dat een der oefenaren onder die classes scheuring in een der Kerken heeft teweeggebracht Voorts eene uitnoodiging van de Chris telijk Gereformeerde Classes van Walcheren, om op hare aanstaande vergadering een twee tal deputaten te zenden. Hiertoe wordt be sloten, en als zoodanig aangewezenDs. J. Hulsebos van Vlissingen en Br. P. Boone van Koulekerke. De behandeling eener moeilijkheid in de Kerk van Arnemuiden, wordt opgedragen aan den Kerkeraad van Koudekerke. Aan de Kerken van Poortvliet en St. Maar tensdijk, wordt de dringende raad gegeven, om zich te combineeren tot het beroepen van eenen predikant. De afgevaardigden uit Tholen, Poortvliet en St. Maartensdijk ontvangen verlof de ver gadering te verlaten. Het rapport der kerkvisitatie over 1891 wordt uitgebracht en met belangstelling ge hoord. De rekeningen over het vorige jaar van het fonds voor hulpbehoevende kerken binnen de classes, van het fonds voor hulpbehoevende kerken buiten de classes, en van de classi- cale kas worden nagezien en onder dankzeg ging aan quaestor en deputaten, goedgekeurd. De daartoe afgevaardigde Broeders, Ds. Wolf van Axel en Br. Colijn van VJissingen, brengen bij monde van eerstgenoemde verslag uit van hunne zending naar St. Maartensdijk en den gunstigen afloop van den verkoop van het Kerkgebouw aldaar. De consulentschappen worden geregeld als volgtArnemuiden Ds. Hulsebos, Gapinge Ds. de Groot, Grijpskerke Ds. Wolf (Seroos kerke), St.Laurens Ds de Groot, Middelburg Ds. Wolf (Serooskerke), St. Maartensdijk, Oostburg: Ds. Wolf (Axel), Oostkapelle Ds. Wolf (Serooskerke.PoortvlietDs.Wolf (Axel), O. en W. SouburgDs. Hulsebos, Tholen Ds. W. A. Vrolijk Jr., VrouwepolderDs. Wolf (Serooskerke). Op de nooden der Kerken op Noord-Be veland wordt met een enkel woord gewezen. Voor de kerkvisitatie in dit jaar worden benoemd: Ds. Wolf van Axel en Ds. Hul sebos van Vlissingen. Voor het bijeenroepen van buitengewone vergaderingen wordt gecontinueerdde Kerk van Serooskerke. Om, wanneer eenig classikaal examen wordt aangevraagd, daartoe vooraf de noodige schik kingen te maken enz., wordt aangewezen de Kerk van Koudekerke. Om te bevorderen de reformatie in Zeeuwsch- Vlaanderen wordt gecontinueerd de Kerk van Axel, tot hetzelfde doel in de andere deelen van Zeeland de Kerk van Middelburg. De quaestor en de actuarius, alsmede de deputaten voor de hulpbehoevende Kerken buiten de classes, worden gecontinueerd. Het voorstel van Axel, betreffende het ge zamenlijk dragen van de reiskosten der af gevaardigden, wordt, met het oog op de ver anderingen, die komende zijn door het clas sikaal saamvergaderen met de Chr. Geref. Kerken, teruggenomen. Saamroepende Kerk zal zijn Koudekerke. Bij de omvraag deelen de afgevaardigden van O. en W. Souburg mede, dat hun Ker keraad toebereidselen wenscbt te maken tot het beroepen van eenen Dienaar des Woords. De begrooting der classikale kas over 1892 wordt vastgesteld voor het geheele jaar. De praeses sluit de vergadering en gaat voor in dankzegging en smeekgebed. J. Hulsebos, Scriba. Verantwoording van liefdegaven. Ik dank ontvangen bij Br. J. de Wolff voor de armen f2,50 van N. N. In de collecte Zondag 0 Maart van M. P. fl,uit dankbaarheid voor het aangenomen beroep en van N. N. f3 waarvan f2 voor de plaats en f 1 voor de armen. J. A. van Nederveen, diuk. boekh. In dank ontvangen van N. N. een lap geelkatoen voor 6 inonshemdei.- Ncige de Heere veler harten, op dat deze goede zaak veel navolging mocht vinden. De Zusterkring. Idioten gesticht 's Heeren Loo. Ontvangen verzameld op eene naaischool f 1,00, van een landbouwer f2. Van br diakenen der Ned. Geref. kerk alhier, gevonden in de collecte van M P. f 1. De vriendelijke geefsters en gevers worden hartelijk dank gezegd voor deze liefdegaven. Omtient de ope ning der nieuwe paviljoens, hopen wij spoedig weer eens iets mede te deelen. Zij die nog een busje mochten willen plaatsen ge lieven ons dit te melden. Onderstaand versje is o i. zeer geschikt om op de onbedrukte zijde van het busje te plaatsen Ik vraag niet, neen maar wilt gij geven, 'k Geef U terstond en dubbel weer: Gij voelt Uw hart in liefde leven, Trekt welgevallen van den lleer I Hem is het goud, al 't zilver zijne, Hem al U"' geld, ook al (Jtc goed. Zie toe, als 't eens voor Hem vers hijne, Dat 't U toch niet verwijten moet, Hoe gij 't in 't slijk der aard begroeft; En als Hij vraagt, die niets behoeft, Uw hart is 't, dat Hij voor zich proeft! (Overgenomen.) K. le Cointre, Corresp. Joh. 3: 14 en 15. En gelijk Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, alzoo moet de Zoon des men8ohen verhoogd worden; opdat een iegelijk, die in hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. De Heere Jezus spreekt tot Nicodemus, die des nachts tot Hem kw?m, van de blindheid en onwilligheid van den mensch, zoodat hij de wedergeboorte uit water en Geest noodig heeft, om het Koninkrijk Gods te zien, het Koninkrijks Gods in te gaan. De doop, het water, dus de ware kennis van zonden is daar van den aanvang. Dit noemt de Heere de aardsche dingen, die allereerst moeten ge kend worden, zal men tot de kennis der he- melsche dingen komen. De hemelsche dingen zijn de kennis van den Christus en zijn werk, en het geloof in Hem. Tegenover den bedorven, onwetenden, on- willigen staat des zondaars van nature, stelt de Heere Jezus zijne goddelijke natuur en zijne rein menschelijke. En niemand is opge varen in den hemel, dan die uit den hemel neder gekomen is, namelijk de Zoon des menschen, die in den hemel is. Tegenover Nikodemus' eigen werk tot zaligheid, plaatst de Heere Jezus zijn zaligmakend werk voor den armen zondaartegenover het staan in eigen kracht, het gelooven in Gods Zoon, het zien op Zijn kruis. Zoo spreekt de Heere van aardsche en hemelsche dingen, van de dingen des Kouinkrijks, die alleen in de wederge boorte bij aanvaDg en bij toeneming worden gekend en genoten. Zonder wederbaring door den H. Geest gegne kennis van, geene aanra king van, geene gemeenschap met den Zoon des menschen, den Christus Gods, den eenigen en algenoegzamen verlosser. Die in Hem ge looft, wordt niet veroordeeld. Maar de men schen (van nature) hebben de duisternis lie ver gehad dan het licht. Die niet gelooft is aireede geoordeeld. Alzoo, na de uitdrukkelijke leer der noodza kelijkheid van de wedergeboorte tot de aller eerste beginselen van kennis van 't koninkrijk der hemelen, spreekt de Heere Jezus onder den naam van verhooging, met indrukwek- kenden ernst van zijne onuitsprekelijk diepe vernedering. Hij, die in den hemel is, aan het kruis verhoogdEn het doeleindede redding, de eeuwige, de zalige verhooging zijner uitverkorenen in de heerlijke, onge stoorde gemeenschap Gods. Opdat een iegelijk, die in Hem gelooft, niet verderve, niet in het eeuwig verderf verzinke, maar het eeuwige leven hebbe. De Heere wijst op een voorbeeld, een type van Hem, van zijn aan te brengen Verlossing en het deel hebben daaraan en alzoo hek verkrijgen van derzei ver heerlijke en zalige vrucht. En gelijk Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft. Dit lezen wij in het boek Numeri, hoofdst. 21 4 en verv. Het volk zondigt tegen den Heere door murmu reering. Toen zond de Heere vurige slangen onder hen, wier beten doodelijk waren. Op schuldbelijdenis en smeekbede van Mozes voor het volk ontvangt Mozes bevel eene vurige slang (van koper) te maken en ze op eene steng te stellen. Eu het geschiedde naar het woord des Heeren, als een slang iemand beet, zoo zag hij de koperen slang aan en hij bleef leven. Deze koperen slang nu en het zien op haar naar het woord des Heeren, en het genezen worden door 's Heeren genade, ziende op die slang, is voorbeeld, is type van den Heere Jezus, in zijn verzoenend en voldoenend lijden aan het kruis en aan de verlossing van schuld en dood van allen, die geloovig uit hunne ellende tot Hem, aan Zijn kruishout verhoogd, opzien. Dat bedoelde de Heere zeggendeEn gelijk Mozes de slang in de YVoestijn verhoogd heeft, alzoo moet de Zoon des menschen ver hoogd worden, opdat een iegelijk, die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. Waarom, zoo vragen wij met eerbied, moest Mozes eene slang stellen op eene steng. Dt slangen, die het volk beten, waren de open baring van Gods rechtvaardigen en heiligen toorn. In de koperen slang ziet Israirl dus den toorn Gods. Maar op het woord des Hee ren vertrouwende, worden zij onder dien aan blik genezen. O, 't zal voor die geloovigen een diep raadsel zijn geweestZij zijn gene zen ter wille van Hem, die van eeuwigheid had op Zich genomen Gods toorn voor hen te dragen. De koperen slang als heen wijzende op Christus schijnt ook min of meer sacra- menteele beteekenis onder den ouden dag te hebben gehad. Om het misbruik dat de Isra ëlieten, het vleeschelijk Israël van de koperen slang maakten, verbrijzelde haar de Koning Hizkia (2 Koningen 18 4). De koperen slang, het beeld, de vertegen woordiging van Godes heiligen toorn een voorbeeld of type van het lijden des Heeren. Ja, gelijk Hij, de eeuwig gezegende, daar hangt aan het vloekhout, met de misdadigers gerekend, openbaart zich Gods gerechtigheid en schrikkelijken toorn over de zonden, daar hangt Hij, die geene zonden heeft gekend.

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1892 | | pagina 2