Het voorstel der roomschen en anti-revolu-
ponairen.
Er zijn nu twee voorstellen van wijziging van
art. 194 der grondwetéén van de roomschen en
de anti-revolutionairen en één van de zich noemende
liberalen.
Yan beide hopen we dat ze niet zullen worden
aangenomen.
De anti-revolutionairen toch zjjn o. L met dit
hun voorstel op reis naar de plaats, waar men den
laatsten tijd wel eens gezegd heeft, dat ook Bis
marck op weg was.
Bij aanneming en milde toepassing van het in
gediende voorstel waren de roomschen er geheel uit.
En ook zij, die tegen financieele banden van de
zijde van den Staat niet opzien.
Alleen zij, die het gevaarlijk achten voor hunne
vrijheid van den Staat voor hunne inrichtingen
gelden te ontvangen, zouden al weder het gelag moeten
betalen. M. a. w. zij, die ten waarborg en uit liefde
voor hunne vrijheid geene subsidie zouden durven
en willen ontvangen, werden met dit voorstel zon
der iets aan den «lijk gezet.
Zoo ze niet, tengevolge der subsidie aan zeer velen
uit te betalen, daarenboven nog wat bij te passen
hebben.
En daaraan nu doen de heeren mee, voor wien
men zich de zolen uit de schoenen loopt.
De eenig rechtvaardige oplossing is, dat zij die
kunnen het onderwijs betalen, en zij, die dit niet
kunnen, onverschillig op welke scholen ook, ge
holpen worden.
Waarom is men daar niet bij gebleven?
Welk eene moeite en verlamming Staalstoelagen
aan inrichtingen ons bezorgen kunnen, hebben de
dagen die wij beleven, dacht ons, te over geleerd.
Daarom liever niets dan het voorstel, dat thans
is ingediend.
Duinwater.
De Kiesvereeniging Burgerplicht te Amsterdam
heeft in hare hooge wijsheid den Atjeh'oorlog be
oordeeld. en zal als gevolg dier beoordeeling een
voorstel ter beëindiging aan de Regeering zenden.
Ook de Middelburgsche Courant meende dat zij
dit wel had kunnen nalaten.
Doch dat de «liberale» Kiesvereeniging te Mid
delburg zich met de duinwaterleiding inlaat en zich
daarvoor spant, keurt zij blijkbaar goed.
Duinwater ter verfrissching, ligt zeker mèer op
den weg eener «liberale» kiesvereeniging.
Of zou de «liberale» Kiesvereeniging, die gewoon
is op algemeene kosten te ondernemen en te leven,
er bij moeten zijn, teneinde de motie te ondersteu
nen, waarbij uitgesproken werd dat voor zulk een
belang de gemeenteraadskas wel terdege mag bij
springen
Duinwater, dat de gegoeden wel het meest ge
bruiken zullen, is zeker een meer algemeen belang
dan brood, dat het meest door armen gegeten wordt.
Of zouden de heeren nu ook gaan voorstellen dat
voortaan de gemeenteraad één of twee centen van
elk brood betaalt?
Noodzakelijk niet recht.
Zooals onze lezers weten is door de rechterzijde
een voorstel redactie Art. 194 gedaan. (Zie het
vorig nummer).
De onzen hebben daarmee een stap op broos ijs
gedaan.
Wordt bedoeld voorstel zooals het daar ligt in de
grondwet opgenomen, dan zijn we nog zoo weinig
verder.
Als ge voortdurend de lui hoort verzekeren, dat het
koud is, begint ge er over te denken een winterjas
aan te trekken, al voelt ge niets van de kou.
Men heeft nu vele jaren reeds geroepende staat
moet voor het onderwijs zorgen! En altijd weer:
dat is het werk van den staat. En zoo zien we dan
nu ook in bedoeld voorstel opgenomen: «Zn of voor
elke gemeente wordt onderwijs gegevenvoldoende
aan de behoefte der bevolking. Het wordt van
overheidswege verstrekt in openbare scholen
En toch blijven wq zeggen: de staat mag zoomin
«schoolmeester» spelen als geneesheer, timmerman
of klompenmaker.
Maar indien men zoo weinig het «schoenmaker,
houdt u bij uw leest» verstaat dat men toegeeft en
den staat vrqlaat, dan is het toch zeker en vast dat
er niets op toegelegd mag worden, en zie, we lezen
in het voorstel van «een billijk schoolgeldt», en zelfs
van kosteloos
Mag dat nu?
Enfin, we vertrouwen dat onze vertegenwoordi
gers wel onmogelijk anders konden.
Gewichtige zaken wachten op verandering. Onze
^^grondwet past ons niet meer. Ze moet veranderd.
Dat alleen kan onze mannen bewogen hebben,
zoe weinig, zoo bijna niets, te vragen.
We zouden er hen dan ook geen verwijt van
durven maken.
Als de «liberalen» thans nog den droeven moed
hebben zulk een voorstel af te wijzen moge hen de
wrake des volks treffen, door voortaan stilletjes thuis
gelaten te worden, want dan laden zij het op hun
geweten, als de grondwetsherziening mislukt.
V Zich zelf gevangen I
De Midd. C. dorst hare lezers de vorige week ver
tellen: dat men het openbaar onderwijs wel zou
kunnen opruimen, wanneer men de bijzondere scho
len een toelage uit de Staatskas ging geven.
Zietot zulk een bekentenis behoort moed of
kolossale onhandigheid. In ieder geval is het par
tij verraad.
Immers is dat waar, dan is daardoor voldoende
bewezen, dat de openbare school geen volksschool,
maar een dwangbuis is, waardoor men een vreed
zaam volk gekneveld houdt.
Dat alleen ware genoeg om er ons met fleren
geuzenmoed tegen te verzetten tot het uiterste.
En dat ze het zoo meent als we het opvatten,
wordt bewezen door een volgend woord dat bij zulk
een stelsel «de bijzondere scholen als paddestoelen
uit den grond zouden opkomen.»
Gelukkig ja, ons volk is nog niet zoo geheel ge
moderniseerd, dat het voor het laffe liberalisme partij
kiest.
We zijn haar dankbaar voor dit pluimpje. Het is
de erkenning dat ons vaderland, onze provincie, onze
gemeente door de over-kleine minderheid geregeerd
wordt.
't Is een leelijk nummer voor haar.
Haar partij heeft zoolang den baas gespeeld op
gruwelijke manier, en als het blaadje nu eens keerde?
Dan zonk ze terug in 't niet. Waarom? wel! haar
eenige steun is de geldlade.
Te betreuren.
Het Britsche Hoogerhuis heeft met 76 tegen 62
stemmen een voorstel, om de musea van Londen
Zondags voor liet publiek te openen, aangenomen.
Dat spijt ons voor het Britsche rijk.
Zoolang reeds heeft God door Engeland te zege
nen getoond, dat het beleven van Zjjn geboden der
natie heil is, dat het ons zou spijten als het dien
zegen ging verbeuren.
Dat men aan de overz.jde zich aan Nederland
spiegele
Ter afwisseling.
Om het spel te volmaken hebben nu ook 5 leden
der linkerzijde een redactie van Art. 194 voorgesteld.
De voornaamste verdienste daarvan is, dat het
zoowat niets zegt.
Curieus is 't, dat ook nu nog mannen gevonden
worden die kunnen spreken van een «genot van vol
doend lager onderwijs, waarbij de godsdienstige over
tuigingen niet worden gekrenkt.»
Zou men dan die onzinnigheid niet kunnen
vatten
'tls onmogelijk een openbare school te hebben
waar een christen niet gekrenkt wordt in zijn
overtuiging.
Reeds het gemis van 's levens zout, van den naam
Christus als middelpunt van de geschiedenis van de
heele wereld, en den enkelen mensch tevens, is
krenking genoeg voor ons.
Neen:
De pols verdraagt geen keten;
Geen prikkel duldt de hiel;
En vrijheid van geweten
Is de ademtocht der ziel.
En daarom kunnen we best den vogelaar hooren
fluiten.
Binnenland.
HERZIENING VAN ART. \M.
Bijna den gemiddelden levensduur van een mensch
is art. 194 der Grondwet aan de orde. Het artikel
is berucht of beroemd geworden. Natuurlijk dat de
herziening van dat artikel het middelpunt van de
geheele Grond wetsherziening is, de spil 1 aarorn
alles draait In ons vorig noramer hebben we het
amendement medegedeeld, door de rechterzijde op
dat artikel voorgesteld. Laten we thans eenigszins
uitvoeriger dan we gewoon zijn, in het belang der
zaak, de bespreking in de Tweede Kamer volgen.
De beraadslaging werd ingeleid door den heer
de De Savornin Lohman, die voorop stelde, dat thans
de zaak van het onderwjjs op kalme vredelievende
wqze kon worden beslist.
Mocht hij vaak fel hebben gesproker., waar het
betrof, het in 't licht stellen van rechtmatige klach
ten en grieven, thans gold het een andere zaak, nl
om in gemeen overleg gemeenschappelijke rechter
vast te stellen. Wij willen zeide spreker
daarom niet tot overeenstemming en vrede geraken,
door beginselen op zijde te zetten, maar met behoud
van ieders beginselen aan elke richting in de maat-1
schappij een vast fundament geven. Geen strijdlust
noopte spreker tot optreden, maar de begeerte om
op school-, kerkelijk- en maatschappelijk gebied ge
lijkheid van rechten te verwerven. Vervolgens wees
spreker op liet verschil tusschen 1848 en nu. Toen f
gold de strijd tusschen confessioneelen en niet-con-
fessioneelen de vrije school. Maar we hebben toen j
gekregen da neutrale volkschool, geheel anders dan
ze in 1806 begeerd werd en voor 1848 bestond. In
1848 hebben wij de vrijheid van het onderwijs ge-
accepteerd, maar verlangden niet begunstiging van J
de openbare school. En toch, daarop is de uitvoe-(
ring der Grondwet neergekomen. Sedert is dan ook
de aard van den schoolstrijd geheel anders geworden
dan in 1848. De voorstanders van 't bijzonder on- J
derwijs, hechten nu ook aan deugdelijk onderwijs, all
deelen zij niet den wensch naar hooge exameneischen1
de strijd, dien men tusschen confessioneele scholen f
onderling vreesde, is niet geboren; Protestantsche 1
en Roomsche bijzondere scholen bestaan rustig naast
elkaar in dezelfde plaats. Thans ook loopt de strijd^
niet over Christelijk en niet-Christelqk onderwijs.)
De tqd zal moeten leeren welk onderwijs de voor
keur verdient. De gewone wetgever zal daarover
uitspraak kunnen doen. Maar wat thans verlangd
wordt is gelijk recht voor allen. Dit kan op twee
ërlei wijze worden verkregenóf het bijz. onderwijs
subsidieeren en de openb. school laten betalen door
allen, die er gebruik van maken, of beide scholen
tegemoet komen. Het eerstgenoemde stelt de Re
geering voor, maar spr. meende, dat de bewoordin
gen en de uitvoering bezwaren zouden opleveren.
Het tweede middel was verkieslijker en nu dan ook
in het amendement der rechterzijde belichaamd
Kan en mag het worden toegepast Of het kan
zal de gewone wetgever hebben te beslissen. Maai
mag het? Twee bedenkingen worden daarteger
gewoonlijk aangevoerd. De staat zorgt voor het on
derwijs en de staat mag nooit geld geven voor zakei
van den godsdienst. Wat de eerste opmerking be
treft, de Grondwet waarborgde de vrijheid vaij
onderwijs en erkende dus het recht der ouders
En dat de staat nooit voor zaken van godsdiens;
geld mocht geven, was louter een liberaal dogma[
dat niet steunde op de werkelijkheid. In Engeland
in de koloniën, hier te lande zelfs subsidieerde mei
de kerken en godsdienstige scholen. Als spr. ziel
verzet had tegen subsidiën aan de kerk, dan wa
dit alleen met het oog op het eigenbelang dier kerk.
Daarbij kon men bij kerken nog zeggen, dat d{
staat ze subsidieerende, ook daarvoor laat betalel
hen, die ze niet verlangen. Maar met scholen i,
het een anderezaak. Zij zijn altijd noodig voor allei
en er kan dus geen bezwaar bestaan ze allen L
subsidieeren. Het denkbeeld, om geen subsidie aai;
kerkelijke scholen te geven, noemde spr. een speci j
fiek modern Nederlandsch staatsbegrip, een tegenna
tuurlijk beginsel. Dat dogma worde in de te her
zienen Giondwetdus niet bekrachtigd, men late vol
komen vrijheid om te subsidieeren en eindige meijj
de mystificatie van de overzijde, om steeds te zeg 1
gen: wij zouden misschien wel willen subsidieereni
maar de Grondwet verbiedt het
Van den beginne af, toen er van Grondwetsher4
ziening sprake was, hebben Katholieken en antirC
volutionairen duidelijk en ruiterlijk gezegd wat z
verlangden, en overleg aangeboden. Maar dit
geweigerd en van toenadering is niet geblekei
Daarom moest de rechterzijde nu het eerste, i
tevens het hoogste bod doen, dat niet kan word
losgelaten, zonder geheele prijsgeving van hare I
ginselen. Wij eischen niet dat de Grondw
subsidieering voorschrijve, maar willen alle* i
dat de Grondwet de mogelijkheid der subsideerit^fl
niet afsnijde. Wij dreigen niet, en als wij zegr'BB
zonder aanneming van dien eisch niet met Gr'
wetsherziening te kunnen meegaan, dan zegg$Mj^B
dit niet uit weerwraak, maar alleen, omdat on„
al die anderezaken onbeteekenendmeertoesch.vj..^H
Maar dit moes! Spr. toch aan de overzijd- /H
voegen: als gij ons weer 10 jaar laat wachtei
moet gij zelf de gevolgen weten. Er zqn nu
zijds velen, die niet tevreden zijn met onzen 'j^Ê
Wq hebben geloof in onze vrijheid gekreg^jjH
een afkeer van Staatsbemoeiing.j Wq zijrtjÉH
tuigd, dat onze schelen vooruitgaan naai^j^
Staat er zich minder mede bemoeit. Mjiffl
oveezqde volhoudtzou de tijd kunnj^iflfl
wij onmogelqk de openbare scho
handhaven naast de vrqe scLjM
.«et pa«v—