Nieuwe Goesche Courant,
1886.
Christelijk-historisch blad voor Zeeland
Zaterdag 6 Maart.
No. 1344.
HET ZUIDEN,
Verschijnt eiken Vrijdagavond ten 8 ure.
UITGAVE VAN
Prijs der Advertentiën
f0,65.
F. P. DHUIJ, te Middelburg
Per regel 10 cents.; Familie-berichten van 16 regels
Prjjs per drie maanden franco
en
fl,Iedere regel meer 10 cents.
-0,06.
Wed. A. C. DE JONGE, te Goes.
Liefdegaven 6 cent per regel.
Een meer dan 80 jarige strijd.
't Is voor een vredelievend gemoed lang
niet verkwikkend de wereldgeschiedenis van
den dag te volgen.
"Van alle zijden geruchten en berichten
van werkstakingen en «opstootjes», groot
en klein.
Onde; het oogenschijnlijk schoone gebouw
der moderne beschaving ontwaart men
dikwerf niets goeds voorspellende mijnen,
die den zwoegenden humanist tot be
schaming zijn.
Te midden van de lofredenen op den
vooruitgang hoort men dikwerf de ruwe
kreten van de armoede en den honger.
Wat echter veel erger isMen ziet de
dienaren van den booze zich met den dag
meer opmaken, om den volke op het pad
naar den afgrond heen te voeren.
Men zij dubbel voorzichtig in het beoor-
deelen der maatschappelijke beweging. Niet
alles is socialisme.
Er is ook een eerlijke strijd.
Er moet trouwens zulk een strijd zijn,
die is niet te vermijden.
Er was eenmaal een tijd dat zulk een
strijd niet kon bestaan.
Er was eenmaal een plaats waar hij on
denkbaar "was.
Er waren eenmaal toestanden die hem
tot onzin, tot een vierkanten cirkel maakten.
Die tijd was de morgen der menschheid.
Die plaats was de hof waarin de Schepper
den mensch plaatste.
s Die toestanden waren de staat der reine
gelukzaligheid onzer stamouders, en het
onbepaald beorsehen van het beginsel der
liefde. Waar lietde in elk opzicht, onder
alle omstandigheden den toon aangeeft, is
Diet strijden om recht en gerechtigheid een
voudig ondenkbaar; daar is niet de minste
[oorzaak van ontevredenheid.
H Dan helaas, het werd anders.
■instee van op den door God gestelden
Bg voorttegaan tot de voor hem bestemde
^■maaktheid, overtrad de mensch Gods
^wid en verloor daardoor diens zaligende,
igende gemeenschap.
^■n de wooiden: «zij nam en zij at, en
Hgal ook haren man en hij at» is al het
He, al de jammer, die sedert de
Hreld vervult, en tot een tranendal maakt
tegrepen.
nt-as het beginsel der liefde dat alle
ongelijk onmogelijk maakte
B^n zijn vollen afschuw trad
Bfcsbroeders hoeder» op den
fe|^^^vas de grond tot
En de machten?
Voorzeker, alle machten moeten geëerbie
digd, worden want ze zijn van God verordend
«er is geen macht dan van God», maar
zoomin ooit het beginsel der wet, God
liefhebben boven alles en den
naaste als zichzelf ware neergeschre
ven, laat staan tot 10 geboden ware uit
gewerkt geworden, zoomin zouden er
machten tot pefenen der gerechtigheid, tot
handhaving der openbare orde zijn veror
dend, indien niet de mensch zich van zijn
God had afgewend.
Het feit. het zich losmaken van God, is
echter maar al te vreeselijk waar.
Er waren, van die noodlottige stonde af,
machten noodig om de aarde bewoonbaar
te doen blijven. Zonder die zou het hier
reeds de hel zijn.
't Is echter heel wat anders of die machten
zich aan hun opdracht houden, dat is de
gerechtigheid handhaven, dan of zij zich
vergeten, vele schreden verder doende zich
vergrijpen aan de huiselijke en persoonlijke
rechten der onderdanen.
Er zijn huiselijke Techten, er zijn ook
persoonlijke rechten.
En daaraan nu mogen de wettige, de door
God gestelde machten nooit ofte nimmer
tornen.
We spraken nog slechts van de door God
gestelde machten, maar er zijn er bovendien
nog zooveel die zich als zoodanig doen
gelden, zonder ook maar de geringste aan
wijzing van het rechtdaaitoe te kunnen doen.
Er is bovendien een indirekte macht.
Een macht van het geld onder welks tiran
niek bestuur duizenden bij duizenden
zuch ten-
En al die machten toch kunnen goed en
recht gebruikt, den mensch louter ten zegen
zijn, edochhelaas het egoisme,
de zelfzucht, het ben ik mijns broeders
hoeder of in de taal van een Middelburgsch
heer werkgever: wat gaat het mij aan hoe
een ander 't heeft, als 't mij maar goed
gaat heeft veroorzaakt, dat er een groote
drijfjacht, door alle eeuwen heen, om
aardsche macht, en het bezit van veel goed,
van steeds grooteren rijkdom is ontstaan.
Die drijfjacht begint van de hoogste stand
op een lagere; en wordt zoo voortgezet, al
lager, al lager, tothet niet lager meer kan,
en de armste de dupe der historie wordt.
Het is derhalve noodig voor iederen stand,
die er nog één boven zicli heeft op de
tellen te passen. Men moet dientengevolge
wel altijd in 't geweer.
Juist dat Satanische beginsel der zelf-
ynrht* rlnt* allps vnnr mii 't. wp.lt flnnr
zonde ter wereld inkwam, is oorzaak dat er
steeds een strijd om het bestaan niet alleen,
maar om telkens weer verkorte rechten,
telkens weer benomen vrijheden, telkens
weer verminderd levensonderhoud, zijn moet.
Nu mogen goedhartige luidjes meenen,
dat het toch wel anders kanze zullen vari
hun idéé niet veel genoegen hebben, want,
nauwelijks is er aan de eene zijde onzer
zamenlevirig een hoekje zoowat opgeknapt,
of het blijkt dra, dat aan de andere zijde
nog veel meer te doen valt. Is men daar
dan weer begonnen, ook dan valt het eerste
werk weer ineen.
En zoo zal het steeds duidelijker worden
dat men op verrot hout vernist. Het
helpt niet.
Er is maar een geneesmiddel dat onge
twijfeld afdoende geneest, dat de eeuwen
door proefhoudend bevonden is; dat is de
grondslag van heel het waarachtig zedelijke,
en maatschappelijke leven; de liefde in
Gods gemeenschap geleerd.
Tot dien grondslag moeten we terug.
Tot zoolang de volkeren niet met volkomen
hart buigen voor den Koning der koningen
blijft er een sociale strijd.
V Een nog altijd geopende deur.
Terwijl hier menige boer, met een paar flinke
handen en wat kapitaal, toch van jaar tot jaar ach
teruitgaat, ligt daar in Zuid-Afrika nog aitijd een
groote uitgestrektheid te wachten om hem voor zijn
werken ruimschoots te loonen, indien hij maar ko
men wilde.
In liet Doetinch. Weekbl. maakt een inzender er
ons, Nederlanders, nog eens opmerkzaam op, dat de
Transvaal het land der toekomst voor ons is.
Daar zijn landhoeven te koop van uitmuntende
kwaliteit voor f 1, f 2 tot f 6 de morgen.
Uit den aard der zaak vloeit het voort, dat de
boeren er bij voorkeur een goede toekomst heb
ben; evenwel is er ook voor menig ambachtsman
een betere toestand dan hier te verkrijgen.
Wanneer zullen onze geldmannen eens hun
praatjes onder de theeover de werkeloosheidenz.
staken en de handen uit de mouw gaan stekenf
Het bijeenbrengen van eenige tonnen goudsen
het oprichten van een bond om landverhuizers
naar de Transvaal te helpen, is toch waarlijk
geen reuzenwerk
Wot baten alle lapmiddeltjes
Weinig lieftiebberij.
De liberalistische vertegenwoordiger, voor't district
Assen der Tweede Kamer heeft voor dat postje be
dankt zooals men weet.
Nu moet er een ander voor hem worden gezocht,
maar die ander is niet spoedig te vinden. Drie
candidaten hebben reeds voor de eer bedankt, zoo
ver men weet. Hoeveel van wien men het nietj
weet?
ntr I nn MMifc kot hflfitd