stijlfout. Neen, dan heeft de heer De Die zich juis
ter uitgedrukt, toen hij schreef:
Wanneer in den een i winkel alle waren weg
gegeven worden, dan zeg ik in mijne winkeliers-
staal: daar tegen is niet te concurreeren." Maar
»stelt de antirevolutionairen in staat hun onder
swijs even goedkoop te - geven als op de openb.
ssch., stel daartoe ook de Roomsch-Catholieken in
sstaat, en dan zullen we mijnheer van Ham eens
sweêr spreken."
Dat is eenvoudig en juist en de heer van Ham
zal wel nooit de pen opnemen om het te weêrleggen.
En daarenboven heeft de School met den Bijbel
toch zeker niet minder laster te verduren dan de
Openbare School.
Nu een woord over den draaimolen. In zijn in
gezonden stuk van 2 Jan. 1. 1. heeft de heer De Die
zeer duidelijk aangetoond, waarom hij tegen den
mallemolen is, n. 1. somdat het personeel van een
«draaimolen met de dame, die het orgel speelt incluis,
geschikt is, om het zedelijk peil bij jong
■sen oud te verhoogen. Het draaiorgel, dat den kin-
aderen wijzen van straatdeunen leert, waarvan de
swcorden meest alle zeer onkies zijn, is oorzaak, dat
swij het geheele jaar die deuntjes langs onze stra
sten hooren uitgalmen, iets wat ook al weêr niet
«strekt tot bevordering van het zedelijk welzijn."
En wat nu hier aangaande den draaimolen naar
waarheid is gezegd, kan van den schommel, de om
standigheden waaronder en de plaats, waar hij ge
bruikt is, in aanmerking genomen, in geenen deele
beweerd worden. En al wat nu de heer van Ham
over sde gevolgen van twee wijzen van opvoeding"
neêrschrijft, heeft niets te maken met de quaestie,
welke de heer De Die aldus heeft geformuleerd:
sHet onderscheid tusschen draaimolens en schommels."
De heer Van Ham schrijft in het laatste gedeelte
van zijn artikel
sDe heer De D. gaf zich vrij wat moeite om
smij aan 't verstand te brengen dat ik niet over
swaarheid en recht mag meêspreken, dat ik niet
sgoed weet wat het woord concnrrentie beteekent
- sen in 't geheel niet op de hoogte ben met 't ver-
sschil tusschen mallemolens en schommels. Dat
swerk ging blijkbaar boven zijne krachten, van
sdaar dat hij gedurig in de war geraakte."
Wat denkt de lezer van zulke taal, gevoerd door
iemand, die bewezen heeft de quaestiën aangaande
concurrentie der openb. sch. en de draaimolens
hebben willen oplossen zonder ze te begrijpen
/VVaar de heer De Die in zijn ingezonden stuk
wan "28 Dec. 85 schrijft: sDe heer van Ham zoeke
'de klagers over het openbaar onderwijs hier ter
plaatse niet onder de tegenstanders maar onder zijne
vrienden", repliceert de heer van Ham met het
jverzoek: »Zeg mij van wie mijner vrienden ik lee-
ren kan, in welk opzicht de openbare onderwijzers
«hier ter plaatse" in hunne verplichtingen te kort
schieten." Ik denk niet dat de heer De Die ooit
dwaas genoeg zal wezen aan dat verzoek te voldoen. Er
is een groot verschil tusschen klagen over het openbaar
onderwijs en opgeven in welk opzicht de openbare
onderwijzers in het vervullen hunner plichten te kort
■chieten. Het eerste is bij de opofferingen, die
nedereen zich voor het onderwijs getroosten moet,
[geoorloofd; het laatste evenwel, is op het minst ge-
Inomen, gevaarlijk. Ook zou het vrij kinderachtig
kzijn, wanneer de voorstanders der School met den
■Bijbel de openbare onderwijzers op hunnen plicht
■ngen wijzen. Ik hoorde den kapitein der Zierik-
Hesche Spoorboot onlangs heel „broederlijk en con-
Haterlijk" een zijner collega's met wien hij een zeer
■ïendschappelijk onderhoud had, toevoegen: Jij
Bnt daar kapitein, en ik hier!" Voila tout.
HU dankzeggende, Mijnh. de Redacteur, voor de
Boegestane ruimte, teeken ik mij met hoogachting,
I Zierikzee, Uw do. dienaar
1-19 Jan. >86. A. d. V.
H.Ëen zonderling Boek
Schertsend deelden we eenigen tijd geleden
■mj onze lezers mede, dat onder den titel van
^mj.tland een wiskundige roman zou verschijnen.
I^Ktns is Platlandeen Roman van vele Afmetingen
een Vierkant, in den handel.
^^■edereen kent Gulliver, meest echter uit kinder-
^^■kjes, doch betrekkelijk weinigen weten wat bij-
■s twee eeuwen geleden Swift bedoelde, toen hij
^■Gulliver liet reizen naar het land der Lilliput-
het land der reuzen. Zijne soms
■Jftstqespelingen op gewoonten, politiek
^■^rsonen van zijn tijd hebben
■^ftdoren, en Gulliver staat
parallelogram is», ooit in de kinderkamer populair
zullen worden, maar het zal zeker mijnheer Vierkant,
die een engelschman is, en ook den hollandschen
uitgever Mijs te Tiel genoegen doen, als het tegen
woordig, eenigzins met de lagere wiskunde vertrouwd
geslacht het wonderlijke met afbeeldingen versierde
boek leest en koopt.
Het werk, 104 bladzijden, is opgedragen aan de
bewoners der Ruimte in het algemeen en aan H. C.
in het bijzonder (wie is H. C. en de schrijver
wenscht dat hij moge medewerken »tot de mogelijke
ontwikkeling dier allerzeldzaamste en toch uitsteken
de gave, Bescheidenheid, onder de hoogere geslachten
der lichamelijke menschheid." Zoomin het ons op
't oogenblik duidelijk is, wie H. C. moet zijn, even
min vatten we de beteekenis van alle toestanden in
Platland; de schrijver verzoekt ook: »den lezers, niet
te denken dat iedere kleinste bijzonderheid in het
dagelijksche leven van Platland noodzakelijk met
eene andere bijzonderheid in Ruimteland overeen
moet komen,» evenwel zal ieder lezer gevoelen dat
Vierkant, de verhoudingen tusbchen de hoogere en
lagere, pardon, de stomp- en scherphoekige standen
van zijn plat standvlak beschouwende, wel wat te
denken en te leeren geeft. Dat de voorname cirkels
of veelzijdige veelhoeken op hunne Statenvergadering
(bladz. 41ook zorgden voor de aanwezigheid van
een aantal weesmeisjes, kan wel eene ondeugendheid
van den nederlandschen vertaler zijn.
Heeft men in Engeland den schrijver verweten
een vrouwenhater te zijn, wij gelooven integendeel
dat hij in zijn hart de vrouw een grooter oppervlak,
dus minder oppervlakkigheid toewenscht, dan zij
thans bezit.
Het Vierkant bekent zelf dat zijn eerste deel, de
eerlijke helft van het boek, slechts eene inleiding is
op de tweede, in welke hij over andere werelden
schrijft.
Had zijn zeshoekige kleinzoon geleerd dat een
vierkante platiander, met zijden van 3 centimeters,
9 vierkante of 32 centimeters groot is, de door
denkende knaap was er op zijne lei toe gekomen dat
er ook eene berekening kon zijn van 33, maar dit
ging de voorstelling van eiken platiander te boven.
Intusschen kreeg Vierkant een visioen van Lijn-
land, welks vorst zich slechts voor- en achteruit zou
kunnen bewegen, en slechts voor- en achteruit kon
zien en hooren. Het was onmogelijk dien monarch
eenig begrip van vlakte en uitgebreidheid te geven.
Daarna ontving vierkant op oudejaarsavond van
1999 een bezoek van Bol uit Ruimteland. Welk eene
ontzettende moeite heeft. Bol om aan Vierkant dui
delijk te maken dat er werkelijk eene derde afmeting
bestaat, zooals door het kleinzoontje is becijferd. Ver
makelijk en toch ernstig is het gesprek tusschen den
voor een platiander zeer ontwikkelden heer Vierkant,
en den voor hem bovenaardschen Bol. Eindelijk
neemt Bol hem mede in de ruimte, en leert hem
het geheim van «opwaarts en toch niet noordwaarts»,
hij leert hem voelen en ook eenigermate zien, wat
een kubus is. Terwijl zij samen door Ruimteland
zweven en Vierkant, die slechts van lengte en breedte
wist, nu ook begrip heeft gekregen van de derde
afmeting hoogtevraagt deze aan zijn leermeester
Bol om gebracht te worden in de sfeer der vierde
afmeting. Is er een Lijuland, een Platland, een
Ruimte of Kubusland, er moet ook een hooger
land zijn, een «Over-kubusland». Bol wil daarvan
niet weten, maar eindigt toch met te erkennen dat
hij wel eens heeft hooren spreken van een hooger
land, «maar de meeste menschen zeggen dat deze
visioenen voortkwamen uit de gedachte, uit het brein,
uit de verwarde hoekigheid van den ziener» Vierkant
hecht zich aan deze woorden, en stelt zich een Ge-
dachter.Iand, en nog hoogere landen voor. Hij vraagt
«Is het al of niet gebeurd dat vóór heden uw land-
genooten ook getuigen zijn geweest van nederdalin-
gen van wezens van hoogere orde dan zij zelve, die
gesloten kamers binnen kwamen, evenals UEd. de
mijne binnentrad, zonder deuren noch vensters te
openen, en naar willekeur verschenen en verdwenen
Doelt de schrijver hier op bijbelsche of op spiri
tistische verschijningen? Hij laat den lezer daarom
trent in het onzekere zijne moraal is leert beschei
denheid, en zegt niet: wat ik met mijne zinnen in
mijn land niet kan waarnemen, kan onmogelijk
bestaan
Ten slotte heeft Vierkant nog een visioen van
Puntiand. Daar aanschouwt hij den zelfgenoegzamen
vorst en eenigen bewoner, die van opwaarts, zij
waarts, vooi waarts of achterwaarts geenerlei begrip
heeft, slechts zich zeiven hoort, slechts eenige
klanken opvangt van hetgeen Vierkant hem ter
onderrichting toevoegt, deze gehoorde klanken aan
eigen denkkracht toeschrijft, en niets anders kan dan
Janvtvior» nn 'üirrJfcl^ll/alishp.id P.n aUre-
begrip vau Ruimte te geven. Wat hij zag blijf
hem niet volkomen helder, en zijne platlandsche taa'
blijkt te arm, en in elk geval onverstaanbaar voor
zijne hoorders. Hij wordt, in gezelschap van voor
name veelhoeken en cirkels de kennis der ruimte
predikende, voor Staatsgevaarlijk en gek verklaard,
en zit nu al zeven jaar in het krankzinnigengesticht,
zich bezig houdende met de onafwijsbare spreuk:
opwaarts niet noordwaarts
Correspondentie.
Wij ontvingen van den Heer B. de Die Senior
een schrijven van den volgenden inhoud
Zoodra de correspondent van het Weekblad (Zie
het slot van mijn ingezonden stuk van 2 Jan. j. 1.)
verklaart, dat zijn bekend bericht voorbarig was
of we zullen het hem zoo gemakkelijk mogelijk
maken erkent, dat het hem op een onbewaakt
oogenblik uit de pen vloeide, of dat hij met zijn
schrijven geen dwang bedoelde, of iets dergelijks,
zal de Heer Van Ham op zijn ingezonden stuk
en zijne daarin voorkomende vraag een afdoend
antwoord ontvangen.
Burgerlijke Stand.
Van 10 tot '17 Januari.
Middelburg. BevallenJ. E. Lameijn, geb.
Hooftrnan, d. J. Darnave, geb. Brinkman, z. N.
Cornelisse, geb. Melse, z. J. C. F. Dekker, geb.
Maes, z. Verhoed', geb. Paulusse, z. G. Petiet,
geb. Kooman, d. C. M. S. Vreke, geb. Du Mee, d.
OverledenK. Le Mare, wed. van A. Oppen,
55 j. E. J. F. Frederiks, d. 17 j. W. Cornelisse,
man van J. Barendse, 65 j. A. P. Buijs, z. 2 m.
C. Bimmel, z. 5 m.
Goes. GehuwdD Fukken, jm. 25 j. met T.
van den Berge, jd. 22 j. W. Walraven, jm. 29 j.
met M. van de Plassche, jd. 31 j.
Bevallen: S. C. Wiertz van Coehoorn, geb. Rij-
ser, z. J. M. van Luijk, geb. Koekkoek, d. J. Geluk,
geb. Geene, z.
OverledenP. Bassie, wed. van J. Buis, 64 j.
M. van der Hiele, ongeh. d. 77 j. A. M. van Dijke,
ongeh. d. 20 j.
Van 9 tot 16 Januari.
Vlissingen. BevallenM. P. J. Aspeslagh, geb.
Callier, cl. J. van Sprang, geb. Van de Voorde, z.
J. M. Westdijk, geb. Elve, z. R. N. Ureel, geb.
Cloet, d. J. H. Hamakers, geb. Adrianissen, z. M.
Labruijére, geb. Sohier, z. J. C. Edelman, geb. Land
meter, d. C. M. Blinkhof, geb. Stubbe, d. J. E. de
Witte, geb. Verhaaren, z. M. J. van Hoepen, geb.
Goudriaan, d. M. J. Cornelissen, geb. Wuijfs, z.
T. Spaeter, geb. Rouw. d. C. M. Doense. geb. Van
Opbergen, d. P. M. Oreiis, geb. Pietersen, z. J. M.
Bouwense, geb. Adams, z. A. M. Baert, geb. De
Borst Verdoorn, z,
OverledenL. de Regt, d. 2 j. M. J. de Vos,
d. 2 j. R. Kooij, d. 3 m. J. M. Slager, z. 7 j. A.
R. Leenhouts, vrouw van P. Corveleijn, 32 j. C.
L. Vanoutrijve, z. 6 j. M. van der Steen z. 9 m.
Grijpskerke. over de maand December 1885.
BevallenE. Schout, geb. Moens, d.
OverledenL. Vos, d. 15 m. W. Poppe, z. 1 j.
P. J. de Klerk, z. 11 m.
Graanmarkten, enz.
Middelburg, 21 Jan. 1886.
Door de sneeuw in de afgeloopen nacht gevallen
was uit vrees voor moeilijke leverirg heden de aan
bieding beperkt, zoodat lïaauw vorige weekprijzen
werden ingewilligd.
Tarwe werd naar deugd f6,25 a f6,40 betaald,
voor een enkel uitgelezen monster is f6,50 gegeven.
Rogge f5,40 15,50.
Win tergerst f4,75.
Zomergerst f4,50 a f4,60.
Haver f3,50 a f4.
Paardeboonen f 6,50.
Platteboonen f 5.50 a 5,75,
Wittëboonen f ll a 11,25.
Bruineboonen met veel verschil in kwaliteit, f8
a f9,25.
Kookerwten t 8 a f3,25.
Mestingerwten, f 7. a f7,25.
Zaden zonder handel.
Versche Boter f0.86 a 0,94 per kilo.
Eieren per 100 stuks f4.80.
ADV KRT ENTIEN.