"v#. Wij willen ons, 'tis waarlijk het rechte j woord, «associëereri» met ieder, die de vrij heid voorstaat; geassocieerd is daarom nog niet getrouwd. Wij staan nu nog in de minderheid met onze leus v r ij h e i d va n o n d e r w ij s, i doch wij wenschen daarvan, al zij het voors hands in ons nadeel, niet at te gaandeze leus for ever kome ten bate van allen, die in de toekomst minderheid kunnen worden. Men verliezc het vaderland niet uit het oog voor de kerk, die ten slotte slechts een kerkgenootschap is. i)e heilige alge- meene christelijke kerk, staat boven de genootschappen, veel hooger nog dan het volk, de natie, boven de partijen staat. E e 11 d r a c li t maakt macht in den staat- Het geloof overwint de wereld. Binnenland. Nog even een pas terug. Op hetgeen wij '12 Pee. '85 van le gemeente raadsverkiezing schreven heeft de heer Fokker 6 Jan. II. pas geantwoord. (Zeker niet te vroeg!) Z.Ed. kan niet vatten hoe men beginselloos en fanatiek (dweepziek) tegelijk kan zijn. Nu, één mensch behoeft ook niet alles te vatten. Gelukkig dai Z.Ed. toch wel weet, dat ieder af zonderlijk waar is. Dat de liberalistcn zonder beginsel zijn, bleek om nu maar niet meer te noemen toen de «libe rale Unie» te water loopen mpest. Men houde de statuten dier Unie den volké^voor, en liebbe dan den moed te beweren dat daar beginsel in steekt. Dat ze fanatiek zijn bewees de verkiezing van mr. van der Bilt boven mr. Schorer, bewijst de school tirannie, bewijst de vaccinedwang. bewijst de verwerping der kiestabel en der census wet ten vorigen jare, bewijst ja waar zouden we een einde vinden. Die nu wil beweren dat ze desalniettemin zulks toch niet gelijktijdig zijn hij ga zijn gang. Wij noemden het vinnige partijwoede den heer Schorer- op zij te zetten, en zie nu vraagt de heer Fokker ons hoe we dan de handeling van den Am- sterdamschen kerkeraad vinden, die aan de modernen het gebruik van een kerkgebouw weigerde. Jammer voor den heer Fokker, want hiermee be wijst hij slechts dat hij, hoewel Meester in de beide rechten, in het recht der kerke Christi zeer slecht thuis is. Daar toch vraagt men niet in de eerste plaats naai* reglement, maar naar het Woord Gods, en dat sluit de modernen beslist, stellig uit. De heer Mr. E. Fokker bedenke: dat we als burgers van hetzelfde land samen moeten leven. Ot men Protestant of Roomsch of wat ook is. we zijn nu eenmaal hier geboren en moeten lief en leed samen dragen; geboren hier zonder dat rnen onzen wil daaromtrent vroeg. Is het dan meer dan billijk als we eischen: gelijke monniken, gelijke kappen? Niet wij betalen en de liberalisten trekken, maar: samen betalen, samen genieten. In de kerk is het anders. Daar kan men uit als men wil; en waarlijk het pleit niet voor fijn gevoel, wanneer men weet heel iets anders te zijn dan discipel des Heeren en toch zich bij dezulken houdt. Y Eene Rekening. liet kan geen kwaad, dacht ons, nu we Nieuw jaar nog slechts even achter den rug hebben, eens na te rekenen, wat ieder Nederlander dit jaar weer voor zijn landje moet opbrengen en waarvoor zijn geld besteed wordt. Niet. alsof elk belastingbetaler niet weet, wat hij voor zijn persoon moet opbrengen in de belastingen, waarvoor hij een biljet thuis krijgt, maar voornamelijk om aan te toonen, hoeveel de regeering voor elk Nederlander, hoofd voor hoofd noodig heeft. Toen de Regeering verleden jaar de begrooting indiende, bedroeg de raming de aanzien lijke som van 132 millioen gulden (in ronde cijfers.) Na de schriftelijke gedachten wisseling met de Tweede Kamer en ten gevolge van de aangenomen amen- dementen harer leden werd die som met ruim 1 millioen verminderd, zoodat de feitelijke raming ">or '86 nu nagenoeg 131 millioen bedraagt is een groot getal, maar zegt weinig, omdat ^kfeene hoeveelheid ons begrip te boven gaat. Achter eeuigszins beteekenis voor ons, wij veertien dagen, nacht en dag, door moesten loopen, eer we van het begin af aan het einde dier rij gekomen waren. Of wel, met deze 52 en een half millioen rijksdaalders kunnen we een stuk land van 21 gemeten beleggen. Is nu eene begrooting met juistheid gemaakt, dan moeten de uitgaven door de in komsten gedekt worden, zoodat door ons volk, wil het geen schuld maken, ook 131 millioen moet op gebracht worden. Rekenen we nu het aantal in woners van ons land op 4 millioen en, wat altijd aangenomen wordt, het aantal huisgezinnen op 800,000, dan blijkt daaruit, dat elk Nederlander gemiddeld 32 gulden moet opbrengen en dat elk huisgezin gemiddeld 160 gulden aan het Rijk op brengt. Die som wordt opgebracht aan grondlasten, aan personeel, aan patent, aan accijnzen, enz. Als wij nu de verschillende deelen der begrooting nagaan, vinden wij bovenaan de vaste som van 650 duizend voor het huis des Konings, eene som, die niet te groot is, wat voldoende hieruit blijkt, dat ons' volk per hoofd gemiddeld drie en een halven stuiver en per huisgezin 16 stuivers per jaar voor den Koning betaalt. Nagenoeg eenzelfde bedrag wordt voor de liooge colleges van Staat - de Kamers, Raad van State, Rekenkamer enz. en het Kabi net des Konings geofferd; deze toch vragen jaarlijks 610 duizend gulden. Het Departement van Buiten- landsche Zaken moet iets meer hebben dan het huis des Konings, n. 1. 687 duizend in 't geheel. Anders wordt het met het Departement van Justitie, dit heeft in 1886 niet minder dan nagenoeg 4 en een half millioen noodig, wat per hoofd ruim 1 gulden en per huisgezin ruim 5 gulden is. Vraagt ge, hoe Justitie zooveel noodig heeft, dan dient er in de eerste plaats op gewezen, dat het aantal rechters vrij groot is naar men zegt, en we gelooven het gaarne, voor het werk nog te klein maar in de tweede plaats dient er op gelet, dat het aantal gevangenen voortdurend vermeerdert en elke gevangene het rijk per dag meer kost dan dagelijks voor een soldaat besteed wordt. Het volgend post je,dat het Departement van Binnenlandsche Zaken betreft, omvat ook de veel besproken post voor onderwijs. Dit Departement vraagt van 'tjaar niet minder dan nagenoeg 11 mil lioen. d. i. van eiken Nederlander afzonderlijk ruim een rijksdaalder en van elk Nederlandsch huisgezin ruim '13 gulden, welke sommen op zich zelve be schouwd, ons nog al groot voor-komen, maar ons niet verwonderen, als we bedenken, hoe goed dit Departement voor zijne ambtenaren zorgt. Een voorbeeld daarvan zien we bij de onderwijzers der Rijksleerscholen, die traktementen van 800, 1000 en 1300 verdienen, terwijl gemeente-onderwijzers met 500, 600 of 700 moeten toekomen. Nog meer dan dit Departement vraagt Marine, hetwelk deze keer een groote veer uit zij n «taart getrokken werd. Hierop alleen werd ruim 600 duizend afgedaan. Toch staat nog voor dit Departement ruim 12 en een half millioen uitgetrokken. Het zeewezen kost eiken Nederlander dus 3 gulden en elk huisgezin 15 gulden. Toch spijt ons dit offer niet, omdat wij erkennen, dat de Marine, vooral in de Oost, den lande zeer gewichtige diensten bewijst. Jammer maar dat dit postje bijna elk jaar hooger wordt en dat er al zooveel geld voor schepen is besteed, dat later getuige de Adder en de Hydra en zooveel andere meer verspild of ten minste nutteloos besteed bleek te zijn. De reuzenpost, die onze haren bij goed nadenken te berge doet rijzen, is voor de Nationale schuld. Elk jaar moet ons volk voor zijne schuld bijna 35 millioen aan interest betalen. Elke Nederlander moet daaraan gemiddeld, dus bijna 9 gulden betalen en elk huisgezin 45 gulden. Wij kunnen dus zeggen, dat er, tegen eene rente van 4 per honderd bere kend op iederen Nederlander eene schuld van 225 gulden en op tik huisgezin een van 1100 gul den drukt. Voorwaar, niet te weinig! Het Depar tement van Financiën zorgt voor de betaling dier rente, maar heeft daarbij nog nagenoeg 23 en een half millioen noodig of ruim 5 en een halven gulden per hoofd en bijna 30 gulden per huisgezin. Niet minder belangrijk zijn de beide volgende ramingen, voor Oorlog en voor Waterstaat. Beide zijn op ruim 20 millioen gebracht en eischen dus 5 gulden per hoofd en 25 gulden per huisgezin. Ook hiervan geldt vooral namelijk van het eerste dat er veel besteed wordt voor dingen, die later doelloos blijken. Het Departement van Koloniën is schik keiijker in zijn eischen. Ons land moet n. 1., in plaats van uit de Koloniën te trekken, zooals in vroegere jaren het geval was, dit jaar bijna '12 ton voor haar op brengen. Elk individu moet hieraan gemiddeld 30 ct. betalen, wat gemiddeld voor een huisgezin op ..een daaldeiddênmt. a «.igtno uic te laten. KERKNIEUWS. Het kerkelijk conflict in de Ned. Herv. Gemeente te Amsterdam ontstaan, is, gelijk wel te voorzien was. zeer ingewikkeld. Oorzaak van het conflict is ongetwijfeld de weigering der afgifte van attesten van zedelijk gedrag aan de leerlingen der moderne predikanten. Maar aanleiding tot schorsing van de meerderheid der kerk ^raadsleden was een andere, lm.ners eerst 8 Januari behoorden de -attesten af gegeven te worden, en op 4 Januari wordt plotseling de groote meerderheid van den kerkeraad geschorst. Om welkereden dan? Eenvou lig omdat de ker keraad het conflict voorzien, de, kerkvoogden, be- heerende de gebouwen en goederen der N. H. G. had gelast met hunne functien voort te gaan, ook dan wanneer een ander collegie, gelijk thans het classicaal bestuur, in de rechten van den kerkeraad mocht treden. Na de uitgesproken schorsing begon het classicaal bestuur direct de kosterij der Nieuwe i Kerk, waar steeds de kerkelijke vergaderingen wor- I den gehouden te doen bewaken, en te handelen m als de rechtmatige beheerders der gebouwen van de N. H. G. te Amsterdam. Kerkvoogden intusschen, gesteund door hunne instructie, wisten de twee door het classicaal bestuur aangestelde bewakers met zichten drang te verwij leren, en vertrouwden op hunne beurt de kosterij der Nieuwe Kerk aan vijf bewakers toe. Zij sloten tot nader order de localen waar vergadering wordt gehouden af, en onthielden zich voorts stip tel ijk van alle ambtsplichten. De kerkgebouwen bleven ter beschikking der niet ge schorste predikanten. De geschorste predikanten hielden zondag in eenïge localeu der hoofdstad bij bellezingen, die druk bezocht en de kerken bijna ledig waren. Ziedaar een eenvoudig en getrouw verhaal van de dingen te Amsterdam gebeurd, waarover de pers ellenlange kolommen heeft geleverd, en waaraan de pers met de dichterlijke vrijheid haar eigen, allerlei beschouwingen heeft vastgeknoopt. De voorloopige schorsing zal Maandag in een de finitieve voor den tijd van zes weken overgaan in dien de geschorsten weigeren het gewraakte artikel in te trekken. Intusschen is door alle deze dingen de Amster- damsche gemeente zeer verontrust. Menigeen maakt van dezen strijd een wapen ter bestrijding van de orthodoxie of anti-revolutionairen. Anderen belust op schandaal of bezield met vrees zien in de ver^ schijning van een agent van Politie om of bij een kerkgebouw of kerkelijke vergadering een onwraaK- baar bewijs voor de ontzettende revolutie, die door de schuld der cmfae-revolutionairen komende is. Sommige dagbladen der hoofdstad geven op beden- kelij ue wijze voedsel aan die hartstochten door sterk gekleurde verhalen in de wereld te zenden. Ver halen van overrompeling en barricades, van tumult en politie-versterking. Voor het eene was tot nu toe zoomin reden als voor het andere. Het thans bestaande conflict zal o. i. duidelijker dan wit doen zien dat de N. H. K. met een syno dale organisatie als de hare sinds 1816 en een stel- reglementen als daar opgestapeld zijn, ook zelfs door de schranderste hoofden niet kan vervormd worden tot eene Gereformeerde kerk naar de opvatting van Calvijn. Ingezonden Stukken. Mijnheer de Redacteur! Door het lezen van het stuk getiteld: «Mijn zusje» in het Weekblad voor Zeeuwsch-Vlaanderens Westelijk deel,» onderteekend door G. A. V. v. werd ik herinnerd aan hetgeen de Red-acteur van het Schoolbladindertijd aangaande de wijze waarop de heer V. v. O. gewoonlijk repliek voert," als zijne meening neerschreef. Bij een eenvoudig verschil van inzicht in zekere zaak, openbaarde del heer V. v. O. zich tegenover den Redacteur van - het «Schoolblad» op eene wijze, die laatstgenoemde de woorden in de pen gaf: «Alles op een toon, die het op nieuw begrijpelijk maakt, waarom men dezen redacteur, wat hij ook moge beweren, bijna altijd onbeantwoord laat. Met zulk een man is niet te redeneerenzelfs niet over een zoo onschuldig onderwerp als de levenswijze der dieren.» (Schoolblad van 21 October 18f^J Mij dunkt, het is dan ook \Nil de wijs^-^^ dien het Zuiden gewoonlijk kiest -i:" aardigheden van den heer V. Toch moet mij bij dat ik bij

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1886 | | pagina 2