leuwe
Christelijk-historisch blad voor Zeeland
1885.
Zaterdag 7 November.
No. 1328.
6»
Verschijnt eiken "VrijdaqAvond ten 8 ure.
Prijs per drie maanden franco f0,65.
Enkele nommers- 0,06.
UITGAVE VAN
F. P. DHUIJ, te Middelburg
en
Wed. A. C. DE JONGE, te Goes.
Prijs der Advertenties
Per regel 10 cents.; Familie-berichten van 16 regels
fl,Iedere, regel meer '10 cents.
Liefdegaven 6 cent per regel.
Belastinghervorming.
Belastinghervorming, zoo luidt de schoonc
titel, waaromtrent de afdeelingen der.libe-
rale Unie bezig zijn zich uit te spreken. En
ontegenzeggelijk is het den liberalisten niet
om dezen titel, maar om de zaak te doen.
Een hervorming op het gebied der be
lastingen willen zij wel. Voor eene rijks
inkomstenbelasting, die als het noodig is,
gedurig met één procentje kan verhoogd
worden, zouden zij deze of' gene andere be
lasting wel willen afschaffen en de belas
tingwetten in bet algemeen willen herzien.
Eene inkomstenbelasting is gemakkelijk,
werkt gelijkelijk en is mitsdien rechtvaardig,
de 'beste belasting, zeggen zij, die
er is'.
"Wij vinden ze de hatelijkste belasting
die er is.
Ze is gemakkelijk voor hen, van wien
het publiek en de Regeering weten hoeveel
inkomen zij hebben. Dezen betalen dan
ook altijd, op de cent af, wat ze moeten
betalen.
Maar degenen vanwie men dat niet weet,
slaat men in den blinde aan, of bij eigen
aangifte plaatst met hen tusschen hun beurs
en hun geweten.
En dan zullen zij, die nog godsdiensten
dientengevolge een sterk en goedsprekend
geweten hebben de uitzonderingen daar
gelaten, dus over het algemeen het
meest betalen. Terwijl men sommigen door
een inkomstenbelasting noodzaakt, met het
oog op hun crediet, meer aan te geven dan
ize inkomen hebben. Er zijn erheusch ook,
'die meer aangeven dan ze geld of inkomen
ihebben, nu het gebeurt, dat de hoofdelijke
'omslag wordt nagegaan vóór de hand
wordt gevraagd, en ook wel voor dat ze
wordt gegeven.
Daarbij komt, dat de schatrijken bijna
inooit betalen overeenkomstig hun inkomen,
l't Is niet na te gaan, en er zijn er die het
Izelven niet weten.
Vóór eenigen tijd is te Middelburg iemand
Overleden, die wel zes ton meer moet heb-
Ivmi nagelaten dan voor de stadsinkomsten-
Blastiug aangegeven werd.
B^ilaat men zoo als men ook al ge-
Bïeeftdesnoods de aangifte dooreen
Kvestigen, dan zijn ook al weer de-
^iiReerbied voor den eed hebben de
fcK^^Cen eed toch van en vóór
■j^teekent niets. Eene iu-
^fcÉjieert de Natie.
■kyLr, dat zij
ze dan ook alles behalve de rechtvaardig
heid zelve.
Maar kon men op haar aan, dan was zij
de hatelijkste aller belastingen, om reden
door haar meegedeeld of tengevolge van
haar gebiecht moet worden voor de auto
riteiten, hoeveel inkomen èn hoe groot
kapitaal men heeft.
Vroeger dacht en zei men «wat heeft
daar een ander mee noodig!» Weinigen
slechts vertelden het zelfs aan hunne eigen
kinderen.
Die wetenschap beschouwde men als een
privaat eigendom. Eerst als men was heen
gegaan, kwamen de kinderen of de erfge
namen er achter.
De bemoeizieke en heerschzuehtige Staat
der liberalisten nu vraagt naar dat recht
der ouders niet; zonder de ouders te raad
plegen treedt zij het met voeten.
En niet alleen moeten de autoriteiten
het weten, maar het wordt zelfs voor het
publiek ter neer geschreven en gedrukt.
Die liberalistische heerschzucht en ïechts-
verkrachting is voor elk, die aanspraak op
aloude réchten maakt, ondragelijk.
En toch willen we hierop niet in de
eerste plaats de aandacht vestigen; maar
wel daarop, dat de liberalisten met hunne
belastinghervorming meerder inkomen voor
den Staat, dus verhooging van belastingen,
beoogen.
Om eene zoogenaamd meer recht
vaardige verdeeling van belasting is het hun
niet alléén te doen. Er moet meer geld zijn.
Hunne onderwijsmanie heeft de Regeering
voor een telkens grooter tekort geplaatst.
Met inkomen moet de uitgaven weer dek
ken; want de Regeering kan natuurlijk
niet voortgaan met leeningen te sluiten of
schatkistbiljetten uit te geven.
Zoolang die onevenredigheid blijft bestaan,
denkt en spreekt men gedurig over hunne
onzinnige uitgaven op onderwijsgebied. Maar
is dat eenmaal geregeld, dan wordt men
aan die nieuwe regeling gewoon, en men
vergeet beter wat hun neutraal onderwijs
ons kost.
Verhooging van lasten nu is in onzen tijd
van algemeenen achteruitgang, de dwaas
heid gekroond. Men moet waarlijk al meer
dan genoeg opbrengen
Vraagt men: «maar hoe moet het dan
met het jaarlijksch tekort?» Dan is ons ant
woord, gelijk het dat van «De Standaard»
.reeds zoo menigmaal was: de Staat moet
op een minderen voet gaan leven. De Regee
ring moet daarin het volk voorgaan.
t „-a „jj- tc
onderwijs jaarlijks gespaard worden, en het
onderwijs daarbij even goed blijven.
Het onderwijs zou het volk veel minder
geld kosten en de heillooze quaestie er over
daarenboven weggenomen worden, indien
eene regeling als door ons de verledene
week aangegeven werd, plaats had.
Ook op de bureaucratie, op publieke wer
ken, en op zooveel meer, zou zonder schade
zeer veel kunnen bezuinigd worden.
Daarvoor zou evenwel noodig zijn eene
energieke Regeering.
Dan nog zeggen wegerechtigheid ver
hoogt een volk. Zij maakt voorspoedig en rijk.
Tegenover Atjeb moet daaraan gedacht,
en tegenover de christenen in Nederland
op onderwijsgebied, en de christelijk- ge
reformeerden daarenboven op kerkelijk ge
bied mag dat niet vergeten worden.
Eerst herstel van grieven, eerst gerech
tigheid, zeiden daarom, en zeiden een zeer
geruimen tijd, en terecht de anti-revolutio
naire Kamerleden tegen de Regeering, als
deze om meer geld vroeg.
Daarvan zijn ze evenwel in den laatsten
tijd afgegaan. Zij hebben voor opcenten
en nog eene andere nieuwe belasting gestemd.
«De Standaard,» die ons anders goed op
de hoogte houdt, en wiens hoofdredacteur
in nauwere betrekking dan wij tot onze
Kamerleden staat, heeft, voor zoover wij
weten, daarvan niets gezegdnoch goed
noch kwaad dus.
Hoe komt dat? Zoo dikwerf toch schreef
ons hoofdorgaan«e e r s t herstel van
grieve n.» Dewijl velen daarover denken
en spreken, zouden eenige inlichtingen geen
overtollig werk zijn.
Kan de Standaard echter ten dezen geen
licht doen opgaan, dan kunnen dat zeker
wel onze Kamerleden.
Wie weet of niet een hunner zich daartoe
bereid verklaart; want vooralsnog staat het
bij ons 'vast, dat zij daarvoor eene goede
reden hebben gehad.
Mogelijk zijn onze anti-revolutionaire Ka
merleden hierbij wel van het beginsel uit
gegaan, dat grondwetsherziening herstel van
grieven kan geven, en dat zij daarom zoo
lang deze aanhangig is, konden en moesten
toestaan, wat zij anders niet zouden hebben
gedaan.
Binnenland.
Door de Regeering is thans een afzonderlijk
wetsontwerp ingediend tot wijziging van Hoofdstuk
X der Grondwet, om de tweede en derd