^ciauiiuuaênde zorg der Regeering.» «De inrichting van het openbaar onderwijs wordt, met eerbiediging van ieders godsdien stige begrippen, door de wet geregeld.» Van overheidswege wordt toegezien, en zoo noodig gezorgd, dat overal voldoend lager on derwijs wordt gegeven. Zij, die het onderwijs, vanwege de Overheid gegeven, ontvangen, zullen aan schoolgelden zóóveel betalen, dat daaruit de kosten van het onderwijs kunnen bestreden worden. Voor de kinderen der onvermogenden zal het algemeen armbestuur geheel, en voor de kin deren der minvermogenden de helft betalen, aan de besturen, der scholen, openbare ot bijzondere, die de ouders ot voogden voor hunne kinderen of pupillen zullen -kiezen. «Het geven van onderwijs is vrij, behou dens het toezicht der Overheid, en bovendien voor zoover het middelbaar en lager onderwijs betreft behoudens het onderzoek naar de be kwaamheid en zedelijkheid des onderwijzers; het en en ander door de wet te regelen.» «De Koning doet van den Staat der hooge, middelbare en lagere scholen jaarlijks een uitvoerig verslag aan de Staten-Generaal geven». Wanneer het in dezen geest geregeld werd dan hadden allen gelijke rechten en waren allen vrij; dan zou de toekomst moe ten leeren, of het openbaar dan wel het bijzonder onderwijs de meeste sympathie vonddan zouden ook weer onderwijzers voor eigene rekening scholen kunnen ope nen; eene edele en eerlijke concurrentie kon dan in het leven treden; en die het onderwijs genoten, betaalden het, behalve degenen voor wie het toch betaald moet worden. Daarenboven bleven alle waarborgen be- j staan dat overal en goed wetenschappelijk onderwijs zou gegeven worden. Indien we niet vreesden aan eene doove- mansdeur te kloppen, dan vraagden we de Middelburgsche courant: zeg nu eens wat gij daar tegen hebt. Met te zeggen „h et is tegen de Grondwet!" hebben de liberalen opge houden. Nü is het :„als het tegen de open bare school is denken we er niet o v e r." Maar wij of wilt gij de ouders zijn toch niet om de openbare school. De school is immers om de ouders laat die dus kiezen en de quaestie uitmaken. Binnenland. Niet minder dan .-leden jaar, eer erger zijn de tijdingen betreffende v^rknood, schier overal in ons and. Men sprak deze week van 1000 leegloopende schilders en 700 werkzoekende metselaars in Amster- lam. Deze cijfers mogen buitengewoon hoog zijn, ■n de werknood misschien in de hoofdstad het aller- rgste, toch drukt ook op bijna alle plaatsen de lappe tijd. Het aanbouwen is schier overal ge taakt de scheepvaart met al den aankleve van it weleer zoo bloeiend bedrijf is tot geringe pro- 1 ortiën teruggebrachthet fabriekwezen is in l -rnmige producten althans denk slechts aan eekrap en beetwortelen bijna vervallen. De ndbouw kwijnt, de handel is meer en meer een 1 aeste vaart om het minstbeduidende tot onmogelijke l ijzen van de hand te doen. De kapitalisten zien zich van een goed deel hunner minsten beroofd, burger en boer leven zoo niet hunne directe verdiensten dan van hun spaarpot ook wel van eens anders goed. Op den werkman drukken deze toestanden het st en het allermeest. Zijn werkkracht is zijn ritaal. Hij bezit geen ander. En bij gebrek aan rk is dit zijn kapitaal waardeloos. Zijn toestand die der zijnen is voor den aanstaanden winter 't bijzonder zorgelijk. Hij is de zwaarst getroffene verdient dat eene helpende hand hem, indien -.hts mogelijk, toegestoken worde. Voor velen er is eenige werkverschaffing misschien niet ge- 1 onmogelijk, al. moge het dan ook met opoffe ren gepaard gaan. Commissien tot werk verschaffen ben den vorigen winter met prijzensw.iardigen r gedaan wat ze konóendoen om in den nood velen, te voorzien. Het is wel niet te verwachten ook dit jaar die Commissien op de zelfde wijze het lot der werkzoekenden zullen kunnen v w* w v aantrekken, en indien dit niet kan laat dan ieder voor zich zelf zich afvragen wat hij doen kan om den last van anderen althans iets te verlichten. Maar als wij voor den werkman met alle beschei denheid werk vragen, zeggen we gaarne een in zender in de Protestantsche Noordbrabander na, dan verge te de werkman ook niet, dat het niet alleen voor hem, maar ook voor den werk gever een slappe tijd is. Hij leere weer in beoefening bren gen, dat een half ei beter is dan een ledige dop, en eische niet een hoog loon. Hij leere zich scha men over de uitdrukking: 's Winters zijn de boe ren baas, maar 's zomers de arbeiders.» Hij blijve uit de herberg en kome wat meer in de kerk. Hij bedenke, dat de vette jaren van bouwen en weer bouwen voorbij zijn, en dat de Heer wel de belof te heeft gegeven, dat ons van Zijnentwege eten, drinken en kleeding zal geworden, evenzeer als de vogelen des hemels en de lelien des velcls, maar dat God geen beloften heeft gegeven, om den werkman een weelderig leven te bezorgen. Om geld voor brood en kleeding mag men God bidden, en hij zal het geven, maar veer j ene vergeld, modezucht en allerlei overdaad heeft God geen beloften in onzen bijbel nedergelegd, »In het zweet uws aanschijns zult gij uw brood eten» staat er geschreven. Ligt daarin niet opge sloten, dat de strijd om het bestaan iedereen treft Deze regel door God gegeven, wordt door de enkele uitzonderingen niet weggenomen, maar veeleer be vestigd. Iedereen zal dus wel doen door zich nan dien regel te houden. Zeker, er zijn behoeften, en zeer vele en dringen de zelfs; en daarin dient zoo goed mogelijk voorzien te worden. Maar er zijn ook eischen. De goede jaren, van groote verdiensten hebben onze arbeiden de klasse voor een groot deel verwend, anderen zijn verleid geworden om verre boven hun stand te leven, terwijl er ook een aanmerkelijk deel is, dat door de veelheid van werk en de groote verdiensten, alsmede door de toegeeflijkheid der bazen en aannemers ge leerd heeft om veel bij de flesch te leven. Het is niet sinds gisteren of eergisteren, dat men zelfs van een sjouwerman niets gedaan kon krijgen, tenzij dan door «een borrel» of grof geld. Brutaliteit en verzet tegenover meerderen zijn veelvuldig voorge komen. Als ik bij A niet naar mijn zin terecht kan, ga ik naar B., zoo zeide men en ging naar B., werd geplaatst om straks weer stil weg te blijven en C weer beet te nemen. Bij een particulier werken, dat gaf niet genoeg. Van de »groote karreweien», van »het Rijk» moest men het hebben. En de particulieren moesten zich behelpen, of heel diep in den zak tasten. Geen wonder, dat de verhouding tus- schen de rijke particulieren en de arbeidende klasse daarop niet beter geworden is. De werklieden eischten veel geld, waren soms erg lui, hadden veel praats en dronken graag jenever. Maar zij hadden het in hun macht. Veel geld en anders werk ik niet, was de leuze. Die tijd is voorbij. Was er voor weinige jaren veel werk, thans is er werk gebrek. Men heeft ge leerd hoog te leven, van opsparen is niet gekomen, alles is op, er is niets te verdienen, wat nu? Men somt zijn behoeften op en rekent er de eischen bij. Dat is fout gerekend. Als er thans geëischt wordt, dat men zooveel ver- diene, dat men precies zoo kan blijven voortleven als men gewoon is, terwijl de neringdoende en de boer zich moeten verminderen om eerlijk man te blijven, is dat dan recht voor allen Of is hier de zelfzucht rechter? Behoeften en eischen zijn twee. De eerste moeten verholpen, de laatste bestreden worden. In de behoefte des werkmans mag en moet men te hulp komen, maar als een schreeuwer om recht voor allen recht voor zich alléén begeert en zijne klach ten over werk- en broodgebrek het luidst doet hoo- ren in herberg of kroeg, om straks op straat z\jne me deburgers te e. geren, dan hebben wij met iets ergers te doen, dan met werkgebrek. Daar is gebrek aan levensernst. Och, dat de werkman ophield met eischen, en gedrongen door zijne behoeften weer leerde bidden «Geef ons heden ons dageiijkseh brood», en ook dat andere: «Vergeef ons onze schulden». Men keere terug tot het (tOnze Vader, die in de he melen zijt.y> De Tweede Kamer heeft, na afhandeling van alle nog overgebleven artikelen en amendementen, het geheele gewijzigde Wetboek van strafvordering met algenieene stemmen aangenomen. Dinsdag 3 November zal eene verkiezing voor een lid van den Gemeenteraad te Viissingen plaats hebben ter vervulling van de vacature, ontstaan door het bedanken van den heer van Uije Pieterse. Maandag werd te Middelburg eene vergadering gehouden van de afd. Walcherender Zeeuwsche Maatschappij van landbouw. Op de agenda kwam slechts één punt voor: t. w. «Voorstel tot het zenden van een adres aan het hoofdbestuur, betreffende invoerrecht op tarwe en op meel van tarwe.» Reeds op vorige bijeenkomsten werd over dit niet onbelangrijke punt gesproken. Na een langdurig debat werd het voorstel met 29 tegen 11 stemmen aangenomen en voorlezing gedaan van het te zenden adres. Door Ged. Staten van Zeeland is aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal een adres verzonden ter zake van het ontwerp van wet, strekkende tot het verleenen eener bijdrage uit 's rijks schatkist ten behoeve van een stoomtramweg in het voormalig 4e district. De aanneming dezer voordracht wordt daarin met aandrang aanbevolen. Zoo ergens, dan bestaat in het voormalig 4e dis trict dringend behoefte aan het tot stand komen van een stoomtramweg. Meer dan wellicht eenige andere streek van ons vaderland lijdt dit deel van ons ge west onder de voor den landbouw zoo drukkende tijdsomstandighedenmeer dan elders is daar thanq behoefte aan steun. Het verkeer is daar zeer bet zwaarlijk; aansluiting aan de Belgische spoorwegeii wordt ten eenenmale gemist en rechtstreeksche aan sluiting aan het Nederlandsche spoorwegnet is dooi de ligging onmogelijk. Verlevendiging van handel en nijverheid, opbeuring van den landbouw zijn zonder aansluiting aan de Belgische spoorwegen niet te vei wachten. Bovendien zal de stoomtramweg het verkeer tus- schen de gemeenten in het voormalig 4e district zeer doen toenemen. Openbare middelen van vervoer ont breken schier geheel. ïn de totstandkoming van den ontworpen stoom tramweg zien Ged. Staten een gewichtig nationaal belang, bovenal omdat dit verkeermiddel krachtig zal bijdragen om de gemeenschap met Nederland te verlevendigen. Wordt het thans aangegeven middel om in dat belangrijk onderdeel van ons gewest een stoomtram weg te brengen niet aangegrepen, dan zal, naar Ged. Staten vreezen, het voormalig 4e district van dergelijk verkeermiddel nog lang verstoken blijven. Nu blijkens het voorloopig verslag nagenoeg alge meen de dringende behoefte aan verbeterde verkeer- middelen uit een oeconomisch oogpunt is erkend, vleien Ged. Staten zich, dat ook het nationaal be lang, dat in bevordering van verkeer over Breskens is gelegen, zal nopen tot aanneming van de re- geeri ngs voordrac ht Het bestuur van het waarborgfonds van het Nederlandsch werkliedenfonds heeft eene circulaire verspreid, waaraan het volgende is ontleend De instelling, die zich ten doel stelt om den werk man de gelegenheid te verschaffen zich op den ouden dag een pensioen en bij overlijden zijnen nagelaten betrekkingen eene uitkeering in eens te verzekeren, staat voor iedereen open. Met nadruk wordt erop gewezen dat de instelling, door op deze wijze te werken, is en ook bedoelt te zij n een instelling van algemeen nut, wier streven het is armoede te voor komen. Eenige fabrikanten hebben reeds, ten behoeve hunner werklieden, verzekeringen aangegaan tot uitkeering van een wekelijksch pensioen op zekeren leeftijd en van eene uitkeering in eens bij overlijden. Onderscheidene werklieden sloten dergelijke verze keringen zelf. De voordeelen die het fonds aanbiedt zijn: dat bij staking der premiebetaling, ook wanneer de patroon de premie heeft voldaan, geen roiement plaats heeft, doch de bij polis bedongen uitkeering, verminderd wordt in evenredigheid tot de gedane betalingen dat de premiën zijn netto-premiën, enkel strek kende tot betaling van de bedongen uitkeering zoodat het denkbeeld om winst te behalen hier ge heel is uitgesloten. In de premiën zijn geen administratiekosten be grepen. In /erband met de verzekering tegen netto-premiën wordt in de kosten voor administra tie door bijdragen en giften van belangstellenden voorzien De som der jaarlijksche bijdragen beliep op 1 Oct. 1885 1383; de som der giften in eens f 5293, terwijl in 1884 bovendien aan bijdragen was ont vangen f 730,50. Het waarborgkapitaal is insgelijks door belang- stellenden bijeengebracht. Het bedroeg op 1 OctM 1885 in aandeelen en in "inschrijvingen op ddi3 Grootboeken der N. W. S. te zamen de so^,n erf ƒ61,043,50. 0 Met ingenomenheid op dez^ u- A ^Oude taten wijzende, verklaar' \x fir 3^ 1 r SM Ito*J '"IC O borgfonds, dat zij 1 lj£t u„^o0, uü/.euoortasxenoe 1 ~p-uejvg,* TCT T/- T?TT> Tr

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1885 | | pagina 2