Nieuwe Goesche Courant,
Christelijk-historisch blad voor Zeeland
1885.
Zaterdag 31 October.
Verschijnt eiken Vrijdagavond ten 8 ure.
Prijs per drie maanden franco
Enkele nommers
f0,65.
- 0,06.
UITGAVE VAN
F. P. DHUIJ, te Middelburg
en
Wed. A. C. DE JONGE, te Goes.
Prijs der Advertentiën
Per regel 10 cents.; Familie-berichten van 16 regels
fl,Iedere regel meer 10 cents.
Liefdegaven 6 cent per regel.
Herziening van Art. 194.
Aan het slot van ons artikel zeiden we
de verledene week: wat de liberale Urne
en hare afdeelingen op het gebied van het
onderwijs wil toegeven, is zoo goed als niets.
Thans zouden we dat nader aantoonen.
En beginnen dus met te herinneren wat zij
als wijziging van art. 194 voorstellen. Wat
het bestuur der Unie voorstelt en de afdee
lingen over het algemeen beamen, komt
hierop neer
„in alinea 1 te doen vervallen het woord
«openbaar))
in alinea 2 te omschrijven de eerbiediging
der godsdienstige begrippen;
in alinea 3 uit te drukken dat de overheid
zich terugtrekt van het direct verschaffen
van onderwijs daar waar, en zoolang als door
het hijzonder onderwijs in de behoefte op
voldoende wijze wordt voorzien: die onthou
ding te bepalen door de Regeering en mits
dat bijzonder onderwijs gegeven wordt zonder
subsidie van overheidswege;
alinea 4 onveranderd te behouden.
Verder acht het bestuur het wenschelijk
eene nieuwe alinea aan het artikel toe te
voegen, houdende dat de Staat verplicht is
te zorgen dat voor onvermogenden de gele
genheid tot het ontvangen van kosteloos lager
onderwijs niet ontbreke."
Laten we dit nu even op den voet vol
gen. Neemt dan, zoo als zij willen, uit
alinea 1, luidende:
„Het openbaar onderwijs is een voorwerp
van de aanhoudende zorg der Regeering,"
het woord «openbaar» weg, en in plaats
van te verbeteren heeft het bijzonder on
derwijs alle kans om nog rneer in de klem
te geraken. Immers dan deelt niet slechts
het «openbaar,» maar het onderwijs
in het algemeen in de aanhoudende
zorg der Regeering.
En van die zorg willen de a n t i-libe-
ralen juist zooveel mogelijk het on
derwijs ontdoen, en het zorg der ouders
doen worden.
Van die zorg der Regeering hebben we
waarlijk al meer dan genoeg! Subsidie
vragen we niet en aan meerdere kwellin
gen hebben onze onderwijzers en onze scho
len geene behoefte. Als de liberalisten ons
dus anders niet willen geven, is het beter
dat het maar blijft zoo als het is.
't Is de onnoozellieid zelve, indien de li-
^Deralisten het mogelijk achten, dat onze
Afgevaardigden voor zulk eene herhaalde
Kïptische verzwaring van lasten stemmen
^int ook aan de beurt,
het goed. Deze
„De inrichting van het openbaar onderwijs
wordt, met eerbiediging van ieders godsdien
stige begrippen gegeven."
Hierin nu wil zij, zooals gij boven ziet,
omschreven hebben «de eerbiediging
der godsdienstige begrippen.»
Waarom staat er niet bijmaar we
weten, dat de neutraliteit der staatschool
hun hinderlijk is. Er is reden om te ge-
looven, dat zij eene vage omschrijving
wenschen, die hun recht geeft om hun
modern christendom boven geloofsverdeeld
heid, vrij en frank, binnen te loodsen.
O o g e n s c h ij n 1 ij k de school wat chris
telijker maken, teneinde het «christelijk
onderwijs», zoogenaamd, overbodig te doen
worden, metterdaad daar zouden onze libe
ralisten niets tegen hebben.
Ze vertrouwen, dat de anti-liberalen daar
aan zullen meehelpen!
Maar geven ze dan niets, is het dan alleen
steenen voor brood?
O ja, in alinea 3, waar gezegd wordt
„Er wordt overal in het Rijk van over
heidswege voldoend openbaar lager onderwijs
gegeven,"
willen zij (zie boven) eene kleine conces
sie doeji aan het bijzonder onderwijs.
Deze concessie bestaat daarin, dat zij de
scholen, die hun streven belachelijk en hun
onderwijs van overheidswege gehaat hebben
gemaakt, voortaan niet meer bouwen en
openen zullen. Scholen, slechts voor kin
deren, die de onderwijzer zelf mee brengt,
of een paar daarenboven, zullen zij er niet
meer op na houden
Doch vergeet niet, dat «de Regeering
die onthouding moet bepalen;»
wordt deze dus door geen nadere wet ge
bonden, en is ze even ijverig als sommige
Resturen in Friesland waren, ziet, dan komt
dit lokaas op niets uit.
Dit lokaas evenwel is alles, wat de libe
ralisten geven willen want financieel willen
zij het maar houden zooals het is, gelijk
uit het slot van hunne voorgestelde wijziging
«in alinea 3» blijkt.
Hunne kinderen krijgen onderwijs over
eenkomstig hunne begeerte op algemeene
kosten, terwijl wij, na voor hunne kinderen
te hebben meebetaald, nog eens alles kunnen
betalen, wat het onderwijs onzer kinde
ren kost.
De bcdeeling willen ze mitsdien behouden.
Rehouden, zonder dat ze bij de regeling
van het Kiesrecht in aanmerking komt.
De vrijmetselaren, die, blijkens de jongste
uitspraken hunner loge's, bezorgd schijnen
te worden voor Art. 194, kunnen gerust zijn.
Immers, daar onze tegenstanders, we
kunnen wel zeggen, minder willen geven
dan niets, zal er ook van wijziging der
grondwet wel niets komen.
De liberalisten zullen wel de oorzaak zijn
en mitsdien de eer hebben, dat alles wat
ten behoeve der grondwetsherziening ge
daan is, ook op niets uitloopt.
Maar, indien herziening der grondwet,
voor Vorst en voik en land, zoo noodig, ja
zoo onmisbaar is. als door de verschillende
staatkundige partijen is en wordt beweerd,
kan er dan uit vaderlandsliefde geen verge
lijk gevonden worden?
In een land waar zulke uiteenloopende
en tegen elkander opwegende partijen zijn
als hier, moet men, zal men samen kunnen
blijven leven en wonen, wat water in den.
wijn doen.
De Koning en zijne Regeering moeten
dat in de eerste plaats inzien en begrijpen;
dientengevolge boven de partijen gaan staan
en voorstellen doen, die uitgaan van het
standpunt, dat allen gelijke rechten hebben,
die, wijl er recht en gerechtigheid door
wordt gedaan, tot oplossing der quaestie
en. tot bevrediging der partijen ten slotte
moeten leiden.
Volkomen haar zin zouden daaibij uit I
den aard der zaak geen der partijen kunnen
krijgen.
Immers, waar partijen het geheel tegen
overgestelde verlangenis het niet wel
mogetijk beide volkomen te bevredigen. Als
de een wil, dat het Staatsonderwijs regel
zij, en het particuliere slechts geduld worde,
terwijl de ander verlangt, dat het vrije
onderwijs regel en het Staatsonderwijs slechts
aanvulling zal zijn, gaat het voor eene Regee
ring niet, beiden ter wille te zijn.
»Eene regeering moet niet ter wille zijn
maar recht en gerechtigheid doen; en he
is in de eerste plaats het recht en de taal
der ouders voor het onderwijs en de op
voeding der kinderen te zorgen», zegt moge
lijk deze en gene. Dit nu tegensprekei
kunnen en willen wij niet.
Wel zeggen we: elk ouderpaar kantocl
zelf het onderwijs niet geven, en de ouder
onder de liberalen zijn ook ouders, en dezei
nu willen, dat het van Overheidswege za
gegeven worden.
Doch daar zeker de helft der ouders da
niet willen, moest de Overheid een we
zoeken, waarin de ouders konden kiezen e
alzoo langzamerhand zeiven de quaesti
uitmaken.
Mogelijk zou eene grondwetswijzigir
daartoe kunnen dienen, als volgt:
«Het openbaar onderwijs is een voorwal