Hieuwe Goesche Courant, Christelijk-historisch blad voor Zeeland 18só. Zaterdag 24 October. No. 1326. ZUIDEN, Verschijnt eiken Vrijdagavond ten 8 ure. Prijs per drie maanden franco Enkele nommers f0,65. - 0,06. UITGAVE VAN F. P. DHUIJ. te Middelburg en Wed. A. C. DE JONGE, te Goes. Prijs der Advertentiën Per regel 10 cents.; Familie-berichten van 16 regels fl,Iedere regel meer 10 cents. Liefdegaven 6 cent per regel. Herziening van Art. 194. Artikel 194 der Grondwet luidt: «Het openbaar onderwijs is een voorwerp van de aanhoudende zorg der Regeering De inricliiing van het openbaar onderwijs wordt, met eerbiediging van ieders gods dienstige begrippen, door de wet geregeld. Er wordt overal in het Rijk van over heidswege voldoend openbaar lager onderwijs gegeven. Het geven van onderwijs is vrij, behou dens het toezicht der overheid, en bovendien voor zoover het middelbaar en lager onder wijs betreft behoudens het onderzoek naar de bekwaamheid en zedelijkheid des onder wijzers het een en ander door de wet te regelen. De Koning doet van den staal der hooge middelbare en lagere scholen jaarlijks een uitvoerig verslag aan de Staten Generaal geven.» Het is bekend dat de alinea «Er wo; dt overal in het rijk van overheidswege voldoend openbaar lager onderwijs gegeven» dooi de liberalisten en onder hunnen invloed, zóó is uitgelegd, dat van overheidswege in de verschillende plaatsen des Rijks voor voldoend openbaar lager onderwijs moest worden gezorgd, al waren er zelfs geene kin deren, die er gebruik van maak t e n, door dat allen of allen op éénof twee na de christelijke school bezochten. Evenzeer is het bekend, dat de liberalis ten voor nog maar weinige jaren over de grondwet spraken, zooals wij alleen slechts over den Bijbel spreken mogen. Ze beriepen zich in hun strijd tegen het christelijk onderwijs op de grondwet alsof deze het einde was van alle tegenspreken. Met een beroep op de grondwet was af gedaan en uitgemaakt Mr. Groen van Prinsterer nu beschouwde haar niet als zoo heilig en onveranderlijk. Hij bondt tegen haar, ten spijt zijner tegen standers, den strijd aan. En nn is ze reeds zoo slecht, dat de libera listen zeiven om het zeerst over haar klagen, en het daarbij openlijk uitspreken, dat zij de verwezenlijking hunner beginselen vol strekt belet. Doch voor eene herziening der grond wet moet men, gelijk men weet, Va der j-tegenwoordiging hebben, en dat nu hen zij niet. Daar zitten ze dus! Want gggerb °P hunne beurt, zij, die lager onderwijs van lijnwij zijn, zooals a grondwet en ons veeleer en langer dan u de verwezen lijking onzer beginselen. Dus is er van herziening sprake, ja zal zij er van komen, dan moeten immers ook gewis en zeker de artikelen gewijzigd, die ons in Jen weg staan. «"Wel neen, zoo begrijpen wij het niet», zeiden zeer lang de liberalisten. Wij,liberalen, zijn de Natie; want waarwij aangehecht zijn, zoo als aan de school van overheidswege, daar is de Natie aan gehecht. De Grondwet moet mitsdien in onzen geest gewijzigd worden ons ruimte maken voor de ontwikkeling onzer beginselen. En van wijziging van art. 194 mag zelfs geen sprake zijndaar dat artikel tegen over uw drijven de school van overheids wege, de zaak, waaraan wij, de Natie, ge hecht zijn, beveiligt. En gij anti-revolutionairen en roomsch- katholieken zult het toch wel niet durveu bestaan, eene Grondwetsherziening zooals wij achtendat zij voor Vorst en volk noodig is onmogelijk te maken. Aan een zóo onvaderlandslievend bedrijf zult gij u toch wel niet willen schuldig maken Tenminste, valt de Minister Heemskerk in, ik reken er ook op, dat gij dat niet zult aandurven. Ik ben het in den grond met de liberalen eens, mitsdien wensch ik dat heiligdom van vorst en volk niet aan te roe ren. Leest mijn voorstel van Grondwets wijziging, en gij kunt u overtuigen. De anti-revolutionairen en roomsch-ka- tholieken nu zijn verontwaardigd; niet alleen, omdat men zoo durft spreken en zulke ver wachtingen kan koesteren, maar omdat men daarenboven zóo handelt, omdat de Minister Heemskerk het inderdaad aandurft, met eene wijziging voor den dag te komen, die de geheele schoolzaak laat zooals die is. Zevragen zichzelven afvan de verblinde, zelfgenoegzame liberalisten op het oogenblik zwijgende denkt dan Heemskerk werkelijk, dat het bij ons maar in den mond geslagen is, dat we het niet zoo ernstig meen en met het vrije, en godsdienstige onderwijs als het wel lijkt, en dat wij daarom, al is het morrende, ten slotte wel zullen toegeven Of, begrijpt en voorziet hij, dat wij niet zullen toegevendat eene wijziging als de zijne door ons pertinent zal worden ge weigerd. Wil hij daardoor de liberalen uit hun hoek jagen, hun adem ten dezen ruiken, entijd winnen, teneinde zijn mi nisterieel leven te rekken Hoe dit zij, de anti-revolutionairen en de roomsch-katho- liekeri dienen elk eene nota in, waarin kras en klaar aan Reaeenng en Kamer wordt zijn over eene grondwetswijziging als door den Minister Heemskerk is voorgesteld, en dat zij, indien art. 194 er niet in gewijzigd wordt in, hunnen geest, elk voorstel tot wijziging zullen verwerpen. Deze klare wijn helpt. De liberale partij en de Minister wrijven zich de oogen uit en worden wakker. Ze zien eens om zich heen, en bemerken leven en beweging. Ze hooren van de li berale partij reeds dezen en genen roepen «Ze hebben gelijk, het onderwijs is eene zaak der ouders, en waar dezen er in voorzien, moet de Overheid of de Staat zich terug trekken. Het vrije onderwijs moet regel, het staatsonderwijs aanvulling worden.» Dat is kras, denkt de heer Heemskerk. Daar zijn we nog niet aan toe, zegt de schoolwetpartij onder de liberalen. Doch beiden zijn Jiet daarin eens, dat er wat moet gedaan, wat moet toegegeven worden. De Minister Heemskerk deelde diens- volgens mede. dat hij, als het dan zoo moet, art. 194 ook aan de orde brengen zal, door er eenige wijziging in te brengen. Welke die wijziging wezen zal, weten we nog niet, maar zullen we zien. En de liberale Unie is bezig om hare afdeelingen te polsen omtrent de wijziging, die er zou kunnen en moeten komen. Doch wat zij en hare afdeelingen, naar dusver bekend werd, geven wil, is mager, is zoo goed als niets. De volgende week hopen we dat nader aan te toonen, en eene eenvoudige wijze van oplossing der schoolquaestie aan te geven. Binnenland. De Tweede Kamer houdt zich nu reeds bijn; 14 dagen bezig met de herziening van ons wetboei van Strafvordering. Dat wetboek, bijna een halv eeuw oud eischt herziening, om de vele gebreke: en om de talrijke veranderde toestanden in dien tij voorgekomen. We zullen, daar de herziening va dit wetboek uit den aard der zaak uitsluitend zie op rechtsgeleerd gebied beweegt, daarvan geen vei slag geven. Preventieve hechtenis en zoovele andere kwestie van juridischen aard zijn uitstekend voor de vak mannen, voor ons echter van minder belang. De vraag op welke wijze het kiesrecht mof gewijzigd worden, is naar aanleiding van hetadvii der Liberale Unie dezer dagen in menige kiesve eeniging druk besproken. Maar zoo ooit, dan blij] bierbij welzooveel hoofden zooveel zinnen. De wil algemeen stemrecht en die allemanstrekrech Een ander huismansstemrecht en gene stemrecl voor den gezeten werkman, Hier wordt gepleit j

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1885 | | pagina 1