die muziek genotenthans zit hij in zijn salon te luisteren naar een of ander meesterstuk van muziek, dat door een of twee zijner dochters, met poneyhaar en in elegante? toiletten op de pianino vermoord wordt. De zoons voldoen aan hunne mu zikale behoeften in een «.café chantantwaar ze in één avond meer verteren dan vroeger het geheele gezin per dag kostte. De slager, die 80 a 90 procent minder voor in koop van slachtvee betaalt, dan voor eenige jaren, kan zijn vleesch ter nauwernöod tien procent afslaan, omdat zijn manier van leven zooveel hooger is ge worden, dat hij daaraan de 80 a 90 procent on verdiendewinst geheel besteed. De zijden japonnen, de met velours d'Utrecht over trokken canape's en stoelen, de groote spiegelruiten en zijn harddraverskosten hem heel wat. En we nemen nu slechts een paar voorbeelden, die we niet verder zullen uitwerken, daar zij op alle bedrijven en ambachten kunnen worden toe gepast. Zoo is 'took in kleine steden, al is het misschien niet zóó erg, toch erg genoeg, en blijft evenmin het platteland vrij van die maatschappelijke kwaal onzer dagen. Ziet eens om u, gij die oogen hebt om te zien; aanschouw de stoffeering der kamers, let op de tal van luxe-artikelen, en ge zult moeten toestemmen, dat 'de weelde onzer dagen in lijnrechten strijd is met de klachten over slechte tijden. De tijden zijn slecht, dat is zoo; maar nog wei nigen nemen het middel ter hand, dat druk der tijden kan doen verminderen, n 1.«op meer be scheiden voet te gaan leven.» Het is niet ons doel om over dit onderwerp, thans zeer breedvoerig te zijn, waartoe ook? Een ieder die de Waarheid lief heeft, erkent in zijn binnenste de juistheid van het feitzeker, ook een ieder zal toestemmen, dal door minder weelderige manier van leven, veel zou kunnen goed gemaakt worden maar lang niet iedereen heeft den moed, de kracht om 'dat goede middel in toepassing te brengen. Daar zit de kneepmen is te trotsch, te hooghartig om van den kunstmatig beklommen ladder eenige spor ten at te dalen, en, dat we dit vooral niet vergeten velen van ons volk missen, helaashet plechtanker van ware eenvoudigheid en nederigheid Gods- dienstzin. Wij meenden iets te moeten bijbrengen om het zoo juiste woord van den afgevaardigde der anti revolutionaire partij A. baronj van Dedem in de Tweede Kamer gesproken, nog eens in herinnering te brengen; wij hopen en vertrouwen, dat zij, die, Moor Gods goedheid, de gave bezitten het in deze ■regelen slechts aangestipte denkbeeld den vo ke. hel- [dei'der, duidelijker uiteen te zetten, dit ook zullen doen in de overtuiging, dat daardoor ook verbetering de wachten is. Men zoeke en vrage toch niet alle 'verbetering bij regeering, enz., waar men zelfs zoo veel verbeteren kan, als de wil om het goede te doen en het kwade te laten slechts ernstig is. leder steke met moed de hand in eigen boezem en 'gebruike het middel, dat hij ih zijn t macht heeft hm de melaatschheid onzer dagen de weelde :e bestrijden. Men schrijft ons uit Zierikzee: Onze stad heeft thans ook haar aandeel gehad in le opstootjes, die dezer dagen epidemisch schijnen te worden. Mag men geloof Haan aan het bericht, /oorkomende in de Nieuwe Rotterd. Ct. van '11 )kt., dan heeft «eene onbehouwen prediking in fene koffiehuiszaal» alleen de schuld dier ongere geldheden. De inzender van dat bericht, die naar t schijnt, deze gelegenheid heeft willen gebruiken m zijn haat lucht te geven tegen al wat godsdienst n prediking betreft, is ook laaghartig genoeg om p smadelijke wijze den naam van Jlir. J. L. de onge in verband te brengen met bedoelde «evan- plieverkondiging.Al wat het bericht daaromtrent egt is enkel leugen, want de heer de Jonge staat >t dien evangelisatiearbeid in geenerlei betrekking leze gaat uit van een paar personen, die noch tot Hervormde noch tot de Chr. Geref. kerk be- poren. Maar dat doet immers niets ter zake? In Lke godsdienst moet er toch gelijk recht voor allen ïn? Dat moest vooral een liberaal niet vergeten. De Z. Zeesche Nieuwsb. had den moed het gewraakte bricht. onwaar te noemen; jammer dat zij geen lOord van afkeuring liet hooren over den hoon, «onzer geachtste ingezetenen» daarin aangedaan. jSta mij toe U de ware toedracht der zaak te pen kennen, zooals zj mij door een geloofwaardig r- en ooggetuige werd medegedeeld. [I Donderdagavond te ll/i uur moest erin eene zaal n het hotel de Weerd door Ds. v. Paassen van apelle (Z. Beveland) gesprok' n worden over «de (stemming; des menschen,» hetgeen te voren was ^ndigd. Onder het gehoor bevonden zich ook eenige leerlingen van de H. Burgerschool, die ken nelijk gekomen waren met het doel om zich te vermaken en te spotten. Hoewel hun meermalen verzocht werd te zwijgen en de orde niet te ver storen, wilden zij zich niet fatsoenlijk gedragen. Zij schaamden zich niet b. v. om na het gebed te trappelenEindelijk is de politie er bij ge komen, terwijl zich inmiddels voor de deur eene groote schare straatjongens had vereenigd. Daarbij voegden zich ook eenige sigarenmakers, die van hun fabriek kwamen, en begonnen schreeu wend en tierend door de stad te trekken en wierpen op onderscheidene plaatsen de glazen in. Ziedaar de aanleiding. Hetgeen volgde is u uit andere bladen reeds be kend. Sedert Vrijdagavond is de rust niet meer verstoord. Overigens kan ik U de verzekering geven, dat er in bet rumoer volstrekt geen politieke of godsdienstige demonstratie stak, want bij personen van de meest uiteenloopende richting heeft men de glazen ingegooid, 't Was louter baldadigheid. De oorzaak voor dergelijke bewegingen ligt voor de minder oppervlakkiger! echter dieper. Zij schuilt in den geest die ons volk bezielt, als gevolg van des profeten uitspraak «Zij hebben des Heeren woord verworpen, wat wijsheid zouden ze dan hebben?» Mogen daarvoor de oogen geopend worden, opdat het woord van Da Costa worde betracht: 't Geheim van allen zegen Oranje en Neerland, hoot 't Is in Gods gunst gelegen, Zijn dienst, Zijn vrees, Zijn Woord We zijn aan de Liberale Unie op nieuw twee adviezen verschuldigd. Adviezen betreffende belas tinghervorming en onder wijsregeling. In zake de belastingherziening gaat het bestuur den loop der geschiedenis na en wijst zij op de tra ditie der liberale partij, wier streven steeds geweest is, de indirecte belastingen af te schaffen of te ver minderen en versterking der middelen te zoeken in eene belasting op het inkomen of het vermogen. De talrijke teleurstellingen sedert 1848 in deze richting ondervonden, ook door gemis aan medewerking van alle leden der liberale partij, geven een ontmoedigen- den indruk het telkens weer opduiken van hetzelfde beginsel belasting naar het inkomen als de beste maatstaf der draagkracht -- toont echter de veer kracht van dat beginsel. Dat beginsel moet gehandhaafd worden en hoe ook uitgewerkt, het zal moeten samengaan zooveel mogelijk met afschaffing van de nog bestaande accijnzen op levensbehoeften en van eenige verheffing, waardoor handel en nijverheid te zeer belemmerd worden. In zake de onderwijs-quaestie stelde de Unie zich de vraag, in hoeverre tempering van den schoolstrijd mogelijk is. Dat uitvoerig en breed gemotiveerd advies komt op het volgende neder. Het geheele onderwijs zij een voorwerp van staatszorg; daar waar zonder staatstusschenkomst voldoendkonderwijs wordt gegeven kan de overheid zich van het verschaffen van onder wijs onthouden; zij trekt hare onmiddelijke werk zaamheid terug, niet omdat zij die als een noodza kelijk kwaad beschouwt, maar omdat zij niet meer noodig is. De overheid onthoudt zich hier van het verschaffen van onderwijs, evenals zij zich onthoudt van elk gebied, waar hare directe werkzaamheden gemist kunnen worden. Maar dat onderwijs moet in elk opzicht voldoend zijn én naar gehalte én met het oog op de godsdienstige meehingen der ouders. Als slotsom van het onderzoek stelt het bestuur dus, dat het, ter verduidelijking van het voorschrift van art. '194 der Grondwet wenschelijk is: in alinea 1 te doen vervallen het woord »openbaar» in alinea 2 te omschrijven de eerbiediging der gods dienstige begrippen in alinea 2 uit te drukken dat de overheid zich terugtrekt van het direct verschaffen van onderwijs daar waar, en zoolang als door het bijzonder onder wijs in de behoefte op voldoende wijze wordt voor zien: die onthouding te bepalen door de Regeering en mits dat bijzonder onderwijs gegeven wordt zonder subsidie van overheidswege; alinea 4 onveranderd te behouden. Ver der acht het bestuur het wenschelijk eene nieuwe alinea aan het artikel toe te voegen, houdende dat de Staat verplicht is te zorgen dat voor onver mogende i de gelegenheid tot het ontvangen v in kos teloos lager onderwijs niet ontbreke. De 24e lijst der Unie-collecte geeft reeds een bedrag van ruim f 104.000. Nog drie lijsten zullen verschij nen. Het bedrag der collecte dat nog steeds eer stijgt j dan daalt, geeft in deze tijtien waarin zoo veel ge- I vraagd en zoo weinig verdiend wordt wel stof tot i dankbaarheid en is een bewijs te meer voor den j toenemenden invloed waarin de christelijke school j zich mao- verheugen. l ^MFT BT?RC;np'"TK O ITT üMvrnf 11 Oct. jl. is te 's Gravenhage in 67 jarigen ouderdom overleden de heer J. Essf.r, oud-resident van Timor en een der steunpilaren van de anti revolutionaire partij. Bekend is, dat hij na zijn terugkeer uit Indië als straatprediker optrad, en op die wijze trachtte de zedelijke en godsdienstige be ginselen die hij beleed, rechtstreeks bij het volk in gang te doen vinden, 's Zomers en 's winters kon men hem 's avonds op d1 markt of een ander druk bezocht punt zien staan, het volk toesprekende met een ernst en eene overtuiging die tot luisteren dwong. In den laatsten tijd liet hij het zendingswerk op straat aan anderen over. Overigens was Esser hulp vaardig en menschlievend. In den anti-revolutionairen kring was hij een geacht toongever, en de anti revolutionaire instellingen verhezen in hem een krachtigen steun, evenzeer als het Bijbelgenootschap. Te Hoofdplaat beleeft men de herhaling van de bekende eedskwestie op dezelfde wijze als zich die voor een drietal jaren te Goes heeft voorgedaan. Een der nieuwbenoemde leden van den gemeen teraad heeft in plaats van den voorschreven eed eene belofte afgelegd. Het benoemde lid behoorde niet tot het Doopsgezinde maar tot het R. G. Kerk genootschap. Van hooger hand is den burgemeester last ge geven geene uitvoering te geven aan de besluiten waartoe dit lid medewerkte, daar hij niet beschouwd worden kan wettig zitting genomen te hebben. KKRKMKUWS. Ds. J. van Mantgem, te Harderwijk heeft bedankt voor het beroep tot predikant bij de Chr. Ger. Gemeente te Meliskerke. De kerkeraad van ICollum, die geweigerd had iemand als lidmaat der gemeente in te schrijven, op grond dat deze weigerde de 12 artikelen des geloofs met zijn naam te onderteekenen, is door het provinciaal kerkbestuur van Friesland in het ongelijk gesteld. Genoemd bestuur heeft den ker keraad gelast, bedoelden persoon in te schrijven. De kerkeraad volhardt evenwel bij zijn eens geno men besluit zoodat men met belangstelling den ver deren afloop dezer zaak te gemoet ziet. Ds. J. W. Knottenbelt, vroeger predikant te Souburg zal Zondag 25 Oct. D. V. te Schaarsber- gen bij Arnhem als predikant bij de N. H. G. al daar optreden. De Candidaat J. Willemse te Souburg heeft het beroep tot predikant bij de N. H. G. te 's Heeren- hoek aangenomen, en voor de roeping naar Baar land bedankt. Zeeuwsche Brieven. Waarde Heer M. te S. In liet laatst verschenen nummer van het Zui denhebt ge een belangstellend schrijven over mij aan ue Redactie van dat Blad ingezonden. Het gunstig, ik mocht wel zeggen te vleiend oordeel, door U over mijne «Zeeuwsche brieven» uit gesproken, was mij, om den heuschen toon die er in doorstraalt bijzonder aangenaam. Het had tevens, naar ik meen, ten doel om eenig antwoord mijner zijds uit te lokken. Laat mij u daarom mogen verzekeren dat noch ongesteldheid, noch uitlandig- heid mij hebben belet mijne geregelde correspon dentie over de gebeurtenissen van den dag in het Zuiden voort te zetten. Er bestaat eene andere reden, welke aan den Redacteur en den Uitgever bekend is; die oorzaak zou wellicht nog weggenomen kunnen worden, hoe wel ik daaraan twijfel, dewijl er reeds meer dan tien weken verloopen zijn zonder flat ik vernomen heb dat de Redactie voornemens is weer op effen voet met mij te komen. Zoolang dit niet geschiedt schrijf ik niet meer, althans niet in haar Blad. Immers, wat ook in uw stukje te vleiend gekleurd mocht zijn: dezen lof van u neem ik vrijmoedig aan dat mijn schrijven altüos het merk droeg van «welgemeende oprecht heid.» Naar de andere goede eigenschappen door U aan mijne Brieoen toegekend, heb ik steeds ge streefd; doch deze laatste met volle bewustheid altijd in praktijk gebracht. Dat uwe hoop bevredigd zal worden om spoedi- - weer «Zeeuwsche Brieven» te kunnen lezen in I Zuiden is dus tot mijn leed wezen zeer onzeker- j liever twijfelachtig. Althans vooreen- tegenwoordig nog in den nc\tji, - j ïÓT— menschen, waaronder ^gékonr "a 30-v zwakke maag heRl^p' -^77

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1885 | | pagina 2