Nieuwe Goesche Courant,
Christelijk-historisch blad, voor Zeeland
18bó.
Zaterdag 17 October.
l\'o. 1325,
HET ZUIDEN.
Verschijnt eiken Vrij dagavond ten 8 ure.
Prijs per drie maanden franco f0,65.
Enkele nommers- 0,06.
UITGAVE VAN
F. P. DHUiJ. te Middelburg
en
Wed. A. C. DE JONGE, te Goes.
Prijs der, Advertenttën
Per regel 10 cents.; Familie-berichten van 16 regels
flyIedere regel meer 10 cents.
Liefdegaven 6 cent per regel.
KIESRECHT.
I
De afdeelingen der liberale Unie zijn
bezig om zich uit te spreken over stemrecht,
herziening van art. 194 der grondwet en
belastinghervorming.
Over dit drie.irlei een enkel woord.
Inderdaad het Verblijdt ons, dat ook in
het liberale kamp uitbreiding van het kies
recht gewild en noodzakelijk geacht wordt.
Wel is het jammer, dat de liberalen na de
beweging en de optochten der jongste dagen,
eerst met èrnst aan deze uitbreidingzijn gaan
denken, en voor haar zich uitspreken. Het
heeft nu al den schijn, en misschien is het
ook wel de waarheid, dat zij ten dezen uit
vrees willen gaan recht doen, ja uit vrees
hunne coterie, waarmee het zoo iang goed
ging, willen gaan opruimen.
Toen de a n ti-revolutionairen er jaar en
dag, uit het oogpunt van recht en billijk
heid, op aandrongen, waren en bleven de
liberalisten, uitgenomen eemge schijnbe
wegingen, doof. Maar nu hun eigen
geesteskinderen, hunne hardloopers, komen,
en de van Houten's reeds dreigden zich in
dezen met de anti-revolutionairen te zuilen
vereenigen, nemen zij op eens eenen opzien-
barenden en grooten sprong.
Dat de breede volkskring, dien zij thans
kiesbevoegdheid willen toekennen, door hun
hooggeloofd onderwijs reeds dérmate ge
liberaliseerd is, dat zij het nu reeds zonder
vreezen doen kunnen, gelooven wij niet, en
gelooven, naar we denken, zij zeiven ook niet.
Maar blijkbaar wórden de toestanden
hun te machtig.
Ondanks zichzelven moeten zeer velen
voort.
Voort, teneinde hunne positie niet te
verspelen en de ontevredenheid in te toornen.
Ons nu dunkt, dat de anti-revolutionairen
moeten voortgaan om, zoo als Mr. Groen
van Prinsterer in zijn tijd zeide, nog altijd
een gulden minder te willen toelaten.
Zeggen dus de liberalen, gelijk velen
hunner thans schijnen te willen, dat het
maximum der huurwaarde voor kies
gerechtigden niet hooger dan f200 of
l f '150 moet worden gesteld, dan hehooren
je onzen bereid bevonden te worden om
nog iets af te doen. Wil men het
grecht, behoudens eenige noodzakelijke
algemeen maken, ook tiaar -
rechtsbeginsel bezien,
niet het
voorkomt, aan geen redelijken twijfel
onderhevig.
En dat onze minder rijk bedeelden, onze
handwerksstand, evenzeer belang heeft als
de meer bedeelden, als de burgers en
rijken, waar het gaat over de ver
tegenwoordigers des volks, staat
bij ons vast.
Immers zij behooren, niet alleen ook tot het
„Volk", maar hfhi gulden heeft daarenboven
voor hen zooveel waarde als de tien, vijftig
of honderd voor een ander heeit.
Ontegenzeggelijk moeten de rechten, de
belangen, de uitgaven en inkomsten van
allen, in de Kamers in het oog worden ge
houden. En daarohi hehooren ook allen
invloed op de keuze der mannen, die in die
Kamers zitting hebben, te kunnen uitoefenen.
Die rechten dies te geven, is niet alleen
rechtvaardig, maar ook verstandigwant
het wreekt zich, indien men rechten ont
houdt, die iemand toekomen.
Op het gebied van rechten zijn de voel
horens fijn. Dat is zoo, al laten allen dat
niet zoo luidruchtig blijken, gelijk dat velen
deden m den laatsten tijd. in armoede
kan men zich schikken, maar op zijn rech
ten staat men.
En wat voor de ontzegging dier rechten aan
den breeden kring, die er o. i. aanspraak
op heeft, dusver gezegd werd, snijdt, naar
het ons nog altijd voorkwam, geen hout.
Met de volkssouvereiuiteit nu, waarvan zeer
vele liberalisten uitgaanheeft dit ons
schrijven niets gemeen.
Als twee hetzelfde willen, gaan ze daar
om niet altijd van hetzelfde beginsel uit.
Het volk is geen souverein; dat is de
God des hemels en der aardeen Hij re
geert ons door Overheden. Maar liet volk
heeft zijne rechten ook tegenover de Over
heden. En die rechten nu heeft niet een
deel des volks, maar het geheele volk.
Diensvolgens moet ook het volk in zijn ge
heel stem in kapittel hebben.
Doch daar we geen onbehoorlijke stappen
mogen doen, behoort eerst, in den geest
van Mr. de Savornin Lohman's voorstel,
het kiesrecht uitgebreid te worden zoover
thans de grondwet dit toelaat; opdat zooveel
mogelijk liet volk zijn invloed op de grond
wetsherziening uitoefenen kan; en dan zou
de kiesbevoegdheid behooren uitgebreid te
worden tot allen, behoudens de noodzake
lijke uitzonderingen. Ziet, dat zou wezen
neen, niet revolutionair, maar wel rationeel.
Maar, 'tis nog vsr van lachen, zei de
IÉ^1.-+ I. 1 1
woorden over uitbreiding der kiesbevoegd
heid,alseen eenig man Mr. Lohinan's voorste
tot aanvankelijke uitbreiding, zullen ver
werpen.
Ze zullen dit doen uit partijdigheid. Doei
natuurlijk dit niet hardop uitspreken. He
zal quasi zijn, omdat de grondwetsherzie
ning daardoor een paar maanden later zou
kunnen komen. Terwijl hierbij bijkomen
zal, dat zij die uitbreiding later en dar
veel milder willen. Aan liberaliteit zal
het dus niet ontbreken.
Binnenland.
Christ. Gcref. Gjuuianiuiu. De 2e Algemeem
Vergadering zal zoo de Heere wil gehouden wor
den a. s, Woensdag-, den 2Ien October, aanvangende
ten één uur in het Militair Tehuis te Utrecht (bij
den Domtoren).
Alle leden en belangstellenden worden dringend
verzocht, deze vergadering bij te wonen.
Namens de Comm. ad hoe.,
H. DE COCK, Pres.
Js. VAN DER LINDEN, Secr.
's Bosch, 12 Oct. '85.
Behartigingswaard en zeer ad rem is liet
volgende door een inzender die zich T. K. noemt
in de Prot. Noordb. van deze week onder den titelj
Zeer juistgeplaatst
Bij de behandeling van het adres van antwoord
op de troonrede heeft het ons getroffen, dat een
lid van de Tweede Kamer, bij al de meer of min
overdreven voorstellingen van den ernstigen toestand
onzer Maatschappij in deze dagen, wat betreft
werkgebrek, enz. ook de aandacht vestigde op eent
der oorzaken van ontevredenheidwelke meesta
verzwegen of niet ingezien wordt en waarover men
ook thans, zelfs in de Tweede Kamer geen woon
verder hoede. Wij bedoelen de door den heer A
baron van Dedem uitgesproken meening, dat d<
levensstandaard in onze dagen veel te hoog is op
gevoerd.
Die meening is ongetwijfeld zeer juist en ver
dient meer aandacht, dan er in de Kamer aan ge
wijd schijnt te zijn.
Juist! de levensstandaard is te hoog opgevoerd
dat wil zeggen, dat in onze dagen duizenden levei
op eenen voet verre boven hun stand en nog vee
meer boven de krachten van hunne beurs.
Ieder en een iegelijk uit de zoogenaamde «groot*
wereld» wil den schijn aannemen alsof hij duizender
's jaarlijks kan verteren en sommigen gaai
dientengevolge in werkelijkheid gebukt onder fin an
ciëele zorgen. En in de kleinere en kleine werelc
dezelfde verschijnselen, ja zelfs pro rato in nog vet
meer algemeenen zin.
Ziet eens om u in de groote steden.
De in den ouden tijd eerzame kruidenier, die
vroeger jaren met zijn zoons en dochters bjéM