Nieuwe Goesche Courant,
Christelijk-historisch blad voor Zeeland
18&5.
Zaterdag 10 October.
No. 1324.
HET ZUIDEN,
Verschijnt eiken Vrijdagavond ten 8 ure.
Prijs per drie maanden franco f0,65.
Enkele nommers- 0,06.
UITGAVE VAN
F. P. DHUIJ, te Middelburg
en
Wed. A. C. DE JONGE, te Goes.
Prijs der Advertentiën
Per regel 10 cents.; Familie-berichten van 16 regels
fl,Iedere regel meer 10 cents.
Liefdegaven 6 cent per regel.
Mr. L. W. C. Keuchenius.
Laten we mogen beginnen met te zeggen,
dat het ons weieens voorkomt, dat de redac
teur der Middelburgsche courant een prijsje
verdient, van hen, die gaarne zien, dat de heer
Keuchenius in discrediet wordt gebracht.
Bezoekt deze onze afgevaardigde een en
andermaal Zeeland, tracht hij met de be
langen der «Maatschappij de Schelde» door
persoonlijk bezoek gedurig meer op de
hoogte te komen, spreekt hij krachtig en
niet zonder succes ten behoeve dezer Maat
schappij in de Tweede Kamer, het wordt
verzwegen, ol voorgesteld, als van geen
beteekenis.
Is er iets, dat hem mogelijk wel afbreuk
kan doen, het wordt met kennelijk behagen
t het «Wageningsch Weekblad,»
«D e T ij d», of welk ander Blad ook, over
genomen en soms nog gesousd. Spreekt
hij eene rede uit, die kalm en waardig is,
dan is het of de redacteur der Midd. cour.
spijt heeft, dat er zoo weinig op valt aan
te merken, en zelfs een week wachten moet
om er toch wat van te kunnen zeggen.
'tls, dunkt mij. ongelukkig, als het par
tijbelang zoo in het oogloopend partijdig,
zoo onwaar en onrechtvaardig doet zijn.
Ontegenzeggelijk toch is het district, waar
voor de heer Keuchenius slechts nog zulk
een korten tijd zitting heelt in de Tweede
Kamer, hem reeds dank verschuldigd; en
niet alleen dit district, maar geheel Nederland,
voor alles wat hij hier en in de Indien
voor hetzelve heeft gedaan.
Ook was de zinsnede, die hij de verledene
week wenschte opgenomen te zien in het
adres van antwoord op de nietszeggende
troonrede, o. i., zeer ad rem.
De heer de Savornin Lohman vereenigde
er zich geheel mede;- de heer Schaepman
sprak hoofdzakelijk haar tegen, omdat
zij de aftreding van het Ministerie zou ten
gevolge hebben; en de liberalisten vergaten
haar in het debat, omreden de heer De Savor
nin Lohman zooveel kwade zaken van de zich
noemende liberalen er aanhing, dat dezen
al hunne welsprekendheid en wijsheid noodig
hadden om oogenschijnlijk van deze kwade
zaken af te komen.
Keuchenius, die blijkbaar slechts vroeg':
is noodig, wat moet thans, zal de
niet langer bemanteld en ver
worden, in de troonrede of in het
ntwoord worden opgenomen;
de gevolgen voorliet
voorstel, toen hij
het debat, bereikt had, inhij trok het in,
mogelijk ook wel, omdat hij zag, dat er
geene meerderheid was, die het aandurfde.
Zeer juist en tersnede was ook, wat de heer
Keuchenius, voor hij zijn amendement in
trok, aan het adres van den heer Schaepman
ten beste gaf, en hier volgt:
«Dat er in de sociaal-democratie somtijds toch
ook waarheden kunnen verkondigd worden
en waar waarheden kunnen worden gehoord,
kunnen ook rechten bestaan en rechtsgevoel
is mij dezer dagen gebleken bij de lezing van
een opstel over de jongste beweging onder de
sociaal-democratie, voorkomende in De Tijd.
Daarin las ikdat ééne waarheid ten minste
door een der leiders van de sociaal-democratie
was uitgesproken, en wel deze dat de eenige
principieele bestrijding van de sociaal-democratie
kon en moest gezocht wordon in de Katho
lieke kerk.
Moet ik het daaraan toeschrijven dat de
geachte afgevaardigde uit Breda met zooveel
warmte dezen morgen heeft gesproken tegen
de sociaal-democratie; ik haast mij er bij te
voegen dat ik mij volkomen met die stelling
vereenig, indien hij mij veroorlooft onder de
woordenKatholieke kerk te begrijpende
heiltge, algemeene, christelijke kerk en niet
uitsluitend eene kerk, vertegenwoordigd door
eenig kerkgenootschap, het heete dan Roomsch-
Katholiek of Gereformeerdof hoe ook anders
slechts zulke kerk, als welke gevormd is door
het Christendom, en gegrond op de belijdenis
van het Evangelieop de kennis, aanbidding
en verheerlijking van den Zoon Gods en op de
eer van Zijn Woord.
In dien zin opgevat, wordt de Katholieke kerk
die alleen, volgens De Tijdbij machte is de
sociaal-domocratie met vrucht in haar beginsel
te bestrijden, enkel hel Christendom, het
Evangelie ons verkondigd en geopenbaard in
Gods Woord, voor welks verspreiding de anti-
revolutionnaire partij dan ook ijvert, en voor
welks toelating op de school zij tot den laatsten
ademtocht zal blijven strijden. Het Evangelie
alleen is bestemd tegen de revolutiedat alleen
schijnt haar liet middel, om het gevaar der
sociaal-democratie te overwinnen en elke af
dwaling van waarheid en recht, zoo bij haar
als overal elders, te keer te gaan.»
Even juist en pikant was zijne herinnering
aan den Minister Heemskerk, die in '66 de
Kamer, bijname den heer Keuchenius, het
euvel duidde, dat deze in eene afzonderlijke
motie, en niet in het Adres van ant
woord, had gezegd, wat zij en hij aan den
Koning en Zijne regeering te zeggen had.
Deze zijne herinnering luidde:
«De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft
het door mij voorgestelde amendement een
legon directe genoemd aan den Koning. De
Minister beweerde iets dergelijks in 1866 van
de Kamer, toen hij haar beschuldigde van aan-
uncr van do nraera^ievpn hpv lrronn en al
het juist tot een verwijt gemaakt, dat zij ver
zuimd had bij de beraadslaging over het Adres
van antwoord hare denkbeelden in dat Adres
zelt neder te leggen, maar in plaats daarvan,
die in eene afzonderlijke motie had uitgesproken.
Ik heb thans het voorbeeld of den wenk ge
volgd, ons voorgehouden door den toenmaligen
Minister van Binnenlandsche Zaken; maar nu
is het, zooals hij het toen wenschte, ook weder
niet goed in het oog van den Minister. Wierd
echter, in plaats van een amendement, thans
weder eene motie voorgesteld, niet minder on
eerbiedig zou het heeten, met voorbijgang van
het tot den Koning gericht adres, met ver
smading alzoo der gelegenheid van rechtstreeks
tot den Koning te spreken, onze wenschen in
eene motie te uiten. Nu bij de algemeene
overtuiging dat Troonreden, als waarvan er
thans eene door dit Ministerie den Koning is
voorgelegd, aan de Koninklijke waardigheid af
breuk doen, onder de meest eerbiedige termen
aan den Koning wordt te kennen gegeven, dat
de Kamer prijs stelt op elk bericht, hetwelk
blijk geeft van de belangstelling der Regeering
in het aanzien en het gezag der Kroon en in
de rechten, nooden en belangen van het Ne-
derlandsche volk, nu ook zoude de Minister dit
amendement wenschen te zien veroordeeld als
een vergrijp tegenover den Koning.
Be Minister is steeds gereed om telkens,
wanneer eenige aanmerking op zijne regeering
gemaakt wordt, te dreigen en ons te beschul
digen of te verdenken van de handen uit te
steken naar het gezag. Ik verzoek den Minister
in overweging te nemen, dat ook de Neder-
landsche Volksvertegenwoordiging, evenals de
Regeering, haren plicht te vervullen heeft, en
ook voor hetgeen zij doet of laat, spreekt of
zwijgt, verantwoordelijk is. Ik erken ook nu
ten volle reeds vroeger deed ik het herhaal
delijk dat ik met een ministerie, geleid door
den heer Heemskerk, de toekomst van het
vaderland zeer donker inzie.
De heer Groen van Prinsterer heeft, toen
hij voorzag dat door de aanneming van het
amendement Poortman de cultuurwet ingetrokken
zou worden en het Ministerie Fransen van de
Putte aftreden zou om plaats te maken voor
een ministerie-Thorbecke, van dien uitnemenden
staatsman gezegd tweemalen is genoeg, drie
malen is te veel.
Ook beamen wij, wat ten slotte aan het
adres van den heer Gleichman en de «liberale
partij» werd gericht, naar aanleiding van
het spreken over het oprichten van brand
stapels enz. door christenen.
«Ik erken,» zoo zeide de heer Keuchenius,
«ten volle dat de afkeer of de verontwaardiging,
die de liberale partij en ieder mensch gevoelen
moet over brandstapels, folteringenen alle andere
middelen die in den loop der tijden zijn aan
gewend om denkbeelden te doen zegevieren en
beginselen op te dringen, evenals het leed over
de onder Christenen en belijders van h
rrollhnf nr\cr olliiil Loc-in-^ -1