Nieuwe Goesche Courant, Christelijk-historisch blad voor Zeeland 18&5. Zaterdag 3 October. No. 1323. HET ZUIDEN, Verschijnt eiken Vrijdagavond ten 8 ure. Prijs per drie maanden franco Enkele nommers f 0,65. - 0,06. UITGAVE VAN F. P. DHUIJ, te Middelburg en Wed. A. C. DE JONGE, te Goes. Prijs der Advertentiën Per regel 10 cents.; Familie-berichten van 16 regels fl,Iedere regel meer 10 cents. Liefdegaven 6 cent per regel. Pfijpzei Binnenland. Deze week had in de Tweede Kamer een belang- rijk debat plaats over het voorgestelde ontwerp-adres tot beantwoording der troonrede. Dit ont werp luidt als volgt: Sire 1. De Tweede Kamer [der Staten-Generaal stelt het op Jióogen prijs, dat de gewone vergadering der Ver tegenwoordiging wederom door Uwe Majesteit mocht worden geopend. 2. Met belangstelling vernam zij Uwer Majesteits mededeelingen omtrent de verhouding van Nederland tot de vreemde Mogendheden en omtrent de wijze, waarop zee- en landmacht haren plicht vervullen. fö0I"Hel de oogst over het algemeen voldoende ^toestand van den veestapel gunstiger is fe jaren het geval was, verkeert de landbouw hier, gelijk elders, onder den druk der tijdsomstan digheden. Ook in andere takken van nijverheid en in den handel, zoo hier te lande als in Oost- en West- Indië, zijn moeielijkheden te doorworstelen, waarvan de invloed door alle klassen der maatschappij gevoeld wordt. 4. Met Uwe Majesteit is de Kamer overtuigd, dat ook na de uitvoering der maatregelen, beraamd om den grond te leggen voor een beteren toestand in Atjeh, de waakzaamheid en volharding aldaar noodig blijven, die de strijdkrachten in dat gewest steeds hebben betoond. 5. In een spaarzaam beheer van 's Rijks geldmid delen ziet de Kamer een dringenden eisch des tijds. Zij wenscht, dat bij het streven naar herstel van het financieel evenwicht ook de noodzakelijkheid eener meer evenredige verdeeling van lasten niet uit het oog worde verloren. 6. De tegenwoordige zitting der Staten-Generaa ontleent een bijzonder belang aan de te nemen be slissing over de herziening der Grondwet. Aan de daartoe strekkende voorstellen en aan de overige reeds ingediende of door Uwe Majesteit toegezegde wets ontwerpen, hoopt de Kamer hare beste krachten te wijden. 7. Moge de gewichtige arbeid van Uwe Majesteit en van de Vertegenwoordiging onder Gods zegen aan slands belangen bevorderlijk zijn. commissie, belast met het opmaken van een werp, had blijkens het inleidend woord van den het onbeteekenende van de troonrede zoo- ;evoeld dat zij tot aanvulling besloten had, en andere jaren zich tot een eenvoudige weer- bepaald. den minder gunstigen en West, maar mde versterking van middelen noodig, maar niet betere verdeeling van lasten en eindelijk sprak de troonrede met geen enkel woord van de hoofdschotel op den parlementairen disch, de Grondwetsherziening. Zie daar de noodige aanvullingen. De heer Keuchenius kon zich vereenigen met de uitbreiding aan dit adres van antwoord tegenover de uiterst onbeduidende troonrede gegeven, maar meende dat het te ver ging al het belang van deze zitting te zoeken in GrondwetsherzieningDe kiestabel is im mers nog niet volgens het bevolkingscijfer herzien en daardoor de Kamer nog steeds onwettig bijeen. De heer Goeman Borgesius critiseerde de troonrede zeer scherp, en meende dat, indien de liefde voor ons Koningshuis in Nederland niet zoo inheemsch was, een staatsstuk als het besprokche- «en- zeer gevoelige knak aan het prestige der overheid zou toebrengen. Grondwetsherziening, vooral ook uitbreiding van kies bevoegdheid was zijne leus. Niet omdat de sociaal democraten dit willen, maar omdat de billijkheid het eischt. De Minister van Binnenlandsche Zaken verdedigde de troonrede door te wijzen op de moeielijkheid om zoodanig stuk te stellen verdedigde het zwijgen over de malaise in onzen handel en landbouw door te wijzen op de algemeene daling van prijzen en scherpe concurrentie door de geheele wereld, terwijl daaren tegen de toestand in Oost en West aan bijzondere oorzaken is toeteschrijven. De Minister heeft, om niet in bijzonderheden af te dalen, gezwegen van betere verdeeling van lasten, en bevestigde het gerucht dat de regeering eene wijziging van het bekende onder wijsartikel, 194, zal voordragen. Het advies van den Raad van State is reeds in gekomen, terwijl het antwoord der regeering op het Kamerverslag omtrent de voorstellen tot Grondwets herziening weldra zal verzonden worden en de Kamer de herziening van de kiestabel kan ter hand nemen wanneer zij het verlangt, daar het antwoord der regeering eergisteren verschenen is. De heer van Houten meende dat, bij aanneming van dit ontwerp-adres de tijd voor het Kabinet om heen te gaan gekomen is. De regeering heeft hare beginselen in zake onderwijs en kiesbevoegdheid los gelaten, haar wordt gemis aan kennis en waardeering van den toestand verweten en twijfel geopperd of hel haar ernst is met betere verdeeling van lasten en met behandeling van Grondwetsherziening. Hij wijst voorts op het nadeelige van de positie der regeering die geen enkelen verdediger had gevonden. De algemeene strekking van het adres washiermeê besproken. Bij de paragraaf-behandeling stelde de heer Keu- i chenius de volgende biivoeging op de tweede »Ook zou elk bericht, dat blijk gaf van de aandacht die U. M. regeering in dezen ernstigen en bewogen tijd wenscht te wijden aan de handhaving van het gezag en het aanzien der Kroon, en aan de behar_ tiging van de rechten, nooden en belangen van het Nederlandsche volk, door haar met ingenomenheid zijn begroet.» Bij de breedvoerige toelichting van deze voorge stelde bijvoeging bleek het de bedoeling van den heer Keuchenius in hoofdzaak te zrjn de regeering te wijzen op hare tekortkoming in zake de uitbrei ding van kiesrecht en het toelaten van allerlei re volutionaire teekenen bij optochten en opruiende redevoeringen. De heer de Beaufort vond juist in dit laatste be wijs, dat het kiesrecht aan die manifestanten niet kan verleend worden, en vond voorts deze onder werpen in de troonrede, noch in het adres van ant woord afzonderlijk besproken. De heer de Savornin Lobman nam gisteren het pleit voor de motie of het amendement van zijn geestverwant op, door de bron waar uit de jammerlijke hedendaagsche malais# is ontstaan, aan te wijzen. Dat er stilstand in zaken is, dat tegenspoed gevoeld wordt in allerlei kringen, ligt aan oorzaken waaraan niemand schuld heeft. Maar dat die tegenspoed tot opstand leidt zoo ongeveer sprak de heer Lobman dat is de schuld van de bovendrijvende partij, die de rede in de plaats van God, de wil der kiezers in plaats van Gods Woord heeft geëerd. Wat heeft de liberale partij gedurende haar bestuur gedaan voor den werkman, voor de Kerk, voor het geloovig deel der natie, voor het gezag der Kroon? Een wetboek voor den ar beid blijft ontbreken, uitbreiding van kiesrecht blijft achterwege, en afwijzing van het petitionnement in 1878 heeft aan den eerbied voor de Kroon, een gevoeligen knak toegebracht. Natuurlijk dat na dit woord de liberalen in de Kamer op zelfverweer bedacht waren. De heeren Gleichman en Borgesius, Gratama en van Houten trachtten op de bekende gronden en met de oude bewijzen de schuld van de liberale partij af te wer. pen en over te brengen op de kerk. Uit dit breedvoerig debat, dat eindigde met in trekking van het amendement van den heer Keu chenius, is alleen te vermelden, dat de Minister van Binnenlandsche zaken verklaarde voor eene vrij rui me uitbreiding van het kiesrecht te zijn. en dat de regeering zich verplicht zal rekenen heen te gaan indien hare voorstellen tot Grondwetsherziening geen meerderheid bjj de Staten-Generaal vinden kunnen. Het ontwerpadres is Woensdag met eenpay ngenomen nadat nogeenigeondergei

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1885 | | pagina 1