Heemskerk.
KERKNIEUWS
Buitenland.
tafereelen uit het leven van den grooten Heiden
apostel. Saulus toeziende bij de steeniging van
Stefanus, en Saulu? op den weg van Damascus.
Paulus predikende op den Areopagus en Paulus
voor Agrippa.
Het schild is, naar we meenen, bij de gewone
boekhandelaars te zien. Men zal ongetwijfeld, ook
om het mooie schild - de inhoud behoeft geen
recommandatie meer dit jaar den scheurkalender
Fillippus koopen.
Als uit de lucht vallend kwam de tijding van
het aftreden van den Minister van Marine en het
optreden van een opvolger als hoofd van dat
departement
De heer Van Erp Taalman Kip geett door zijn
aftreden, zonder dat iemand recht begreep wat er
de onmiddellijke oorzaak van was, tot heel wat ver
moedens stof. De Zwolsche Crt. vindt of zoekt de
oorzaak als volgt:
»De Minister, niet langer durvende dralen met
't aanvragen van meer geld voor Marine, zou drie
millioen meer hebben geëischt, voor den dienst van
'86. Er zijn meer schepen noodig, reparatie van
bestaande bodems is een dringende behoefte, nieuwe
ketels mogen niet langer geweigerd worden, aan
vulling van magazijnen kan moeilijk achterblijven,
in Indië roept men luid om verbeteringen versterking
op maritiem gebied kortom er moest meer geld
gevraagd worden. En de Ministerraad schijnt met
dien eisch niet mee te hebben willen gaan. l)e
Minister Bloem is niet zoo tam als de Minister
Grobbée; .hij wil de koorden van de beurs steviger
vasthouden: vandaar het ontslag."
In ieder geval kan worden getuigd, dat de smart
kreten over het aftreden des lieeren Kip, niet bijzonder
luide klinken. Als zijn voormalige ambtgenoot
Grobbée, ging hij heen »zonder begeerd te zijn."
»Drie malen," dus zeg een Haagsche correspondent
van het D. v. N., hebben wij nu den afgetreden
Minister aan 't werk gezien: de heer Van Erp heeft
't niet kunnen bolwerken; de heer Taalman werd
door het gebeurde met de Adder weggesleept; de
heer Kip heeft zich geslacht, om zich aan de be
oordeeling van zijn »eieren" te onttrekken.
Bij de aanstaande verkiezing voor een lid van
de Tweede Kamer in Dokkum (vacature Attema)
zijn tot Candida ten gesteld door de antirevolutio
nairen de heer Oppedijk door de liberale kies-
vereeniging de heer Heldt te Amsterdam, terwijl de
groote meerderheid der liberalen waarschijnlijk stem
men zal op den ten vorigen jare om zijn toegeef
lijkheid in zake art. 194 uitgeworpen heerRengers.
De heer F. Domela Nieuwenhuijs zal, volgens
de Goesche Courant weldra te Middelburg optreden
om te spreken over algemeen stemrecht.
De heer A. Smit is opnieuw tot burgemeester
van Vlissingen benoemd.
De rechtbank heeft in haar zitting van Donder
dag Bartholomeus van Ommeren, 26 jaar oud, be
schuldigd van hoon, smaad en laster jegens den
persoon des Konings, veroordeeld tot een celstraf
van één jaar.
De veroordeelde werd op straat opgewacht door
eene groote menigte personen. Gejuich werd aan
geheven en een lied op de wijze der Marseillaise
werd gehoord.
Te Deventer loopt volgens het Dagbl. het
gerucht, dat Z. M. de Koning den eersten steen
zou leggen voor den onderbouw der spoorbrug over
den IJsel. Officieelis daarvan echter nog niets bekend.
Uit het vijf-en-twintigste jaarverslag (over 1884)
van de Vereeniging van Christelijk Nationaal School
onderwijs bl\jktdat de uitgaven met ongeveer
f6000 zijn vermeerderd en in het geheel hebben
bedragen f60.602,82; ook de ontvangsten stegen
in gelijke verhouding' en bereikten het cijfer van
f60.667,01. Deze uitkomst had men vooral te danken
aan de giften in eens, die dat jaar ruim hebben
gevloeid, en wel tot een bedrag van f29.232. De
jaarlijksche bijdragen zijn echter weder met f1000
verminderd; alle uitgaven zijn uit de gewone ont
vangsten betaald, zonder zelfs het reservekapitaal
aan te spreken. Dat de uitgaven der Vereeniging
inderdaad voortdurend stijgende zijn. blijkt uit de
raming der ontvangsten en uitgaven gedurende het
boekjaar 1884/85. De ontvangsten zijn: jaarlijksche
bijdragen 124,000, legaten en giften f 4500, gift
der Unie f 8500 opbrengst der stuiversvereenigingen i
i 3600, aflossing hypotheek f 300, verschillende renten
.i>-./2692, rente voor de school te Voorschoten f 1013, j
het Groen van Prinstererfonds f4395,
f3675, kostgelden voor 12 kweekelingen te Nijmegen
f 3600, gratificatiën aan hoofden voor de opleiding
van kweekelingen tot onderwijzers 16000, reizend
agent f 1300, verschillende toelagen f1470, onkosten
districtsraden f2800, drukloonen f1800, diversen
f1500, totaal f61,245.
Uit deze raming blijkt, dat in het loopende jaar
de subsidie aan scholen ongeveer f2000 meer be
draagt dan het vorige jaar. terwijl de kosten voor
normaallessen weder met f540 zijn gestegen. Deze
onkosten worden zooveel mogelijk gevonden uit de
renten van het Groen van Prinstererfonds, en het
ontbrekende uit de kas der Vereenigingen bijgepast.
Verder blijkt uit de gegeven raming, dat er 30
October e. k. nog ruim f 18,000 aan giften zal moe
ten inkomen, om de uitgaven te kunnen dekken.
Uit het Voorschotten fonds ontvingen weder drie
scholen, namelijk die te Leiderdorp, Berg Am
bacht en Velp hypothecaire voorschotten van f9000.
Dat dit jonds aan de Vereeniging een groot voordeel
oplevert, door haar in staat te stellen de schoolbe
sturen voortdurend met voorschotten te helpen, blijkt
toch, daar de eerste leening met ultimo December
1884 sloot met een batig saldo van f 43,421 gedu
rende den tijd van 12 jaar verkregen, en de tweede
leening met een saldo van f 3987 na een driejarig
bestaan. Die sommen vermeerderen aanhoudend,
en zijn op die wijze een voortdurende bron, waar
uit voorschotten tot schoolbouw en school vergrooting
kunnen worden verstrekt. Van detweede leening, groot
f 50,000, zijn nog 55 aandeelen ieder groot f 500
I in portefeuille, die steeds beschikbaar zijn.
- Met de restauratie van de voormalige groote
j eetzaal in het Prinsenhof te Delft is men thans
I ijverig bezig. Het beschilderde plafond, vroeger be-
dekt met eene dikke verf en vernislaag, is nu geheel
bloot gelegd, en dé door den Delftschen kunstschilder
Leonard 1 hamer daarop geteekende figuren zijn vrij
onbeschadigd te voorschijn gekomen. Of evenwel
deze schildering, op zienzeive wellicht van hooge
waarde, dient behouden te blijven in eene zaal die
zooveel mogelijk het voorkomen moet herkrijgen van
den tijd waarin zij door den Vader des Vaderlands
werd gebruikt, mag redelijkerwijs in twijfel worden
getrokken, daar uit de nasporingen van den heer
mr. J. Soutendam in het oud-archief alhier is ge
bleken, dat voor de beschildering van dien zolder op
16 Juni 1688 door burgemeesteren aan genoemden
kunstschilder is betaald eene som van f300. Deze
beschildering was dus niet aanwezig ten tijde van
prins Willem I, en zoude het alzoo, bijaldien zij
behouden blijft (waaraan wij wel niet twijfelen,) bij
de openstelling dier zaal wenschelijk zijn, dat op
eene duidelijk zichtbare plaats vermeld werd de tijd
waarop dit plaats vond. Dit ter opheldering aan
de bezoekers, opdat zij niet in den waan zouden
gebracht worden, dat de beschildering van de 16e
eeuw dagteekent. De groote, op de binnenplaats
uizicht gevende, vensters zijn vervangen door kleinere,
zoo als destijds de bouworde was, en tegen de
muren wordt eene houten wand bekleeding aange
bracht. Voorts is in de muren zelf hier en daar
eene kleine kast uitgehouwen, die met houten pa
neeltjes en hengels van antieken vorm gesloten wordt.
(D. C.)
Onder de in ons land zeldzaam voorkomende pro
cessen behoort wel die door Sociaal-democratische
uitingen veroorzaakt. Een vurig sociaal-democraat
stond dezer dagen terecht, beschuldigd dat hij te
Amsterdam in den nacht van den 27en op den 28en
Mei 1885, met den boosaardigen wil om de waar
digheid van het gezag van den Koning of de rech
ten van het Koninklijk stamhuis aan te randen en
den persoon des Konings te smaden, te hoonen en
te lasteren op onderscheidene plaatsen aan den
openbaren weg, onder anderen op eene schutting
aan het Rokin bij de Wijde Kapelsteeg, aan den
openbaren weg biljetten heeft aangeplakt, waarop
het volgende, voor een ieder zichtbaar was gedrukt:
«Buitengewoon Staatsblad van het Koninkrijk der
Nederlanden.»
«No. 1. Besluit van den 21 en Mei 1885, houdende
ons Staatsrechterlijk testament.
Wij Willem de laatste, bij de Gratie Gods Koning
der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, Groot-
Ilertog van Luxemburg enz. enz.
Op iie voordracht van den raad van Ministers van
II Mei 1885;
Overwegende dat wij ons einde voelen naderen,
en*zooveel mogelijk wenschede goed te maken alle on
gerechtigheden, kuiperijen en knoeierijen, door ons of
in on-on naam bedreven, geduld of bestendigd, ten
einde zoo mogelijk onze zondige ziele hiernamaals
te redden uit de klauwen des Satans.
'van jiniw-w. m uiae"»"»' .juojif"rogvïhgqri
tement van f 600,000, zoomede van de inkomsten uit
de Domeinen en van al wat verder uit het zweet en
bloed der arbeiders afdruppelde op ons en onze be
dorven hofhouding.
2. Vrede te sluiten met Atjeh, af te schaffen
het staande leger en in te voeren algemeene volks
wapening.
3. Alle vroegere besluiten en benoemingen in te
trekken, ten einde een einde te maken aan de familie-
regeering van onze vriendjes.
4. Afstand te doen van de kroon voor onze nako
melingen.
5. Te ontbinden de beide Kamers der Staten-Gene-
raai en een beroep te doen op het geheele Nederland-
sche volk ter beslissing over den regeeringsvorm en
ter verkiezing van nieuwe Kamers.
6. Met een diep gevoel van schaamte onzen ne-
derigen dank te brengen aan het lieve Nederland-
sche volk, dat zoo geduldig en lankmoedig ons met
onze familie en verderen nasleep heeft gevoed en
onderhouden
Al onze Ministers zijn belast met de uitvoering
van dat besluit, dat door een buitengewoon Staats
blad ter kennis van het volk zal worden gebracht.
Karlsbad, den 23 Mei 1885.
Willem.
De Minister
s-Gravenhage ter Algemeene Landsdrukkerij
De beschuldigde las zelf zijn verdediging in een
breeden stroom van woorden voor. Het openbaar
ministerie achtte op grond der getuigenissen zijn
schuld wettig en overtuigend bewezen, en eischte
2 jaar gevangenisstraf.
Ds. H. Elffers van Hillegom heeft het beroep tot
predikant bij de C. G. Gemeente te Wolfaartsdijk
aangenomen.
In tegenwoordigheid van een talrijke menigte
werd j. 1. Maandag de eerste steen gelegd voor de
13 Ierseke te bouwen school voor Gereformeerd
onderwijs. De school zal tot de Chr. Geref. Ge
meente behooren. Ds. van Vlaanderen, predikant
bij die gemeente sprak bij deze gelegenheid een toe
passelijk woord. Ook door de heeren Wirtz, hoofd
onderwijzer aan de bijzondereschool te Goes en G.
Lampen, predikant bij de Chr. Ger. Gemeente te
Kruiningen werd een toepasselijk woord gesproken,
Van de zaken in Transvaal is ons sinds de laatste
dagen iets meer bekend geworden. Men herinnert
zich ongetwijfeld, dat van staking der betaling sprake
is geweest, omdat de geldmiddelen ontoereikend
waren. De tijdelijke geldnood is een onbetwist
baar feit geworden. Men is van plan voor 45000
pond sterling (540000 gld.) aan schatkistbiljetten uit te
geven om die te dekken door eene leening van
75000 pond (900000 gld.) Die leening zou gewaar
borgd worden door de opbrengst der belastingen,
geschat op 80000 pond. Een gerucht loopt, dat de
Duitschers geldschieters zouden zijn. Aan ons land
zou men twijfelen met de wetenschap hoe het met
de leening is gegaan van 15 millioen pond, waarvan
nog geen 5 millioen bijeen te krijgen was. Van
Engeland of' de Engelsche koloniën is nog geen
hulp te verwachten, daarvoor is de nood nog niet
hoog genoeg, eerst als het hulpelooze landje zoodanig
aan gebrek ten prooi zal wezen, dat het zich op gena
of ongena aan de Engelsche koloniën zal overgeven,
dan zal de welgevulde buidel der Kaap-kolonie
geopend worden om het verloren schaap te ver
plegen, men behoeft niet te vragen tot wplken prijs.
Er blijft dus niets dan Duitschland over onder
de Staten van Europa, die de Transvaal hunne hulp
hebben beloofd.,. Evenals bij ons, werden ter eere
van de Transvaalsche reizigers feestmalen aangericht
en aanspraken gehouden; het is voor de Transvaal
te hopen, dat zij zich in Duitschland beter op het
woordhouden verstaan, dan men het in dit geval
bij ons getoond heeft.
De Fransche politieke geschiedenis draait tegen
woordig om den persoon van den Heer Ferry. D4"'-
afgetreden of liever weggejaagde eerste minj^
schijnt in het spoor van Gambetta te war
Hij is voor weinige maanden heengegaan zo:
moeite te doen zichzelf te verdedigen, zeer
grijpende dat hij weldra de onmis'
De koloniale staatkunde av§7
was het vooral, die zü^