»De Kamer, van oordeel, dat voorstellen tot wij
ziging der Grondwet in 's lands belang niet wensche-
lijk is; dat uit dien hoofde liet door den heer De
Savornin Lobman ingediende wetsontwerp, tot
strekking hebbende om aan art. 76 der Grondwet
een nieuwe toepassing te geven, n iet in behandeling
moet worden genomen, alvorens omtrent bedoelde
regeeriags-voorstellen eene beslissing gevallen is, be
sluit het wetsontwerp van den heer Lohman voor
alsnog niet in de afdeelingen te onderzoeken, en
gaat over tot de orde van den dag."
Na verdediging door de linkerzijde werd deze
motie met 42 tegen 40 stemmen verworpen.
Het is bekend, dat mr. Levy, de ziel en stichter
der Liberale Unie, onlangs uitrad. Het vermoeden
lag voor de hand, dat oneenigheid in den boezem
der jeugdige vereeniging ontstaan was. Dit vermoeden
is thans zekerheid geworden door de verschijning
van eene brochurewp den tweesprong v. van mr. Levy.
De schrijver teekent daarin de houding van de
leden der commissie van uitvoering van de Liberale
Unie door hen te verwijten dat zij alleen willen be
schouwen, bespiegelen, beraden en beramen, terwijl
het alleen op handelen aankomt. Het eenige wat
z. i. de liberale partij ontbreektis, dat zij tegenover
de krachtsontwikkeling der andere partijen niet
krachtig werkzaam is opgetreden. Daarin en in niets
anders moest de beteekenis der Liberale Unie liggen,
die als een levenwekkend ferment moest werken,
niet als een nieuwe organisatie nevens zoovele andere
organisatiën moest optreden.
De liberale Unie schijnt de organisatie der anti
revolutionaire partij tot voorbeeld te willen nemen,
en te willen beproeven ook op deze wijze te werken.
De tweede belangrijke vraag, der Kamer ter beant
woording gegeven was.
Hoe zal de behandeling der oorstellen tot Grond
wetsherziening geschieden Door het kiezen van eene
enkele commissie van rapporteurs over al de twaalf
wetsontwerpen, of door het kiezen van zooveel com-
missien als er wetsontwerpen warenDe centrale
sectiedie slechts ééne commissie wilde doen benoe
men, had daarvoor één argument: de eenheid van
het herzienings-werk, de samenhangwelke tusschen
de verschillende voorstellen bestaat, een argument,
dat ook in 1848 gegolden heeft.
De heer Van der LoefF had evenwel twee'bezwa
ren, een van m a ter ieele n en een van for m eelen
aard. Wat het dit was zijn m a t e r i e e 1 bezwaar
aan te nemen dat eenig Kamer-lid zooveel speciale
kennis van alle mogelijke onderwerpen zou omvatten
dat hij de ware rapporteur zou blijken te zijn voor j
alle zakendie bij de twaalf ontwerpen ter sprake 1
kwamen. Was, om één voorbeeld te noemen, hij
die administratieve bekwaamheden hadook een ge
schikt rapporteur voor de detentie? Kan men deskun
dige in alles zijn? Zijn formeel bezwaar kwam
hierop neder, dat niet de Kamer had te beslissen,
wat de afdeelingen -zouden verlangen. DeKamermocht
dergelijken dwang niet op de afdeelingen uitoefenen.
De lieer Rutgers van Rozenburg deed een midden-
voorstel, hier op nederkomendedat drie commis-
siën zouden worden benoemdééne voor onder
werpen van hooger politiek, algemeen beschouwingen,
Hoofstukken X XIIII (kiesrecht) en VII (financiën), j
eene tweede voor administratieve rechtspraak: I
Hoofdstuk III (afdeeling 6macht des Konings, I
afdeeling 7 Raad van State en ministerieele depar-
tementen), Hoofdstuk IV, (Provinciale Staten enge-
meentebesturen), Hoofdstuk V, (justitie) en Hoofdstuk j
IX (waterstaat)eene derde voor onderwerpen
niet onder de twee eerstgenoemde rubrieken behoo-
rende (Hoofdstuk II, de vijf eerste afdeelingen
Hoofdstuk VI(godsdienst)Hoofdstuk VIII defen
sie) en de volgende artikelen.
Beide deze voorstellen werden verworpen, dat van
den voorzitter met 50 tegen 27, dat van den heer
Rutgers met 44 tegen 33 stemmen. De Kamer zal
dus nu twaalf commissiënzestig ledente benoemen
hebben voor het dozijn wetsontwerpen, waarin het ont
werp tot Grondwetsherziening bestaat.
De Minister Van Binnenl. Zaken, overwegende
«lat de heer W. Rooseboom heeft opgehouden lid te
zijn van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, en
dat ter vervulling der daardoor opengevallen plaats
eene verkiezing behoort plaats te hebben in het hoofd
kiesdistrict Arnhem. heeft bepaald: 4o. dat die ver
kiezing zal plaats hebben Donderdag 18 Juni e. k.
2o. dat herstemming, is die noodig, zal geschieden
Donderdag 2''Juli daaraanvolgende.
|DRmaal za\ de depüMen-veigadering der anti
van art. '194 der Grondwet; 3o. de positie der anti
revolutionairen tegenover art. 168.
De heer mr. J. Van Kuijk, Commissaris des
Konings in Drenthe, is Woensdagochtend overleden.
De overledene was vroeger burgemeester van Delft,
en had gedurende vele jaren zitting in de Tweede
Kamer der Staten-Generaal.
Wij vestigen de aandacht onzer lezers op de
gewijzigde dienstregeling der Staatsspoorwegen (Zo
merdienst) hierachter opgenomen.
KERKNIEUWS.
SEROOSKERKE. Ds. W. van Roggen, predikant
bij de N. H. G. te Hardinxveld heeft voor he* be
roep naar deze gemeente bedankt.
Tot predikant te Sluis is beroepen ds. H. A.
Heinecken te Amerongen,
Nieuw- en St. Joosland 4 Juni. Heden is alhier
tot predikant beroepen de Heer J. W. F. Gobius du
Sart candidaat te Utrecht.
D. V. zullen op het 12de ZUIDER ZENDIXGSFEEST,
dat 22 Juli a. s. bij Bergen op Zoom zal gehouden
worden, als sprekers optreden:
Dr. E. Barger, van Haarlem, «openingsrede.»
Ds. G. J. Barger, van Driebergen. »Het eigenlijk
beginsel der Zending,"
Ds. H. Beukervan Leiden.
Ds. A. E. van der Dussen, van Amsterdam.
«Zending en het geestelijk leven."
Ds. J. van Dijk Mz.; van Doetinchem.
»ae Heer Jezus Christus.»
Ds. E. Haan, van Elburg. Oud-Zendeling der C.
G. K. te Batavia. »Het Godsdienstig leven der Javanen.»
Ds. N. de Jonge, van Brussel. »Het Evangelie in
België, vroeger en tegenwoordig,»
Ds. Chr. L. Laan, van Goes. Een geopende deur
maar vele tegenstanders.»
Ds. J. G. Smitt van Amsterdam. De bereidheid
tegen de toekomst des Heeren.»
Ds. A. van Veen, van Ter-Neuzen. »De Christelijke
liefde en de zending.»
Prof. D. K. Wieiinga, van Kampen.
Ds. P. van Wijk Jr., van Enkhuizen. «Overzicht
van de zending in onze Koloniën.»
Ds. J. H. Wiersmavan Benschop. 4ste Af
scheidsrede.
Dr. A. J. Th. Jonkervan Rotterdam. «Slotrede.»
Zeeinvsche Brieven.
Geachte Redacteur
't Is haast of we geen Tweede kamer meer hebben
toch is ze er n og, inderdaad en vergadert zelfs da
gelijks om de groote en kleine belangen van land
en volk te bespreken. Maarwat zal ik zeggen
'tvolk leeft er niet meer in mede. De verlamming
die in de staatsmachine is ontstaan en nog telkens
grooter in omvang wordt, werkt zeer natuurlijk op
de natie terug. Het volk heeft op politiek terrein al
leen een gevoel voor beginselen, of, om duidelijker
te zijnvoor de twee groote beginselen die van af de
Paradijsgeschiedenis de aarde beheerschen De Heere
God of de mensch als God Deze twee groote be
ginselen sluiten elkander volstrekt uit, laten voor
elkander geen plaatsen hebben van hunne eerste
wording onder het menschdom af een strijd in 't leven
geroepen die eerst aan liet eind der eeuwen eindigen
kan.
Voor dien strijd heeft ons volk, nakroost van een
voorgeslacht dat zich door dezen kamp een nationaal
bestaan heeft verworven, oog en oor en hart. Ook
aan alles wat met dien strijd in zijdelingsche betrek
king staat wijdt het met geestdrift zijne belang
stelling. Om alles wat daarbuiten valt bekommert
het zich niet of bijna niet. Wij zijn bijv. geen Fran-
schen, die ge met één parool, met de leus van eer
en glorie in vuur en vlam kunt zetten. Probeer dit
met ons Nederlansche volk maar nietwant ze zul
len u allen laten staan; met de kern des volks na
melijk, met dat deel waarin onze nationale kracht
zithet pit en merg van Nederlands bevolking. Zeker
is het waar dat we reeds sinds eene eeuw eene
massa halve- en drie kwart- Franschen op onzen bodem
vinden die als een verbasterd nageslacht hunne eer
stellen in hunne schande. Men kan zelfs verder gaan
en zeggen dat liet getal derzulken op onrustbarende
wijze •toeneemt. Die menschen zijn ondragelijk wan
neer ze de macht in handen hebben, gelijk we bij
ervaring weten, en onrustig.wannee' die kwijt zijn.
Om die drankwet, de rechterlijke organisatie enz.
geven die soort menschen al heel weinig; daar steekt
geen beginsel of op zijn hoogst een ongezond beginsel
indaar blijven ze zoo koud onder als een steen.
Maar als ge aan hunne ge wetens vrijheden raakt, dan
zijn ze nog precies als tijdens Filips van Spanjedan
kunt gij ze zonder moeite uit den hoek krijgenge
lijk we dat in de laatste jaren hier in ons kiesdi
strict duidelijk hebben ondervonden. Neen ze zijn
niet opgezweept gelijk de liberalen elkaar ter gerust
stelling wijs maken. We behoefden hen alleen te
wijzen op liet gevaar dat hunne consciëntie dreigt;
ons volk laat zich eenvoudig met zweepen. Indien
Karei en Filips van Spanje nog leefden zouden se
dit volmondig toestemmenen het zweepen van de
liberalisten wordt door ons louter verdragen omdat
we anti-revolutionairen zijn, die Gods Woord als
wet erkennen en daarom onderworpen zijn aan de
over ons gestelde machten zoolang deze ons niet
voor het dilemma stellenOns of God gehoor
zamen.» Ook stellen wij dat deuntje van opzweepen
op ééne lijn met de deuntjes van de orgeldraaiers
op de niet afgeschafte kennis; die ge moet aanhooren
of ge wilt of niet en die den hoorder met hun
koekoek-één-zang vreeselijk vervelen. Den or
gelman vervelen ze natuurlijk niet, want die haalt
er zijn welvaart uit.
Jammer genoeg dat zooveel honderden en duizenden
zich niet door het uitbrengen hunner stern bij de
verkiezingen mogen uitspreken. De door en door ver
kankerde kieswet verbiedt het hun; als ge bijv. hier
in Middelburg M. d. R] niet bijna honderd gulden
aan directe belastingen betaalt dan moogt ge toezien
maar niet meedoen. Alzoo geld, en wel veel geldis
de maatstaf of ge goed staatkundig ontwikkeld zijt.
Men leest in »de Romeinsche Historiën» van Stuart
dat de ganzen eens de stad Rome hebben gered;
die stomme dieren hebben het natuurlijk gedaan zon
der dat ze 'twisten; zoo iets is ongetwijfeld nog mo
gelijk maar lang niet zeker.
Onze Goesché afgevaardigde heeft eene wijziging
van de kieswet voorgesteldalzoo dat ieder «lie f 20
directe belasting betaalt, met eene kleine proportio-
neele verhooging voor de grootste en welvarendste
steden des lands, kiezer is voor de Tweede Kamer.
Daardoor zou de kleine man ook eens aan 't woord
kunnen komen. Ik dacht, toen ik dit voorstel eerst
las dat liet erg liberaal was; eene langgewenschte
concessie aan een tot hiertce middeleeuwsch verstooten
deel der natie; eene schrede alzoo op «Ier/goeden weg
om onze vertegenwoordiging zoo na mogelijk bin
nen de perken der grondweteene afspiegeling te
doen zijn van Nederlands volk. Maar ja wel, M. d. R!
onder een schoonen schijn willen de liberalen, alias con
servatieven, het niet eens onderzoeken. Dat zouleiden
beweren ze, totverschui ving van deherziening der Grond
wet, terwijl het integendeel voor elk onbevooroordeelde
een onmisbaar precedent van die herziening moet zijn.
Deze Kamer gelijk ze nu is saamgesteld kau of mag
geen grondwet herzien; daartoe moet ze eerst zoo
na mogelijk de natie afbeelden wat ze nu hoogst
waarschijnlijk niet doet: dit zou althans eerst dooi
de voorgestelde uitbreiding van het kiezerscorps kunnen
blijken. En bovendien; zou de heer Cremersdie
in deze de mond der liberale conservatieven was,
waarlijk kunnen meenen dat op den grondslag door
Heemskerk voorgeslagen, eene grondwetsherziening
denkbaar was? Denkbaar, nu genoemde minister
leukweg komt verzekeren dat er geen bepaalde aan
leiding bestaat om art. 194 hetwelk den Staat het
brevet van schoolmeester verleent, te wijzigen?
Waarlijk om zoo iets te durven beweren moet de
politieke atmosfeer in die mate ongezond wezen als
ze werkelijk onder ons is; anders zou het door ieder
belachelijk geacht en voor ongehoorden overmoed ge
houden worden. De onderstelling dat de z. g. liberalen
liever de volksslem smoren uit vrees dat ze nog al ver
der aan lager wal zouden geraken is volstrekt niet
uit de lucht gegrepenen wordt door den uitslag,
der stemming over de motie-Oemers zoo klaar al7
de dag. Al de hedendaagsche liberalen met Corvej
Hooft incluis hebben voor die motie gestemd welk
ten doel had het voorstel Lobman tol census-y
laging heimelijk van kant te maken. Toch is;/
toeleg niet gelukt; met 2 stemmen meerderheid A
de motie verworpen en zoo bestaat er eenige^/
dat wij eerlang ook mede mogen ki'.zeu Mj
Van welken invloed deze vermeerdering
tal keizers op de partij-verhouding in d^
zijn, valt met geen mogelijkheid voora
onze partij er niet veel bij verliezer^
reecis nu met eenige zekerheid w