KERKNIEUWS. Zeeuwsche Brieven. Tot algemeenen voorzitter der Maatschappij tot bevordering van Landbouw en Veeteelt in Zee land is benoemd de heer G. J. Van den Bosch te "Wilhelm inadorp. De aflevering van de bij de nationale militie voor de lichting van dit jaarin te lijven manschap pen uit de gemeenten onzer provincie zal plaatshebben Maandag 4 Mei te Middelburg op de bovenzaal van het Raadhuisdes voormiddags te 10 uren allen uit de verschillende gemeenten dezer provincie, die zich voor de zeemilitie hebben aangemeld. Dinsdag 5 Mei te Tholen in het voorportaal van het Raadhuisdes voormiddags te 9 urendie der gemeenten gelegen in de eilanden Tolen en Sint Philipsland. Donderdag 7 Mei te Vlissingen in de benedenzaal van het Raadhuis. Maandag 14 Mei te Goes op de Koopmansbeurs aan de Marktdes voormiddags te 97* uurdie der gemeenten gelegen in Zuid-Beveland en die der gemeenten BoschkappelleGrauw Hengstdijk Hon- tenisseOssenisse en Stoppeldijk. Dinsdag 12 Mei te Middelburg op de bovenvoor- zaal van het Raadhuis, des voormiddags te 11 Va uur na aankomst der Zeenwsche spoorbootdie te 87a uur van Zieriksee zal vertrekkendie der gemeenten gelegen in SchouwenDuiveland en Noord-Beveland' Gedurende de internationale tentoonstelling te Antwerpen zullen de retour-biljetten, welke door de Nederlandsche Staatsspoorwegen naar Antwerpen worden uitgegeven, acht dagen geldig zijn, terwijl de biljetten, welke des Zaterdags genomen worden, 10 dagen geldig zijn, en dus tot den daarop volgenden Maandag over acht dagen. Met een korte toespraak legde de heer Arie Smit Vrijdag het voorzitterschap van den Vlissing- schen Gemeenteraad neder. Hij zeide, dat hij ge meend had niet te moeten voldoen aan het verzoek van den Minister om zijn aanvraag orn ontslag in te trekken. Hij meendedat hij gelegenheid moest gevendat er een opvolger werd benoemddie de gemeente in overeenstemming met haar natuurlijke voordeelen tot ontwikkeling ken brengen. Na dankzegging aan de wethoudersleden van den Raad en ambtenaren der gemeente voor hun trouwe medewerkingverklaarde dhr. Smic dat het hem steeds een eer zou zijn inlichtingen te verstrek ken zoo die eventueel mochten gewenscht worden voor zakenonder zijn leiding aangevangen. De oudste wethouderde heer "Th. Van Uije Pie- terse, antwoordde hierop met een woord van dank en hulde voor de wijze waarop de heer Smit die betrekking gedurende omstreeks 6 jaren heeft vervuld. De dagbladen hebben ons de akelige bijzon derheden gemeld van het rechtsgeding in zake de Leidsche giftmengster. De eind-indiuk, dien wij, zegt het Weekblad van het Recht van deze terechtzittingen ontvingen was dezeDe Nederlandsche strafrechtspleging kan van schrikkelijke oogenblikken, vreemdsoortige zaken ge wagen wat haalt bij dit proces in somberheid, ake ligheid, gruwzaamheid? Kan men zich een ijzing wekkender strafgeding voorstellen Het was ons, zoo lang wij de terechtzitting bijwoonden, of de doodsklok voortdurend haar eentoonig en zwaar moedig geklep door de stille rechtzaal deed weer galmende pen weigert al de afgrijselijkheden te beschrijven, waarvan dit rechtsgeding overvloeit. «Van vergiftiging, driemalen gepleegdspreekt de akte van beschuldiging, maar wie den blik in deze lijvige en met zooveel nauwgezetheid voortgezette instructie heeft geslagen, weet wel beter. Al is van alle vergiftigingen niet het volkomen bewijs kunnen geleverd worden, het bleek volgens den toegevoegden verdediger, Mr. 0. J. Vaillant, dat zeker niet minder dan drie en twintig per sonen ten gevolge van de handelingen der vrouw, die hier slechts voor enkele gevallen terecht stond, het leven hebben verloren, en minstens twee en veertig ook door hare schuld ernstig ziek zijn gewerden. Dat tegen deze vrouw, indien men de toereken baarheid aanneemt, door den proc.-gen. (het Openb. Min. werd door den adv.-gen. mr. R. T. Bijleveld waargenomen) levenslange tuchthuisstraf werd ge- eischt: wien zal dit verwonderen Want dit blijft, ook na de gehoudene debatten, de moeilijke, schier ondoorgrondelijke vraagwie is deze vrouw, die zich schijnbaar voor enkele misdrijven had te verant woorden maar die van eene reeks van misdrijven w vdacht werd, voor wie niets heilig scheen, voor pjeen leeftijd verschil maakte, voor wie het vol- k w li -'W—anccli in aanraking iniimPïi? procureur-generaal was zij ongetwijfeld liet eerste. ZEd. Gr. Achtbare heeft ons haar voorgesteld als eene gewone misdadigster, van boosaardigen wil vervuld, door sluwheid en huichelarij van het eene misdrijf in het andere vervallende, wier hulpvaar digheid een masker was voor boosheid e n verraad, die een krachtigen jonkman, die bij haar inwoont, moedwillig vergif toedient in zoodanige hoeveelheid, dat de dood volgen moestdie een lieftallig kind, haar door de moeder in gezonden toestand 's mor gens toevertrouwd, 's avonds stervend teruggeeft, en als vond zij genot in het te niet gaan van dit onschuldig leven, dat kind, al smacht het naar een teug water, tegen zijn wil niets dan den giftbeker toedient; die een krachtig echtpaar binnen weinige dagen tijds moedwillig doodt door het vergif, dat zij in den pot met eten, die op het vuur staat, heeft geworpendit alles met den boosaardigen toe leg, om hei luttele voordeel machtig te worden, dat de uilkeeringen der begrafenisfondsen haar verze kerden. Volgen den proc.-gen. was van dit ellen dig wezen geldbejag het eenig motief; de omvang harer misdrijven was grooter dan die van de meeste misdadigers. In het wezen der zaak echter ver schilde zij niet, wat misdadigen wil betreft, van ieder ander. Volgens den verdediger moesten de feiten in een ander licht worden beschouwd. Was deze vrouw wel toerekenbaar voor hare handelingen Het eerste gedeelte van het pleidooi scheen eene akte van be schuldiging. De bedoeling was duidelijk. De verde diger teekende ons de figuur der beschuldigde, niet zoo als de akte van beschuldiging, maar zoo als de instructie ons die doet kennen. Uit de feiten zelve, uit de omstandigheden, waarvan zij vergezeld gingen, uit de woorden, die de beschuldigde tijdens liet plegen der misdrijven zich had laten ontvallen, uit het gemis van iedere uiting van menschelijk gevoel leidde de pleiter af, dat zich op de bank der beschuldigden een wezen bevond, dat niets anders dan eene »psychische anomalie,» une ereeur de la nature kon genoemd worden, liet meest overeenstemmende met de bekende Ilölène Jègado, maar van lagere natuur dan deze, omdat daar geen hebzucht de aandrift was. «Al moge er een mêtef connue et avoué voor elk feit te vinden zijn, de mogelijkheid is niet uitgesloten» zeide de pleiter «dat eene psychische afwijking ooi-zaak is van al haar doen en laten.» Met een beroep op een aantal psychiatren trachtte hij aan te toonen, dat deze vrouw aan eene zielsziekte leed, dat hare hersenen zich in een abnormalen toestand bevonden, en dat de afwijkingen in den normalen physieken toestand de afwijkingen van den wil verklaarden. Aan welke zijde is hier de waarheid Wij hebben dit niet te onderzoeken. Het Hof zal dit moeten beslissen, en aanst. Vrijdag zullen wij die beslissing vernemen." De gruwelijke drievoudige moord te Maastricht, en niet minder de ijzingwekkende moorden der leidsche giftmengster doen het evenwel ons en velen weer levendig bejammeren, dat in 1870 de doodstraf ten onzent is afgeschaft. Zulke voorvallen, merkt de Tijd aan brengen wederom den uitroep op de lippen: »'tls schande, dat zoo'n kerel, dat zoo'n wijf er met gevangenisstraf af moeten komen »Wat ook de geleerden van het moderne strafrecht en der moderne staathuishoudkunde mogen beweren, het volksbewustzijn spreekt bij elke gelegenheid luide de overtuiging uit, dat er misdaden zijn, welke alleen door den dood van den schuldige kunnen geboet worden. Het is stuitend, te moeten d nken dat monsters, wier handelingen de geheele maatschappij met schrik en verontwaardiging geslagen hebben, wier misdaad enkelen direct hebben getroffen, maar tegelijkertijd, door de besmettelijkheid van het kwade een bedreiging zijn voor iedereen, toch door de maatschappij levenslang onderhouden, gevoed en beschermd worden. Tegenover de uiting van het gezond en natuurlijk rechtsgevoel staat echter de leer van het valsche humanisme, dat zich van de hersenen eener groote menigte, vooral in de hoogere standen, heeft meester gemaakt: de leer, welke in Nederland schier alle hoggeleerden aan de Universiteiten onder haar ver tegenwoordigers telt, en die bij alle beraadslagingen in wetgevende vergaderingen den doorslag geeft. MIDDELBURG. De Heeren G. W. A.. de Veer te St. Laurens en F. H. Herfkens te Rhenen hebben beide de roeping tot predikant bij de N. H. G. al hier aangenomen. uredLfeu, "eiiaeite ite KfV* YLISSINGEN. Ds. Kautzmann van Dinxperloo is alhier tot predikant bij de N. H. G. beroepen. Ds P. C. Koster, predikant ie Bredevoort heeft voor het beroep naar Serooskerke bedankt. Ds. Muller Massis, predikant te Groesbeek, heeft voor het beroep naar de Herv. Gem. te Wilhelminadorp bedankt. Eenigen tijd geleden werd bericht, dat de leerlingen van de Amsterdamsche predikanten Ternooij Apél en Laurillard op hun verzoek om een getuigschrift van goed zedelijk gedrag ten einde el ders te worden aangenomen, van den kerkeraad der Ned. Herv. gemeente het bericht ontvingen, dat aan dat verzoek alleen dan zou kunnen voldaan worden, wanneer zij binnen acht dagen de ondub belzinnige verklaring wilden inzenden, dat zij met die aanvrage niets anders bedoelden, dan om elders belijdenis te gaan afleggen van hun oprecht en har telijk geloof in den Heere Jezus Christus, als onzen eenigen en algenoegzamen Zaligmaker, «welke over geleverd is om onze zonden en opgewekt om onze rechtvaardigmaking,»en dus «onder instemming met de belijdenis onzer kerken.» De leerlingen hebben op deze missive geantwoord, dat zij in deze voorwaarden niet wilden treden, wijl, naar de kerkelijke wetde kerkeraad volstrekt on bevoegd is eenige voorwaarden te stellen maar in tegendeel ten stelligste verplicht is zulk een getuig schrift af te geven, uitgezonderd alleen de gevallen, waarin het door personen van ergerlijken levenswan del wordt gevraagd. Zij herhaalden mitsdien hun verzoek om het bedoeld attest. Na enkele dagen ontvingen zij het berichtdat nu een voldoende verklaring zooals de kerkeraad van hen verlangde, in hun antwoord niet werd gevonden, hun het gevraagde getuigschrift, op den grond in de missive des kerkeraads genoemd, beslist werd ge weigerd. Yan deze weigering zal eene kerkelijke pro cedure het gevolg zijn. Geachte Redacteur Een niet alledaagsch verschijnsel heeft zich op het gebied der wetgeving voorgedaan, met name op dat der onderwijswetgeving. Voortaan zullen de hoofdonderwijzers geen examen meer behoeven te doen in de paedagogiek, dat is in de leer van opvoe ding en onderwijs. Men zal hun niet meer vragen op wat wijze zij het kind, het voorwerp-der voeding, verstandelijk en geestelijk denken a ont wikkelen. Be&pottelijker kan men zich kwalijk iets denken. Een landbouwer die geen kennis heeft van den grond welken hij bebouwen moet; een machi nist die van de kracht van machine en stoom niet afweet en een onderwijzer die van opvoedkunde een vreemdeling is, gelijken in dit opzicht vrij wat op elkander. Dat zijn er drie. Men wil wel zeggen dat dit door den Minister Heemskerk uitgelokt koninklijk besluit een speldeprik is op de liberalenwier woordvoerders beweren en in de praktijk bewijzen dat de opvoeding met het onderwijs niet te maken heeft. Of dit zoo is of niet, valt voor derden bezwaarlijk uit te makenmaar zooveel is zeker dat ieder 't zijne er van denkt. i Vooral de schrijvers en uitgevers van die vele mooie boeken ever opvoeding en onderwijs varen er slecht bijeer we een week of wat verder zijn zul len de meeste dier gewichtige werken wel naar Arnhem en Nijmegen verhuizen in het goedkuope boeken magazijn der gebroeders Cohen. Jammer is 'tniet voor onze jeugdige christelijke onderwijzers die voortaan hunne hersenen niet meer behoeven^ te beladen met den bombast der ongeloovige op- voedingsleerop gevaar af van in dien maalstroom van onbijbelsshe theoriën te worden medegesleept. Wanneer nu de Vaderlandsche Geschiedenis als, examenvak ook nog wordt geschrapten het on ware Christelijke deugden bovendien wordt wegge nomen uit de omschrijving van het doel der onder wijswet, dan komen we tot zuivere, llink uigesproke" toestanden, die immers verre weg verkieslijk z*_ boven al dat geknutsel? Geen kennis van de theorie der opvoedir- minder erg dan valsche kennis en nagenoe/ werken of werkjes op dit gebied gaan vaj' volstrekt valsche stelling uit. Ze ontken*^ meer of minder duidelijk, maar dan toch f het feit van den val van het menschelijk 7VA Hier uit volgt met logische zekerheid bouw der opvoeding, op zoo onwar^U rustende, een wanst-altelijk bouwkundig Dat alle theoriën uit zulk een Qny afgeleid niet meer dan holle i Ieder gevoelt het noodzak"

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1885 | | pagina 2