geen goede aarde.
Evenwel, laat ons hopen, het woord is nog niet
aan liet kanon, maar aan de diplomaten.
Gemengd Nieuws.
Steeds heeft men geleerd, dat de aarde 20
millioen geografische mijlen van de zon is verwijderd,
zoodat een sneltrein zonder station ongeveer een mil
lennium onderweg zou zijn om dien afstand af te
Aan onzen tijd is eene andere oplossing voorbe
houden. De stoomtram die te Wageningen De Wereld
verlaat, bereikt een uur en tien minuten later De Zon.
Wie er aan twijfelt, heeft vijfmaal daags gelegen
heid dit zelf te ondervinden.
Hij kan ook omgekeerd de reis van De Zon te
Arnhem naar De Wereld te Wagenigen maken en
is dan niet langer onder weg. AmstCt
Zeeuwsche Brieven.
Geachte Redacteur I
Dat de wetenschap het in onze eeuwen met
name in onzen tijd ver gebracht heeft: dat ze zich
tot eene vroeger ongekende hoogte wist op te werken
is een onloochenbaar feit. Wie dat tegenspreekt weet
het niet of is in zijne uitspraak onoprecht. Toch
vergete men niet dat dit alles slechts op stoffelijk
gebied waar isdat zij op hoogerop onstoffelijk
terrein even blind staat als vóór eeuwen. Gods
Woord heet haar daarom de valschelijk genaamde
wetenschap, omdat ze bij allen uitwendigen gewoon
lijk trotschen schijn van grootheid het antwoord
moet schuldig blijven op elke vraag die het
waarachtig heil van de menschheid raakt. Ze is als
zoodanig hemelsbreed onderscheiden van »de weten
schap der heiligen" welke verstand is.
Ze erkent dit van zich zelve niethieruit blijkt
hare dwaasheid. En al liep ze honderdmaal vast,
toch wordt ze, en worden hare priesteren evenmin
wijzer. De tegenwoordige tijdsomstandigheden zijn
voor de wetenschap weer eene pil die zwaar te
slikken valt.
Immers ze heeft geleeraard dat het pauperisme
(algemeene verarming) eene vrucht is van overbevol
king. Een barer priesteren heeft daarom reeds het
beestiale en God tergende twee-kinderen stelsel aan
geprezen. waarover ik natuurlijk om het zedelijk
heidsgevoel uwer lezers niet te kwetsen, M. d. R!
niet mag uitweiden. En hoe antwoordt de Heere
i wetenschappelijken dweper Hij vangt
heTh in zijne arglistigheid tot beschamens.
Zoolang er voedsel en deksel is voor allen die leven
hoeft ei- geen verarming te zijnis er van geene
overbevolking sprake. En wat blijkt nu het geval?
De milde God heeft in de laatste jaren zóóveel koren
laten groeien dat de bezitters er letterlijk geen raad
mee weten. In Amerika, het groote korenland zijn
alle bestaande schuren en magazijnen te klein om
het te bergenen daarbij hebben we hier in Europa
geen besef van de ontzachelijke ruimte die de reus
achtige magazijnen daar aanbieden. Men heeft er,
naar men mij de vorige week mededeelde, nieuwe
machines moeten uitdenken om het opgelegde graan
kunstmatig door luchtperspompen voor bederf te be
waren. Evenzoo met andere eetwaren. Bestel er maar
eens eenige millioenen ponden speken ge zult be
vinden dat ook die voorraad door uwe bestelling lang
niet uitg -put is.
Maar Amerika is zoo ver van hier. Vanwaar de
schepen te halen om dien voorraad in Europa te
krijgen Nieuwe reden tot verbazing I De bestaande
schepen kunnen voor een goed deel tegen ongehoord
lage prijzen nog geen vracht bekomen zoodat de
werven stil liggen dewijl men geen nieuwe durft
te bouwen met het oog op den stilstand in de
scheepvaart. En niet slechts hier, maar zelfs ginds
in dat zelfde Amerika wordt broodsgebrek geleden
door duizenden. Verklaar ons dat verschijnsel o we
tenschap! door uwe zoo hoog geloofde theoriën.
Toch ben ik nog niet aan het einde mijner on
wetenschappelijke beschouwing. Er is niet alleen
voedsel, maar ook deksel of kleeding in overvloed.
i In de groote steden, misschien ook wel in de minder
■groote, zijnde kleedermagazijnen letterlijk stampvol,
Be eigenaars weten er geen weg medenog milli-
Hnen menschen bij de bestaande zouden uit die
^^Bazijnen op staanden voet kunnen worden ge-
ja veel beter gekleed dan menig op het oog
Be» heertje dat ge voor een gentleman aan-
dat strikt genomen niets aan 't lijf heeft
- Bn naar den nieuwsten smaak geconfectioneerd
^^Blus le te veel menschen, 2e te veel brood,
^fcjreren in de wereld. Altijd volgens de
B^ewetenschap. Hoe legt ge het
B-I' l
En waarom verstomt de wetenschap voor zulke
onverklaarbare toestanden Omdat ze uit hare sfeer
den Almachtigen God buitensluit, en in haar stout
ongeloof hoe langer hoe meer haren afgod «de
Rede» die door de zonde verduisterd en verdorven
is in Gods plaats stelt.
Nu en dan behaagt het dien Almachtige om Zijne
souvereiniteit tegenover die hoogmoedige stervelingen
als in perspectief te doen aanschouwen, hetzij ze
hooren zullen of niet. Het laatste is meestal 't ge
val wanneer hun Dagon omgeworpen wordt zetten
ze hem, als weleer de Filistijnen, weer op zijn voeten,
en springen desnoods over den dorpel, waar hij op
lag, andermaal naar binnen.
Het opkomend geslacht wordt dienovereenkomstig
stelselmatig met de verzaking van den levenden
God doorvoedaltijd weer in naam der «wetenschap.»
Hiertegen kan inderdaad niet sterk genoeg gewaar
schuwd worden. Het schijnt dat men ook van li
berale zijde begint te merken dat het met het Lager
Onderwijs niet in den haak is wat de leesstof be
treft. Hier en daar vertoont zich eene opflikkering
van meer edelen geest; eene poging om zich te ont
worstelen aan het dwangbuis dat door eene onbe
schaamde coterie der natie is aangelegd, en waaraan
men langzamerhand was gewoon geworden, 'tls
nog wel niet van groote beteekenis, maar «iets» is
reeds veel, waar te voren hoegenaamd niets was.
En dat iets raakt den wortel, geenszins bijzaken,
op onderwijsgebied.
Men begint achter het geheim te raken waar
door in de laatste kwart eeuw de z. g. volksscholen
letterlijk overstroomd zijn geworden met bederf aan
brengende leesstof, die het kinderlijk nog onbevan
gen gemoed totaal dichtschroeit voor alle Godsdien
stige indrukken. Die stroom, heeft men ontdekt,
neemt in het barre, liberale, materialistische Noorden
zijn oorsprong. Daar is het aan een onderwijzers-
kliek gelukt een paar ondernemende rijke firma's
te annexeeren en door behulp van dien machtigen
bondgenoot voor onze schoollitteratuur nagenoeg het
monopolie te verkrijgen. Wat ze leveren wordt door
anderen in den bond (er staat in 't oorspronkelijke
„bent") in alle meest gelezene Bladen op 't hoogst
aangeprezen, op gunstigste beoordeeld. En wat zoo
velen mooi en goed heeten, dat vindt het publiek, dat
vinden al de bezoldigde en onbezoldigde schoolauto-
riteiten ten slotte ook mooi en goed. Vrucht van
de karakterarmoede in onzen tijdHet wordt
alom ingevoerd, en onze jeugd is de dupe van de
historie.
Dat men dit, niet van onze, maar van liberale
zijde gaat inzien is een teeken des tijds hetwelk
van wijdere strekkiug is dan menigeen wellicht
vermoedt.
K.
Ingezonden Stukken.
Waarde vriend M!
Iedere zaak heeft toch twee handvatsels dacht ik,
toen ik Het Zuiden van 21 Maart las, daar de
schrijver der Zeeuwsche Brieven K. en De Standaard
(ofschoon anders in vele opzichten van een en de
zelfde beginselen uitgaande) toch zoo verschillend
oordeelden over de belasting op het graan of over
het protectiestelsel. Hoe gij als pachter over die
zaak denkt, weet ik niet, doch dat ik als grond
eigenaar en underteekenaar van het bewuste adres
aan de Tweede Kamer meer met De Standaard
dan met K. mééging laat zich licht begrijpen. Nog-
tans meen ik dat ik met genoemd adres te tee
kenen niet uitsluitend op eigenbelang noch op het
belang der landbouwers heb gelet, zoo als men allicht
zou gaan denken bij het lezen van den brief van
K. Neen, ik heb mij zeiven afgevraagdwanneer
was er meer welvaart in de steden en minder ar
moede onder hare bewoners, toen de Tarwe van
f10 a f12 per mud was, ot nu zij f7 is. Ik
laat dat antwoord aan K. over, maar mijne meening
is, dat bij een goed onderzoek het niet in zijn voor
deel zal uitvallen; althans als ik mijn geringe steedsche
ervaring moet raadplegen kom ik tot die slotsom
dewijl verscheidene personen mij betuigd hebben
dat zij wenschten dat de tarwe wat mogt rijzen,
zelfs personen van zeer verschillenden stand, niet
alleen goud- en zilversmeden, maar ook werklieden,
kruideniers, manufacturiers, kleermakers, zelfs tot
boekhandelaars toe.
Het speet miy wel dat K. de bede «geef ons heden
ons dagelijksch brood» welligt in navolging der
Middelb. Courant er als met de haren bij sleepte,
dewijl wij toch naar eene gereformeerde uitlegging
daar onder moeten verstaan alle nooddruft des li-
chaams, met andere woorden tijdelijke welvaart, en
ofschoon K. zegt, dat de winst door graanrechten
tQ«cn__Lalleen bli de riiken ^Êk\\ tprnr^t Urteapn fqlwog Hof
meent, dat alle verpachters met hun geld verlegen
zijn; althans het verdwijnen en verkleinen van vete
buitenplaatsen levert mij dat bewijs niet, en al was
het zoo, dan schijnt K. toch niet te weten dat al
thans in Walcheren meer landbouwers grondeige
naren zijn dan pachters, en zij toch zijn zeker thans
niet met hun geld verlegen. Neen, menige arbeider
begint het nu reeds te ondervinden dat hij zijn
goedkoop brood duur eet, en menige smid, wagen
maker of timmerman ziet even vlug uit naar ver
hoogde marktberichten als de landbouwer zelf, de
wijl het eene uitgemaakte zaak is, dat die niet
heeft, niet kan betalen.
K. noemt de belasting een kunstmatig opdrijven,
ik niet. Evenals K. indertijd eens terecht schreef
over het onderwijs: wij willen geen bevoorrechting
boven anderen, zoo zeg ik ook: wij, die van eiken
meter grond, waaraan het graan ontwoekerd wordt,
aan het rijk belasting moeten betalen, zonder te
spreken van andere directe of indirecte belastingen,
waarom moeten wij het aanzien dat de Russen of
Amerikanen onze markten overstroomen zonder dat zij
een enkelen cent belasting aan ons land hebben te
betalen Ja nogmaals wij willen geen bevoorrechting
boven anderen, maar waarom moeten andere rijken
zoo als Duitschland en Frankrijk feitelijk voor ons
door de belasting gesloten worden, en ons rijk voor
ieder blijven openstaan? Wordt op zulk een wijs
de concurrentie voor ons, landbouwers, niet even
onmogelijk als die voor het Christelijk onderwijs
met het staatsonderwijs? Daar komt bij dat toch
dat geld in 's lands kas komt, en ons allen ten
goede komt.
Ik stem toe, bij een zuinig beleid was wellicht
geen nieuwe belasting noodig, doch dit schijnt er
tot nu toe niet van te kunnen komen, en dan weet
ik geen betere belasting dan die op het buitenlandsche
graan. Ja, al was er geen geld noodig ik zou er in
dezen tijd nog voor zijn, dewijl ik meen dat onzeraller
welvaart er door zou verhoogd worden. Het is waar,
personen die een vaste jaarwedde hebben, zouden er
bij verliezen, althans zoo lang hun jaarwedde zoo
blijft. Ik denk wel niet dat zoo spoedig van ver
laging spraak zal zijn, dewijl wij nu zoo aan ver
hooging zijn gewend dat wij al wel tevreden zijn
als de jaarwedden zoo blijven, doch moet de daling
doorgaan, dan moet het er van zelf van komen want
of men scheutig is of niet, waar niet is is niet te
halenja, indien ik wel ingelicht ben ondervinden
de arbeiders en ambachtslieden in uw gemeente dit
reeds, daar velen aanmerkelijk in hun weekgeld ge
kort zijn. En indien de daling moet doorgaan,
zullen anderen volgen. Doch laat ons, zoo wij eenigszins
kunnen, daar niet te spoedig aan beginnen, laten
zij het eens een weinigbeter hebben dan vroeger, vroeger
is er ook door sommigen armoede geleden. Ik weet
het bij ervaring dat 5 of 6 gulden met een gezin
spoedig is gebruikt, en de Heere is machtig spoedig
de tijden te veranderen, van Hem zij dus onze ver
wachting voor den tijd en de eeuwigheid. Met
heilbede, uw vriend
J. LOUWERSE Cz.
Aangenaam zal het mij zijn eenige letteren in
Het Zuiden van u terug te ontvangen, doch al
deelt gij in mijn gevoelen niet, ik zal hierover mijn
pen waarschijnlijk niet meer opvatten.
Graanmarken enz.
Middelburg, 23 April 1885.
De aanbieding was heden zeer beperkt, en bestond
bijna uitsluitend in Tarwe, waarvoor aan eenigzints
lagere prijzen weder goede kooplust was, doch waar
toe niet algemeen werd afgegeven wijl vele houders
aan vorige prijzen vasthielden.
Men heeft alzoo betaald voor puike Tarwe f 7,80,
f 7,90 a f8.
Rogge f6,50.
Zomergerst f5,25.
Paardeboonen f6,60.
Bruineboonen f9 a f 9,25
Witte boonen f'12 a f13.
Mestingerwten f 7.
Overige artikelen zonder aanvoer of omzet.
Versche boter f0,82 a 90; Eieren per '100 stuksy
f2,80.
Burgerlijke Stand.
Van 12 tot 19 April.
Middelburg. Ondertrouwd: J. C. de
jm. 25 j. met M. D. Meersseman, jd.
Kasteleijn, jm. 22 j. met S. C. Minck, jj
"de Keizer, jm. 35 j. met A. Roose, idj