Nieuwe Goesche Courant, Christelijk-historisch blad voor Zeeland 1885. Zaterdag 11 April. No. 1298. HET ZUIDEN. Verschijnt eiken Vrijdagavond ten 8 ure. Prijs per drie maanden franco f0,65. Enkele noramtrs - 0,06. UITGAVE VAN F. P. OHUIJ, te Middelburg en Wed. A. C. DE JONGE, te Goes. Prijs der Advertentiën Per regel 10 cents.; Familie-berichten van 1—6 r fl,Iedere regel meer 10 cents. Liefdegaven 6 cents per regel. Binnenland. De Standaard bevatte dezer dagen het volgende •elangrijke artikel, ter kenschetsing van de positie der techterzijde in de Tweede Kamer De begrooting is dan nu aangenomen met een leficit van ruim 14 millioen, d. i. meer dan éen iende van het budget. En al het bezu inigen, waar aan door alle partijen zoo hoog was opgegeven, is neergekomen op nog geen millioen. Een tamelijk nagere winste. Toch beschouwen we dit nadeelige inantieele resultaat niet als overwegend. Het tekort moet weg, dat spreekt vanzelf, maar niets gebiedt, dat men eerst het tekort wegneme, in dan pas den politieken toestand regele. Het kan ook omgekeerd. ^Dien eenvoudiger weg had men wel kunnen hou den, als het Kabinet-Heemskerk iets toeschietelijker ware geweest. Heemskerk had de middelen in han- len, om het budget nog minstens een paar millioen doen dalen, en het is om zijn haktarrig ophou- len van de bureaucratie, dat ons volk dit jaar nog maals eenige millioenen vermorsen mag. Maar daar kon de oppositie niets tegen doen. Zelfs sou het haar in het minst niet euvel zijn te duiden geweest, indien de uitsparing van een klein millioen geheel achterwege ware gebleven. Niet op de somme ;elds, maar op de positie kwam het aan. En toen men eenmaal, gelijk thans duidelijk blijkt aesloten had in geen geval een crisis in het leven ;e roepen bij de begrooting, sprak het derwijs van zelf, dat men aan Heemskerks wilkeur was over geleverd, dat er van sluitend maken der begrooting Seen sprake meer kon zijn. Zoo wist men dus, dat [liet toch slechts op een vergelijkenderwijs onbeduidende uitsparing van kosten ou neerkomenen dit wetende, moest politiek in- tinct er vanzelf toe leiden, om het zwaartepunt van iet debat tot na Paschen te verschuiven. Een amendement op de begrooting was het wagen van een crisis niet waard, maar na Paschen, als nen aan de kiestabel, aan censusverlaging, Grond wetsherziening toe zou komen, wierd dit anders. Dit komt ook ons zoo voor. Tot dusverre heeft Heemskerk dan nu zijn zin doordrijven, en de liberalistische minderheid boven het hoofd kunnen houden. Maar, bij de finale regeling van den politieken .it hooge spel waagt, dient hij weerstaan gn deze Grondwetsherziening kan men 'etmen verwerpen, en op census- _als aan Grondwetsherziening noodlottig door het debat over zulk een tabel de partij hartstocht als in de slechtste dagen van de liberalistische tyrannie zou ontketend worden. On aannemelijk, omdat ze letterlijk aüe districten door heel het land verknipt, en dus noodeloos alle dusver verkregen vastheid onzeker maakt. Onaannemelijk, omdat minstens een dozijn zittende leden voortaan de pooten onder hun stoel kwijt zouden zijn. En onaannemelijk niet minder, omdat de uitkomst er van slechts een bestendiging en verscherping van onrecht zou zijn, niet tegenover ons alleen, maar tegenover de meerderheid der natie. Liefst zagen we deze tabel dus ganschelijk buiten behandeling blijven. En dwingt men ons tegen onzen wil om aan haar behandeling deel te nemen, zoo dat slechts de doornige weg van amendeering ons overblijft, dan kan o. i. zulk een tabel toch in geen geval nu reeds werken, daar we de invoering van een tabel, die op zulk een nooit gekende wijze heel het land verschuift zonder ontbinding, niet anders zouden kunnen beschouwen dan als het toppunt van politieke immoraliteit. Waarom de voorgedragene Grondwetsherzienin g er niet mee door kan, weet men. Een voordracht tot wijziging, die Art. 494 onge" deerd laat en Art. 168 nog verslechtert, is voor onze partij een volstrekt onmogelijke. We kunnen daarmeê niet medegaan. In zulk een voorstel treden we nooit En wat eindelijk censusverlaging aangaat, we mogen daarvan niet aflaten, want hoe men ook wende of keere, het gaat niet aan meteen Kamer, die omslaat als ook maar één of twee leden hun been hebben bezeerd of voor verkoudheid, onder de dekens moeten, een zoo langdurig en gewichtig werk als Grondwetsherziening te ondernemen. Wordt Schimmelpenninck, gelijk we zeer hopen? in den Haag gekozen, dan blijft het toch altoos nog slechts een meerderheid, die met tweeman omslaat, en verspelen we den Haag dan reeds met éénen dat zonder dat de tegenpartij genoegzaam versterk! kan optreden, om van haar zij steun en continuïteit aan de behandeling te bieden. De eisch is en moet dus blijven: lo. Censusver laging naar den vasten maatstaf, dat het f 20 worde in de kleinste gemeenten, en in grootere ge meenten zooveel hooger als f 20 in die grootere ge meenten minder waard is, waardoor men in Am sterdam zou komen op f 502o. Tabel wijziging insgelijks naar vasten maatstafen 3o Grondwets wijziging, die Art. 194 wijzige en voor Art. '168 een toekomstige schikking zonder nieuwe Grond wetswijziging althans mogelijk make.j te kosten, en meerdere ontbindingen ontraden we Het volk mag niet afgemat, de geestdrift niet ge- bluscht worden. En dat te minder, daar men na afloop der Grondwetsherziening waarschijnlijk toch weer op een ontbinding loopt Zoo, en niet anders, staat de eisch waarvan we niet mogen aflaten. Alleen op die manier kan de politieke toestand op vasten voet worden geregeld, en het einde van ons afmattend malaise worden voorzien. Maar en dit mogen we ons niet verhelen door het stellen van dien eisch kan onze partij in zeer ernstig gevaar komen. In zeer ernstig gevaar, zoo wel (want ook hier doet zich dit dilemma voor) wanneer ze dezen eisch alleen, zelfstandig, in haar qualiteit a\s antirevoluti onaire partij stelt, als wanneer men dien indient als Rechterzijde. Combineert men zich met de geheele Rechterzijde d. i. met de Roomsche, en met de twee Conservatieve leden, dan kan ze, zoo alle leden welvarend blijven en present zijn, de zaak dwingen, maar dan volgt er ook uit, dat zij, als de grootste fractie van de drie, kan worden opgeroepen, om de erfenis te aanvaarden Een boedelaanvaarding, waarin zeer vele perikelen schuilen, en die voor hen, die er aan gaan staan, een zeer hooge verantwoordelijkheid met zich brengt. Een jonge partij met nog op ministerieel terrein ongeoefende mannen, kersversch in de administratie tredende, waagt altoos veel, maar waagt bijna te veel, als ze zich plotseling voor drie zoo omvang rijke quaestiën als Grondwetsherziening, Censusver laging en Tabelherziening geplaatst vindt. Men mag, zoo men dien weg uit stuurt, zijn maatregelen dan ook wel zeer secuur nemen. Zeer secuur, opdat er niet plotseling, gelijk nu onlangs, geschil kome in den boezem van cnze eigen partij. Zeer secuuropdat men vast oP 0nze club kunne rekenen. Zeer secuur, opdat geen der twee overige Conservatieven op Wintgens' wijs gaan zetelen. En zeer secuur, om wél te weten wat men aan de Roomsche Kamerleden heeft. Op onzekere kansen mag hier niets gewaagd. Want bedenk wel, indien men na een korte proef neming aanstonds weer de portefeuilles moest over geven, zou dit natuurlijk tweespalt aan de Rechter zijde na zich sleepen. onze positie zwakker doen wor den, en de tegenpartij door onze nederlaag opper machtig maken En dan ging men, zonder en tegen ons, eenvoudig toch door Maar ook, we geven het grif toe, is de tegenover gestelde gedragslijn aan bedenking onderhg

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1885 | | pagina 1