Nieuwe Goesche Courant,
Christelijk-historisch blad voor Zeeland
1885.
Zaterdag 28 Maart.
No. 1296.
HET ZUIDEN.
Verschijnt eiken Vrijdagavond ten 8 ure.
Prijs per drie maanden franco
Enkele nommtrs
f0,65.
-0,06.
UITGAVE VAN
F. P. DHUIJ. te Middelburg
en
Wed. A. C. DE JONGE, te Goes.
Prijs der Advertentiën
Per regel 10 cents.; Familie-berichten van 16 regels
fl,Iedere regel meer 10 cents.
Liefdegaven 6 cents per regel.
Hoort ook de andere partij.
Zooals den lezers van Be Standaardbe
kend is, is de Redacteur van evengenoemd
blad niet voldaan over de houding der rech
terzijde, en nog minder over de houding
der anti-revolutionaire partij in de Tweede
Kamer. Eén onzer Zeeuwsche Afgevaardig-
den nu staat, gelijk bekend is, in betrekking
tot Proleslanlsche Noordbrahanter\ en in dat
blad lezen we onder het opschrift„Eene
Kastijding", het volgende
„In een entrefilet beklaagt «de Standaard» zich
over de houding van den Minister Heemskerk, die
met de uitnemende leiders der antirevolutionaire
partij gespeeld zo* hebben, en daardoor de eer dier
zou hebben gekwetst.
Indien die Minister dat werkelijk gedaan heeft,
dan hebben de «uitnemende leiders» met zich laten
spelen. Maar dan komt het verwijt op het hoofd
van die «leiders» neer, en niet op dat van Mr.
Heemskerk, die volkomen gerechtigd is met zwakke
tegenstanders te sollen. Maar behoefde, gesteld altijd
Jat «de Standaard» gelijk heeft, die voor de antire
volutionairen pijnlyke operatie, waarmee natuurlijk
de liberalistische pers den spot drijft, door een
blad den volke te worden bekend gemaakt
Aangenomen, dat de heer Heemskerk «gespeeld»
heeft met de «uitnemende leiders», h^eft hij één
woord gesproken, zóó vlijmend als dat van «de
Standaard» zelve, voorkomende in hetzelfde entre-
filet? Dit woord nl., dat «de antirevolutionaire
«partij uit alle denkbare positiën misschien de minst
1 «gunstige koos.» Of dat, geschreven in haar nom-
mer van 16 Maart, waarin zij de antirevolutionairen
verwijt, «te weinig principieel voor de eere van
Gods Naam te zijn opgekomen?»
k Wij willen eens aannemen, dat iemand, die bui-
het strijdgewoel staat, die niet bekend is noch
kan zijn met alle omstandigheden, desniet-
l^win meer politiek beleid en wijsheid bezit, dan
Heel de antirevolutionaire Kamerclub, hoewel wij
^tten, dat deze tegenwoordig geen stap doet dan na
overleg. Maar behoorde zoo iemand, indien hij
onze vrienden behoort, haar hare «fouten» niet
te toonen, ter gelegener ure, dus hetzij vóór,
na dén strijd
wel gepast den «uitnemenden leiders»
leele front, in het gezicht des vijands,
den strijd, eene vernederende afstraffing
alvorens het vonnis ten uitvoer ge-
eenige motiveering van het
27en Februari
hoogere burgerscholen (Warffum, Helmond enz*)
moeten weg; minstens één kweekschool moet eraf;
de overtollige subsidiën voor gymnasia dienen te ver
dwijnen. „Om des beginsels wille worde reeds nu
met de besnoeiing een aanvang gemaakt.
Welnu! Precies datzelfde denkbeeld is ook door
de antirevolutionaire Kamerleden omhelsd. Be
hoort rnen nu te schimpen op wat men zelf heeft
aangeraden? Alleen over subsidieeren der gymna
sia zweeg men in de Kamer. Vermoedelijk, omdat
die subsidieering in vorige jaren, in overleg ook
met de antirevolutionairen zelve, is tot stand ge
bracht. Doch dit daargelaten, de antirevolutionaire
club heeft in plaats van de gymnasia dan toch
aangevallen de kweekschool voor bewaarschool hou
deressen; de scholen voor opleiding van onderwij
zeressen te Arnhem en Haarlem en de subsidies
aan Middelbare Scholen voor meisjes; alle instellin
gen, geheel geschoeid «op den wortel des ongeloofs.»
Waren deze voorstellen alle aangenomen, dan zou
dit eene jaarlijksche besparing van f92750,heb
ben gegeven. Ware daarentegen de bezuiniging
toegepast op de drie door de Standaard genoemde
gymnasia, zou zij hoogstens f35000 hebben bedra
gen. En deze bezuiniging zou vrij wat minder
principieel geweest zijn; zij betrof toch enkel eene
verplaatsing van lasten van het Rijk op enkele ge
goede gemeenten, (Dordt, Utrecht, Arnhem)en had
dan ook opperbest door de liberalen kunnen wor
den gesteund. Daarentegen waren de amendemen
ten der antirevolutionairen, thans uitgekreten door
de liberale pers en de Standaardzóó snijdend, dat
geen enkel liberaal een uur op het appèl heeft
ontbrokenzelfs een der leden niet, wiens zoon ster
vende was; en dat de verbittering feller geweest
is dan ooit. Wel heeft de Haagsche afgevaardigde,
Mr. Wintgens, aan de Kamer eenige oogenblikken
van vroolijkheid bezorgd door zijne verrassende be
wegingen; maar ware dat niet geschied, of hadden
de H.H. Brouwers en Bahlmann (de laatste was
voortdurend krank) aanwezig kunnen zijn, dan zou
nu nog de lucht weergalmd hebben van de jam
merkreten der liberalen over den val hunner ge
liefkoosde nutsinstellingen. Want zonder Staats
geld schijnen deze niet levensvatbaar te zijn! In
dien dan ook de amendementen waren aangenomen,
zoude het oordeel er over allicht anders geluid hebben.
Niet alleen heeft de antirevolutionaire partij o. i.
belangrijke en wel degelijk principiëele amende
menten, voor zoover de politieke toestand dit ge
doogde, voorgesteld, maar ook heeft zij, zonder op
eenige regeling van de onderwysquaestie voorqit j
1877 heeft voorgesteld. Zonder de tegenwerking
van den lieer Wintgens zou, ten opzichte van de
opleiding van onderwijzers, het waarlijk vrijzinnig
premiestelsel vermoedelijk dit jaar reeds zijn inge
voerd. Is dat zoo onbeteekenend
Wy toonden kortelijks aan, dat de antirevoluti
onaire club én overeenkomstig het advies van «de
Standaard» zelve, én opmeer principièele wijze dan
dat advies meebracht, den strijd bij de begrooting
gevoerd heeft. Wij wijzen er nog op, dat ook bij
alle andere hoofdstukken geheel de club zich be
ijverd heeft, te besnoeien wat mogelijk is, en dat
tot dusver de Standaard niet bewezen heeft, dat
nóg meer had kunnen worden weggenomen, tenzij
door de Regeering zelve. Had «de Standaard,» al
meende ze eene kastijding te moeten toedienen, in
allen gevalle deze houding der anti-revolutionairen
niet moeten prijzen Zou dit niet ook in 's lands
belang zijn geweest?
Neen, zegt ze wellicht. Want wat die club ver
zuimd heeft stelt al haar goede daden ten eenenmale
in de schaduw. Zij heeft noch de gymnasia, noch
de hoogescholen aangevallen.
En de Standaard heeft zelve verklaard, dat de
„organisatiën" niet moeten worden veranderd!
Maar bovendien: moeten, waar een wetsvoorstel
tot wijziging der Wet op het Hooger Onderwijs
wordt aangekondigd, gelijk dit thans gedaan is, de
quaesties betreffende dat Onderwijs bij de begrooting
worden behandeld? Zou men de keuze van het
tijdstip, waarop eene zaak ter sprake gebracht moet
worden, niet beter overlaten aan hen die dat werk
zelf te verrichten hebben? Is het zoo zeker, dat
alle antirevolutionairen, dat zelfs de meesten hunner,
het Staatshoogeronderwijs als ongeloovig willen be
strijden, en niet veeleer willen beproeven, aan de
vrije universiteiten, evenals in België, het jus pro
movendi te bezorgen 9 Is het juist, te beweren
«dat de gymnasia veel erger nog dan de hoogere
burgerscholenhet zaad vanhet kinderlijk geloof verstik
ken en kanmendegymnasiaalsovertollige leerplaatsen
beschouwen, gelijk men doen kan ten aanzien van
de hoogere burgerscholen? Wij vragen slechts;
maar zoolang deze zaken niet bij de antirevoluti
onairen vast staan, past het toch zeker niet ze in
de Kamer als vaststaande te bespreken!
«De Standaard» meent, dat de Minister gespeeld
heeft met de antirevolutionaire partij. Zou, indien
hier van spelen sprake mocht zijn, dit niet veeleer
aan de omstandigheden te wijten zijn? Voorzeker!
de partij heeft getoond bang te zijnniet
voor den Minister; niet voor de toepassing
evenwe]^^