Nieuwe Goesche Courant,
1885.
Zaterdag 14 Februari.
No. 1290.
Christelijk-historiscïi hlad voor Zeeland
BINNENLAND.
HET ZUIDEN.
Verschijnt eiken Vrijdagavond ten 8 ure.
Prijs per drie maanden franco f0,65.
Enkele nommers- 0,06.
UITGAVE VAN
F. P. DHUIJ, te Middelburg
en
Wed. A. C. DE JONGE, te Goes.
Prijs der Advertentiën
Per regel 10 cents.; Familie-berichten van 1—6 regel^
fl,Iedere regel meer 10 cents.
Liefdegaven 6 cents per regel.
Een tijdlang geleden ging er af en toe een
Darbist naar de gevangenis. Hij weigerde den eed,
was geen Mennoniet, en moest dus zitten. Maar
zitten op een wijs, dat ieder meer meelij had met den
réchter, die hem moest veroordeelen, dan met den
Darbist die veroordeeld werd.
Ditzelfde verschijnsel doet zich thans te Haarlem
met de Volendammers voor.
Ze moeten zitten, maar de publieke consciëntie
geeft hun eer gelijk dan ongelijk.
De Volendammers vischten met een wonderkuil
n de Zuiderzee, d. i. met een( net riusschen twee
grtfc^^-^fcdeeptj en vingen op die wijs wonder veel
^^SnT^uïr dit is hun verboden, en nu wil men
hen dwingen te «kwakkuilen» of te «dwarskuilen»,
•d. i. hun net achter één boot of op zij van één botter
te sleepen. En dan vangen ze bijna niets.
En waarom dwingt men hen nu daartoe?
Omdat men zegt, dat met den wonderkuil teveel
jonge visch vermoord wordt, en op die wijs binnen
ettelijke jaren al de visch zou verdwijnen.
Maar dit houdt geen steek.
Want lo. reeds 30 jaar is er op die wijs gevischt,
en toch is er in die dertig jaar niet milder maar
altoos meer gevangen.
2o. Genomen proeven hebben getoond, dat op
177a kilo gevangen visch maar 3 kilo «ondermaat-
sche» visch voorkwam.
En 3o. niet alleen hier, maar ook op de Schotsche
kust leert de ervaring, dat er jaar op jaar steeds
grootere massa's kunnen gevangen worden, zonder
dat men den voorraad uitput.
Het is dus wel zaak, dat dit geding nader be
pleit worde.
Er rijst een vermoeden, om het zacht uit te druk
ken, dat de wet ten deze noodeloos plaagt en on
recht doet.
En dat moet niet. Standaard.
- In de Staatscourant vindt men de vertaling
van de Amerikaansche wet op de landverhuizing,
welke den 3den Augustus 1882 is afgekondigd. Dit
geschiedt op verzoek van den gezant, om de be
langstellenden eens opmerkzaam te maken, dat alle
^ndverhuizers, die niet in staat zijn voor zich zelf
gorgen, qpnder ten laste van liet algemeen te
niet aan wal mogen gaan, doch -naar het
^herkomst, worden terug gezonden.
jollende plaatsen hebben belanghebben-
gehouden om het plan eener
men steeds met het besluit een adres te richten tot
de Tweede Kamer, om het ontwerp tg verwerpen.
Mocht, hetgeen niet geheel onwaarschijnlijk is,
de Tweede Kamer de heffing dezer belasting goed-
keeren, dangelooven wij niet dat de Eerste Kamer dit
zal doen.
Aan belangstellende kiezers voor de Tweede
Kamer der Staten-Generaal, dus heet het in een adver
tentie in de Midd. Ct., in Wacheren en Nieuw- en St.
Joosland, wordt de gelegenheid aangeboden tot mede-
onderteekening van een adres,teneinde tebewerken dat
heffing van een matig inkomend recht op tarwe en
meel van tarwe worde opgenomen onder de midde
len, om in den kb mm enden need der schatkist te
voorzien.
Over die heffing wordt door adressanten liet vol
gende in hun adres gezegd
«dat naar hun bescheiden meening, bij de tegen
woordige lage graanprijzen een middel voor de hand
ligt waaruit, al ware het ook slechts tijdelijk, zon
der belangrijk bezwaar voor de ingezetenen zeer
aanzienlijke inkomsten voor de schatkist zouden kun
nen worden verkregen
«dat toch, blijkens officieele opgaven, de invoer
van vreemde granen tot verbruik, onder anderen
heeft bedragen:
van tarwe, in 18837,234,383 hektol., in '1884
7,448,000 hektol.,
en van meel van tarwe in 1883 31,212,673 kilog,
in 1884 43,416,000 kilog
«dat, al wordt bovenbedoelde tarwe slechts op een
gewicht van 75 kilog. per hektol. berekend, alsdan
van tarwe en meel van tarwe te zamen de ontzag
lijke hoeveelheid is ingevoerd van
573.791,398 kilog. in 1883, en 602,016,000 kilog.
in 1884.
»dat de heffing van een matig inkomend rechtj
bijv. van twee gulden per honderd kilog., volgens ge
noemde cijfers, in 1884 een som van ruim twaalf
millioen gulden zou hebben opgebracht
sdat naar de bescheiden meening der onderge
tekenden, het belasten, bij den invoer, van tarwe
en meel van tarwe tot zulk een gering cijfer, geen
ernstig bezwaar kan ontmoeten, aangezien door de
steeds toenemende productie van tarwe tot in de
meest verwijderde streken van den aardbol en der
goedkoope middelen van transport, de broodprijzen
tot zulk een minimum zijn gedaald, dat een kleine
verhooging, als door genoemd inkomend recht zou
kunnen worden teweeggebracht, gemakkelijk zou
het tot ontzet van Gordon oprukkende leger zich
van Metamneh naar Khartoem had begeven bleek
al spoedig dat deze belangrijke. Nijlstad, gedurende
bijna een jaar tegen-de troepen van den Madhi be
zweken was. Arabieren kruisten door de straten,
de Citadel was verwoest en het oprukkende leger
werd zoo heftig bestookt dat liet met dez verplet
terende tijding in allerijl naar Matamneh moest
terugkeeren.
Hoe was Kartoem zoo plotseling in 's vijands
handen gevallen, Kartoem waar Gordon naar zijn
eigen verzekering nog jaren zou kunnen stand hou
den? Welk was het lot van den beroemden, moe
digen Generaal, de hoop van Engeland aan den
Nijl? Ziedaar de bezorgde vragen, die onmiddellijk
na het vernemen van deze ontzettende tijding van
mond tot mond gingen. Ziehier wat men te weten
is kunnen komen. T)e stoombooten, die Gordon af
zond tot hulp der Engelschen, die de Arabieren
hadden verslagen, hadden Khartoem 30 December
verlaten. Den 26 januari vond het verraad plaats, i
denkelijk door de bezetting der stad zelf. Na de
bezetting van Goebat, vertrok kolonel Wilson, die
den gewonden Stewart verving, met een handvol
manschappen om zich met Gordon in gemeenschap
te stellen. Men weet reeds wat volgde.
Toen Wilson den 27en voor Khartoem kwam,
vond hij de stad door den vijand bezet, evenals het
fort. Wilson zond het nieuws van de ramp naar
Metamneh. Gordon had de hoofdmacht Nijlafwaarts
gezonden, waardoor de bezetting merkbaar verzwakt
was. Bovendien is er vermoedelijk verraad gepleegd
onder de bezètting. Wilson beproefde nog een lan
ding, teneinde zekerheid te krijgen omtrent Gordon's
lot, maar het hevig vuur van den vijand belette
dit, en noodzaakte Wilson terug te gaan naar Me
tamneh. Onderweg weiden zijn stoombooten voort
durend door den vijand bestookt. Eindelijk zonken
de booten nabij de Sjabloeka-watervallen. De opva
renden werden echter tijdig gered, en landden op
een eiland in den Nijl, waar zij zich verschansten.
Wilson zond toen een bericht omtrent den stand
dor zaken naar Metamneh, waarop een stooomboot
vandaar afgezonden werd om de schipbreukelingen
af te halen. Het is nog onbekend of Gordon dood
is of gevangen; vermoedelijk is het laatste het geval.
Ontzettend is, gelijk te denken valt, de indruk"
door het gebeurde te Londen gemaakt. Reeds Woens
dag meldde de Times, dat uit Egypte een bericht
was ontvangen, zoo belangrijk, dat men het te mid-
dernacht nog aan Lord Gtanville telegrafeerde. Daarop
volgden gisterenmorgen de onheilspellende geruchten
en iets later de bevestiging. Groot was de ontstel
tenis te Londen en te Edinburg. De dagbladbu-
reaux te Londen werden door een groote menigte'
als belegerd, om de laatste tijdingen te vernemen.
Tot nog toe is er weinig meer bekend geworden.
Men kent het lot van den dapperen Gordon nog
niet. De Ministers vergaderen iederen dag en heb-,*
ben het zeer begrijpelijke besluit genomen omj
tige versterking naar Egypte te zenden
de grijze Gladstone overleeft zijn