Nieuwe Goesche Courant,
ristelijk-historisch blad voor Zeeland,
Donderdag 30 November. IV. 083.
BINNENLAND.
Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag-
vond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen
Prijs pe1* drie maanden francof 1,50.
Enkele nommers- 0,05.
UITGAVE VAN
G. WIJTMAN, te Uiddelbuig
Wed. A. C.
JONGE, te Goes.
Prijs der Advertentiën:
Perrege^ 10 ets.; Familie-berichten van 1
regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents.
Liefdegaven 6 cents per regel.
WET e ii WET
Vraagt men den eersten den besten wat is wet
jns dunkt, hij zal antwoorden datgene, wat men
te gehoorzamen heeft wet is het,woord, dat ge
biedend of verbiedend van hoogerhand tot ons
komt.
Dit begrip van wet zit diep in het hart van ons
volk het heeft dit begrip ontleend aan 't bestaan
der onveranderlijke Wet, eenmaal door den almach-
tigeu, alwijzen, liefderijken God op den Sinaï af
gekondigd.
't Is zeer goed, dat een volk, dat ons volk diepen
eerbied heelt voor al wat wet heet, en den wet
gever hoogelijk eert.
't Is prijzenswaardig, dat de wetten worden ge
hoorzaamd eu opgevolgd.
Maar bij alle onderdanigheid aan overheden en
machten, mag en moet er wel degelijk onderscheid
gemaakt worden tusschen den feilbaren en vaak
feilen begaanden aardschen wetgever, en den onfeil-
baren, immer recht en gerechtigheid doenden God.
Zegt de grondwet»door de wet worden de be-
grootingen van alle uitgaven des Rijks vastgesteldj
en de middelen tot dekking aangewezen," dan
is in dit geval de wet, van wege den Koning
(door de Ministers) aan de Tweede Kamer (die het
volk moet vertegenwoordigen) aangeboden, geen
bepaling, op welke het volk, door zijne gemachtig
den, maar dadelijk ja en amen te zeggen heeft.
Bepaalt eenmaal de wet hoeveel ieder voor zijn
deel aan 's lands kosten bij den ontvanger te
brengen heeft, dat moet er gehoorzaamd worden,
maar die wet wordt gemaakt in overleg met het
volk.
Hoe zuiverder de gemachtigden des volks (leden
van Staten en Raden) het volk vertegenwoordigen,
hoe beter overeenkomstig de belangen des volks
de uitgaven zullen worden begroot of geraamd,
jhoe beter de middelen tot dekking der noodige
uitgaven zullen worden aangewezen, en ieders even
redig aandeel daarin zal worden bepaald.
't Is daarom van belang dat ieder meê cijfert,
Bfoe 't met de uitgaven en persoonlijke bijdragen
Wca» en zal.
j Wat na de vaststelling der begrooting der
rrekening voor 't volgende jaar wet is en wet
Blijft, is te voren slechts een voor verandering vat-
haar v/etsonticerp, en hij, die zulke begrootingen helpt
maken, er zijne toestemming toe geeft, of zich er
tegen verklaart, is pas gemachtigde nadat hij daar
toe gekozen is, en is vóór de verkiezing een burger,
met niet meer macht dan elk kiezer op zich zeiven.
De wet, die staats- of gemeente-uitgaven regelt
Bs dus geen wet, ons van bovenaf gegeven, ons
Boor eene souvereine macht opgelegd, zij wordt
^nor de hoogergeplaatsten onderworpen aan de
^ftedkeuring der minderen, de overheid vraagt om
H noodige gelden aan het volk.
Bt Is er dus verre van daan, dat wij maar zouden
|_Kg£n doen zooals ons gezegd wordt, dat wij maar
zouden moeten betalen zooveel als ons wordt af
gevraagd.
Zoo herder, zoo kudde zoo vorst, zoo volk
zijn bekende spreekwoorden, maar daar tegenover
staat ookzoo kudde, zoo herder zoo volk, zoo
vorst.
Oversten kunnen door macht en invloed gemak
kelijk onderhoorigen op een verkeerden weg leiden-
Uit een zorgeloos volk kunnen ook zorgelooze
regeerders opstaan.
De bereidwilligheid van de kinderen Israëls om
den luister van Davids huis te vestigen en de
weelde van Salomo's hofhouding te bekostigen, is
zeker niet zonder invloed geweest op het Rehabeam
ingeblazen antwoord.
Men waagt er tegenwoordig geen koningen aan
zooals toen, maar niettemin blijft het een mooie
tekst voor de millioenen-rede eens ministers mijn
pink zal dikker zijn dan mijns voorgangers lenden.
Naar algemeen in Europa aangenomen gebruik,
wordt den vorsten een zoetsappig woordje in den
mond gelegd over evenredigheid van uitgaven en
inkomsten, over opsporen van nieuwe middelen enz.
Haastig gaat de minister aan dat opsporen.
Waar hij ook op 't uitgestrekte jachtveld rondkijkt,
van den mond der Jenissei af tot in de koffij plantages
op Java toe, nergens vindt hij iets op te jagen. In
zijn haast loopt hij de rijke tinmijnen van Biliiton
voorbij, kan echter in 't voorbijgaan niet ontkomen
aau de ervaring, dat het in 't peperland peperduur
is, en eindelijk komt hij er toe, om, bij gebreke
van wildbraad, de geitenbokjes der kudde alweer
maar eens aan te spreken.
Pas is de erfenis in de rechte lijn belast
neen, ontlast van een sommetje ten behoeve van
den Staat, of nu moet de helft van het fooitje, dat
de meid bij 't betalen van eene rekening krijgt,
naar de schatkist, tengevolge der eerstdaags in
te voeren zegelwet.
Eerst worden er met kracht en geweld wetten
doorgedreven, die groote uitgaveii veroorzaken, en
dan moeten er weer wetten gemaakt worden, om
't geld uit de beurzen te kloppen, om 't geld op
te vangeu, eer 't nog in de beurzen komt.
Ons volk is nog te gedwee. Omdat er nu eenmaal
slechte wetten zijn, omdat al de zoontjes en vele
dochtertjes van «liberale" heeren en dames meer
dan half voor niet zouden kunnen studeeren, omdat
de gevangenen heel goed logies zouden hebben?
omdat acht provinciën van ons land onverdedigd
worden gelaten en drie provinciën in slecht verde
digbaren staat worden gebracht, wordt er maar
telkens dieper in de beurzen getast. En zeer vele
volksvertegenwoordigers, als ze hooren dat de mi
nisters geld te kort komen, zijn zoo vriendelijk
om te zeggenneemt het maar van 't vollf.
Dit is verkeerde eerbied voor de wet.
Dit is hooger eerbied voor een begrootings-wets-
ontwerpdan voor het belang des volks.
Dit is het eerbiedigen van een ontwerp ten be
hoeve van slechte wetten, die, niet voor de eeuwig
heid gemaakt, ter zijde gedrongen en opgeheven
behoorden te worden.
Een zorgeloos volk kweekt een zorgelooze volks
vertegenwoordiging, en deze eene nog zorgeloozer
regeering.
De kleinen moeten beginnen met op de kleintjes
te passen, en na te rekenen hoe de grooten omsprin
gen met de millioenen.
Voor een gewoon burgermensch is een milloen
een duizelingwekkend cijfer, en als men dan hoort
dat er zóó veel en zóóveel millioenen jaarlijks
door de schatkist gaan, dan is er geen begrijpen
aan.
Maar aan al die millioenen draagt elk zijn aan
deel bij, en 't is bij lange na geen onverschillige
zaak, hoeveel gij, en ik en een ander daarvoor ten
offer brengen moeten.
De Standaard is eens aan 't rekenen gegaan.
Een goed werk
Wij willen 't eens nagaan, maar kijken al vast,
zooals iedér, die eene rekening krijgt, naar 't
onderste regeltje.
Daar staat, verschil van bevolking in aanmerking
genomen, de nationale schuld er buiten gehouden,
en alles zóó berekend, dat er van overdrijving geen
sprake kan zijn, daar staat, dat men dertig jaar
geleden toekwam met 45 millioen tegen 81 millioen
in deze dagen.
Zou in de laatste dertig jaar de welvaart in die
zelfde mate toegenomen zijn
WATER SNOOD.
Zeer verontrustende berichten betreffende den.
waterstand, berichten die ook in ons land doea
vreezen, komen uit het buitenland. Wolkbreukea
en regenstroomen vallen zonder ophouden neder en.
maken zeeën van de rivieren. De Rijn wast ont
zettend. Te Mainz is het water hooger gestegen dan
in deze geheele eeuw. Het spoorwegverkeer tusschen
Frankfort en Mainz, Worms en Manheim is ge.
staakt. Zelfs het postverkeer is onmogelijk.
Ook langs onze rivieren ziet het er met den dag
treuriger uit. Het vee wordt opgehaald, all-erwege
worden aanstalten gemaakt om, zoo noodig te
kunnen vluchten. De dijken worden door het aan
houdende nat weeker.
Het binnenwater neemt belangrijk toe, en in
gelijke mate vermeerdert de angst van de bewoners
der Brabandsche, Limburgsche en Geldersche dorpen.
Velen komen in Heusden of Rhenen of elders
reeds logies vragen vóór het geval de door
braak komt, die volgens hun gevoelen niet kan
uitblijven. Anderen brengen hunne aardappelen
enz. reeds naar de stad. In één woord, de angst
neemt met den dag toe.