Nieuwe Goesche Courant, Ch r is tel ij k-h is tor isch blad voor Zee* and. V. 987. De zending van Dr. Jonkman. BINNENLAND. int',2. IET ZUIDEN, Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen prijs pev drie maanden francof 1,50. Enkele nomtners- 0,05. UITGAVE VAN P. G. WIJ TAAN, ie Middelhuig en Wed. A. C. DE JONGE, te Goes. Prijs der Advertentiën: PerregeJ 10 ets.; Familie-berichten van 1—6 regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents. Liefdegaven 6 cents per regel. De Ned. Zuid-Afrikaanse he Vereeniging, opge richt ten gevolge en ten tijde van den Trans- vaalsch-Engelschen oorlog, bedoelde, gelijk we weten, het aanknoopen van connextiën met de Transvalers en, dezen met raad en daad bij te staan. In alle kringen, zonder onderscheid van be lijdenis, maar toch vooral in de protestantsche kringen, zijn bij gelegenheid van dien oorlog warme, zeer warme harten en milde handen voor de Trans- valers gekomen. Engelands' wederrechterlijke an nexatie en de oud-hollandsch vrijheidlievende, fiere, edele en dappere houding der Transvalers openden de oogen, ontsloten de harten van het Nederland- sche volk voor deze hunne stamgenooten. Men gevoelde, begon in te zien of erkende hier openlijk, dat onder en door en na den heer Burgers c. s. veel vau dit volk was gezegd, dat den proef der waarheid niet kon doorstaan. Genoeg men sloeg de handen in een, dewijl het Nationalite ts-gevoel der Nederlanders, door alles wat men tijdens dien oorlog van hen hoor de, was opgewekt. Het Nationaliteits-gevoel sprak en, wat hier zoo diep verdeeld en verwijderd van elkaar doet staan, zweeg voor een oogenblik. Modernen, Groningers en Orthodoxen vereenig- den zich, men riep gemeenschappelijk de Ned. Z. Afr. Vereeniging in het leven. De gemeenschappelijk verzamelde gelden kwamen in eene kas. Het Amsterdamsche comité stortte in de algemeene kas een belangrijke som. Doch het bepaalde, dat deze gelden alleen in overleg met Transvalers zouden uitgegeven worden. En zoolang het Nationaliteitsgevoel heerschte en vooraan zat, gevoelde en erkende iedereen, ook de modernen, dat, wanneer iemand van hier afgevaar digd werd, deze afgevaardigde iemand moest zijn, die daar vertrouwen inboesemde en dus, van welken kant ook bezien, met open armen zou ont vangen worden. De nawerking' der veelzins treurige houding door den heer Burgers, elk gevoelde dat, maakte voor zichtigheid volstrekt noodzakelijk. Elk Nederlander, komende met zulk eene hooge zending, zou, na de catastropheBurgers, niet even on bevoordeeld worden ontvangen, en daarom moest men dezerzijds voorzichtig zijn. Bleef nu de Z.-Afr.Vereeniging op het breede stand punt van Nationale sympathie, liet zij er den godsdienst buiten, dan moest zij na al het gebeurde} dan moest zij met het oog op haar doel en ook naar de usance van afvaardiging, iemand kiezen naar het hart, naar de beginselen der Transvalers. Toen zij tegen alle verwachting in, in eene weinig echte vergadering, zulks niet deed, maar bij 'euwing een der modernen als hun raadsman or Dr Jonkman te benoemen, openbaarde en besliste afkeuring. Bijna elk gevoelde, dat de Vergadering, die Dr. Jonkman als afgevaar digde koos, öf het breede standpunt verlaten, öf eene, met het oog op het doel, zeer ongelukkige, zeer domme keuze had gedaan. Eene keuze dus, waarbij de zucht tot moderuiseeren kwam vooraan te zitten, öf, in het tweede geval, waarbij men de geheele zending, de geheele zaak op het spel zette. In geen van deze twee gevallen nu konden zwij gen zij, die het alzoo, die het als wij het daar om- Schreven, begrepen. Door te zwijgen toch zouden zij zich mede schuldig gemaakt hebben aan het verlaten van hét breede standpunt, öf aan het doen mislukken der geheele zending. Maar neen, van de gedachte, dat I men wetens en willens dat standpunt verlaten had, gingen zij niet uit. Wel, dnt men het metterdaad had I gedaan. En dat deze daad de geheele zending zou doen mislukken, en ook ondanks het niet bedoelen op een terrein (op het geestelijke), waarop men neutraal blijven moest, kou inwerken. Zond men J iemand van hunne beginselen, dan bleef men neu- i traalwant zoo iemand, het ligt voor de hand, zou hun natuurlijk op geestelijk gebied laten zoo als zij zijn. Dr. Kuijper, lid van het Bestuur der Vereeniging, wendde zich tot het Bestuur daar hij bij de benoeming niet was tegenwoordig ge weest met zijne vele en ernstige bezwaren tegen de benoeming. Eerst toen hij en de heeren Fabius en Lion Cachet za en, dat dit niets, niets mocht baten, bedankten zij en plaatsen zich op vrij terrein. Als woordvoerder nu der anti-revolutionairen in de pers bracht de Redacteur van De Standaard de echt nationale zaak voor het volk, voor de rechtbank der publieke opinie. Dat was zijn recht en zijn plicht. En noodig was, dat hij met de stukken aantoonde, dat de f 12000.voor de zending van Dr. J. uit getrokken, niet mocht genomen worden van de gelden door het comité van Amsterdam in de algemeene kas gestort, wijl deze gelden waren afgestaan onder conditie, dat men in Transvaal medezeggenschap zou hebben over die gelden. Immers, was dit niet aangetoond, dan, een ieder heeft het gevoeld, zou men laten we maar zeggen.... gedachteloos voor de f 12000.naar de kas, ner gens anders dan naar de kas zijn gegaan. Zelfs wilde de Nieuwe Rotterdamsche courant, nadat het was aangetoond, toch nog alvast het maar uit de eerst ten slotte is het Bestuur dat, de gelden voor de zending het Amsterdamsche geld zullen kas nemen. En komen verklaren noodig, niet van genomen worden. Voorts hebben we, en heeft dunkt ons niemand, ten deze iets in De Standaard gelezen van té per soonlijken aard of dat hatelijk moet heeten. De scherpe afkeuring der houding van Dr. Kuyper in de laatstgehoudene vergadering der Ned. Z. Afr. Vereeniging 36 van de 340 leden waren tegen- Ti7/-,<-»rrlrr on QR aWhts dreven de zendinp- van Dr. J. door is onverdiend en mag dus niets dan ver ontwaardiging wekken. Karakteristiek en leerrijk De Evangelische profesor Lazonder stond aan de zijde der moderne professoren. Dat's naar de geschiedenis De verlenging van den Nlaasmond. Vrijdag is in de Tweede Kamer de behandeling van het wetsontwerp tot overlegging van de uit monding van de Maas" begonnen. Begonnen het einde van het debat is door de veelvuldigheid der sprekers die zieh hebben doen inschrijven, en het reeds voorgestelde aantal amendementen nog niet te voorzien. Een voorstel om door kunstmid delen een onzer voornaamste rivieren een andere uitwatering te geven, is ook van zoo groot belang en grijpt zoo diep ia verschillende particuliere be langen in, dat de oppositie ter laatster ure tegen dit wetsontwerp geopenbaard, niet verwonderen kan. De heeren Vermeulen en van Baar, beiden afgevaardigden uit Noord-Brabant en de heer Clercx afgevaardigde uit Liraburg, verdedigden het thans voorgestelde wetsontwerp met nadruk. De heeren Seret en van der Sleyden raakten indien wij wel zien het hart der kwestie aan, nl. de vraag of het Oostelijk deel van Noord- Brabant niet ten koste van het Westen zou bevoordeeld worden. De Protestantsche Noordbraban der, Weekblad voor Gorinchem en Zevenbergen, wijstin zijn nommer van Zaterdag, behalvedooreenige technische vragen, in deze regelen de oorzaak der oppositie tegen dit wetsontwerp uit zijne omge ving aan »Dat het Noordoostelijk gedeelte er zeer door gebaat zou worden, zegt het blad, zal door niemand worden tegengesproken. Duizenden hectaren lands, die voor geringen prijs zijn aangekocht, zouden daardoor zoo geen tienmaal, dan toch zeker een vijfmaal meerder^ waarde krijgen. Dit voordeel misgunnen wij onze Oostelijke naburen niet, maar wanneer wij daardoor bedreigd worden onze schoone landerijen in dezelfde verhouding in waarde te zien verminderen, past het ons intijds op dit gevaar te wijzen. Daarenboven, waardoor zijn onze landerijen, ook buiten de algemeene prijsverhooging gedurende de laatste 30 jaren, zoo zeer in waarde toegenomen Is het niet door dat onze dijk- en polderbesturen jaarlijks duizenden bij duizenden hebben besteed om onze dijken te verhoogeu en te versterken en den waterafvoer te verbeteren Velen onzer landerijen stonden vroeger soms den halven zomer nog onder water en zijn tengevolge van die verbetering, door eigen offers verkregen, bijna altijd van het overtollige water bevrijd. Het beheer van onze dijken is toevertrouwd aan mannen van kunde en ervaring, die zich in vredes tijd ten oorlog wapenen en bij opkomend gevaar on hun nost staan om door gepaste middelen het*.

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1882 | | pagina 1