Nieuwe Goesche Courant,
Ch r is tel ijk-his tor isch blad voor Zeeland.
De liberalistische partij.
Saterdag II November.
IW 080.
BINNENLAND.
HET ZUn>EN,
Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag
ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen
Prijs pe** drie maanden francof 1,50.
Enkele nommers- 0,05.
UITGAVE VAN
P. G. WIJ TH Ail, te Hiddelbmg
en
Wed. A. C. DE JONGE, te Go.es.
Prijs der Advertentiën:
Per regel 10 ets.; Familie-berichten van 1—6
regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents.
Liefdegaven 6 cents per regel.
Het gaat de liberalisten tegenwoordig niet gebak -
dg en alzoo niet* naar weusch.
De oogen van het volk gaan langzamerhand
>pen het begint in te zien, dat zij hunne beloften
na komen.
Ze hadden zich een zeer schoonen, een veel be-
tovendén naam gegeven, een naam, die, zoo als het
hunne leus was en die zij in zijne beteekenis
doen gelden en verwezenlijken. Zij noemden
ïich liberalendat wil zeggen volgens het woor-
van J. H. van Dale vrijheidsvriend,
vrijzinnige, voorstander van volksvrijheid, voorstan-
Ier van vrijheid in kerk en staat."
Doch het is gebleken en het blijkt aldoor, dat
dj in plaats van vóór-, %<?»standers zijn der vrijheid
kerk en staat. De vrije kerk in den vrijen staat
iurven zij niet aan. Haar na behoorlijke afrekening
?n goede overgangsmaatregelen, van alle voogdijschap
ontslaan, durven en willen zij niet. Durven en
willen zij niet, naar het ons voorkomt, omdat zij
dat hunne geestverwanten de modernen
zaak zouden krijgen, dewijl dezen, als niet
door het volk, op kerkelijk terrein het geld
den steun door en van den staat evenmin kun
nen missen als zij op staatkundig terrein.
Voorstanders vau vrijheid op staatkundig terrein
zijn zij al evenmin. Ook op dit terrein durven zij
vrijheid en edele vrijzinnigheid, het geven namelijk
gelijke rechten, niet aan. De vrijheid is door
ben aan banden gelegd en hunne vrijzinnigheid is
een zinnen eeniglijk en alleen ten behoeve van
partij neergekomen. Op dwingelandij en rechts
verkrachting is hun liberaliteit uitgeloopen.
En wat betreft het volk of de volksvrijheid, ja,
zij hebben het volk allerlei zondig genot verschaft,
het weelderig gemaakt, het van den eenig waren
van den godsdienst des Bijbels, trachten
te vervreemdenhet, voor zooveel in hen is, vrij
gemaakt in den slechsten zin van het woord
maar het vrijheid en recht te geven, nog eens,
dat durven zij niet. Voor een flinke census-verla-
ging en onpartijdige districtsindeeliug rillen en
beven zij. Op den Minister Hordijk zijn zij heime
lijk of blijkbaar boos, omdat hij de albemoeiing
van den staat zegt te willen inkrimpen en den
kring der kiezers onpartijdig wenscht uit te breiden.
Vele liberalisten vreezen reeds, dat hij tegenover
hunne partij staat te worden wat Minister Van Lijnden
voor die der anti-revolutionaire werdiemand,
namelijk, die op den Ministersstoel gezeten zijne
beleden beginselen in zoover vergeet, dat hij ze
niet in toepassing tracht te brengen. M. a. w., zij
vreezen, dat hij den naam en het woord »liberaal"
niet in den nu eenmaal historischen maar in den
maticalen zin van het woord zal gaan op
latten. Dat is, met nog andere woorden, dat hij
^ats van enghartig en partijdig, zoo als de
historie hén heeft doen kennen, wel eens de vriend
van vrijheid en recht zou kunnen worden.
Gelukkig dat, gelijk wij boven zeiden, de oogen
van het volk voor hunne i/liberaliteit beginnen
or^ii te gaan.
Zij gevoelen en zien dan ook zelveD, dat zij het
vertrouwen gaan verliezen, dat het hoog spel spelen
uitraakt, dat zij niet eerlijk, maar door allerlei
geknoei, dus wederrecliterlijk in 's lands vergader
zaal de meerderheid uitmaken en de macht in
handen hebben.
En in dat gevoel worden zij machteloos en kun
nen zij niets tot stand brengen, dus ook de teugels
des bewinds niet in handen nemen.
Ze zijn het daarenboven oneens over de middelen
die moeten aangewend en de wegen, die moeten
ingeslagen worden, ter herstelling en weder opleving.
Ter herstelling en wederopleving van Neêrlands
staatkundigen toestand in het algemeen en van
hunne eigene partij in het bijzonder.
In drie groepen zou men hen kunnen indeelen.
Een deel hunner zou met professor Buis (en den
Minister Hordijk?) eerlijk willen worden, zou het
partij-geknoei bij kiesrecht-hervorming en districten-
indeeling willen doen ophouden, ja, al kosten dit
hun zelfs hunne meerderheid, hunne getalsterkte. Im
mers de ervaring van verscheidene jaren heeft hun
geleerd, dat zulk eene wederrechtelijke meerderheid
toch niets tot stand kan brengen.
Een ander deel echter kan daartoe niet besluiten;
't is er o zoo bang voor, het denkt of zegt: »heb-
ben is hebben en krijgen is de kunst." Met of
zonder blos op de wangen zouden zij het maar
willen wagen, om het onrecht niet alleen te laten
voortduren, maar het zelfs nog te verhoogen. Niet
waar Zij zijn toch de Natiein elk geval althans
het denkend deel der Natie en, daarom moeten zij het
woord en de macht hebben. Zij kunnen zeggen >Het
meedenkend deel zal, zoodra het in ons voorrecht
deelt van ook denkend deel te worden dit inzien
en toestemmen, ja ons, gelijk de kinderen als ze
groot geworden zijn, er voor danken, dat wij hun
tot tijd en wijle onder de plak hebben gehouden."
Aan deze paedagogiek (opvoedkunde) doet een
groot deel der liberalistische Kamer-club en een
groot deel der liberalistische pers
Een ander, het derde deel der liberalistische partij
wil niet slechts volksvrijheid, maar zou zelfs tot
volkssouvereiniteit willen voortschreiden. 't Is het
deel, het gelukkig nog kleine deel, dat zich om
den heer van Houten, het Kamerlid voor Groningen,
schaart.
Op eene Vergadering voor algemeen stemrecht
zeide hij verledene week, »dat hij, noch eenig Ka
merlid, Z. M. den Koning de regeering uit handen
kon nemen."
Maar langs den weg van volkssouvereiniteit
komt men daartoe; wat men niet kan langs vreed-
zamen weg doet het souverein gemaakte volk ten
slotte met geweld.
Als men de deugd (het voorstaan van volksvrij
heid) op de punt van den naald drijft, wordt zij
ondeugd (volkssouvereiniteit)
Hoe innerlijk verdeeld is toch de zoogenaamd
liberale partijhet eene deel begint van wezenlijke
liberaliteit heil voor land en eigene partij te ver
wachten het ander deel legt de vrijheid aan knel
lende bandenterwijl het derde deel van de vrijheid
ongebondenheid zal gaan maken.
Het gaat huu niet gelukkig enzij
houden niet goedkoop huis. Doch we komen in
een volgend artikel daarop terug.
De heer des Amorie van der Hoeven stelde
voor, het afdeelings-onderzoek van het wetsontwerp
tot wijziging dg: kieswet nog niet in behandeling
te nemen, omdat dit wetsontwerp nauw samenhangt
met een tweede, nog niet ingekomen wetsontwerp,
tot wijziging der districts-verdeeling. De Minister
verklaarde dat laatstbedoeld ontwerp zeer spoedig
kan gewacht worden.
Hoewel vele leden van meening dat het onmo
gelijk is, ook bij aanneming, de verkiezingen van
1883 reeds onder de nieuwe wet te doen plaats
hebben, werd toch het voorstel van den heer
Van der Hoeven met 37 tegen 18 stemmen ver
worpen.
Tot rapporteurs over de census-wet zijn benoemd
de heeren van Houten, de Beaufort, Schimmelpen-
ninck, Roëll en Basterd. De heer van Nispen heeft
verlof gevraagd tot het richten van eene interpel
latie betreffende de toestand van den Rijnspoor-^
weg. Bij eene ontsporing dezer dagen bij Zeve
naar voorgevallen, begon een wagen plotse
ling te schudden en stond toen opeens stil. Toen
de passagiers eruit waren gestegen, zagen zij dat
rails ongeveer 40 meter achter den trein waren
vernield. Bij een onderzoek bleek dat een aan
tal dwarsliggers verrot waren, wat door een
Nederlandsch politie-ambtenaar werd geconstateerd,
die ook de namen der reizigers opnam. Eenige
dwarsliggers waren zoo rot dat men er den stok
kon doorsteken, als ware het een peperkoek. Op
plaatsen waar de rails nog goed lagen, kon men
de spijkers met de vingers uit het hout trekken.
Bij de Kamer is ingekomen een wetsvoorstel van
den heer Vermeulen tot wijziging der artikelen 56,
61 en 65 der wet op het lager onderwijs, vergezeld
van eene memorie van toelichting.
De voorsteller geeft met een enkel woord de
strekking van zijn ontwerp aan. Het had even goed
door eenig lid der linkerzijde en zelfs door den
grootsten voorstander der wet op het lager onder
wijs kunnen ingediend worden, omdat reeds bij de^
behandeling der wet in 1878 een amendement vaj*
gelijke strekking door een lid der linkerzijde
ingediend, doch toen niet is aangenomen.
Zijn voorstel beoogt alleen tegeir oet te kome„
aan de erkende bezwaren, uit genoemde artikelen
voortvloeiende, en om dus t/-d doen Tervauen lo. de