GEMENGDE BERICHTEN. Gisteren nacht is te Middelburg bij den ma gazijnhouder F. in de Gortstraat diefstal met in braak gepleegd. Door het stukslaan van een der ruiten heeft de dief zich van eenige uitgestalde goederen, pijpen, tabaksdoozen en dergelijke snuis terijen meester gemaakt. De politie is zoo gelukkig geweest, haar vermoe den dat de werkman J. H. de dief was, bevestigd te zien. Hij werd in 't bezit der gestolen voorwer pen gevonden, en is thans naar het huis van arrest overgebracht. De brutale dief is een oude kennis van de justi tie en werd reeds meermale voor diefstal gevonnisd. Aan de heeren G. Alberts Lz. Co. te Middelburg, is tot wederopzeggens, vergunning ver leend tot den aanleg en het gebruik eener electri- sche geleiding tusschen hun kantoor en dat van de Middelburgsche kunstboterfabriek. Te Vlissingen is aangekomen een te Parijs ver vaardigden stoom-misthoorn met daarbij Dehoorende machine, bestemd om ten dienste der scheepvaart op den dijk bij de Nieuwe Sluis (Wielingen) ge plaatst te worden. (M. C.) Het stoomschip P. Caland, van New-York te Vlissingen binnenkomende, is met hoog water op de Oosthavendam geloopen. Er was dadelijk hulp van sleepbooten bij, doch het schip is blijven zitten en is begonnen te lossen. Het schip zit tamelijk goed. Naief. In de gemeente Noorddijk wonen een paar oude luidjes, waarvan de man tachtig en de vrouw eenige jaren minder telt. Bovendien is de man blind. Zij worden door het burgerlijk armbestuur onderhouden. Toch hopen de oudjes nog eens in staat te komen al het genotene terug te kunnen geven en zelf nog genoeg over te houden om op rijken voet te leven. Te Beerts overleed namelijk vóór 25 jaar een verre bloedverwant van hen, die een onbeheerde nalatenschap naliet. Sinds jaren zijn zij nu onder den invloed der erfeniskoorts. Allerlei middelen worden door hen uitgevonden om in het bezit van die erfenis komen. Voor eenigen tijd schreef de vrouw ongeveer het volgende aan den burgemeester«Achtbare Heer. Wij hebben nu gehoord, dat wij de erfenis bepaald zouden krijgen, wanneer U EdelAchtbare voor ons maar eens een brief aan den Koning schreef. Zij hebben ons aangeraden om dien in drie couverten te doen, een met het opschriftaan de Tweede Kamer, een met het opschriftaan de Eerste Kamer, en de derde met het adresaan den Koning. Nu mijn heer, gij zult dit wel doen, denken wij." Men vreest te Vlissingen voor het Engelsche stoomschip Mona van Ter Neuzen naar Londen bestemd. Op den stormachtigen nacht van 1 No vember naai' zee vertrokken, heeft men verder niets vernomen omtrent schip en equipage. G. C. Vrijdag reed het rijtuig van den heer mr. R baron van der Borch van Verwolde over den spoorweg aan den overweg dicht bij de herberg de Laatste Stuiver onder Gorsel nabij Deventer. Nau welijks op den weg zijnde ontwaarde de koetsier, op circa 100 meter een aankomenden trein. Toch had hij nog even den tijd, maar plotseling viel de afsluitboom, die onzichtbaar op een afstand gediri geerd wordt, tusschen paard en rijtuig neer. Daar zat men en zonder tijd van bedenkentrouwens was men het hoofd kwijt. Met een zweepslag en een forschen ruk van het paard, zoodat de afsluit boom aan splinters vloog, ontsprong men den dans, daar op 't zelfde oogenblik de trein rakelings voor bijvloog. De heer Van Zuylen van Nyeveld, de Nederlandsche gezant in Frankrijk, die alleen in het rijtuig zat, was geruimen tijd sprakeloos van schrik. Het rijtuig is zeer beschadigd. De heer Gamel, reeder van de Dymphnawien het Handelsblad seinde antwoordde gisteren per tele graaf uit Kopenhagen: »Ik heb geseind aan den Deenschen consul te ArchangelSein mij alles wat gij weet over poolstoombooten Dymphna en Varna. Hij antwoordde: »hier te Archangel zijn in 'tgeheel geen tijdingen. Het te Alexandrië verbreide gerucht, dat de cho lera te Mekka toeneemt, bevestigt zich niet. De Engelsche consnl te Djeddah telegrafeert, dat vol gens niet officieele berichten uit Mekka de cholera aldaar is geweken. BO li A A X liOX I> I Gl De heeren Höveker Zoon te Amsterdam zonden tegen de aanstaande Feestdagen een catalogus 23 bladzijden groot van de door hun uitgegeven Christelijke lectuur, de wereld in. Een schat van werken en werkjes zoowel voor volwassenen als voor kinderen vermeldt dien cata logus, waaronder vele oude bakenden van onze lezers, Toch laten de bekende Amsterdamsche uitgevers het ook ditmaal weder niet aan nieuwe, degelijke werken ontbreken. Bunyun's Christensreis waarvan dit jaar een volksuitgave met 100 platen is ver schenen wordt nu, door dezelfde uitgevers in klein formaat, versierd met 25 platen verkrijgbaar gesteld voor 70 cent. Van de bekende Engelsche schrijfster Hesba Stretton is verschenen »Onzes Heeren Rentmeesters een boeiend verhaal uit het leven der Londensche achterbuurten. Gelijk alles wat van de hand van Mevr. E. Wetherell komt is haar verhaal Aan den Arbeid geillustreerd met fijne plaatjes, in waarheid prachtig. En naast deze geimporteerde werken van Engel- schen bodem zet een echt nationaal boekje ditmaal de kroon op de uitgaven van de heeren Höveker Zn. De Bakker uit het Wapen van Antwerpen in de Kipdorpsche straat. Een tafereel uit de Fransche Furie in 158283 door A. C. de Zioart. Ziedaar een boekje dat naast Smidsgezel en Bijlhouwer een plaats verdient in ieder Nederlandsch, christelijk gezin. Voor f 1,50 ingenaaid of f 1,90 in prachtbandje wordt men bezitter van dit werk, dat we niet aarzelen het aangenaamste kindergeschenk te noemen, dat men tegen de aanstaande feestdagen in een Nederlandschen boekwinkel halen kan. Zeeuwsche Brieven. Geachte Redacteur Ziehier de tweede bladzijde van mijn vorigen brief. Toen bleef nog over, den toestand in ons land te bezien en na te gaan in welke verhouding wij staan tot den revolutiegeest die in geheel Europa een dreigend karakter begint te vertoonen. Voorzeker kunnen we al aanstonds vaststellen dat die toestand schijnbaar veel minder ongunstig is dan in Rusland of Frankrijk. Toch vergetemen hierbij niet twee gewichtige feiten in rekening te brengen. In de eerste plaats onzen volksaard: echt Noordsch, bedaard, flegmatiek, zóó weinig prikkelbaar dat wij in dit opzicht tot een spreekwoord bij andere natiën zijn geworden. Er moet veel gebeuren eer een Hol lander eene bom in eene vergadering zal werpen, gelijk dat een vurige Franschman vóór veertien dagen dat te Lyon deed. Maar in de tweede plaats, en hierop lette men vooral de nawerking van het goede zaad des Woords dat weleer hier met kwistige hand gestrooid werd, en in den met bloed en tranen omgeploegden grond der harten van onze vrome vaderen diepe wortelen sloeg, rijke vruchten droeg. Dat heilig pand lieten ze ons hunnen zonen en dochteren na, en nog heden gaat er van dat Woord kracht uit, nog heden wordt er uitwendige zegen door genoten. Het nakroost der vaderen heeft nog eerbied voor dat Woord, en wordt er door van vele zonden weerhouden. Hier op ons eiland Walcheren bijv. zult ge ten platten lande weinig huisgezinnen aan treffen waar de Bijbel niet dagelijks over tafel ge lezen wordt. En van dat Woord gaat bezieling uit voor leer en leven beidedat Woord kweekt zachte zeden, predikt onderdanigheid aan de ge stelde Machten, en is daardoor het eenig beproefde maar ook krachtige wapen tegen de Revolutie. Mocht ook in onze steden, onder onze hoogere standen en bij onze wèlgestelde of rijk geworden bourgeois, op welke laatBten de fransche revolutie mannen het, na de priesters, vooral gemunt hebber de verachting voor Gods Woord eens een eind» nemen Dezen echter achten zich te voornaam om voor het Woord des hoogen Gods te beven en be&t>~ gen zich met valsche overleggingen. Onder niet weinigen hunner geldt het als een stempel van voornaamheid dat ze met al wat heilig is openlijk den draak steken. Met een dom schouderophalen zien ze neer op de eenvoudige schare die God?; Woord en instellingen voor dm regel huns levens, houden. Daarvoor wanen zij zich te wijs; daarvooi V achten zij ook hunne kinderen te hoog. Hierom moeten dezen vooral vreemd blijven van het Woord Gods. Alles moet hun geleerd worden, slechts dit eene niet. Zoo wordt meer en meer een v revolutionair geslacht onder ons aangekweekt, want de revolutie is eigenlijk niets anders dan officieel verzet tegen den Allerhoogste. Allen nu die daaraan meedoen heeten »het den- kende deel" der natie. Gij ziet hieruit, M. d. RJ'J dat we onder ons ook nog denkers hebben zoo goed als onze naburen de Duitschers. Of ze diep denken Ja, zie dat weet ik nietwant ze geven zich zelf dien naam van «denkenden". En mij is geleerd dat i niet wie zich zei ven prijst beproefd is dat kon ook hier wel eens van toepassing zijn. Immers er is velerlei denken. Even zoo goed als men diep en wijs denkt, kan men oppervlakkig, dwaas, onnoozel, heelemaal verkeerd denken. Dit laatste nu, vrees ik, is bij onze denkende liberalen het geval. Door hunne vijandschap tegen, en hun uitbannen van Gods Woord werken zij krachtig de revolutie in de hand, om geen sterker woord te gebruiken. Gewis zullen ze eens terugschrikken voor hare ontzettende vruchten wanneer deze eerlang met kracht door gaan werken. Dan zal het echter te laat zijn. Dan moet men maaien wat men, wellicht onwetens, gezaaid heeft. En slaat men nu gade met wat on vermoeiden ijver, eener goede zaak waardig, men letterlijk niets onbeproefd laat om onder klein en groot, rijk en arm de kennis van Gods Woord te verbannenem er hun allerlei het vleesch en den hoogmoed stree- lende nietigheden voor in de hand te stoppen Dan is er geen reden tot verwondering als ook onder ons nu en dan taal wordt gehoord die genoeg doet bemerken hoe hier evenzeer een geest van stugge on tevredenheid rondwaart die naar eene opening zoekt om zich lucht te geven. Dat de minste onwil ge vonden wordt bij hen die God vreezen en Zijn Woord eerbiedigen zal wel niemand durven tegen spreken. Voor oproer van hunne zijde is wel niemand beducht. Sociale woelingen komen uitsluitend voor bij dezulken die eerst met God en Zijn gebod hebben gebroken want het zij nogmaals gezegd Aan God alleen, aan Hem uitsluitend ontleent ieder meerdere zijn recht tegenover den mindere. Het tegendeel te beweren is het toppunt van dwaasheid en gemis aan doorzicht. Daarom, wie Gods oppergezag loochent die onder mijnt de grondslagen der Maatschappij, die ont neemt aan alle menschelijk gezag, zijne reden van bestaan, die ontwricht de zenuwen welke eenen Staat in normalen toestand bewaren. Dat nu een ieder zelf de slotsom opmake, hoe het met dit een en ander in ons Nederland ge schapen staat. Dat men siddere bij de gedachte hoe de hooge God zich de heerschappij door geen nie tige stervelingen ontwringen laat. Dat men nog bij tijds dit inzie en tot de erkentenis kome waartoe zelfs de heiden Nebucadnezar komen moest, K. Burgerlijke Stand. Middelburg. (Van 29 October tot 5 November.) OndertrouwdF. J. Damman, jm. 24 j. met D. Sinke, jd. 28 j. J. J. Dhont, wedr. 32 j. met E. C. Sprink, jd. 21 j. Bevallen: J. C. den Boer, geb. Rommael z. A. Voerman, geb. Verhage, z. A. J, G. Romijn, geb. Roose, d, J. Gideonse, geb. Maas z. A. A. F, Bas tiaansche, geb. Papegaaij, z. A. Emond, geb. Zuid hof, z. N. F. van der Horst. geb. Wunnink, ^eigen- Boom, geb. Koning, d. E. J. Keersem^Ju

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1882 | | pagina 2