Nieuwe Goesche Courant, Christelijk-historisch blad voor Zeeland* 2.ateriiag 29 October. i\°. 974. BINNENLAND. f.j j >3 1 K*i.P *a. HET ZUIDEN. Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen prijs pe* drie maanden francof 1,50. Enkele nommers- 0,05. UITGAVE VAN P. G. WIJTMAN, te Middelhuig en Wed. A. C. JON68, te Goes. Prijs der Advertentiën: Per regel 10 ets.; Familie-berichten van 1—6 regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents. Liefdegaven 6 cents per regel. Tengevolge van den feilen storm van i. 1. Dins dag zijn in alle onze havenplaatsen vaartuigen aangebracht of binnen geloopen die meer of minder gehavend zijn. Persoonlijke ongelukken zijn in onze omgeving althans niet te betreuren, Het Handelsblad verneemt dat de minister van marine heeft gelast een sleepboot uit te zenden tot opsporing van de Barents. De Willem Barents is Dinsdag middag voor de haven van IJmuiden gezien, gesleept deor de Her cules. Door den felle storm is de sleeptros gebroken, en van de Barents vernam men tot nu toe nog niets. De berichten omtrent den ziekentoestand van den minister graaf van Lijnden, luidden ook heden gunstig. De ingenomenheid met de kieswet ontwerp zoowel als met het politiek gedrag van den Minister Pijnacker-Hordijk is bij de liberale partij slechts matig. De Zutfensche Courant o. a. herinnert er aan dat de Minister nu zoo geheel anders spreekt dan het vroegere lid van Amsterdams' Burgerplicht"' en vervolgt dan aldus «Geen oogenblik komt het denkbeeld bij mij op, dat de heer Pijnacker als minister van binnenland- sche zaken thans tegen zijn overtuiging zou spreken maar wel zie ik er een bewijs in, dat ook een zoo flinke figuur als deze jeugdige minister zich niet kan onttrekken aan den invloed zijner omgeving en nu reeds boet voor de onvoorzichtigheid van te meenen, dat hij aan de zijde van een staatsman als Van Lijnden niet alleen eenige zaken in 's lands belang zou kunnen afdoen, maar zelfs verbetering in den politieken toestand zou kimnen brengen. Verbetei'ng van den politieken toestand is naar mijne overtuiging alleen te verwachten van een ministerie, dat zelf toont aan politieke beginselen te hechten en sterk is ook door den band van beginselen, die hen samenbracht. Ook in de memorie van toelichting bij het kieswets-ontwerp wordt weer verbetering van den «politieken toestand" als hoofd doel op den voorgrond gesteld; maar zou het den minister zelf wel geheel duidelijk zijn wat onder «verbetering van den politieken toestand" moet worden verstaan Of zou hij werkelijk met prof. Buijs van meening zijn, dat daarvoor niets anders noodig is dan een kieswethervorming, waardoor de liberalen in de minderheid en de anti-libelaren in de meerderheid komen Opmerkelijk is het ten minste dat het recept van prof. Buijs bijna geheel door den minister wordt opgevolgd, en dat hij zelfs nagenoeg dezelfde censuscijfers heeft voorgesteld als ook door den Leidschen hoogleeraar zijn aangeprezen. Maar indien het den liberalen minister alleen te doen ^vare om zijn politieke tegenstanders, dien jouwens geen grooten haat toedraagt, want anders zou hij niet opnieuw met Van Lijn den achter de groene tafel zijn gaan zitten, aan 't roer te brengen, dan is het vreemd, dat niet tegelijkertijd een normaal-census van f 20, ge volgd door zuivere toepassing van het stelsel van enkele districten, is ingediend. Men moet dus aan nemen, dat mr. Pijnacker onder verbetering van politieken toestand nog iets anders verstaat dan mr. Buijsmaar wat dan Onzen politieken toestand is ongetwijfeld ongezond, maar ik geloofdat de oorzaak van de ziekte niet daar te vinden is waar de ministers die zoeken. Naar de meening van dezen minister en op him standpunt is dat te begrij pen zou er van malaise geen sprake meer zijn, indien slechts dit heterogene, uit verschillende poli tieke elementen bestaande kabinet door de meer derheid in beide takken der staten-generaai krach tig gesteund en zoodoende in staat word gesteld om nog vele wetten tot stand te breDgen. Ik daaren tegen ben van oordeel dat juist het feit, dat een zoo heterogeen ministerie nog zoovele jaren achtereen mogelijk is, als het meest afdoende bewijs kan worden aangehaald dat de politieke toestand niet deugt. Maar is mijne opvatting juist dan spreekt het ook van zelf, dat dit ministerie hoeveel goeds het overigens ook in 's lands belang tot stand kunne brengen, geheel ongeschikt is om de politieke atmosfeer te zuiveren. Niets meer maar ook niets minder toch zou dan van deze bewindslieden ge vorderd dan maatregelen te beramen, waardoor een kabinet Van Lijnden-Pijnacker voor de toekomst onmogelijk zou worden. En een dergelijken eisch stellen is onredelijk." Amsterdam heeft weinig redenen zijn vroegeren stadgenoot, de tegenwoordige Minister van binnen- landsche zaken, dankbaar te zijn voor zijne houding in zake de benoeming van den Leidschen hoogleeraar Rosestein te Amsterdam. Professor Rosestein heeft bedankt, naar het ge voel n van den Raad, tengevolge van de moeielijk- heden door den Minister hem in den weg gelegd. Tengevolge van een besluit door den gemeenteraad genomen, zullen de stukken op deze zaak betrek king hebbende publiek gemaakt worden. Door ongeveer 120 landgenooten, die tot de aanzienlijksten mogen worden gerekend, is bij de Tweede Kamer een verzoekschrift ingediend, waar in op spoedige behandeling der voordracht om trent kinderarbeid wordt aangedrongen en op goedkeuring van dat ontwerp, met zoo weinig moge lijk wijzigingen. Het Handelsblad bevat een schrijven uit Atjeh waaraan wij het volgende ontleenen Van Samalangan gesproken, de toestand moet daar zoo hachelijk zijn, dat op één dag alleen door de landmacht 75 granaten zijn verschoten, en een stoomboot met spoed om reserve-amunitie is afge zonden 50 man versterking zijn derwaarts gezon den de vijand dringt tot p. m. 150 pas van onze benting vooruit en beschiet de onze met brandende pijlen, zoodat eenige soldaten op de daken zijn ge plaatst met bluschmiddelen, want atap, een soort rietdekking, is zeer ontvlambaar. Gaarne wenschte ik de vele voorvallen na mijn laatste schrijven te specificeerendoch wat baat het, of uwe lezers nu al hooren dat de patrouille van A naar B of van Y naar Z marcheerde, en of ze 50 of 100 man sterk was, en telkens aan gevallen werd In hoofdzaak zij dit vermelddat de overmoed van den Atjeh er toeneemtdat thans bovendien de cholera heerscht; dat Samalangan van alle zijden door loopgraven is ingesloten dat op die plaats in de benting van de onzen ver scheiden sneuveldeneen marineofficier aldaar in een sloep verwond werdgisteren nacht volgens spionnengerucht Oleh-leh met een vloot van pl. m. 200 prauwen zou aangevallen worden (met een scbijnaanval op het militaire kamp, en de plaats zelve te overvallen met moord, roof enz.) Als men daarbij bedenkt dat alles anders kon wezen met minder kosten, dan vragen wij ons afwaarom handhaaft men zulk een toestand PS. Alsvorens ik dezen brief verzend, verneem, ik nog dat de missigit der bevriende Atjehers ta Analaboe door «kwaadwilligen" is in de asch gelegd. Gisteren zijn 2 compagniën te Toengkoep uitge rukt, die 6 gewonden kregen en den vijand 14 dooden en gewonden bezorgden, en waarbij Toekoa Ngak-Hassan, helaas wederom «bijna" gevangen, is genomen. Yan onze gewonden zijn er sedert reeds overleden. Hoe fel de cholera hier op dit oogenblik woedt, kan men daaruit nagaan, dat uit het hospitaal alhier heden ochtend te 7 uren drie Europeesche soldaten gelijktijdig zijn begraven. In de Standaard komt een uitvoerig schrijven voor van prof. A. Kuyper over zijn verzet tegen de zending van dr. Jonkman naar de Transvaal, namens de Ned. Zuid-Afrikaansche Verevniging. De heer Kuyper verzekert, dat hij niets heeft tegen het karakter en de kunde van dr. J., maar hem niet een geschikt persoon voor die zending acht, omdat gelijk ook, volgens prof. K., zoo in het bestuur als op de algemeene vergadering der Vereeniging eenparig werd toegestemd wegens den aard der verhoudingen de eommissaris moet zijn van dezelfde godsdienstige belijdenis als de heeren Kruger c. 8. en evenals deze het antirevo lutionair staatkundig program toegedaan, hetwelk door de nationale partij in Afrika met eukele wijzi gingen is overgenomenverder met de kerkelijke onderscheidingen en toestanden moet vertrouwd zijn en bovendien industrieele en oeconomische kennis bezitten, met rijpe ontwikkeling ea veelzijdig ervaring en menschenkennis. Den heer Jonkman ontbreekt, volgens prof. Kuyper, dat alles; hij is een jong, veelbelovend plantkundige, die wel met de mikroskoop kan omgaan en de Fauna ©3»

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1882 | | pagina 1