Nieuwe Goesche Courant,
Ch r is tel ijk-h is tor isch blad voor Zeeland.
Zaterdag
14 October.
1V. 068.
BINNENLAND.
oO'„
HET ZUIDEN.
Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag
avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen
Prijs pe** drie maanden francof 1,50.
Enkele nommers- 0,05.
P. G.
UITGAVE VAN
WIJ THAN, te Middelhui g
Wed. A. C. DE JONGE, te Goes.
Prijs der Advertentiën:
Per regel 10 ets.Familie-berichten van 1—6
regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents.
Liefdegaven 6 cents per regel.
Woensdag is door aanneming eener
conclusie der commissie uit de Tweede Kamer, om
trent onze toetreding tot de consulaire rechtsmacht
in Egypte, verklaard, dat, wegens de beperking der
rechtsmacht onzer consuls een tractaat aan de goed
keuring der wetgevende macht had moeten onder
worpen worden.
De minister van Buitenlandsche Zaken achtte
even als zijn voorgangers het sluiten van een tractaat
niet noodig.
Naar aanleiding der kwestie van den strijd
tusschen de oude Fransche wetten en decreten met
de instructie van 1875 voor de fort- en vesting-
kommandanten, zeide de minister van Oorlog een
nieuwe wettelijke regeling van het onderwerp toe
zoomede een wijziging der instructie van 1875
alleen wat betreft zuiver militaire belangen.
De Kamer scheidde tot Dinsdag, ter behandeling
van verschillende onderwerpen. O. a. de overeen
komst met de Kanaal- en Hollandsc/ie spoorwegmaat
schap-pij en de conclusie over het adres van generaal
van der Heijden.
De afdeelingen der Tweede Kamer van de Staten -
Generaal hebben benoemd tot rapporteurs over
hoofdstuk V der Staatsbegrooting (binnenl. zaken)
de heeren van Asch Van Wijck, Schepel, Bastert,
Bergsma en van der Kaay.
Ook door de R. K. kiesvereeniging Recht voor allen
te Amersfoort is tot candidaat voor de Tweede
Kamer gesteld mr. F. W. C. P. graaf Van Bylandt,
candidaat der anti-revolutionairen.
De verkiezing van Graaf van Bylandt is in dit
district het eenige waar de anti-revolutionairen
zonder hulp van een der andere partijen de meer
derheid hebben dan ook zeker.
Met machtiging des KoDings zijn de heeren M.
H. Jansen, gepensioneerd kapitein ter zee, lid van
den Raad van State, en mr. T. M. C. Asser, hoog
leeraar in de rechtsgeleerdheid te Amsterdam, raads
adviseur aan het Departement van buitenlandsche
zaken, benoemd tot afgevaardigden veor Nederland,
zijne koloniën en overzeesche bezittingen, op de
internationale conferentie, tot bescherming der onder-
zeesche telegraafkabels, welke den 16en dezer te
Parijs zal geopend worden.
Eenigszins duidelijker inzicht geven de onderstaande
mededeelingen uit Indische Couranten, over den
strijd tusschen militair en burgerlijk gezag in Atjeh.
In het mailoverzicht van het Alg. Dagblad van
Ned.-Indiè' van 2 Sept. wordt gezegd, dat sedert de
gebeurtenissen van den 4en en den 7en Aug. geen
kwade tijdingen meer uit Atjeh zijn ontvangen. De
^vervanging van kolonel Haus schijnt alleen veroor-
kt te zijn, door oneenigheid met den Gouver-
In een correspondentie vond het blad ver
meld, dat de militaire bevelhebber geëischt had
als de troepen uittrokken, streng oorlogsrecht tegen
de kampongs te mogen toepassen, en dat de Gou
verneur daar niet in bewilligde.
Volgens het Bat. Rand. heeft de terugroeping
van kolonel Hans, als militair kommandant van
Atjeh niet plaats gehad op initiatief van den gou
verneur-generaal, maar op last van den afgetreden
minister van koloniën.
»Die last schrijft het B. H. die last is ge
geven niet om den staat van oorlog in Atjeh
onzerzijds te erkennen, maar integendeel om den
apostel des vredes, den heer Pruijs van der Hoe
ven, satisfactie te geven in zijn klachten over ko
lonel Hans klachten, welke haar grondslag vinden
niet in 's kolonels zelfstandigheid tegenover den
civielen gouverneur, maar in zijn pogingen om het
departement van oorlog naar waarheid in te lichten
omtrent den slechten staat van zaken in Atjeh.
Kolonel Schafera instructies zijn dan ook geheel
dezelfde als die, aan zijn voorganger gegeven.
»Naar deze bedoelingen zijn onlangs door den
krijgsraad te Atjeh slechts disciplinair gestraft een
sergeant en eenige manschappen, die bij een treffen
met de Atjehers het op een loopen hadden gezet,
hun geweren hadden weggeworpen en, ofschoon
teruggeroepen, niet teruggekeerd waren dan nadat
zij eenigen tijd daarna waren opgepakt. Dat feit
is disciplinair afgedaan met de overweging»dat
de toestand in Atjeh die des vredes is, zoodat hier
geen sprake is van vluchten voor den vijand.
»De legerkommandant heeft de overweging in
's krijgsraads vonnis gebillijkt, met het oog op den
vredestoestand, »waarin Atjeh verkeert naar het
oordeel der regeering."
Opmerkelijk is nog, dat het Alg. Dbl. van N.-I.,
dat in den beginne de bestuursverandering heeft
verdedigd, thans schrijft»Zelfs zij, die in 1880
het burgerlijk bestuur invoerden, zouden zonder
schande kunnen erkennen, dat de loop der omstan
digheden anders geweest is dan men toen mocht
vermoeden. Voor hem, die na dat besluit enkel
tot uitvoering geroepen werd, zou die erkentenis
nog gemakkelijker zijn."
Daar mr. Patijn deze week ontslag als lid der
Tweede Kamer heeft genomen, kan zeer spoedig
in het district Gouda vroeger door dr. Kuyper
vertegenwoordigd, eene verkiezing worden gewacht.
De liberalen zullen hunne stemmen vereenigen
op den burgemeester van Gouda, de heer van Ber
gen IJzendoom. Van de anti-re volution amen is nog
niets bekend.
Door den heer J. De Boer, aannemer te Oost-
zaan, werd onlangs aan den Minister van Marine
te kennen gegeven, dat hij er zeker van meende
te zijn met eenvoudige machinerieën den gezonken
rammonitor Adder te kunnen lichten, en hij genegen
was zijne plannen daaromtrent aan den Minister
te openen. In de vorige week werd de heer De
Boer dientengevolge door den Minister van Marine
aan het departement ontboden, alwaar in tegen
woordigheid eener commissie eenige gedachtenwisse-
lingen plaats hadden.
In de pers doet de ronde een brief van den heer
C. Hoffman, kommandant der Willem Barentsge
dateerd van 23 September uit Hammerfest. Het
verhaal van het laatste deel der reis bevat ditmaal
niet veel merkwaardigs en is trouwens reeds door
vroegere mededeelingen, in hoofdzaak bekend. Het
blijkt intusschen, dat de bemanning het thans wel
licht meer dan ooit alles behalve prettig heeft ge
had. Men leest in het uitvoerig schrijven van den
kapitein van bijna niets anders dan van ijs, regen,
mist, nog eens mist en aanhoudend mistGelukkig
heeft bij dit alles de gezondheidstoestand der equi
page weinig te wenschen overgelaten,
De Standaard, met een ander blad in polemiek over
de toestand van Egypte, deelt aangaande de politieke
gewoonten der onderdanen van den Khedive, ook
mede, wat denkelijk slechts weinigen nog wisten,
dat de Fellah's, wel verre van stil hij hunne ak
kers te leven, veel meer zich met politiek bemoeien
en zich veel beter op de hoogte der politiek houden,
dan bij ons zelfs ontwikkelde menschen. De Wa-
tvude Tayef de Hejaz, de IJiram en tal van an
dere bladen komen bij eiken boer in huis. En dat
wel op de eigenaardige manier, dat jongens van
hut tot hut rondloopen, om ze even te laten lezen,
en dan weer verder te gaan. Dit inzien kost vijf
paras, ongeveer driekwart cent.
Doordenheer mr. Amersfoort worden in het Nieutos
vau den Dag eenige bijzonderheden medegedeeld aan
gaande de Chineesche afdeeling der Internationale
tentoonstelling. Er bestaat o. a. plan om uit China
een yonk (vaartuig) te bevrachten naar Amsterdam,
geheel geladen met voortbrengselen des lands, zoo»
als Chineesche varkens, vogels, door kunst ver
edelde visschen, enz.
Belangstellenden, bezorgd niet alleen voor het
stoffelijk, maar ook voor het geestelijk welzijn der
Chineesche werklieden en matrozen, zijn ter tegemoet
koming daaraan op een idee gekomen den
»Chineezen van Europa" ten volle waardig. Men
wil toch niet meer of minder dan op het terrein
der tentoonstelling een Internationale Kapel bouwen,
waarin beurtelings elke vreemdeling »de Godheid"
zou kunnen aanbidden op zijne wijze. De gastvrij
heid schijnt zelfs mede te brengen voegt de
schrijver er bij dat bij onverhoopte sterfgevallen,
ieder vreemdeling zal kunnen worden ter aarde
besteld met de plechtigheden, in zijn vaderland
gebruikelijk.
Bovendien schijnt het plannetje den heer Arnera-
foordt tevens een uitmuntende gelegenheid toe, om
de godsdienstplechtigheden van verschillende volken
door eigen aanschouwing te leeren kennen. Is dit
zoo, dan deed men intusschen beter de godsdien-