Nieuwe Goesche Courant, Ch r i telijk-his tor is c h blad voor Zeeland Zaterdag 16 September. BINNENLAND. Jm J+ 1 W. 9o6. HET ZUIDEN, Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen prijs pe* drie maanden francof 1,50. Enkele nommers- 0,05. UITGAVE VAN P. G. IVIJ TM AIV, te Middelhuig en Wed. A. C. DE JONGE, te Goes. Prijs der Advertentiën: Per regel 10 ets.; Familie-berichten van 1- regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents. Liefdegaven 6 cents per regel. De Nederlandsche vereeniging tot afschaffing van sterken drank herdacht Dinsdag te Haarlem haar 40-jarig bestaan. Nadat des middags door de afdee- ling Haarlem aan hoofdbestuurders, correspondenten en genoodigden een orgelconcert in de Groote Kerk was aangeboden, vereenigde men zich des avonds in de muziekzaal van de sociëteit De Kroon, met groen en vlaggen-tropeeën versierd, tot een feestelijke bijeenkomst. Een orkest onder leiding van den heer M. H. Muller, en een zangvereeniging »Harpe Sions" genaamd, directeur de heer de heer M. J. Beuling, voerden te zamen bij afwisseling een vocaal en instrumentaal programma uit. De feestrede, na een welkomstgroet door den heer Brouwer, uit Zwolle, werd gehouden door den voorzitter der vereeniging, ihr. J. L. de Jonge. Van getuigde de ondervoorzitter, dat hij na den overleden stichter dr. Egeling te Haarlem, met eere verdiende genoemd te worden, als de vader van de «Drankwet". Maar dan moest ook niet vergeten worden mr. Modderman, den minister van justitie aan wien de afschaffers gaarne alle verdiende hulde wilden brengen. Behalve den minister van justitie, merkte men onder de aanwezigen op: den oud-miuister Heemskerk, het geheele hoofdbestuur, mr. Goeman Borgesius, president van het volks- (vroeger Multapatiors) bond, de heeren Eshuijs uit Rotterdam en de heeren Hoek, Fabius, De Ridder en d'Engelbronner, den commissaris des Konings in Noord-Holland, het dagelijksch bestuur der gemeente en meer andere genoodigden. De feestredenaar herinnerde er aan, dat ruim 40 jaren geleden het denkbeeld, om, in navolging van de Engelsche en Amerikaansche matigheidsgenoot schappen, ook hier te lande een vereeniging te stichten om 't misbruik van den sterken drank te bestrijden, het eerst was opgekomen bij dr. Egeling te Haarlem. Over 't beginsel werd men 't eens volstrekte onthouding was 't eenig mogelijke, niet zelf drinken, niet ook aan anderen schenken. Dat beginsel bleef behouden, ook bij de herzie ning in 1876 van de algemeene wet. Spr. noemde onder de eerste oprichters de namen van A. A. Stuart te Rotterdam, La Lau te Leiden, mr. J. Heemskerk Az., destijds te Amsterdam. Hij ge waagde voorts van verschillende congressen waaraan was deelgenomen van menige eervolle onderschei ding, bekroning of vermelding welke in 't tijdsver loop van 40 jaar aan de vereeniging was ten deel gevallen. Hij herinnerde voorts aan de volkspetiti- onement in 1854, toen aan de regeering gevraagd, werd maatregelen te nemen tegen het voortdurend toenemend misbruik van sterken drank en wees ten slotte op de drankwet als de vrucht van het werken en streven der vereeniging; hij bracht ook hulde aan het volksbond, door Multapatior in het leven ofschoon de vereeniging van een ander it\c\ oinHicrt. snreker. al zijn de cigfers waardoor het verminderde drankge bruik aangeduid wordt, voorloopig bevredigend, de strijd duurt voort, de vereeniging heeft nog maar in bijna 400 van de J.200 gemeenten van ons vaderland hare vertakkingenzij telt thans circa. 16000 leden, maar dat is nog niet genoeg, de af schaffing moet nog veel meer een volkszaak worden Ten slotte kan als een hoogst verblijdend bericht worden medegedeeld dat de prins van Oranje zich bereid heeft verklaard het beschermheerschap van de vereeniging te aanvaarden. Daverende toejuchingen begroetten deze mededee- lingen en de rede des voorzitters, waarna de minis ter Modderman het woord verkreeg en zeide dat het de regeering aangenaam was door zijne tegenwoordig heid op dit feest een bewijs van instemming te hebben kunnen schenken met het werken en streven der Vereeniging dat ook de koning, een gelijk bewijs van belangstelling willende geven, hem had opgedragen den geachten algemeenen voorzitter het ridderkruis van den Nederlandschen Leeuw te over handigen, hetgeen hij bij deze deed, met den wensch dat de vereeniging mocht voortgaan met denzelfden ijver, kon 't zijn met toenemend goeden uitslag, op den door haar gevolgden weg. De feestviering werd daarna door den vice-voor- zitter met een hartelijk woord en dankbetuigingen gesloten. De correspondent van het Handelsblad levert onder dagteekening van 7 Augustus een nieuwe treurige bijdrage van den onrustigen toestand in Atjeh. Hij schrijft Heden beleefden we een dag, die ons nog lang heu gen zal. Van onze troepen, die heden ter sterkte van ongeveer 140 man in het vuur waren, vielen er 44 dooden en gewonden, waaronder 2 officieren zwaar gewond, terwijl 7 stel wapens met de elf ge sneuvelden in 's vijand handen vielen. Onze post Pajou werd namelijk aangevallen, en te gelijk eene kolonne van pl. m. 90 man, op weg van Lambaroe naar Pajou. Het vuur was zeldzaam hevig en vernielend. Onder de van alle zijden aan rukkende vijanden merkte men één Europeaan op, die aanhoudend op kapt. Bode vuurde, doch alléén zijn pet raakteéén duim lager en ook deze officier ware gesneuveld. De grond was in een om mezien met onze lijken en kermende gewonden be dekt, die zooveel mogelijk door hunne kameraden moesten vervoerd worden, waardoor de troep tot op 40 strijd vaardigen slonk; kapt. B. zelf had 2 gewe ren te dragen. Een op den grond liggenden gewon den hoornblazer zag men te laat met de hand om hulp wuiven, een 6-tal Atjehers omringden hem en maakten hem, daarbij dansende, met kle- wanghouwen af. Enkele oogenblikken smeekte de troep hunnen aanvoerder, hen toch uit den kogelre gen te voeren, doch dit was bijna ondoenlijk, en ware de in. aanbouw zijnde weg naar Toengkoep niet reeds zoo ver gevorderd geweest dat zij dien SDoedie bereikten, dan ware hun aller lot niet te voorzien geweest, daar hun de terugtocht was af gesneden. Men beweert, dat de door den kolonel aangewezen te volgen weg, wegens contraorders van het civiel bestuur, niet gevolgd is kunnen worden Op 4 Augustus sneuvelde de schout, en leden de onzen mede verlies aan dooden en gewonden, waar onder één officier hun getal is mij niet bekend. Het getal gesneuvelden en gewonden in dit jaar is nu tot ongeveer 140 gestegen. Waar het hierheen moet, vragen wij ons niet meer afhet k treurig Tot het verdere nieuws behoort de plundering van een schuit door den vijand, waarbij hij o. a. f 10Ö0 aan zilver buit maakte; een danspartij in de sociëteit op 2 Augustus, ter viering van H. M's verjaardag, bewaakt door een flink detachement met geladen geweren en waarbij de militaire muziek welke dien dag bijna geen rust had, tot 's nachts 3 lh uur blies om 2 uur later door hun overste niet societeïtslid op een militaire marschje ont haald te worden. Op 8 Augustus schrijft hij Bij het doorzoeken van het slagveld, door ons gisteren verlaten, zijn onze gesneuvelden grooten- deels teruggevondenhunne lijken waren onthoofd, van wapens ontdaan en gruwelijk verminkt. Zooeven zijn benden Atjehers achter de kolonels woning te Nesoek bij den Kraton ontdekt2 comp, zijn uitgerukt, de uitslag is nog niet bekend bij het verzenden van dezen brief. 't Gelijkt veel op den toestand van 1874. De buitengewone vergadering van aandeelhouders der Stoomvaartmaatschappij Zeeland ter goedkeuring der dading met de Hooge Erven van Z. K. H. prins Hendrik der Nederlanden, die Woensdag zou plaats hebben, kon niet doorgaan, omdat een te gering aantal aandeelen was vertegenwoordigd. Vertegenwoordigd waren 474' aandeel, terwijl voor eene verandering der statuten, die voor het sluiten der overeenkomst noodig was, minstens de toestemming van de helft der aandeelen wordt vereischt. De helft der aandee len bedroeg op 't oogenblik 585, zoodat de verga dering tot Woensdag a. s. werd uitgesteld. Mr. Henny, laatst directeur van het binnenlandsch bestuur op Java, is benoemd tot vertegenwoordiger van de Ned.-Indische stoomvaartmaatschappij in Nederland. Die maatschappij, reeds in het bezit van 26 stoomschepen, heeft thans weder twee stoomvaartuigen, ieder van 3000 ton aangekocht, terwijl 3 booten van die grootte in Engeland voor de maatschappij worden aangebouwd. Die vier nieuwe schepen zullen hoofdzakelijk moeten dienen voor de vart op Australië en China. Blijkens mededeeling van den consul der Neder landen te Algiers zijn de schepen komende van Indie en van de havens in Egyp-e, of welke eene dier havens hebben aangedaan, bij hunne aank te gemelder_

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1882 | | pagina 1