Nieuwe Goesche Courant, C hr is tel ij k- historisch blad voor Zeeland. VOLKSGEWETEN. i«Ö2. Donderdag 24 Augustus. 946. HET ZUIDEN, Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen Prijs pev drie maanden francof 1,50. Enkele nommers- 0,05. UITGAVE VAN P. G. WIJ Tl AH, te Biddelbuig id. A. C. JONGE, te Goes. Prijs der Advertentiën: Per regel 10 ets.; Familie-berichten van 1-6 regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents. Liefdegaven 6 cents per regel. Het geweten der «liberalen" begint te ontwaken. Wij willen nu niet zeggen dat alle zich liberaal noemende personen 't in de laatste jaren met een dommelend geweten gedaan hebben, maar 't geweten der partij was door hare leiders zóó in slaap gesust en gezongen, zóó met drankjes in diepe rust gebracht, 't had zich zóó vertrouwend op den »lieven klepper" ter ruste gelegd, dat men 't nergens hoorde of gewaar werd't had hem zelfs de uren niet hooren afroepen, zelfs niet bemerkt dat de tijd, terwijl bet sliep, intusschen voortging. Maar de klepper zelf, die, als 't er op aankomt, alarm genoeg maken kan, Mr. A. Kerdijk heeft moeten zien, dat er aan den langsten nacht een einde komt, dat er iets aan den gezichteinder grauwt, wat weldra helderder zal worden. Of hij 't hoopt of vreest? Hij vermoedt dat het de dageraad van den dag der vrijheid zou kunnen wezen. Ondanks zichzelven kondigt hij die schemering aande hanen, die hier en daar de om uitbreiding van 't kiesrecht kraaien, hebben hem er opmerkzaam op gemaakt. Mr. Kerdijk zou het hatelijk artikel 194 der grondwet zoo willen gewijzigd zien, dat niemand er meer verplicht staatsonderwijs in zou kunnen lezen. De grondwet zou dan niemand meer in den weg heeten te staan hij eene regeling van het school wezen, overeenkomstig de wenschen van de tegen woordige of toekomstige kamermeerderheid. Van onze zijde is er steeds op grondwetsherziening aangedrongen, met het oog op uitbreiding van het kiesrecht, doch nooit zonder daarmede gepaard gaande verandering van art. 194. De N. Rotterd- Courant is daar echter zóó bang van, dat zij heel uitvoerig betoogde uitbreiding der kiesbevoegdheid niet wenschelijk te achten, 't Moet haar bitter tegenvallen dat Mr. Kerdijk eene schrede tot ons nadert. Terwijl de klepper nog bij lange na niet zooveel leven maakt, als hij eenmaal getoond heeft te kunnen maken, gaat de Augustus-collecte bij de wakkere vrinden rond, en tevens ook uit porren bij de slapende gewetens. Uilenspiegel zal 't ons niet kwalijk nemen als wij zeggen: op klompen.) Ieder moet haar hooren, elk geweten dat voor ontwaken reeds vatbaar is. 't Is aardig om op te merken, hoe reeds de Mid~ delb. Courant zich beijverde om de halfontwaakte gewetens toe te fluisterendie Augustus-collecte beteekent niets, hoe die courant een praatje maakte, niet tegen, maar voor den vaak. Aardiger is het nog dat het Handelsblad een langen Zeeuwschen Brief heeft opgenomen, in welken de Augustus-collecte en de Zeeuwsche boeren samen onder één domper worden gezet, 't Schijnt dat het geweten der «liberalen" in de streek, waar de brief schrijver woont (in 't 5e?), erg begint te woelen. Wat 'n groote flesch slaapdrank heeft die brief- chrijver klaar gemaakt! Wat zal de mederedacteur van 't Handelsblad, de wakkere Charles Boissevain, van zoo'n brief wel gezegd hebben Hij die in Amerika zoo schoon overal de werkzaamheid van 't vrije initiatief wist op te merken, hij die de dichters opriep om de zelfstandig optredende, de voor beginselen strij dende en door volharding overwinnende helden der nieuwe wereld te bezingen, hij moet een afkeer hebben van zulk een wonderlijk gedraaiden ge wetenstopper, van zulk eene portie lijmerige pa paverstroop. Zoo begint de brief: Het was zeker niet zonder bedoeling-, dat zekere menschen in den lande, die onder het schoone woo;d- Unie verbonden zijn, de inzameling van gelden tot be- eiking van hun doel in de oogstmaand stelden Er bestaat geen toeval, maar als het bestond, zou er dan wel iets toevalligger zijn dan dat juist die fel doorgedreven en hevig bestreden wet op den 17en van die maand werd goedgekeurd Is ooit of immer de Unie, zegge de eendracht, der anti-revolutionairen betar gebleken dan tegen die wet, en voor die collecte Wij lezen verder Als ons landvolk het geluk heeft, vele en goede vruchten van zijne akkers te oogsten, dan is het niet alleen in staat, maar ook gezind om van hun overvloed iet9 mede te deelcn. Wij zeggen met opzet ,/iets", want over het algemeen is het Zeeuwsche landvolk in geen opzicht milddadig. Dat wil niet zeg. en, dat het bepaald hebzuchtig of gierig is, maar de lust tot geven gaat doorgaans met een zekere mate van blijmoedigheid ge paard, en aan deze laatste ontbreekt hier veel. Over die meerdere of mindere milddadigheid zul len we niet twisteD, maar alleen wijzen op het aan tal Chr. Geref. Gemeenten, die hoofdzakelijk uit zulk «landvolk" bestaan, en zichzelven geheel be druipen. Welke milddadigheid en blijmoedigheid de brief schrijver wenschen zou, Iaat zich uit het vervolg afleiden. Meu kan dien karaktertrek verklaren uit de langdu rige alzondering, waarin men hier verkeerde, of denken aan de zware kleigronden, die zwaren arbeid verei- schen en daardoor oorzaak zijn van een eenigszinsge drukt gemoed. Maar een feit is het, dat het volk ten platten lande ia onze provincie een zekere mate van zelfzucht tot kenmerk heeft, die, behoudens gelukkige uitzonderingen, doorgaans vrij onhandelbaar maakt. Het is niet te ontkennen, dat daarin in de laatste jaren verbetering waar te nemen is. Sedert de Zeeuwsche spoorweglijn geopend werd, zijn de afgezonderd en meer wereldburgers geworden. Een gedurige verplaatsing de omgang met anderen; het verkeer in groote steden, zooals in Antwerpen, Rotterdam enz.de zelfstandigé handeling, die daarvan het gevolg is, omdat men niet langer bij alles van tusschenpersonen zich bedie nen moet; dat alles en nog zooveel meer, dat onzen tijd kenmerkt, heatt eene belangrijke wijziging aangebracht. Maar een diep ingeworteld volkskarakter wordt niet op eens omgezet en vandaar, dat tusschen de stralen van een naderenden lichtstroom, nog dik wijls zich nevelen vertoonen, die aan vorige dagen doen denken. 't Zal de blijmoedigheid van den pleizierreiziger moeten zijn, die «zelfstandig" dat is ver van de op één cent per stukje boter, op één halve stuiver per vijf en twiutig eieren ziende huisvrouw de guldens laat rollen door loket en buffet, 't Zal de blijmoedigheid moeten zijn, die een weldadigheids- concert met een weldadigheidsdansje besluit. Maar de schrijver heeft het vooral op de collecte voor de School met den Bijbel gemunt. Opnieuw heeft het onze aandacht getrokken, dat een volkomen kalmte; op dit punt bij de bevolking bestond, totdat de agitateurs op de gewone wijze optraden. Dat moet ook de aandacht trekken heel die vol zin is zeer juist gesteld, op het woord agitateurs (opwinders) na. Wij, anti-revolutionairen, doen zulke zaken busi nesslike, als mannen van zaken. Dit moet het blad, dat Charles Boissevain onder zijne medearbeiders telt, dat Handelshl&ó. heet, beter begrijpen. Ieder onzer weet wanneer de 17e Augustus komt, en wat die dag beteekent. Eene eenvoudige herinnering daaraan, eene korte afspraak waar en door wien zal gecollecteerd worden is voldoende, en de zaak gaat haar gang. De vaste tred der Augustus-col lecte maakt de sluimerende gewetens der «libera len" niet op eens klaar wakker, zij gaat rond door straten en stegen, vindt de vrienden bereid om dadelijk te geven en vervolgt haren weg. Het doet ons intusschen genoegen dat «liberale" conscientiën hier en daar al bij de hand zijn, om haar door gordijntjes en hordetjes na te gluren. De eigenaardigheid van ons landvolk is daarbij weder duidelijk aan den dag gekomen. Men heeft hooren razen en tieren of hooren bidden en smeeken, maar de beurzen werden, op enkele uitzonderingen na, slechts daar flink geopend, waar de partijgeest wortelen had geschoten, of nog een buitengewoon beroep op de zalig, makende milddadigheid werd gedaan. Van razen en tieren gesproken waar razen en tieren de voorstanders van de School met den Bij bel? Hier, te Middelburg, hebben ze nog pas hoo ren razen en tieren met «vergunning" of ten minste toelating der overheid op uren, lang na 't uur dat straatgerucht strafbaar is, toen de geen geld ont ziende «blijmoedigheid" op den vroegen Zondagmor gen, na den laatsten kermisdag haar toppunt be reikte. Aan zoo'n razende en tierende «blijmoedig heid" kan de Zeeuwsche briefschrijver van 't Ilan* delsblad zijn hart ophalen. In zekere gemeente, waar eene bijzondere school is was het eerst onzeker of men wel voor de Unie col lecteeren zon, daar die school lijdende is aan groot geldgebrek. Het voorstel werd toen gedaan, e^n deel der collecte voor de Unie, een grooter deel voor de behoefte in eigen kring te bestemmen. Zoo werd een betrekkelijk schamele opbrengst verkregen. Ditmaal ging het verzoek van de TTniebestuurders gepaard met de verzekering, dat de geheele collecte voor de school in loco zijn zou, na aftrek van onvermijdelijke kosten (welke en waarvoor werd niet. gezegd). En zoo ging de zaak met vlag er. wimpel door. Den volke zal nu bekend gemaakt worden, dat in die gemeente zooveel voor de Unie, voor de School met den Bijbel in het algemeen, werd gegeven, terwijl men slechts geofferd heeft om eene nu eenmaal daar bestaande school in stand te houden, een noodzakelijk kwaad, waaraan men zich onderwerpt, daar men vermoedelijk niets of

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1882 | | pagina 1