Nieuwe Goesche Courant,
Chr is tv l ijk-his torisch blad voor Zeeland*
1«82.
Dinsdag- 1 d Aug ustus.
I\I0. 942.
BINNENLAND.
HET ZUIDEN,
Verschijnt eiken Maasdag, Woensdag en Vrijdag
avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen
Prijs pe- drie maanden francof 1,50.
Enkele nommers- 0,05.
UITGAVK VAN
6. WIJ Tl AH, ic lliddelbuig
Wed. A. C.
JONGE, Ie Goes.
Prijs der Advertentiën:
Per regel 10 ets.; Familie-berichten van 1b
regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents.
Liefdegaven 6 cents per regel.
Volgens het Vaderland heeft Z. M. de Koning
Donderdag jl. de opdracht tot Kabinetsformatie
aan den Heer Van Lynden vernieuwd.
Die vernieuwde opdracht was door den heer van
Lynden blijkbaar voorzien, want bij heeft reeds
vóór Donderdag pogingen gedaan, om zijn demis-
sionnair Kabinet met een minister van financiën
en een van koloniën aan te vullen, ten einde zelf
naar buitenlandsche zaken te kunnen terugkeeren.
Die pogingen hebben aanvankelijk geen gunstigen
uitslag gehad, maar uit het vernieuwen der opdracht
mag men wel de gevolgtrekking maken, dat het
einde der crisis nabij en het koninklijk besluit over
de gewijzigde kabinetsformatie eerstdaags te ver
wachten is.
De opbrengst der rijksmiddelen over de versche
nen zeven maanden van dit jaar is vrij voldoende te
achten. Wel toont zij een achterstand van ruim 11
ton bij 7/12 van de raming, maar dit verschil wordt
geheel opgehelderd door de omstandigheid, dat gelijk
gewoonlijk uit de directe belastingen nog bijna 2
millioen minder dan dat gedeelte der raming is
ingekomen, wat echter in de laatste maanden des
jaars ruimschoots wordt ingehaald. De andere mid
delen hebben reeds 87a ton meer dan de raming
4 millioen meer dan in 1881 opgeleverd.
De vergeiijking met de cijfers van het vorige
jaar leert, dat het voordeelig verschil van 1 millioen
bijna geheel is te danken aan de accijnsen en wel
voor bijna 8 ton.
Het gedistilleerd, dat in vorige jaren steeds meer
inbracht, toont in 1882 het tegendeel, vermoedelijk
als gevolg van de drankwet; de opbrengst van dien
accijns is bij de raming reeds 7 ton en bij 1881
reeds f 160,000 ten achter. Daarentegen vindt men
bij de andere accijnsen een aanmerkelijken vooruit
gang. Suiker gaf bijna 77a ton meer aan de schat
kist, zout f 88,000 meer, zeep f 28,000 meer, bieren
en azijnen f 15,000 meer en geslacht f 70,000 meer.
Mag men daaruit afleiden, dat de gelden, die voor
heen voor jenever werden besteed, nu ten deele
voor voedingsmiddelen worden aangewend?
De Middelb. Courant deelt mede, dat met 15 Sep
tember a. een stoombootdienst wordt geopend van
Breskens via Vlissiugen, Middelburg en Dordrecht op
Rotterdam de dienst zal voorloopig eenmaal 's weeks
geschieden en bestemd zijn tot het vervoer van
goederen en vee. De personen der ondernemers,
behoorende tot de grootste en soliedste in Nederland,
zijn een waarborg dat men hier met geen ge
waagde proefneming, maar met eene ernstige onder
neming te doen hebben. v
neming
De
He Bru
Klank*
Middelburg en Vlissingen gunning gevraagd voor het
aanleggen van een telephoongeleidingen in en tus-
schen de beide gemeenten onderling. Een der aan
vragers bevindt zich op 't oogenblik te Middelburg
om toezeggingen voor abonnementen aan te nemen.
De prijs van een abonnement is f 120 's jaars,
betaalbaar bij de opening van den dienst, welke
uiterlijk een jaar na de bekrachtiging der concessie
geschieden moet, voor een afstand van ten hoogste
2 kilometers, van de woning van den geabonneerde
tot het centraal-bureau. De concessionarissen laten
op hunne kosten een telephoondraad en toestel leg
gen in de woning van ieder geabonneerde. Men zal
daar zoo dikwijls en zoo lang men wil gebruik van
kunnen maken, doch toestel en draad blijven het
eigendom der concessionarissen. (M. C
De heeren Boucquié, baron Van den Bogaerde,
Brussel, Goethals te Antwerpen en Verhaege te
;enberghe hebben aan de gemeentebesturen van
De moord te Veere.
Het Donderdag gehouden getuigenverhoor loopt al
lereerst over het vertrek van Roland uit zijns moeders
huis en uit Veere met een koffertje, dat op eens,
nog vóór hij het plaatsje had verlaten, was verdwe
nen. Toen hij in den vooravond van 1 October in
de herberg Halverwege kwam waar hij o. a. zeven
glazen brandewijn gebruikte, en zeide dat hij naar
Bergen op Zoom ging had hij het koffertje niet
meer bij zich, hoewel beschuldigde het wil doen
voorkomen alsof hij het koffertje wel met zich droeg.
Verder wordt het Hof in kennis gesteld met de
onfatsoenlijke gedragingen van besch. in de R. K.
kerk op Zondag 2 October, terwijl reeds Woensdag
was gebleken dat hij op Witte Donderdag in de kerk
de pastoor had bespot. Het verhoor heeft nu hoofd
zakelijk ten doel om te constateeren, dat besch. op
2 October jl. nog in Veere was, hetgeen eveneens
door besch. wordt ontkend. Ook van zijne gesprek
ken over de verslagene of van een vroeger bezoek
te diens huize wil hij niets weten, hetgeen den pre
sident aanleiding geeft tot de opmerking dat het er
thans veel van heeft dat alle getuigen onder eede
liegen.
Aan het einde van het getuigenverhoor worden
van besch. verklaringen gegeven die hem als een
ondeugenden, wreedaardigen kwajongen kenmerken.
De laatste getuige geeft eene verklaring omtrent
het gouden horloge van Snijders, in het bezit van
besch. door Antwerpsche getuigen gezien, die de
door hen afgelegde getuigenissen in het licht doet
komen.
Alsnu ondergaat de beschuldigde eeu langdurig
verhoor. Op de daartoe gedane vragen zegt Roland,
dat bij den len October des namiddags ten 4 ure
Veere heeft verlaten, onder het zeggen dat bij naar
Bergen-op-Zoom ging, waaraan hij evenwel geen
gevolg gegeven had, omdat hij zich slechts voor
drie maanden verhuurd had, hetgeen hij niet aan
zijne moeder durfde mededeelen om haar geen ver
driet te doen. Van Zaterdagavond half acht tot
Zondagavond half 9 verbleef hij in beschonken
toestand in een hooischelf aan den weg, zonder dat
iemand hem had opgemerkt.
Hij durfde niet eerder de stad in, omdat hij er
zoo uit zag en zijn goed met bloed was. Hij heeft
zich toen naar Middelburg begeven bij de familie
Walwaar bij zijn vingers, die met het snijden van
een stokje waren verwond, deed verbinden. Omdat
bij niet wilde weten dat hij den nacht aan den
Veerschen weg had doorgebracht, zeide hij ten
huize van genoemde familie dat hij van Vlissingen
kwam. Hij geeft toe dat hij toen gelogen heeft,
maar kan zich de in de instructie tegenstrijdige
opgaven hieromtrent niet herinneren.
Zondag voor 2 October is hij het laatst in de
kerk geweest. Den overledene, Snijders, kende hij
wel, hij heeft hem een enkele maal gesproken, doch
was nooit aan zijn huis geweest.
Te Antwerpen, waar hij den 18den November
werd gearresteerd, heeft hij geleefd van het over
schot van een banknoot van 5 pd. st. aan zijn
moeder ontstolenhij verbleef aldaar bij de familie
V., gedurende drie weken, maar noch een gouden
horloge noch een gouden bril met blauwe glazen
heeft hij daar in zijn bezit gehad, en dus kon hij
ook daar geen gouden horloge hebben verkocht
zooals getuigen hadden verklaard.
De moord van Veere kwam hem eerst ter kennis
den dag voor zijne arrestatie, toen de getuige D.
in den winkel van zijn patroon te Antwerpen hem
mededeelde dat hij van den moord verdacht werd
en zijne uitlevering door Holland was gevraagd.
Op het onaannemelijke van deze en meerdere
opgaven gewezen, zegt Roland met een duidelijke
on onveranderlijke stem: ik ben onschuldig aan de
mij ten laste gelegde misdaad.
Hierna verkrijgt de procureur-generaal jhr. mr
Van den Bergh het woord. Deze zaak behoorde tot"
de zwaarwichtigste, die zich denken laat, waarin,
iemand betrokken is die de hand heeft geslagen aan
zijn evenmensch, wiens daad tot wraak roept van
den Hemel, wiens daad onverschoonbaar is, te meer,
omdat men hier niet alleen te doen heeft met een
afschuwelijken moord, maar ook met diefstal en
brandstichting, de beide laatste bedreven om den
eersten te bedekken. Doch niettegenstaande de
vreeselijke details van de misdaden, verdient de zaak
niet een cause cèlebre genoemd te worden, alleen de
triviale uitdrukking moord was voldoende, daar hij
niet gepleegd werd uit jaloezie of drift. Noch de
zaak, noch de beschuldigde verdient veel belang
stelling. De beschuldigde is ter terechtzitting op de
afschuwelijkste wijze afgeschilderd, hij wekt niet de
minste belangstellingstelling en kan niet eens aan
spraak maken op de benaming van een berucht
personage. AJleen de verschrikkelijke moord en
de zonderlinge volharding van beschuldigde, om alles
te ontkennen, geeft aan de zaak eenïge bijzonderheid.
Maar die ontkentenis tegenover drie en zestig ge
tuigen acht de procureur-generaal eene onzinnigheid.
Ware het hem mogelijk de schim van den onge-
lukkigen, vermoorden Snijders op te roepen, lig
twijfelt er niet aan of deze zou Roland als zijn
wreedaardigen moordenaar aanwijzen. Doch Snijders