Nieuwe Goesche Courant, hristelijk-historisch blad voor Zeeland. - Donderdag 10 %uaustus. 940. BINNENLAND. HET ZUIDEN. Verschijnt eiken TyAaandag, Woensdag en Vrijdag avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen ^rijs pe» drie maanden francof 1,50. Enkele nomniers- 0,05. UITGAVE VAN E G. WIJT SAN, te lliddelbuig en Wed. A. C. DE JONGE, te Goes. Prijs der Advertentiën: Per regel 10 ets.; Familie-berichten van 1—6 regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents. Liefdegaven 6 cents per regel. De heer dr. S. Coronel schreef in het Handelsblad een vijftal artikelen over onze herstellingsoorden. In het artikel van heden wordt het volgende over Domburg geschreven »Niet algemeen is dit heerlijke strand aan de noordwestlijke zijde van Walcheren bekend. De ge meente Domburg, op eene uitgestrektheid van 691 hectaren omstreeks 1800 inwoners tellende, is een welvarende, landbouwende streek. Rechts op het duin van het Badhuis staande, ziel men den Room pot,. dien breeden arm van de Schelde, welke Wal cheren van Schouwen scheidt. Daarachter de duinen van dat eiland, des avonds het draaiend licht van den vuurtoren. Aan de linkerhand de zee, beteugeld voor een gedeelte door duin, voor een ander ge deelte door den vermaarden dijk van Westkapelle, met zijn toren en ku&UicLt. Wenxlt rno» ni©i» ora, claTt aanschouwt men een heerlijk panorama over het eiland Walcheren, terecht den tuin van Zeeland genoemd, de torens van zijne steden en onderschei dene dorpen, omringd door rijke bouwlanden, ge tooid met onderscheiden soorten van graan en vruch ten, afgewisseld door weilanden, rijk met vee bezet. Links vóór zich uit rust het oog op de uitgestrekte bosschen van Westhove, Huis ten Duin, Berkebosch, Duinbeek en andere buitenplaatsen, die den ganschen noordelijken rand van het eiland omzoomen en door veelsoortig hout het oog boeien. De duinen zijn meestal begroeid met het geurige en bonte helmkruid. Het strand is hard, zacht glooiend, zonder putten en heeft een lengte van 150 a 160 M., gemeten van gewoon hoog water op 20 M. van den duinvoet. De zee daar ter plaatse heeft een krachtigen golf slag en een rijk zoutgehalte. Van deze gunstige omstandigheden hebben een paar Zeeuwsche families, die daar 's zomers ver toefden, in 1857 gebruik gemaakt tot de stichting van een badviljoen op het duin. Uit gelden door vrijwillige bijdragen verzameld, verrees destijds een smaakvol gebouw, dat aan de toenmalige eischen voldeed. Van lieverlede werd de toeloop zoo groot, dat er aan uitbreiding van het bestaande moest gedacht worden. In 1866 werd door een nieuwe vennoot schap niet ver van het bestaande een nieuw gebouw gezet. Het is even buiten het dorp gelegen, in de nabijheid van aangename en lommerrijke wandel dreven op een laag duin geplaatst, heeft het uit zicht aan de achterzijde op duin en zee, aan de voorzijde op vruchtbare akker- en weilanden. Het is smaakvol ingericht en gemeubeld, heeft 20 logeerkamers, een zaal en receptiekamer, 10 dienstbodenkamers en voorts ruimten voor den kas telein en de administratie. De logeerkamers in drie klassen verdeeld, zijn tegen matigen prijs te bekomen. Voorts heeft men er alle comforts, een zeer goede en bediening. Alles staat onder toezicht der badcommissie. In de inrichting bevinden zich voorts 2 badkamers voor binnenbaden en douches. De prijzen dier baden zoowel binnen als buiten's huis zijn ook zeer matig. Voor personen, die het versterkend lucht- en zee bad wenschen te genieten, zonder te moeten deel nemen aan het woelige badleven onzer dagen, is deze badplaats zeer aan te bevelen. De vreesachtige Hollanders voor Zeeuwsche koortsen kuunen hun vrees te dien einde wel te huis laten. Zij zullen van die vroeger zoo gevreesde koortsen thans geen last hebben. Geen betere gelegenheid voor een Hollander om onze schoone Zeeuwsche provincie te leeren kennen, dan hier tijdelijk zijn zetel te ves tigen. Men kan van hier gemakkelijk die schoone eilandengroep bezoeken." De kapitein ter zee jhr. A. C. Van Haeften, chef VfUA clo nfrlppling mafpriP.P.1 o o n Lpf-, f>pbg.rfriarflfo'nt. van marine, is van zijn reis naar Londen terugge keerd. Bij verschillende inrichtingen in Engeland zijn, naar wij vernemen, inlichtingen omtrent het lichten van de Adcler ingewonnen. De Engelsche inrichtingen echter hebben nog niet zulk een zwaar wrak als dat van de Adderdat 1,600,000 kilogram weegt, gelicht, en schijnen veel be zwaren in het werk te zien. Een contract kon nog niet gesloten worden, naar men zegt, omdat het -werk zoo wisselvallige kansen van sla gen geeft. Het wrak ligt te veel in open zee dan dat men zeker zou kunnen zijn geregeld aan het werk te blijvenzware wind of groote zee zouden elk oogenblik kunnen noodzaken, het resultaat waartoe men op dat oogenblik zou gekomen zijn in de steek te laten, zóódat de kans, dat men, een maal met het moeilijk werk beginnende, het zou volbrengen, allesbehalve zeker is. (Pad.) De brand te Genemnideii. Zondagnacht schrijft de Zie. Ct. kon men hier ter stede aan het Roode Torenplein in de richting van Zwartsluis en Genemuiden een vuurgloed bespeu ren,die een ontzetteuden brand deed vermoeden.Spoedig gekomen berichten bevestigden het vermoeden. Gene muiden was de plaats waar het vuur woedde. De brand is ontstaan ongeveer te 2 uur, in een kleine woning op den zoogenaamden Hoek nabij den Achterweg, bewoond door Lubbert van Dijk. Door den forschen Noordenwind aangewakkerd, breidde hij zich spoedig uit en binnen korten tijd (nauwelijks een urn' later) stonden verscheidene huizen, de kerk en de pastorie, met een aantal op het Eind geplaatste hooibelten, in volle vlam. Een regen van vonken vloog door de lucht en verspreide schrik en ontsteltenis. Tegen 4 uur stortte de kerk toren met een donderenden slag in elkander, een slag, die te Zwartsluis werd gehoord. Steeds breid den zich de vlammen uit. De pastorie, waar alle meubelen gepakt stonden, daar de predikant, de heer Rutte, vertrekt Zondag a. s. zou hij zijn afscheid preeken werd aangetast en geheel in ^en asch gelegdde volgende huizen gingen mede verloren, tot de brand eindelijk beperkt werd juist bij dat gedeelte der straat, 't welk in 1868 ver brandde. Het nu verbrande gedeelte is dat, 't welk in 1868 behouden bleef. Goeddeels waren de huizen daar nog met riet gedekt, terwijl bij den opbouw na 1868 voor pannen dekking werd gezorgd. De huizen van de andere zijde van de nauwe straat zijn gespaard gebleven, maar de gevels zijn ten deele geschroeid. Gelukkig dat de wind noord en dus van deze huizen af was. De goed voorziene hooi belten achter het verbrande gedeelte, op het zoo genaamde Eind, werden mede aangetast en vernield. 't Bleef echter niet bij de aaneengebouwde en aaneengrenzende gedeelten der stad, maar door de door de lucht vliegende vonken hooi of riet werd een huis, verder op in de straat, niet ver van de molen, aangetast en ook met de daar- aangrenzende in een puinhoop veranderd. Daar kon 3-.1 -O 31 T het geheel zijn 28 huizen, bewoond door 24 gezin nen, 24 hooibergen en eenige schuren in de asch ge- legd. Uit verschillende omliggende gemeenten waren autoriteiten aanwezig. De burgemeester van Zwart sluis, baron van Höevell, de wethouder uit Kampen, de heer Gallé, de burgemeester van Zwollerkerspel en die van Zwolle, waren spoedig present, beide eerstgenoemden met blusehmaterialen uit hun ge meente. De aanblik, dien de puinhoop van de kerk ople vert, is zeer belangwekkend. De buitenmuren en de pilasters zijn blijven staan, en de brandkast, in een der muren ingewerkt, scheen uitwendig althans in goeden staat te zijn gebleven, maar verder is alles vernield en in elkaar gewrongenkronen, ijzeren staven enz. De leien vlogen bij den brand overal rond en maakten het verblijf in de nabijheid gevaarlijkde achtermuur is geschoordware hij neergekomen dan zou een huisje in de onmiddellijke nabijheid, door den gemeente-veldwachter bewoond, ook verpletterd zijn. De huizen zijn op het zoo genaamde weeshuis en nog enkele andere na bijna geheel verbrand en in elkander gestort, wel een bewijs dat de vlammen met geweld hebben gewoed. Van de hooibelten zijn natuurlijk nog hoo- pen zwart gebrand goed over, waarop en waarin gisteren den geheelen dag en waarschijnlijk ook nog wel heden water werd gespoten, terwijl het hooi ijverig verzet werd. Telkens zag men en er nog vlammen uitslaan. De ramp, die het plaatsje heeft getroffen is nog zoo groot niet als in Maart 1868, toen circa 100 huizen verbrandden. Zij is echter op zichzelf groot en zeer belangrijk. De materieele schade wordt toch naar men verzekert, op circa l12 ton begroot. De kerk en toren zullen wel verzekerd zijn en dat zal ook wel het geval met de meeste andere perceelen wezen. Toch zal de schade, die niet vergoed wordt, niet onbelangrijk zijn, en de tijd, die verloopen moet eer de gezinnen weer onder dak zijn, voor velen de meeste schade opleveren.

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1882 | | pagina 1