Nieuwe Gossche Courant,
M fleptóÉffliisfa
Christel ijk "historisch blad voor Zeeland
M°. 933.
Iai8ü.
Dinsdag 23 3uli.
HET ZUIDEN,
Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag
avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen
Prijs pev drie maanden francof 1,50.
Enkele nommers- 0,05.
UITGAVE VAN
P. G. WIJ THAN, te Hiddclbnig
en
Wed. A. C. DE JONGE, te Goes.
Prijs der Advkrtentiën:
Per regel 10 ets.; Familie-berichten van 1—6
regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents.
Liefdegaven 6 cents per regel.
'J
II.
De zendeling J. L. Zegers, onlangs van Indra-
maijoe wedergekeerd, noemde het een genot een
zendingsfeest bij te wonen, voor hem des te grooter,
nadat hij er vele jaren van verstoken was geweest.
In Indië schijnt Gods lieve zon helderder dan
hierde voortbrengende kracht der natuur is er
grooter dan hier. Wie heeft niet gewenscht dat
Java te zien, waar 't vuur, dat van den hemel
speelt, in d'aarde eene nieuwe groeikracht teelt
Maar daar zijn de belijders van 's Heilands naam
slechts éénlingen. Nog hoort men gedurig in elke
kampong er is geen God dan Allah en Moham-
met is zijn profeet. Dag aan dag brandt de Chmees
kaarsen voor zijn afgod en knielt voor hem neder
Wij zijn aan die tijdingen gewoon geraaktwij
ijzen niet meer als men ons de ellende schetst van
heidendom en mohammetisme. Wij komen met die
machten der duisternis niet persoonlijk in aanra
king. Wij hier ook zelfs de teruggekeerde zen
deling loopen gevaar te vergeten, hoe verschrik
kelijk het daar is. Hier gevoelt de zendeling zich
gezonder, frisscher en krachtiger dan ginds, waar
drukkende warmte en afmattende arbeid zijne krach
ten sloopen. Hier wordt hij verwelkomd, geëerd,
gesteund, daar laat men hem tobben, en betoont
men hem koele onverschilligheid. Is het wonder dat
hij hier gevaar loopt te vergeten wat achter is!
Daarom is het noodig dat wij elkander de werke
lijkheid herinneren. En bij die herinnering komt
weder het genot van ondervonden hulp van ont
vangen zegeningenen 't zou een groot genot voor
mij zijn als ik u mocht winnen, en gij warme zen
dingsvrienden werdt, tot bemoediging van alle ar
beiders ginds.
Het is u niet onbekend dat in Indië een
Zendings Bond is opgericht. De besprekingen, ge
houden op de zendings conferentiën in 1880 en 81
te Batavia en te Depok, waar 't Seminarie is ge
vestigd, hebben daartoe geleid. Mijn hartelijken
dank aan de ook hier tegenwoordige broederen, die
deze eerste samenkomsten van zendelingen hebben
mogelijk gemaakt.
Hadden de meeste opgekomenen weinig verwach
ting van samenkomsten, aanvankelijk beperkt tot
de op Java gevestigde zendelingen, allen verlang
den zeer naar de tweede, en daar kwam een plan
ter sprake van den reeds bejaarden zendeling Jansz
om een Bond te vormen van allen, die de zending
in Indië voorstaangeen zzxifelingen Bond, neen,
een Zendings Bond. Het doel daarvan is krachtige
bevordering van den zendingsarbeid, door alle
middeleu volgens Gods Woord, en dit tracht men
te bereiken door geregeld wederkeerende conferen-
tiën en de uitgave van geschriften. De oude spreuk
leendraeht maakt macht, wordt in al hare waarde
beter gekend dan door de zendingsvrienden
en zendelingen in Indië. Wij treden daar op als
vertegenwoordigers van een beginsel, dat aan de
aldaar verblijfhoudende Europeanen vrij vreemd is.
Welke Europeanen doet er in Indië aan de zending
De regeering laat ons toe, wordt vrijgeviger dan
tot dusvermaar helpen, steunen
Velen achten onzen arbeid hopeloos, toch hebben
wij een vasten grond der hoop. Eendracht maakt
macht, en door innige samenwerking gesterkt, zul
len wij den strijd voortzetten tegen ongeloof, bijge
loof en alle macht der zonde, 't Is noodig dat
vooreerst althans om de twee jaren eene conferentie
worde gehouden van de zendingsvrienden op Java.
Op dat Java, met zijne bijna twintig millioen in
woners, arbeiden twintig zendelingen .van verschillende
kerkgenootschappen: Ned. Hervormden, Lutherschen,
Doopsgezinden en Chr. Gereformeerden. Zij zijn
uitgezonden door verschillende vereenigingenhet
Java Comité, het Ned. Zend. Genootschap, de Ned.
Zend. Vereeniging, de Ned. Geref. Zend. Veree-
niging en door de Chr. Geref. Kerk. Toch hebben
ze allen hetzelfde doel.
't Schijnt veel, twintig zendelingen op één eiland,
doch één zendeling op een millioen zielen is al heel
weinig, vooral waar dofheid, slaperigheid, slaafsch-
heid de voornaamste trekken van het volkskarakter
zijn. Het zou geen kunst zijn om van de Javanen
christenen te maken, als de hoofden voorgingen,
want de Javanen zijn volgzaam, en in menigte
zouden ze overkomen. Maar van welk gehalte zouden
die christenen zijnBovendien dooft het gebruik
van opium alle geestkracht.
De zendeling gelooft aan de macht van Jezus
Christus, maar heeft toch opwekking uoodig om den
strijd vol te houden tegen het ijzeren harnas der
onverschilligheid, 't Is ook zeer onaangenaam te
midden van zulk een nederdrukkenden arbeid zooveel
beschuldigingen te hooren.
Men noemt de zendelingen onbekwaam. De uitge
zondenen worden ongeschikt geheeten voor een arbeid
als die op Java.
Waren dan de broeders, die elders tot schitterende
resultaten kwamen, zooveel bekwamer?
Men zegter moet meer methode in 't zendings
werk zijn.
Waarlijk er is meer samenwerking noodig. 't Moet
uit zijn met tijd en kracht roovende proefnemingen
van enkelen.
Allerlei plannen zijn er ontworpen. De eene
zendeling verwacht alles van schoolonderwijs; de
bejaarden zijn toch te vastgeroest in 't heidendom.
Maar van waar de werkkrachten, leerboeken en
lokalen te bekomen?
Een ander verwacht veel meer van persoonlijken
omgang met de bevolking. Men moet de dessa's
ingaan. Goed. Maar hoe zal 't gelukken bij het
algemeen wantrouwen, door den inlander jegens den
Europeaan gekoesterd
Daarom raadt een derde aan, om tot de inlanders
te gaan met geneeskundige hulp.
Een vierde wenscht in de eerste plaats landont-
qinning, ten einde den Javaan te gewennen aan
arbeid onder christelijken invloed.
Van waar zal 't geld komen om dit middel in
toepassing te brengen
Ziet, al deze vragen moeten beantwoord worden,
getoetst worden aan de ervaring der gezamenlijke
zendelingen. Leest daarom het eerlang verschijnend
verslag der tweede zendings-conferentie. De nu opge
richte Zendiugs-Bond rekent op uwen steun, op uwe
medewerking. Eendracht maakt macht!
Het was schrijver dezer regelen, die nog andere
plichten te vervullen had, niet mogelijk alle sprekers
te hooren, bij drie slechts heeft hij van het gesprokene
aanteekeningen kunnen maken. Op 't gevaar af van
de bezielde en bezielende rede van Ds Pierson geen
voldoend recht te laten wedervaren, moet hij daarvan
toch iets vermelden. Over Inwendige Zending spre
kende, deed hij vooral uitkomen, hoe zij, die daarin
arbeiden, tegen wil en dank zich aan dien arbeid
wijden.
In het oosten, het land van verblindend blikke-
renden zonneschijn, zijn de blinden zeer menigvuldig,
Zooveel blinden zijn er, dat men er'nauwlijks meer
op let, en wanneer een blinde, als de Bar-Timeüs der
Schrift, zich bijzonder op de voorgrond dringt, en
bidt en smeekt en roept, dan is menigeen maar al
te zeer geneigd hem het zwijgen op te leggen, tot
dat de Heer zelf die bestraffenden en tot zwijgen
vermanenden beveelt den ongelukkige te roepen.
Zij, die tot den roepende zeiden zwijg stil, zij worden
gedwongen tot hem te zeggenheb goeden moed,
sta op, Hij roept u.
Dit was de ervaring van sprekers voorganger,
Ds Heldring, die zich wel twee jaar bedacht eer
hij zich de gevallen vrouwen aantrok, die zich zoo
lang mogelijk onttrok aan den hem opgelegden
nood om de gevallenen te verplegen. En toen hij
er toe overging, en toen mejuffrouw Voüte zich be
reid toonde om met en voor de gevallenen te leven,
toen nam het fatsoenlijk publiek dit alles behalve
gunstig op.
Maar hoe zijn tijdeu en omstandigheden veran
derd! De Heer heeft ook tot de gemeente ge
zegd wat Hij tot de bestraffers van Bar-Timeüs
zeide, en Ds. Heldring werd in staat gesteld eene
reeks van gestichten te openen; en lieden van aller
lei rang en stand achten 't zich eene eer tot instand
houding en uitbreiding daarvan bij te dragen.
Spreker zelf, den door Heldring nedergelegden
arbeid opvattende, had zich echter voorgenomen
stellig nooit eene nieuwe inrichting te openen.
Voortzetten ja, stichten nooit! En toch is hij er
toe gedwongen door zijn Heer om een Magdelenea
huis te stichten voor aanstaande jeugdige moeders.
Moet dan zoo de zonde gemakkelijk gemaakt wor
den vraagde men hem. Is dat niet het kwaaj
koesteren Maar hij wist te verhalen van zeer
jeugdige gevallenen, van verleiden, nog bijna kinde
ren. Van een onverlaat, die zijne zestienjarige