Nieuwe Goesche Courant,
Ch r is tel ij h - h is tor is c h blad voor Zeeland.
IH82.
Zaterdag 22 Juli.
N°. 932.
HET ZUIDEN.
Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdab-
ivo.ND ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen
Prijs pe- drie maanden francof 1,50.
Enkele nommers- 0,05.
UITGAVR VAN
P. G. WIJ Ti AS, te lliilflclbuig
Wed. A. C.
JONGE, te Goes.
Paus der Advertentiën:
Per regel 10 ets.; Familie-berichten van 1—6
regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents.
Liefdegaven 6 cents per regel.
Dit feest werd, zooals we reeds mededeelden,
onder begunstiging van heerlijk weder gehouden.
Had het bijna eiken dag er voor, en ook den
daarop volgenden nacht, bard geregend, de weg
naar het terrein was voldoende opgedroogdin het
schoonè bosch van den Hondsberg kon ieder onge
hinderd den grond als rustplaats gebruiken, en zich
verheugen in al hetgeen een welgeslaagd zendings-
feest kan kenmerken.
Op zulk een feest is zeer veel op te merken, en
ook wel wat aan te merken, namelijk dit, dat de
meeste sprekers hunne redevoering wat breed
opzetten, en het midden, vooral het einde daarvan
niet geëvenredigd is aan het begin, 't Is eene eigen
aardige moeilijkheid voor sprekers, gewoon meer dan
'een uur aan een enkel Schriftwoord te wijden, op zulk
een dag zich binnen 't half uur te moeten beperken,
en toch is voor de meerendeels staande bezoekers,
die reeds veel geboord hebben of nog wenscben te
hooren, die afgepaste tijd lang genoeg. Zoo zal er
ook zeer veel zijn aan te merken op betgeen door
één hoorder is opgemerkt en naar korte aanteeke-
ninsen wordt oververteld. En zoomin de nog steeds
gebruikelijke inleiders of opleiders den sprekers den
karig toegemeten tijd mogen ontrooven, zoomin mag
een courantenschrijver, die veel te verhalen heeft,
met zijn eigen woorden de lezers bezig houden, en
inbreuk maken op de grenzen van zijn blad, vooral
als 't zoo klein is als het onze.
Prof. Hoedemaker van de vrije universiteit vond
iets aangrijpends in den aanblik der schare, die
zooveel landstreken, steden en dorpen vertegenwoor
digde, iets verheffends en verblijdends in de gedachte,
dat zij was samengekomen buiten de muren der
kerk, dat één gevoel haar op één terrein vereenigde,
en dat zij daar niet voor verdeeling of indeeling
vatbaar was.
Steeds zijn de zendingsfeesten gezegend geweest.
Velen hoorden daar de waarheid, die zij t'huis niet
kunnen hooren, of zooals zij die t'huis nooit hoorden
verkondigen. Zij, die zich t'huis eenzaam gevoelen,
die gewoonlijk moeten verkeeren in een kring van
vijandigen of onverschilligen, zijn als voorposten in
den strijd, voor wie 't een genot, eene bemoediging,
eene versterking is, eens te mogen terugvallen op,
en zich gesteund te weten door het groote corps.
Velen, die in de eenzaamheid hun eigen weg moeten
gaan, ontvangen op de zendingsfeesten een heil-
zamen stoot in eene andere richting.
De zendingsfeesten hebben eene .geschiedenis.
Veel is er heden te hooren en velerlei het pro
gramma biedt rijke verscheidenheid aan. Vroeger
was dat anders. Toen 21 jaar geleden het eerste
zendingsfeest eene afleiding poogde te geven aan de
steeds talrijker wordende bezoekers van de jaarver
gadering der Broedergemeente te Zeist, beoogde men
niet anders dan eene bescheiden voortzetting van
die samenkomsten, gewijd aan de belangen der
zending onder de heidenen. Nu worden er tal van
onderwerpen aan de orde gesteld, die schijnbaar
niet rechtstreeks met die zending in verband staan
de feesten voegen zich nu meer naar tijdsbehoefte
en landaard. Toch staan al de heden te behandelen
onderwerpen met de zending in 't nauwste verband.
Er is geen uitsluiting bij den christen. Alle werk
zaamheden gaan hem aan. Het is geen goed huis
houden, waar men al te angstvallig vraagt wat
ieders plicht en werk is. Alle christelijke werk
zaamheden hebben éen doel, 't gaat daarbij om de
eere Gods en 't koningschap van Jezus Christus.
Nogtans gaat de belangstelling van ieder christen
niet uit naar ieder terrein. Er is nog veel »onken-
nis" omtrent menigen tak van cliristelijken arbeid;
beginselen werken slechts langzaam door. Weet
echter de christen dat God door deze of gene zaak
verheerlijkt wordt, dan is hij daarvoor gewonnen.
't Is niet de bedoeling, dat ieder op ieder terrein
zal werkendaardoor zou de arbeid iets eigen
dunkelijks, zeker iets oppervlakkigs krijgen. De een
wordt meer tot het eene, de ander meer tot het
andere geroepen. Als de Heiland in de gelijkenis
van den barmhartigen Samaritaan aan den wetge
leerde toont wie zijn naaste is, dan is het de be
doeling van den Heer, ook ons te wijzen op den
naaste, die voor onze voeten ligt.
In onzen arbeid, in het geven van onszelven en
het onze moet er consciëntie komen. Wesley zei
de gansche wereld is mijne parochie. De Schrift
zegtde akker is de wereld, en nietmijn of uw
akker is de wereld. Met Paulus moeten we vragen
wat wilt gij, Heere, dat we doen zullen. In het
metbodisme is er veel onnatuurlijks en strijdigs met
Gods Woord.
In eene commissievergadering, welke ik onlangs
bijwoonde, werd aanbevolen te schrijven aan de zeer
rijke Mrs Burdett Coutts, teneinde van haar wat
geld los te krijgen. Zij antwoordde dat zij door
haren God daartoe niet geroepen was.
De gedachte, welke ik eigenlijk wilde uitspreken
is dezeAl de onderwerpen en werkzaamheden, op
het program van heden vermeld, staan niet alleen
in verband met het einddoel onzer samenkomst,
maar bepaald mét de buitenlannsche zendingdie
zending zal eerst recht bloeien, als er zegen rust
op den binnenlandschen arbeid.
Al ging ook Nederland verloren, al werd het
licht bier van den kandelaar genomen, en elders
overgebracht, het christenvolk zou geroepen zijn het
Evangelie aan de heidenen te brengen. Zien we
echter het dweepen van velen met de binnenland-
sche zending, dan is het de vraag, of juist zij, die
de buitenlandscbe verzuimen, niet gelijken op Jona.
Jona zag niet op tegen de reis, niet tegen het groote
volk of tegen de groote stad, hij zag op tegen de
bekeering van Nineve, welke bekeering zou ge
tuigen tegen het Israëlitische volk. Wij wenscben
een buitenlandsche arbeid, waarvan de zegen op
ons volk wederkeert.
Is wederom de buitenlandsche zending, wat zij
wezen moet, dan is zij de schaduw der kerk, die
op de volken geworpen wordt, zooals de schaduw
van Petrus (Hand. V 15) op de kranken viel.
Zenden wij zendelingen naar de overzeesche be
zittingen, onze overheid zendt er de zendelingen
harer wereldsche staatkunde heen, en onze maat
schappij ook hare zendelingen, die een grooten in
vloed ten kwade uitoefenen. Wij hebben dus te
letten op het verband tusschen de buitenlandsche
zending en den arbeid tot genezing der kwalen van
ons volksleven. Is dit volksleven gezond, clan kan
er kracht uitgaan van ons volk, eene kracht, die
werkt op de volkeren.
Kinderen, afzonderlijke leden van een gezin, ver
mogen alleen weinig. Tot handelen, tot samenwer
king aan 't gemeenschappelijk belang wordt heel
't gezin geroepen onder leiding van mannen en vaders,
die zeiven 't meeste verrichten. Alle rookend vuur
heeft geen aanstekend vermogen, maar een groot
en belderbrandend vuur plant zich voort, 't Zal
daarom een ware zegen zijn voor de zending, als 'fc
God behaagt de kerk te herstellen.
't Is nu een tijd van vergaderingen. Ook de
zondagschoolvereeniging hield hare jaarvergadering,
't Was haast vermoeiend aan te hooren, hoe uit
elke stad, uit elk dorp in Nederland berichten van
zondagscholen inkwamen, en toch, hoe verblijdend
is zulk een binnenlandsche arbeid, en wat belooft
hij voor de buitenlandsche zendingHet christelijk
onderwijs lijdt onder den druk, maar 't mag in
zijne banier het zinnebeeld van Schotland, den
distel, plaatsen, met het daarbij behoorend onder
schrift: hoe meer ik vertreden word, hoe ik meer
ik groei. Heezeer getuigen èn zondagschool èn chris
telijke school voor samenwerking en tegen verdeeld
heid Wat hebben we aan verdeeldheidWaarom
geen samenwerking
In Psalm CII staat dat, als de Heere Zion zal
opgebouwd hebben, de volken, ook de koningrijken,
zullen vergaderd worden, om den Heere te dienen.
Dan zal het aanstekend vermogen van het vuur
der kerk geopenbaard worden.
Hoe zal deze dag voor het werk der zending tot
zegen worden Niet doordat deze of gene een stoot
ontvangt en gedreven wordt op tot dusver onbe
treden baan. Niet doordat deze of gene wordt op
gewonden als een stilstaand uurwerk, om binnen
korten tijd weder af te loopen. Neen, slechts dan
als wij meer diepte van leven ontvangen, meer van
de dringend noodige kennis van het Woord Gods
en de ordeningen des Heeren. Eene eerste behoefte
is het leven Gods in onze zielen. Dikwerf wordt
in wereldsche kringen de beschuldiging uitgespro
ken alsof waarheid, leven, geloof, liefde onder de
christenen slechts bestaan in een gelooven, en niet
in werkelijkheid. Wij moeten toonen dat we daarin
vruchtbaar en steeds opwassende zijn.
Op eene weide zag ik onlangs landlieden water
pompen voor het vee. De pomp gaf niet meer. Met
zekere woede vielen ze toen aan het werk, maar