BINNENLAND.
GEMENGDE BERICHTEN. -
reden tot evangelisatie op de meest uitge
breide schaal. Die evangelisatie moest plaats vinden
op allerlei wijzendoor eigenlijk gezegde prediking
in kerken en andere lokalendoor huisbezoek
door zendingswerkzaamheid en vooral ook door het
onderwijs der jeugd. Voor de toepassing van deze
onderscheidene middelen eischteu de aanhangers
van het réveil van Kerk en Staat volkomene vrij
heid van handelen. Deze eisch stempelde die aan
hangers tot eene staatkundige partij, die niet uit
eerzuchtige bedoelingen naai* macht en invloed
stond, maar de opperheerschappij van het libera
lisme dier dagen op elk gebied wilde breken, ten
einde onbelemmerd aan rijk en arm, aan oud en
jong, op hoogere en lagere scholen, dat evangelie
van Gods genade in Christus te kunnen prediken,
waarvan zij vast overtuigd was, dat het de belofte
had des tegenwoordigen gelijk des toekomenden
levens."
Ons Program dertig jaren geleden door den toen-
maligen franschen dominé Pierson in de leer en 't
leven der mannen van 't réveil gevonden
Nu beschreven, nadat het uitgewerkt program
wereldkundig is, zal men ons toeroepen.
Wij antwoorden volhoudendtoen opgemerkt door
den ziener, die 14 jaar geleden voorspelde waar de
liberale partij, langs verkeerd spoor afdwalend, zou
uitkomen; opgemerkt door den man, die nu nog,
wij hopen niet zonder mede te gevoelen, in
enkele regels het verschil aantoont tusschen de
mannen van het réveil en hunne en onze tegen
standers, zeggende: »Zoolang men in het zedelijk
kwaad slechts onvolkomenheid on tekortkoming
zoolang men in de deugd slechts de kroon van
eigene ontwikkeling zag, moest, meende het réveil,
elk trachten naar verandering van het bestaande met
onvruchtbaarheid zijn geslagen." Hij meent, en is 't niet
ver mis, dat,hadden de mannen van het réveil,even als
de oude Grieken,hun beginsel in beeldhouwwerk willen
uitdrukken, zij hadden op den gevel van hun evan
gelisatie-gebouw Da Costa afgebeeld, »een steen
uit de beek slingerende naar de bestuurderen van
't Nut, of Groen, den punt van de lans drijvende
tusschen de ribben van Thorbecke."
Wij hopen dat prof. Pierson zijne studiën over
het belangrijk tijdperk van het godsdienstig ont
waken, over de nog voor drie kwart histoire con
temporaine veel verder zal voortzetten. Misschien
vernemen we dan ook nog iets van de welwillende,
broederlijke houding van het réveil jegens de ge-
scheidenen, wier afscheiding velen hunner hielp
wakker maken.
Juist zij, die geesteskinderen van het réveil zijn,
zijn de overbruggers van de klove, door de afschei
ding ontstaan. In het réveil, wij zagen het, ligt
de grondslag van Ons Programbij lange na niet
zoo embryonisch als de lofredenaars van huidige
rijke ontwikkeling 't willen doen gelooven.
Zoolang er kwaad in de wereld zal zijn, zal er
naar verandering, hervorming, reformatie getracht,
gestreefd worden. Nu echter dreigt het gevaar dat de
plaats van liet wakend, biddend en strijdend réveil
zal worden ingenomen door eene gereformeerdheid, die
voor het strijden het waken en bidden vergeet, 't Is
bedroevend dat de karrikatuur, zoo niet het tegendeel
van het réveil thans begeerd wordt in het zelfde
Amsterdam, dat de nobelste mannen onzes volks zag
ontwaken, vergaderen emberaadslagen, ze zag worste
len in den gebede rondom Gods Woord. Ds.Westhoff,
onlangs van Gorinchem naar Amsterdam vertrek
kende, hield eene afscheidsrede naar aanleiding van
deze woordenStrijd voor het geloof, dat eenmaal den
heiligen overgeleverd is. Hij zeide onder meer tot zijne
gemeente: »Veel bezocht heb ik u nietdat ligt niet
in mijn aardik leef meer voor een anderen
werkkring 3). Sommige predikanten hebben de
gewoonte huis uit, huis in te loopenik niet." Hij
sprak een vloek uit over diengene zijner voormalige
leerlingen, die zich ooit zou afscheiden. »Liever
in zeven jaar riep hij uit geen waarheid
3) Hij schreef een boekjeEen Verkenningstocht op
het kerkelijk, slagveld.
JUn*eun ufempef*te overschrij
den eener Afgescheidene kerk
Zoo spraken, zoo spreken de Ned. Herv. zonen
van het réveil niet.
»Als kerkelijke en staatkundige partij zegt
Pierson hadden de aanhangers van het réveil
vereenigingspunten noodig, samenkomsten, veelvul
dige en talrijke samenkomsten (zij waren zoo goed
als publiek)
Hier konden de »broeders" elkander
ontmoeten, elkander opwekken, voorlichten, met
elkander in overleg treden."
Zoo blijve het nog lang, heel lang!
De ernstige loop, dien het Egyptische vraagstuk
dreigt te nemen, is ook voor ons land van het
grootste gewicht, niet alleen wegens de talrijke
Mahomedaansche bevolking in Nederiandsch-Indië,
maar ook wegens onze belangen bij de veiligheid
der vaart door het Suez-kanaal.
De zoogenaamde neutralisatie of onzijcligverkla-
ring van dat Kanaal, is reeds herhaaldelijk te berde
gebracht en op congressen wenschelijk verklaard,
maar tot dusver is aan die wenschen nog geen ge
volg gegeven, vooral omdat Engeland, dat het meeste
belang heeft bij dit kanaal, zich er tegen verklaarde,
uit vrees dat aldus de weg naar zijn Indische be
zittingen, ingeval van oorlog, zou open blijven.
Engeland heeft thans van zijn macht gebruik ge
maakt, Suez en Port-Saïd bezet en de doorvaart
verboden.
Van hoeveel beteekenis dit besluit voor het ver
keer tusschen Nederland en zijne koloniën zal maar
al te zeer gevoeld worden, indien de sluiting eenigen
tijd duren mocht.
Uit IJmuiden ontving het Handelsblad het vol
gende schrijven van Maandag avond laat
»Er schijnt geen twijfel meer, of de Adder is met
man en muis vergaan. Met betraande oogen en
bloedend hart waren wij zooeven getuige van het
binnenkomen van de Simson, die ten 10 uur 's avonds
van zijn kruistocht binnenkwam, met de lijken van
drie jonge mannen, twee mariniers en een matroos,
met teekenen van doodstrijd op het nog f'rissche
gelaat. Welk een doodstrijd de ongelukkigen hadden
geleden, bleek uit de houding der handen, die
krampachtig zich van den hun lichaam omknel-
lenden kurkgordel schenen te 'willen ontdoen om
een einde aan hun martelend lijden te maken want
God weet hoe lang de ongelukkigen hebben gedre
ven voor de dood een einde aan alles maakte. De
lijken werden terstond gekist en hier tijdelijk ge
borgen.
»De Simson is den ganschen dag ter opsporing
uit geweest, heeft de lijken gevonden ten noorden
van IJmuiden, naar ik meen op de hoogte van
Kamperduin, en stoomde Maandag namiddag voorbij,
seinende lijken te hebben gevonden. Hij zette ten
zuiden de opsporing toen voort, doch zonder resultaat.
»Wat de Adder betreft, het schip stoomde Woensdag
11. bij zuidelijken wind en flauwe koelte en motregen
naar zee. Ten ongeveer 12 des middags schoot de
wind plotseling naar het WZW., met hevige kracht,
zoodat de regenwolken als weggevaagd werden en
en een heldere zonneschijn alles verlichtte. Iedereen
die het Poolschip Varna met de Dicksonhaven-rei-
zigers vergezeld heeft, weet hoe hard het ten 3 uur
woei, toen die boot in zee stoomde. Toen was echter
aan de Semaphore van de Adder niets meer te zien.
Ten 1 uur namiddag werd het schip gezien door
kapt. F. Brouwer van de sleepboot Kinderdijk ter
hoogte van Scheveningen.
»Algemeen gelooft men, dat de Adder Woensdag
reeds bleefhet horloge in den zak van den loods
Duinker gevonden, stond stil op 9.10 ook vermoedt
men dit aan den toestand der lijkendit zal ook
door schouwing van deskundigen te zijn uit temaken."
Er is echter over 't algemeen meer te zeggen
voor het vermoeden, dat de Adder eerst Donderdag
avond is gebleven.
»Op het lijk van den luit. t. z. 2e kl. G. Jonckheer,
te Nieuwediep aangebracht, is een briefje gevonden
met aanteekeningen van de door hem waargenomen
wacht. Deze aanteekeningen loopen tot 6 uur zonder
vermelding van datum. In hoofdzaak wordt mel
ding gemaakt van zeeën over dek en van pogingen
om naar IJmuiden terug te keerenhet schip
weigerde echter te wenden eindelijk heeft men be
sloten den Rotterdamschen waterweg binnen te loopnn.
Al de aangebrachte lijken op een na waren voor
zien van zwemgordels. Een lijk was opgezet door
het binnengekregen water. Al de anderen hadden
weinig of geen water in de maag en ingewanden
zoodat deze personen vermoedelijk een langzamen
dood gevonden hebben door het aanhoudend bin
nendringen van water in de longen.
Een bericht uit Nieuwediep van gisterenmiddag
circa twee uur meldt, dat aldaar waren aangebracht
19 lijken, waaronder geen officieren. Bij de lijk
schouwing in de magen der slachtoffers zijn gevon
den grauwe erwten, nog niet verteerd, zijnde de
voeding voorgeschreven voor Donderdagmiddag 12
uur.
De vaste bemanning vsn de Adder, met inbe
grip van den etat-major, moest bestaan uit ruim
80 koppen. Dit getal kon echter door gebrek
aan volk niet geheel worden aangevuld, zoodat
daarop slechts geplaatst waren 73. Hiervan
waren echter 10 met verlof, die te Hellevoet-
sluis aan boord zouden komen, zoodat er zich
aan boord 63 bevonden. Men zegt dat zich daaren
boven aan boord bevond een particulier, genaamd
Captain, dienstdoende als hofmeester van den com
mandant, die bij aankomst te Hellevoetsluis als
zoodanig zou worden geëngageerd.
Het aantal medailles voor de Zeeuwsche tentoon
stelling van nijverheid en een daarbij te houden
wedstrijd te Goes, is nog vermeerderd, daar nu
ook door den heer Borsius, lid der Eerste Kamer,
en de heeren leden van Gedep. Staten Buteux en
Heijse gelden hebben geschonken, opdat de Com
missie daarvoor medailles zou doen vervaardigen,
zooals zij dat noodig en doelmatig achten zal. De
Jury is druk aan den arbeid en zal morgen de
namen der bekroonden bekend maken.
De opening op waterwild in Zeeland is door
Gedeputeerde Staten bepaald op den 22sten Juli a. s.
De vergadering van aandeelhouders in de Maat
schappij de Schelde te Vlissingen, heeft Maandag
besloten tot goedkeuring van de overeenkomst
met den Staat, behoudens bekrachtiging der wetge
vende macht, alsmede tot goedkeuring van het
contract met de Maatschappij tot Exploitatie van
Staatsspoorwegen omtrent spoorwegvervoer, onder
voorbehoud der bekrachtiging van eerstgenoemde
overeenkomst.
Het D. v. Zh. schrijft
^Achtereenvolgens worden alle burgemeesters der
Enropeesclie hoofdsteden meer of min lijdende, zoo
dat zij verhinderd worden om het stadhuis-feest te
Parijs bij te wonen.
»Zou het geen tijd worden dat ook de burgemees
ter van Amsterdam eenigszins ongesteld werd
altijd onder voorwaarde, dat hij niet te krank zou
worden om, evenals de eerste burgemeester van
Berlijn, openbare meetings te presideeren ten
einde langs dien weg zou worden voorkomen, dat
het altijd nog fatsoenlijke Nederland zijn opwach
ting gaat maken bij de tegenwoordige stadhuisman
nen van Parijs, die voor 't meerendeel, met den heer
Floquet aan 't hoofd, nog vóór eenige jaren tot de
Commune behoorden, welke door roof en moord
»uitblonk." Als de heer van Tienhoven hardnekkig
gezond bleef, zou hij alleen zijn collega van Brussel
vinden in het Commune-Parijs. Zelfs de burgemees
ter van Rome werd onverwacht »niet wel."
Uit Frankfort wordt getelegrafeerd, dat HH;()
MM. de Koning en de Koningen aldaar zijn aan.
gekomen en afgestapt aan het Frankfurter Hof.