Nieuwe Goesche Courant, Chr is telij k-his tor is e h blad voor Zeeland Zaterdag 1 Juli. Veldarbeid van Kinderen. BINNENLAND. N°. 923. HET ZUIDEN, Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag- ivoND ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen Prijs pe» drie maanden francof 1,50. Enkele nommers- 0,05. UITGAVE VAN P. 0. WIJ THAN, te lliddelbmg en Wed. A. C. DB JONGE, te Goes. Prijs der Advertentien: Per regel 10 ets.; Familie-berichten van 1—6 regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents. Liefdegaven 6 cents per regel. Agent voor Dordrecht en Omstreken: de heer H. J. KOEBRTJGGE. n. We zouden nog vertellen, wat er zooal in de wet op den kinderarbeid staat. Het is bepaald verboden, dat een boerenknaap onder de 12 jaar eenigen veldarbeid verricht. Er staat boete en gevangenisstraf op. Hoe minder kinderen van dien leeftijd op 't veld of in den tuin werken, hoe beter. Maar als kin deren van een kleinen boer, van een arbeider of van eene weduwe in den drukken tijd eens wat mede werken, dan staat dit volstrekt niet gelijk met fabrieksarbeid van kinderen. In fabrieken wordt soms, om de goedkoopte, aan kinderen een arbeid opgedragen, die hun te zwaar is of te eentoonig. Hier laat men jongens den heelen dag aan een zwaar wiel draaien, daar ge- Lruikt men meisjes om niets anders dan spelden te steken, pakjes toe te binden of doosjes te vullen, en dat dag aan dag, week aan week, onder voor wendsel dat de ouders de weinige daarmee verdiende centen niet missen kunnen. De veldarbeid van kinderen echter duurt op alle manier slechts een korten tijd, is afwisselend en gezond. Wij kimnen toch niet gelooven dat onze landlieden, al zijn ze mogelijk arm, hunne kinderen zullen afbeulen. Voor 't zware boerenwerk deugen kinderen beneden de twaalf jaar toch niet. Ze kunnen niet maaien of hooien, ploegen of delven. Het eenige, dat zelfs de minister weet te bedenken, is koeien-wachten en wieden. Met «Patrimonium" zijn wij het eens, dat alleen de overheid zich mag bemoeien met den kinder arbeid, als er sprake kan zijn van mishandeling der kinderen. Nu zal achter de koeien een kleine jongen zich niet overwerken, en met wieden ook niet, of 't zou in Noord-Beveland moeten zijn, waar de wieders, wegens de korte steeltjes, in slaafsche houding den dag moeten doorbrengen, en 't hoofd laten hangen als de kop van een oud paard. (Die stelen bevelen we aan gedeputeerde en provinciale staten aan, als de kruislijnen uit de wereld zijn.) Ook wat den langen duur betreft, kan veldarbeid van kinderen niet vergeleken worden met fabrieks arbeid. In elk geval duurt veldarbeid slechts een klein gedeelte van het jaar. Maar de minister is zoo goed, uitzondering op het verbod van veldarbeid toe te laten. Zoodra de boer echter die uitzondering kent, zal hij ze niet met een eerbiedig, maar met een spottend »dank-je" beantwoorden. De verbodsbepaling kan geschorst worden. Evenwel niet voor één kind, niet voor de kinde ren van éép gezin, maar voor de kinderen van eene geheele gemeente, 't dorp en de buurtschappen er bij. Vooreerst geldt de toelating van den veldarbeid slechts kinderen van 9 jaar, niet die van 8 jaar en 11 maanden. Dan mogen ze 's morgens voor 6 en 's avonds na 7 uren niet werken. Nu, dat is zoo erg niet. Klaar ze mogen van 12 tot 3 uur 's na middags ook niet meehelpen, 't Is beter dat ze dan door de brandende zon naar huis en weder terug loopen, dan dat zij pruimen oprapen in de scha duw van den boomgaard. De «schorsing van 't verbod" waarom geen «vergunning" tot den arbeid is zoo moeilijk te verkrijgen, dat ieder 't zal ontzien er om te vragen. Geen kind tusschen de 9 en 12 jaar mag beiers plukken, voor dat de burgemeester heeft goed ge vonden'gemeenteraad te beleggen, om de schorsing van 't verbod op den veldarbeid aan gedeputeerde staten aan te vragen. Die staten vergaderen eens in de week. Die staten winnen het advies in van den inspec teur op den kinderarbeid, tot wiens ambtsgebied de gemeente behoort. Er komen toch een aantal inspecteurs, denkelijk wel heerenom overal wegens overtreding van 't verbod op den kinderarbeid proces-verbaal op te maken. De inspecteur zal eens een rijtuig laten inspan nen, en komen kijken of 't noodig is, dat in eene heele gemeente kinderen van 9 tot 12 jaar vruch ten plukken, onkruid wieden of boonen rapen. Dan zal in de volgende week door gedeputeerden kennis genomen worden van zijne bevinding, als ten minste dan reeds ook de dorpsschoolmeester met de zaak genoegen heeft genomen, want die moet er ook, volgens de wet, in gekend zijn. Intusschen wacht natuurlijk het werk op de kinderhanden. Maar eindelijk zijn dan de kinderen aan 't werk. Niet aan 't eenvoudige werk, dat de arme ouders hen wilden laten doen. Dat is al lang of door anderen gedaan, óf verwaarloosd. Nu er met veel moeite vrijheid gegeven is, laten evenwel de ouders de kinderen werken. Wat dan ook. Dan komt de inspecteur eens kijken in gezelschap van den mees ter. De onderwijzer der bijzondere school, als er zulk eene op het doip is, moet zoowel met den inspecteur mee, als de door de overheid bezoldigde onderwijzer der staatsschool. Of 't juist op Zater dag valt of niet, dat doet er niet toe, de meester, die de kinderen kent, moet toezien of de heer inspecteur wel goed oordeelt over de lichaamskracht der kinderen, en als die twee 't niet eens zijn, dan moet de doctor er bij gehaald worden. Kien ziet, het is er om te doen de macht der onderwijzers uit te breiden, en, daar op vele dorpen, wegens de groote kosten, vooreerst geen bijzondere scholen kunnen bestaan, is het de bedoeling om de macht der staatsonderwijzers op te drijven. Staatsinspecteurs en staatsonderwijzers zullen dus. nadat burgemeester, raad en staten gehoord zijn, moeten beslissen, of een boerenknaap ook maar een moeder, mogelijk eene weduwe, iets in den tuin mag doen. Daar zal scherp op gelet worden. Want de ambtenaren, belast met het toezicht op den kinderarbeid, krijgen toegang tot alle fabrieken, werkplaatsen, lagere scholen, xconingen en landerijen. Moeten zij door 't huis heen, om in den moestuin te komen, dan treden zij niet binnen tegen den wil des bewoners zonder schriftelijken last van den burgemeester, maar achten zij het noodig binnen te treden, en geeft de burgemeester, die niet zal dur ven weigeren, daartoe verlof, dan komt de inspec teur met de politie, en verschaft zich desnoods toegang met behulp van den sterken arm. Is het dan in den aalbessen-tijd, en moet vader in eens een aantal vaten en tobben vol aan den apothe ker leveren, dan komt de gewapende macht letter-n lijk de achter de hagen loopende kinderen opvangen, als vader zoo onmenschelijk is om de kinderen voor 't bessenplukken te gebruiken, zelfs met vergunning, maartusschen 12 en 3 uren. Het bezwaar, om zoo maar in huis te dringen, wordt door den minister, in de toelichting der wet, oppervlakkig genoemd. Want, zegt hij heel leuk, de ouders kunnen buiten alle moeite blijven, als zij hunne kinderen geregeld laten schoolgaan. Hij vertrouwt er echter op, dat de ouders bang genoeg voor den burgemeester zullen zijn, om 't niet op zulk een uiterste te laten aankomen. Zoo heel oppervlakkig vinden wij het bezwaar niet. Moet er eene wet op den kinderarbeid zijn, dan is 't noodig dat zij alleen ontaarde ouders treft, die bijv. om aan drinkgewoonte te voldoen, van de kleinen overmatigen arbeid vorderen, en hunne toekomst door onthouding van onderwijs bederven, 't Is wat erg als een jongen van zijn negende jaar af, telkens van April tot October op den dijk achter de koeien moet slenteren. Tegen zoo iets mag wel gewaakt worden, maar dan op den man af, en niet met den omhaal van raads- en staten vergaderingen, bezoldigde inspecteurs enz. De burgemeesters en gemeente-veldwachters zullen er wel voor kunnen zorgen, dat een knaap in de schooljaren niet langer dan drie zomermaanden buiten de school blijft. De overmatige arbeid van spoorwegwachters, aan wie, bijna zonder zondagsrust, de zorg voor de veiligheid van den eersten en den laatsten trein dagelijks is opgedragen, ware eerder door eene wet te beperken, dan de gebruikelijke veldarbeid der kinderen. Heiukenszand, 29 Juni. Heden had hier onder begunstiging van scboon weder de installatie van van onzen nieuw benoemden burgemeester plaats. Nadat ZEd. in handen van den Commissaris des t7-- _r.

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1882 | | pagina 1