Nieuwe Goesche Courant,
Christelijk-historisch blad voor Zeeland
Zaterdag 24 Juni.
A°. 920.
Ongehoorde stilstand.
BINNEMLAND.
HET ZUIDEN.
Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag-
vond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen
Prijs pe* drie maanden francof 1,50.
Enkele nommers- 0,05.
UITGAVE VAN
P. G. WIJTMAN, te
en
Wed. A. C. DE JONGE, te Goes.
Prijs der Advertentiën:
Per regel 10 ets.; Familie-berichten van 16
regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents.
Liefdegaven 6 cents per regel.
Agent voor Übrdreclit en Omstreken: de heer H. J. KOEBRUGGE.
Dankt u ook niet, lezer! dat de staatkundige
oestand van Nederland niets groots, niets ver-
Leffends heeft Een op het gebied der beginselen
deurloos Ministerie is, zoo zegt men, het eenig
mogelijke het eenig mogelijke nu reeds vier ach-
tereen volgende jaren.
Het liberalistische Nederland schijnt zoolang aan
meutraal", aan kleurloos, gedaan te hebben dat het
n hoogste ressort aan kleurloosheid is overge
geven, ja dat kleurloosheid het eenig mogelijke
is geworden. Dat dit getuigt tegen de liberalis-
fcen, die in de Kamers zulk eene kolossale meerder
heid hebben is duidelijk en gevoelt een ieder.
Niettegenstaande hunne groote meerderheid
niet in het land en onder het volk, maar in de
Eerste en Tweede Kamer zien zij zich huns
ondanks op regeeringsgebied tot machteloosheid, tot
kleurloosheid gedoemd
Maar ach, hoe verlammend werkt eene zoodanige
wederrechtelijke meerderheid op den staatkundigen
toestand in
Dat er ten deze geen gezond leven is, ja dat
Nederland, tengevolge van hunne staatkundige on
gerechtigheden, krank geworden is tot in den wortel
van zijn staatkundig leven blijkt, helaas dezer dagen
voor elk die een weinig meêleeft in of, van buiten
het oog vestigt op Nederland. Immers in het midden
van den drukken staatkundigen arbeid legt het
kabinet d'affaire, omdat het met de volksvertegen
woordigers geen affaires meer meent te kunnen doen,
zijn portefeuille's in de handen des Konings deze
nu weigert haar aan te nemenhet kabinet even
wel volhardt op zijn beurt bij zijne vraag om ont
slag en de Koning kan, gelijk we weten, in een
Land als het onze met eene constitutioneele regee-
ingsvorm niet dwingen tot aanblijven hij verkrijgt
laar het schijnt en zich verluiden liet, slechts de
ioestemming dat het definitief ontslag, wanneer men
ij ft vrageneerst zal verkregen en genomen wor-
als Z. M. vanzijne buitenlandsche reis zal
teruggekeerd. Door dit nu in te willigen stelt
Ministerie zich verantwoordelijk voor den stil-
and in 's lands zaken, ja voor de ontbinding
aardoor veroorzaakt.
Dat de Volksvertegenwoordigers wetsvoorstellen
handelstractaten, die zij in strijd achten met de
langen des volks, verwerpen, is naar plicht en
eping, dat is parlementair, ja blijk van gezond
litiek leven en diensvolgens mag ook den out-
ndenden staatkundigen toestand, waarin wij nu
ken verkeeren, niet op hunne rekening worden
'Dit neêr te schrijven blijkt noodig, dewijl meD
ontmoet die zoo heimelijk gevoelen laten, dat
niet afdoen van 's lands zaken het gevolg is
verwerping van het handelstractaat.
och dat Ministerieele voorstellen verworpen
worden, is toch niet ongewoonevenmin dat een
Ministerie aftreedtmaar dat men noodéloos maan
den aaneen in een toestand blijft zooals thans in
Nederland, dat is óngewoon en öngehoord.
Als men ons nu in zulk een toestand bracht en
eenigen tijd liet, omdat men voorstellen van 's Konings
Ministers niet had aangenomen, dan zou men, wie
gevoelt dat niet, op inconstitutioneele wijze tot het
aannemen gaan dwingen.
Op zijn Bismarck's straf uitdeelen, door voor een
tijd naar huis te zenden, doet men, hopen wij toch,
in Nederland nog niet.
Zie, wanneer alles als de Koning van zijne reis
terug is, de Ministers eens uitgerust zijn en 's lands
zaken wat stil gestaan hebben doodeenvoudig
bij het oude blijft, zou het er metterdaad op gaan
gelijken.
In geen geval echter zijn de Kamerleden, die
naar recht en plicht het handelstractaat verwierpen
oorzaak van den stilstand.
Maar moest Z. M. de Koning uit het land
gaan toen het Ministerie bleef weigeren aan te
blijven? Zie, dat is vooralsnog eigenlijk de vraag.
De vraag echter, die wij niet beantwoorden, om
redenen, die elk zal moeten billijken.
's Konings vertegenwoordigers, de Ministers, stel
den, door zoo langte blijven, zich ver
antwoordelijk voor den huidigen toestandzij dus
moeten, dunkt ons, tot verantwoordiging geroepen
worden als weldra de Volksvertegenwoordiging een
oogenblik zal samenkomen. Zonder protest mag deze
zulk eene ontbindende catastrophe, dunkt ons, niet
laten passeeren.
Dat de organen der liberalisten we zeggen niet
van de crisis en hare oplossing, maar
van dit ongehoord en langdurig stilstaan der regee-
ringsmachine schier niets zeggen, getuigt tégen hen.
Uit overmaat van bescheidenheid is dat, naar
het ons wil voorkomen, niet te verklaren. Daar
aan lijden zij niet.
In het treurig besef hunner macht gaven zij veeleer
menigmaal van het tegendeel blijk.
Wanneer een niet salueerend officier niet naar
eisch en recht behandeld wordt, durven zij goed
meê spreken. En waarom zouden zij het dan
niet doen en durven als 's lands zaken, dus
het algemeen belang, waarvan zij den mond zoo
vol hebben, wordt achteruit gesteld?
Geloof ons, als zij eens goed klaar waren om
zelf de teugels des bewinds in handen te nemen,
als mannen uit hun midden de mogelijkheid inzagen
en gereed waren de Ministerieële zetels te be
zetten, men zou jeremiade's hooren. De alarm
klok zou geluid worden en door het land weergalmen.
Ze houden zich nu daarover mogelijk stil, omdat
zij doodverlegen zitten.
Een Ministerie als wil henengaan is hun nog het
meest gewenschte.
Door het heengaan van het Ministerie komt
tot hun spijt hunne machteloosheid bij vernieuwing
aan het licht.
Bij vernieuwiüg blijkt, dat zij geene meerderheid
in de Kamers moesten hebben.
Want zei ven regeeren kunnen zij niet.
En door hunne wederrechtelijke meerderheid
maken zij het der tegenpartij onmogelijk.
Alzoo zijn zij tenslotte de oorzaak van Neêrlands
malaise.
En al willen zij dat niet erkennen toch gevoelen
zij daarvan wel zooveel, dat zij zich tot zwijgen
veroordeeld zien zelfs bij een ongehoorden stil
stand als wij thans beleven.
Het Handelsblad heeft in de crisis aanleiding ge
vonden om in een hartig woord aan de liberalen
gericht, tot eendracht aan te sporen
«Komt bijeenlaat om den wille van het land
uwe twisten en persoonlijke grieven varen, want
zij hebben 14 jaren van onmacht berokkend.
Reikt elkaar de handverstaat u met elkaar over
de groote vraagstukken die hervorming behoeven
en lost die op, zonder weder om bijzaken, ja zelfs
om wat in uw oog gebreken zijn, de hoofdzaak
te verwerpen of in gevaar te brengen. En zijn er
onder u die daartoe niet willen samenwerken, die
7,ulks in strijd achten met hun «zelfstandigheid"
een woord, waarmede reeds zooveel kwaad
is gesticht welnu, laat hen dan zooveel vader
landsliefde toonen, dat zij zich zonder voorbehoud
terugtrekken, en hun kiezers mededeelen waarom zij
dat doen. Honderd tegen één, dat de kiezers dan
mannen afvaardigen, »die wel willen en zullen
samenwerken."
Zoo heeft het invloedrijke blad der hoofdstad
zich laten hooren.
Het is schoon gezegd en goed bedoeld, maar
de heilige Antonius preekte, volgens de legende
eeumaal voor de visschen, en
De preek was gedaan en de preêker zei» Amen
Maar net als voorheen ging de snoek weer op buit,
Kroop de aal weêr in 't slijk en de kreeft achteruit
Ze vonden 't verruklijk en riepen te zamen:
Hoe mooi was de preek en hoe keurig van pas
Maar - lieten de zaak, net precies als ze was.
De SticJitsche Courant meldt uit de badplaats
Wildungen
„De Koning neemt de kuur zeer geregeld en streng
waar, en deze schijnt dan ook gunstig op HD. gesteld
te werken, 's Morgens ten half zeven precies rijdt Z.
M. vergezeld van HD, adjudant naar de Heienen
Quelle, die ongeveer I/2 uur rijdens van het Bad
huis, het verblijf van HH. MM. verwijderd is, om
uit die bron het voorgeschreven quantum water te
drinken. In dien tijd maakt de Koningin bij mooi weer
eene morgenwandeling met eene hofdame door de
tuinen of het park van het Badhuis of in de
bosschen op een der naastbijgelegen bergen. Als Z. M.
van de Hel enen Quelle terugkomt, wordt het eerste-