ferh, Octrooi si: icndtng.
GEMENGDE BERICHTEN.
der krankzinnigenwat de besturende geneesheer juist
niet als een compliment zal beschouwen.
Heb ik het mis, het zal mij zeer aangenaam zijn,
van dwaling overtuigd te worden, maar al wat ik
van uitdrukkingen tracht te verzamelen, bevestigt
mij in mijn meeningbijv. Hoofd van het ministerie,
Hoofd van het dagelijks bestuur, Hoofd der politie,
Hoofd der vaderlandsche dichters, Hoofd der redac
tie enz.
Hoofdonderwijzer was daarom ook een zeer goede
benaming, want de man, die aan het hoofd der
school staat, is hoofd van het onderwijzend personeel.
Hoor het te water laten van de Van Speyk, deze
week te Amsterdam, is de herinnering aan de ge
beurtenissen van 18301831 weder eenigszins ver
levendigd.
De onderofficieren sociëteit te Amsterdam van
land- en zeemacht 's Koningskroon vierde Dinsdag
avond in het lokaal van dienzelfden naam feest.
Het was eene buitengewone vergadering, waar
aan de 78-jarige Jacob Hobein deelnam. In wel
gekozen woorden werd door den president, den
heer J. H. van Spreeken, Hobein welkom geheeten,
als eerelid der Yereeniging, het insigne hem op
de borst gespeld en de eerewijn aangeboden. De
fanfares van de statmuziek der infanterie sloten
dit deel der feestviering. Vervolgens werd door den
konstabelmajoor der marine, M. J. E. Kriens, een
hulde aan Hobein uitgesproken en daarna bij
monde van den heer Michels een portret van
Hobein der Vereeniging aangeboden. Het
met bloemen getooid portret hing aan den
wand. Daarboven is een lauwerkrans geteekend
waarin de opdracht voorkomt, luidende: »Aan
Jacob Hobein, gepensioneerd Opperstuurman der
Koninkl. Ned. Marine, Ridder der Militaire Wil
lemsorde, broeder der orde van den Nederl. Leeuw,
ridder van de orde der Eikenkroon, oud-strijder
ten jare 1830 en 1831." Daaronder volgen de
woorden»Onder 't geweervuur des vijands redde
hij 29 Maart 1831 op de Zeeuwsche stroomen,
een nationale vlag, welke in eene afgedrevene
sloep in handen des vijands dreigde te vallen, voor
smaad en hoon", terwijl onder het portret het vol
gende versje is geplaatst:
,(>ij hebt, toen hfeêrlnnds vlag in een verlaten boot
,Ten prooi des vijands scheen, (gemaklijk eereteeken)
z/Haar zwemmende gered, trötseerend golf en looi,
,l)ies eert u 't Hollandsch hart, wil u ter eere spreken
Verder werd de avond gewijd aan muziek, gym
nastiek en voordracht. Eenige officieren van leger
en vloot hadden door hunne tegenwoordigheid
blijken van iugenomenheid met dit feest,
xxï^xix ny^ac itiaauuug, uuartoe uitgenoodigd, ook
het te water laten van de Van Speyk op de Lands-
weif bij.
Vrije samenkomst van Christelijke Gere
formeerden te Utrecht.
Donderdag 1 Juni heeft, overeenkomstig de uit-
noodiging van enkele Broeders, te Utrecht de sa
menkomst plaats gehad van Christelijke Gerefor
meerden ter bespreking van de hoofdkwestien van
den dag. Zij was zeer goed bezochtvan alle oor
den des lands waren broeders, leeraren, ouderlingen
en leden, ten getale van ongeveer honderd bijeen
gekomen.
Nadat zij met psalmgezang en gebed was geopend,
gaf een der Broeders, die haar mede had samen
geroepen, een korte schets van hetgeen tot die bij-
eenrocping had geleid eu daarmede beoogd werd.
Het doel bleek zeer vredelievend te zijn. Overtuigd
van het groote nut, dat vrije en behoorlijke samen-
spreking van broeders afwerpen kan voor de goede
zaak, wilde men door elkander over de hoofdkwes
tien van den dag te hooren tot meer eenheid
en vastheid van overtuiging geraken in betrekking
tot zulke gewichtige kwestiën als die van de ver
houding van Kerk en Staat, van den Staat tot 't
onderwijs, en van 't kiesstelsel. Desaangaande tot
rijpheid te komen was wel eenige opoffering en
moeite waardig. In die overtuiging toog men dan
ook aan 't werk, nadat een voorzitter en een secre
taris was gekozen, en besloten de orde der bespre
king te volgen, welke te voren was aangekondigd.
Er heerschte steeds een zeer broederlijke gezindheid,
die geen oogenblik verstoord werd, al stemde men
ook niet altijd in bijzaken overeen. Wij althans kon
den niet nalaten telkens te denken aan enkele
broeders, die in de laatste dagen wel eens de vrees
hadden geuit als zou de bespreking van genoemde
vragen tot twisting aanleiding geven. Waren ze op
de bijeenkomst geweest, zij zouden zich zeker met
ons verblijd hebben.
Allereerst was aan de orde de vraag
In welke richting wenscht men de verhouding
van Kerk en Staat (art. 168 der Grondwet) gewij
zigd te zien
.Natuurlijk dacht men daarbij niet aan een Staat
CKeu schiueiiuo «v- I
zooals men dien zich zou wenschen, maar aan den
tegenwoordigen, ongeloovigen Staat. Van lieverlede
drongen zich twee kwesties op den voorgrond. Is
het goed dat die Staat de Kerk onderhoudt? Welk
recht hebben de kerkgenootschappen in 't algemeen
en de Christelijke Gereformeerde Kerk in 't bijzonder
op de geestelijke goederen vroeger door den Staat
genaast. Dus vroeg men. Het ontbrak niet aan
breede en degelijke adviezen. De overeenstemming
bleek grooter, dan werd vermoed.
Door niemand werd bestreden, dat het de roeping
der gemeente zelve is, om in den dienst des Heeren
te voorzien.
Ook werd door niemand een enkel woord gespro
ken voor het aanvragen of ontvangen van subsidie.
De af hankelijkheid der gemeente van telkens terug-
keerende bijdragen van Staatswege werd algemeen
verderfelijk geacht.
Allen waren het daarover eens, dat art. 168 hoe
eer hoe liever geschrapt, en roof van kerkelijke
goederen moet afgekeurd worden.
De geheele kwestie omtrent het recht op de
geestelijke goederen, van den tijd der hervorming
tot op den tegenwoordigen, werd van alle zijden
bezien.
Menigeen vernam, wat hij tot dusverre nog niet
wistveel was er te leeren, vooral op punten, die
in onze bladen nog niet zoo in bijzonderheden waren
behandeld. Intusschen was de morgenzitting voor-
bijgegaan, de middag-bijeenkomst reeds aangevan
gen. Weldra- moesten niet weinige broeders vertrek
ken, en wist men in hoofdzaak wat men wilde, men
was tevens overtuigd, dat men in betrekking tot de
vraag naar het recht op de geestelijke goederen in'som-
mige opzichten nog niet eenstemmig was. Overhaas
te enjonrijpe uitsprakengbrengen geen nut, maar na
deel aan. Daarom, zoo oordeelde men algemeen, moes
ten er geen formeele besluiten genomen worden.
Toch werd nog aangaande een en ander, dat ons
later, ook als anti-revolutionairen, zou kunnen die
nen, afspraak gemaakt. Wij moeten op de hoofd
kwestien vooruit! De verkiezingen in 1883
naderen
Ook was men zoozeer overtuigd van de goede
vrucht, die deze samenspreking had afgeworpen,
dat men, alvorens met dankzegging aan den Heere
uiteen te gaan, met algemeene stemmen besloot, aan
't moderamen op te dragen later, ook als zekere
omstandigheden het noodzakelijk mochten maken,
weer een dergelijke bijeenkomst samen te roepen.
In een navergadering werd nog een en ander in
betrekking tot de onderwijskwestie besproken naar
aanleiding waarvan nader enkele punten ter over-
non /"ln Klnjnn auillo» gojvi v VV\jXTltHL.
Het moderamen
M. NOORDTZIJ, Voorz.
J. OLTHOFF, Scriba.
6 Juli '82.
Op het viertal ter beroeping van een predi
kant bij de Ned. Herv. gemeente te Middelburg
zijn geplaatst de heeren H. van Griethuijsen
te Burgwerd c. a., E. B. Gunning te Klundert, G.
Klaarhamer te Raamsdonk en J. J. Westerbeek
van Eerten te Vleuten.
Beroepen te Groningen Ds. D. Rijnders te
Middelburg.
De Hoofdcommissie voor het Zuider-zendings-
feest heeft ons in staat gesteld de bijna voltallige
lijst der sprekers openbaar te maken.
Ds. F. J. Hoedemaker, hoogleeraar aan de vrije
Universiteit, openingsrede.
Ds. A. Keers, van Hazerswoude. De honderd
voudige vrucht der Christelijke Zending.
Ds. B. van Schelven van Haarlem.
Ds. C. van Dis, van Westmaas. Het heilzame dei-
tegenwerking in de arbeid van het Godsrijk.
Ds. J. Montagne, van Vlissingen, C'hr. Jongelings-
vereeniging.
De heer J. L. Zegers, zendeling der Ned. Zend.
Vereeniging.
Ds. A. van Schelven, van Beverwijk. Evangelisatie
in Nederland.
Dr. J. Koster, van Wissenkerke.
Ds. II. Pierson, directeur der Heldringsgestichten
In wendigezen ding.
Ds. E. Weiss, van Haarlem. Zending onder de
negers
Ds. A. v. d. Sluijs, van Leiden. »Maar wat zijn
deze onder zoovelen
Ds. F- van Gheel Gildemeester, van Dalfsen.
Eerste slotrede.
Ds. S. Kalma, van Zevenbergen. Tweede slotrede.
Oostburg:. Vrijdag voor Pinksteren werd alhier
eene gecombineerde vergadering van kerkvoogden en
notabelen gehouden. Ter tafel kwam het verzoek
des kerkeraads om, met het oog op de aanstaande
vacature, de personeele toelage voor den te beroe
pen predikant met f 200 te verhoogen, of anders,
I
ze op denzelfden voet te laten. Van dit verzt' 1
werd nagenoeg geene notitie genomen, en ondei
voorwendsel, dat de kerkekas geene verhoogin^
toeliet, omdat ze in slechten toestand verkeek
werd een voorstel, om de personeele toelage if
f 200 te verminderen, aangenomen met 8 tegër
6 stemmen.
Hoe sterk de waarheidsliefde van enkelen de.
tegenstemmers is, moge blijken uit de volgendf
cijfersontvangst over 1881 f 5047.46 Uitgaven,
dus met in begrip van pers. toelage f 3870,09
zoodat er een batig saldo is van f 1277,37.
De begrooting van 1882 is er eveneens op aan
gelegd, om met een vermoedelijk goed slot va
f 1000 ongeveer te sluiten.
Over den slechten toestand der kerkekas mogi
nu ieder onpartijdige zelf oordeelen.
Volgens het Weekblad van Zeeuicsch- Vlaanderen s
westelijk deel evenwel, is het traktement verlaagd,
om geen orthodoxen ruziemaker meer in de ge
meente te krijgen. Van een zoo zachtmoedig en
vredelievend mensch als de Heer Van Oijen is
zulk een wensch te begrijpen en zeker is dan de
volgzaamheid van een deel der Oostburgsche
kerkvoogden ten opzichte van den wensch diens
kalmen, bezadigden mans op nieuw schitterend
gebleken.
Als men nu maar zulk een bedaard en rustig
persoon als de onderwijzer van Aardenburg voor
Oostburg als dominé kan vinden
Het kiescollege te Zierikzee, grootendeels uit
modernen bestaande, heeft in beginsel besloten in
de vacature, die eerlang zal ontstaan door het ver
trek van den heer Montijn naar Schiedam, te voor
zien door het beroepen van een orthodoxen predi
kant. Een voorstel om door tusschenkomst van
een commissie uit de rechtzinnige leden der ge
meente een voordracht te vragen, werd afgewezen.
Men wilde liever wederom zelf een geschikten leids
man zoeken voor de andersdenkende broeders.
Goesche Courant.)
Deze week is de electrische spoorweg Am
sterdamZandvoort geopend. De prijs is per rit 127a
ct. Het Handelsblad zegt daaromtrent het volgende t
Een bezoek aan en een rit op den electrischen
tramweg is aan te bevelen aan elkeen. Het maakt
een machtigen indruk, als men dien wagen zonder
zichtbare beweegkracht zich langs de rails ziet
voortbewegen en men vraagt zich onwillekeurig af
wat. or nog in hot verschiet ligt.
De hier gebezigde inrichting verschilt in een op
zicht van de Parijsche. Daar toch werd de stroom-
geleidmg gevormd door opgehangen buizen, waarin
zich een wagentje met daaraan bevestigde draad
geleiding bewoog, terwijl hier de rails zelf de
geleiding uitmaken.
Als eene bijzonderheid wordt gemeld, dat bij
het afloopen van Zr. Ms. schroefstoomschip le.
klasse Van Speijlc, aan 's Rijks werf te Amster
dam, eene oude vrouw aanwezig was, die tegelijk
met Van Speijk in het Burgerweeshuis aldaar ver
pleegd is geweest en voor deze plechtigheid uit Den
Helder was overgekomen.
Het lijk van Garibaldi zal niet worden be
graven, maar verbrand.
De brandstapel bestaat uit een ouden molensteen
en is geplaatst in een hoek van 'teiland bij de
graven zijner kinderen Rosa en Annita.
Eene talrijke menigte belangstellenden trekt uit
alle deelen des lands naar Caprera, om bij de
verbranding tegenwoordig te zijn. Reeds zijn 300
veteranen uit Genua per boot naar het eiland
vertrokken. Tegelijkertijd gingen vier stoombooten
uit Parlermo, twee uit Leghorn en een uit Napels,
die allen geheel vol waren. Hoe al die menschen
op de rots een onderkomen moeten vinden, is den
meesten een raadsel. Het dorpje la Magdalena
een half uur varens van Caprera, is stampvol en
heeft geen booten genoeg om aan de behoefte te
voldoen. De talrijke deputaties moeten een nacht
verblijf vinden aan boord der schepen, die hen van
Civita Vecchia naar Caprera brengen.
De deputaties der beide Kamers en van den ge
meenteraad van Rome zouden reeds met twee ad
judanten van Koning Humbert en de ministers
van justitie en publieke werken met de Candia en
de Ortygia naar Caprera vertrokken zijn, zoo men
niet eerst den wensch der familie Garibaldi wilde
afwachten, die haai- verlangen nog niet duidelijk
heeft te kennen gegeven.
Men weet niet algemeen, dat de grafkelder
waarin het stoffelijk overschot van Abraham, Sara*
Isaac, Rebecca, Jacob en Lea, in de spelonk Mach-
pelah bij Hebron rust, heden ten dage nog even on
geschonden is als ten tijde waarin het Bijbelsch ver
haal handelt. Het stoffelijk overschot van den
aartsvader en de zijnen wordt in steenen sarcophagen