leuwe Goesche Courant, Ckristelijk-historisch blad voor Zeeland. «I JLV HET ZUIDEN, Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen Prijs pev drie maanden francof 1,50. f Enkele nommers- 0,05. UITGAVE VAN P. 6. WIJTMAN, te Middelhuig en Wed. A. G. DE JONGE, te Goes. Prijs der Advertentiën: Per regel 10 ets.; Familie-berichten van 16 ƒ1,Iedere regel meer 15 cents. Liefdegaven 6 cents per regel. Agent voor Dordrecht en Omstreken: de heer H. J. KOEBRUGGrE. BINNENLAND. De totaal-opbrengst der verpachting van percee- len op de Yersche oesterbank is nog belangrijk hoo- ger geloopen dan onze correspondent had vermoed. De opbrengst is geweest f 368.373. En dat tegen f 2100 voor de thans loopende .pacht. De tegenwoordige pachters moeten enorm verdie nen de oesters moeten ontzaglijk in prijs stijgen, of we hebben hier te doen met een windhandel zoo kapitaal als Haarlems beroemde tulpenhandel van voorheen. De gemeenteraad van Goes heeft het verzoek reeds vroeger vermeld van liet bestuur der ambachtschool, om tengevolge van uitbreiding dei- school, de subsidie aan die school verstrekt van f 200 tot f 400 te verhoogen, aangenomen. Met 6 tegen 3 stemmen werd verworpen een voorstel van den heer MasSée om, indien de ruimte dit toelaat, op de scholen voor middelbaar onder wijs gratis toe te laten, leerlingen die blijk geven van buitengewonen aanleg. ander, voor de eer zijn dierbaren Vader aange daan, en eindigde met een woord van vermaning en vertroosting. Na hem sprak ^pde zoon des overledenen, Predikant te Veere een woord van dank en besloot de plechtigheid, met dankzeg ging en gebed. Zoo deed de Heere Zijnen die naar als een groote in Israël met eere ten grave dalen. De heer mr. J. W. Lasonder, leeraar aan 's Rijks hoogere burgerschool te Middelburg heeft wegens zijn aanstaand vertrek naar Zuid-Afrika, eervol ontslag uit die betrekking aangevraagd. Gisteren namiddag had in het polderhuis in de Abdij alhier de opening plaats van de inschrijvings biljetten op de le serie, ad 20 aandeelen van f 1000, in de 4pcts geidleening van f-200,000 ten laste van den polder Walcheren. Ingeschreven werd voor 27 aandeelen te weten door den heer J, A. Zip alhier voor 20 aandeelen, S ad f 1002,60 6 a f 1001 en 6 a f 990door de heeren J. Boasson en Zonen alhier, voor 8 aandeelen, 5 ad f 970, 1 ad f 990 en 2 ad f 1000door de heeren Van den Broecke, Luteijn en Schouten alhier voor 7 aandeelen, 2 ad f 1000 en 5 ad f 890door den heer T. Akkerman alhier voor 2 aandeelen ad f 1001. De bepaling welke aanbiedingen zullen worden aangenomen, zal plaats hebben in de eerstvolgende vergadering van het polderbestuur. (M. O.) Menwedorp* Hedeu 7 Juni werd het stoffelijk overschot vau den WelEw. Heer Steketee Cz., in leven Predikant te Nieuwedorp, plechtig ter aarde besteld. Ter eener zijde van de lijk koets bevonden zich de kerkeraad en ter andere zijde de schoolcommissie als dragers. Achter de koets volgden de drie zonen des overledenen, met een reeks van vrienden en betrekkingen, terwijl een menigte inwoners der gemeente, waaronder ook de onderwijzer met de kinderen, de lijkbaar volgde naar 't graf. Het was een aandoenlijk gezicht, dien stoet te aanschouwen, niet slechts waren de kinde ren en betrekkingen in rouwgewaad, maar allen die het dierbaar overschot volgden, kleinen en grooten droegen rouw. Nadat het lijk in 't graf was felaten, sprak een familielid des overledenen Ds. C. teketee Az. Predikant te Heinkenszand, een ge past woord, in betrekking tot den overledene, en verder tot de familie, en de schare bij 't graf tegenwoordig. Na hem sprak de oudste zoon, Docent aan de Kamperschpol, een hartelijk en aan doenlijk woorddank betuigende aan den een en Camperland. 7 Juni. Heden werd op het na burige Wissenkerke het stoffelijk overschot vau den Weleerwaarden heer S. O. Los, den 4en dezer alhier overleden, ter aarde besteld. Sedert 1841 predikant bij de Chr. geref. kerk in Nederland, bediende hij achtereenvolgens de gemeente te Workum, Rotterdam, Werkendam, Ter Neuzen en Baarland tot hij in 1875, door zwakheid des licliaams gedrongen, zijne welverdiende rust nam. Met buitengewone gaven bedeeld, verkondigde hij ruim 34 jaren het volle, ruime evangelie der genade, in welke bediening hij vele zielen voor Koning Jezus heeft gewonnen. De Chr. geref. kerk verliest in hem een barer steunpilaren en voorbidders, de gemeente te Cam perland een raadsman en zijne kinderen een lief- Kol>!>on<l on onv£jrIra£fpnrl Onze predikant Ds. J. Verhave sprak aau de geopende groeve een kort, pittig woord naar aan leiding van Daniel XII 3. Bij alles wat er aan den dierbaren overledene wordt verloren, blijft deze troost, dat hij behoort tot diegenen, waarvan de Heere in Zijn Woord zegt Zalig zijn de dooden, die in den Heere sterven, van nu aan Ja, zegt de Geest, opdat zij rusten mogen van hunnen arbeid, en hunne werken volgen hen na." Omtrent het bericht over de Nemesis bevat het Nieuics van den Dag het volgend schrijven van den heer D. van Ketwich, ambtenaar bij de Rijks commissie van toezicht op liet vervoer van Land verhuizers te Amsterdam Het schijnt wel, dat men zich te New-York er een genoegen van maakt om steeds aanmerkingen van de ruwste soort te maken, ten einde de landverhuizing van Amsterdam op alle mogelijke wijze tegen te werken. Ter nauwernood is de zaak van de Surrey bewezen een storm in een glas water te zijn geweestis de gezagvoerder vrijgesproken van de kolossale boete van 5000 dollars, en zijn de beschuldigingen van verschil lenden aard, kapt. B con r.aar het hoefd geslingerd, bevonden onjuist te zijn, of de vuile pen van een of anderen onrustigen landverhuizer weet de gedienstige pen van een of ander Amerikaznsch blad, misschien wel met klinkende redenen, te bewegen een uitermate vinnig stuk over de Nemesis te plaatsen. Wij hebben nog voor ons liggen een uitknipsel, drie op het voordek en vier op het achterdek, allen doorloopend in het beneden tusschendek. Mij dunkt Mijnheer de Redacteur, dat die eerder een halven storm beneden laten waaien dan bedompt te mogen heeten, en dus waarschijnlijk zich het geval weer heeft voor gedaan, dat de èen klaagt over bedomptheid waar ten ander het te tochtig vindt. Voedsel slecht en onvoldoende. De voeding is gekeurd en 't schip voor veertig, zegge veertig dagen geprovi andeerd, zooals alle stoomschepen van hier geprovion- deerd zijn. Het water brak. Aangenomen b. v. dat het water, circa 8000 liter, die dagelijks worden gefiltreerd uit zeewater, eens iet ol wat brak geweest zijn ('t geen we echter goedvinden niet te gelooven) heeft het schip bovendien nog een voorraad van meer dan 50 ton (25 last) in de ketels van hier ingenomen, en niemand zal tjeh aannemen dat ook dat water brak was. Het hier onderzochte water was helder en uitmuntend vau kwaliteit. Dat er handel met de voeding gedreven is, kan mis schien wel gebeuren, dat is van localen aard maar dan heeft de landverhuizer zich aan boord bij den gezagvoerder te beklagen. De dokter voortdurend beschenken. Een geval dat later zijn oplossing moet vinden. Dat er op de reis ziekten zijn uitgebroken, kan nooit eene klacht worden, want dezelfde ziekten waarvan sprake is, vindt men overal, en evenzeer dat er men- Schen aan sterven. Zeer gelukkig, dat de N. R. C. het geheele verhaal even oiigeiuuicrrjö. viuut u.is ij mw. Intusschen is het onaangedaam voor ons Hollandsch gevoel, dat er in New-York courantiers schijnen te bestaan, die het als 't ware aangenaam vin ten om dergelijke sensatie-berichten voor goede munt aan te nemen. Gelukkig dat we ons troosten kunnen met de weten schap, dat de Nemesis op haar terugreis is en dat, indien slechts de helft waar was van 't geen uit New-York is geschreven of geseind, de gezagvoerder een plaatsje had gekregen achter slot en grendel, of wel een boete beloopen, die hem de gansche tehuisreis den slaap uit de oogen had gehouden. Vij ncuucu u,.s II ..eo. waar aan het hoold staat: ..A floating Pesthouse* en andere weinig minder vuilgestelde artikelen uit lieraid, Truth en Tribune, aangaande de Surrey, en hebben ons na 't ingestelde onderzoek alhier (toen de Surrey terug was) slechts te verbazen gehad over de nonsens en bombast, die in die artikelen d oorstraalde, alsof er hier te lande geen staatscommissie bestond, die den landverhuizer beschermde. Zoo zal ht>. waarschijnlijk met de Nemesis evenzeer gaan Onder ck particuliere telegrammen uit Londen, na 5 Juni. wordt uen volke weer verkondigd hoe de landverhnizers weer tal van klachten hebben ingebracht, b. v. de kajuiten waren bedompt en smerig, waaronder wij dus verstaan tusschen- deks en spardek, omdat landverhuizers daar logeeren Bedompt nu is onmogelijk, want de ventilatie was in orae bevonden door de commissie. De beide groote lantaarns hadden elk eene vierkante oppervlakte van zeven meter. Behalve die, bevonden zich aan elke zij van het schip vijf groote ventilators en bevendien nog Over de nieuw gesmede benaming van >hoofd der School" schrijft ds. H. Pierson in den Chr. Schoolb. het volgende De uitdrukking hoofd wordt in het Nederlandsch juist dan gebruikt, wanneer men zich een lichaam kan voorstellen, waaraan zulk een hoofd past, en waarvan het als een deel kan worden beschouwd. Zoo spreekt men van het hoofd des gezins, maar niet van het hoofd des huizesdaarvoor bezigt men de uitdrukking heer des huizes. Hoofd eener bende kan men zijn, maar niet hoofd van een roovershol. Hoofd der firmamaar niet hoofd van het kantoor, Christus heet het hoofd Zijner gemeentewelke als een lichaam wordt beschouwd, waarvan Hij een deel uitmaakt. Zoo fijn is onze taal op dit punt, dat wanneer meu aan een fabrikant zou vragen wie is het hoofd van het 'personeel hij zeker zou wijzen op zijn meesterknecht, en niet op zich zei ven omdat de meesterknecht ook tevens deel uitmaakt van het personeel. De fabrikant is geen hoofd der fabriek, maar directeur of eigenaar. Zoo onverschillig onze taal is voor uitgangen, voor het mannelijk en vrouwelijk, zoo nauwgezet is zij in alle beeldspraak, en daarom mogen wij zulk een fijne ouderscheiding als iu het woord hoofd tegenover heer, bestuurder, regent, chef; directeur ligt, niet moedwillig prijs geven. Laat dat aan alle taal bedervers over, die alle poëzie zouden willen uit- dooven. Het gaat van kwaad tot erger, indien men er niet tegen waakt. Nu reeds spreekt men van hoofd van het onderioijs. Men zal weldra gaan spre ken van hoofd eener bedelaars-kolonie, wat niet heel aangenaam zijn zal voor den directeur, of van hoofd

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1882 | | pagina 1