lierh, Sfirool en icniftno. GEMENGDE BERICHTEN, t BUITENLAND. Êcholen blijven mede aan deze bepalingen onder- Worpen voorts alleen nog aan art. 15, hetwelk luidt»voldoende middelen tot verwarming en luchtverversching worden in elk schoolvertrek aan gebracht." Alle andere voorschriften, waaraan die scholen voor 1 Januari 1884 zouden te voldoen hebben zijn dus vervallen. Bij het bouwen en inrichten van nieuwe bijzondere scholen behoeft op art. 8 (kleur der wanden van het schoollokaal en matte verf van het bord) en evenmin op art. 11 betredende de vloeren, langer gelet te worden. Ook niet, op de groote of opper vlakte der lokalen in verband met het aantal kin deren. Alleen art. 10. Ie en laatste alinea (voldoend aantal vensters, waarvan het bovengedeelte kan geopend worden), art. 12, le alinea (de deuren niet in onmiddellijke communicatie met de buitenlucht), art. 13. le alinea (de schoolbanken moeten voorzien zijn van een lendenleuning, niet van een rug- of lendenleuning,zooals het vroeger besluit voorschreef en het even aangehaalde artikel 15 betredende verwarming en luchtverversching blijven van toe passing. Be Standaard zegt het volgende van deze bepa lingen »Pijnacker Hordijk heeft Six fiks op zijn vingers getikt. Het Sixiaansche besluit is de wereld weer uit, en een ander en beter zag het licht. Wij winnen er door, dat onze oude scholen nu in geen geval behoeven verbouwd te worden dat de kubieke inhoud op 3 M3 voor elk schoolgaand kind is gestelden de meest beperkende bepalingen voor onze scholen vervallen. Een uiterst belangrijke concessie Edoch, volstrekt geen concessie die er toe leiden mag om Lohmans voorstel niet aan te nemen. Immers, het geld hier een beginsel. De vraag is»Staat ge onder staatscontrole Ja, zegt Pijnacker Hordijk Neen, zegt Lohman. En aan dat neen houden we ons. Ook al blijven We er op aandringen, dat 3 Ma ook aan onze medische kijk-in-de-potten als grens van alle maat worde gesteld." Be Tijd, mede belanghebbende in deze zaak laat zich aldus hooren »Nu het jongste Koninklijke Besluit omtrent den bouw en de inrichting der scholen, ten minste eenigermate den onrechtmatigen druk vermindert, welke aan het bijzonder onderwijs was opgelegd, schijnen vele liberalen van meening, dat het wets voorstel van den heer de Savornin Lohman eigen lijk alle reden van bestaan heeft verloren. Wij deelen die meening volstrekt niet. Hoewel gaarne de goede bedoelingen en de wezenlijke verbetering erkennende, die het nieuwe besluit aanbrengt, wenschen wij toch te doen opmerken, dat alleen eene wet geen besluit, dat onder een volgend ministerie wederom in anderen zin kan gewijzigd worden ons de waarborgen aanbiedt, waarop wij recht hebben. Wie kan instaan, dat niet vroeg of laat onder een radicaal ministerie de thans ver leende vrijstellingen worden teruggenomen en niet de bijzondere scholen geheel en al met de openbare worden gelijkgesteld Het thans verschenen Konink lijke Besluit omtrent den schoolbouw is reeds het derdeniemand kan zeggen, of het ook het laatste zal zijn, en of niet in een volgend wederom de bijzondere scholen gelijkelijk met de openbare aan allerlei drukkende en onnoodige bepalingen zul len onderworpen worden. Deze mogelijkheid nu zal door de wet van den heer Lohman worden afge sneden." Het jaarverslag der Néderlandsch-Zuid-Afrikaansche Vereeniging meldt, dat 314 leden zijn toegetreden. Te Zwolle is eene afdeeling tot stand gekomen, te Groningen wordt er eene voorbereid. De kas steeg, door uitkeeriug van het saldo bij het Transvaal- comité aanwezig, tot f 1G,900. Slechts enkele malen kon daaruit in het belang der Zuid-Afrikaansche Republiek worden geput. Zoo is in Maart op ver zoek der Zuid-Afrikaansche regeering een stel school- literatuur gezonden; voor nog geen f 1200 was die Verzameling, welke een winkelwaarde van f 2000 heeft, aangeschaft, dank zij der welwillendheid van vele uitgevers. Verder is aan de commissie voor emigratie en stoomvaartplannen een crediet van f -500 geopend. Om volkomen op de hoogte te komen van de behoefte, richtte het bestuur in October 1881 een uitvoerig schrijven aan den president der Zuid- Afrikaansche Republiek, met verzoek om inlichtingen over den toestand en over de middelen tot verbe tering. Tot dusver bleef die brief onbeantwoord. Een telegram van 20 Januari jl. evenzeer. Er ontbreekt dus directe verbinding met het bestuur der Zuid-Afrikaansche Republiek. Daarom wenscht het bestuur dat de Algemeene Vergadering ernstig overlegge, of niet een geschikt persoon naar de Transvaal behoort te worden gezonden, om persoon lijke betrekkingen aan te knoopen en tevens als consul op te treden, daar de minister van buiten- landsche zaken geneigd is ons land in de Transvaal door een uitgezonden consul te doen vertegenwoor digen. Den 5 Juli zal het Nationale Zendingsfeest gehouden worden op het buitengoed van jhr. Van Foreest, te Heilo, waar het ook in 1870 plaats vond. Goes, 8 Mei 1882. Bedankt voor het beroep naar de Chr. Geref. Gemeente te Beetgun (Friesland) door Ds. D. de Pree, te Goes. Rittliem. 5 Mei 1882. Heden was heel de ge meente in feestgewaad. Bijna uit elke woning wap perde de drieklem', terwijl twee prachtige eerepoorten, voorzien van guirlandes, waren opgericht bij de woning van den algemeen geachten predikant G. C. Boomer, die thans het voorrecht mocht genie ten zijn SOsten geboortedag te beleven. Van alle zijden ondervond de beminde Leeraar velschillende blijken van achting. Voor eenige dagen was er eene feestcommissie gevormd, welke heden den Predikant, bij monde van den Heer Burgemeester, een prachtig cadeau, bestaande uit een lichtkroon overhandigde. Zoowel kerkelijke autoriteiten als die der gemeente hadden ieder het hunne daartoe bijgedragen. Des avonds werd er een vuurwerk ontstoken, hetgeen de feestvreugde der dorpelingen niet weinig verhoogde terwijl de Zangvereeniging ten huize van den Jubilaris eenige gepaste zangstukjes, hiertoe opzettelijk voor haar vervaardigd, uitvoerde. Waar zulk een band bestaat tusschen leeraar en gemeente, daar is het geen wonder, dat iedere feestgenoot, noode afscheid nam van den gulhar- tigen Predikant en zijne gade, met de bede in het hart en op de lippen, dat hij nog een tal van jaren aan het zedelijk belang der gemeente moge werkzaam zijn. De Hoofdcommissie van de Vereeniging voor Christelijk Nationaal Schoolonderwijs heeft voorde algemeene vergadering, op 1 Juni a. s. te Leeuwar te houden, een zeer belangrijk punt aan de orde gesteld. De Hoofdcommissie, overwegende dat de Christelijke Normaalscholen te Nijmegen en Doetinchem grooten- deels in stand gehouden worden door de bijdragen van belangstellenden dat het vertrouwen der vrieuden van het Christelijk ondei wijs, vooral voor'deze stichtingen onmisbaar, bij ontstentenis van alle contróle licht geschokt kan worden Stelt voor, indien daartegen bij de directiën der ge noemde stichtingen geene bezwaren bestaan De vergadering benoemt eene commissie, op voor dracht van de hoofdcommissie, van drie leden met opdracht, de genoemde inrichtingen minstens ééns in het jaar te bezoeken, ten einde aldaar een onderzoek in te stellen naar den Godsdienstigcn en zedelijken grond slag, waarop het onderwijs gegeven wordt; voorts zooveel doenlijk zich aangaande het gedrag en de vor deringen der kvveekelingen te overtuigen. Vóórts 1 Januari van elk jaar levert zij een rapport van haar bevinding in aan de Hoofdcommissie. De commissie wordt benoemd voor drie jaren. £lk jaar t eedt volgens rooster, in de algemeene vergade ring, een lid af, dat echter dadelijk herkiesbaar is. De Fransche protestanten hebben het plan opgee vat, om voor den held en het slachtoffer van de:" Bartholomeusnacht, admiraal de Coligny, (24ste? Augustus 1572) een standbeeld op te richten. De markies de Jaucourt is voorzitter en de heerer Waddington, André, graaf Pierre de la Rochefou-, cauld en de predikant Bersier, behooren o. a. tof de leden. Ook de aartsbisschop van Canterbury stelt in de vereering groot belang en bij zijn jongst; verblijf in Parijs bracht hij een bezoek bij den heer Bersier, waarbij hij niet alleen zijne hooge inge nomenheid met het plan uitdrukte, maar ook voor stelde om den 13den Juni in Lambett Palace een meeting te houden, waar de heer Bersier, de wel sprekendste Fransche redenaar sinds de dagen van Coquerel en Adolphe Monod het karakter en het doel der beweging zal ontwikkelen. De plaats waar men het gedenkteeken wenscht op te richten, ligt tusschen de Protestantsche kerk de 1' Oratoiie en de rue Rivoli en van de vijftig duizend gulden, die noodig zijn, is reeds voor een vierde geteekend. Het comité wijst er op, dat er voor een naam als Coligny geen grenzen bestaan en voegt daaraan nog toe: »De wereld is in zijn land en een ieder die gevoel heeft voor geest en deugd, tot de zwaarste beproevingen gebracht, die moeielijkheden en tegen spoeden kimnen opleggen, behoort tot de medestich ters van een monument, waarin zijn nagedachtenis geëerd wordt." Voor ons land meer dan voor eenig ander is Coligny, de schoonvader van prins "Willem I, een wapenbroeder. Hij is als 't ware een deel onzer geschiedenis. Ook hij vocht gelijk met ons tegen dwinglandij, inquisitie en dweepzucht en door een som van duizend gulden aan het comité te zenden, heeft onze Kroonprins getoond dit te begrijpen en een schoon voorbeeld, dat tot navolging opwekt, gegeven. Een nieuwe boot van de Unionlijn, de Alaska (bijgenaamd de hazewind van den Atlantischen Oceaan), is te Queenstown aangekomen van New- York, na een reis van zeven dagen drie-en-vijft' minuten. De uitreis had ze in zeven dagen, y'O en-veertig minuten gedaan, zoodat ze naar Ameriki en terug geweest is in veertien dagen, vijf uur en vijf-en-twintig minuten. H. M. de Koningin van Zweden is gisteren van Amsterdam vertrokken. Zoowel H. M. als de Vorstin-moeder von Wied. dragen sinds 11. Maandag den rouw over hare nicht, de overleden erfprinses van Wurtemberg. Een verschrikkelijke tijding komt uit Ierland. Terwijl men met vreugdebetoon de vrijlating var de hoofden van het Landverbond vierde, worden plotseling Zaterdag namiddag de minister vooi Ierland en zijn secretaris, midden in Dublin met dolksteken vermoord. Men -vreesde wel dat bij de uitgestoken vinger de gelieele hand zou geëischf worden, maar zoo ontzettende moord is meer dan men vermoeden kon. De twee vermoorden, Lord Cavendish en de lieer Burke, leveren het onzettend bewijs waartoe volkswraak leiden kan. De eerste tijdingen van dezen ontzettenden moord luiden als volgt: De plek, waar men de verminkte lichamen van den Ierschen secretaris en onder-secretaris ontdekte, bevindt zich vijftig yards van de villa des Onder- konings in het Phoenixpark, en ongeveer honderd yards van den openbaren hoofdweg. Beide ver moorden werkten Zaterdag tot laat op het kasteel. Daarna reden zij huiswaarts en wandelden na het middagmaal in het Phoenixpark, waar met het heerlijke lenteweder tallooze burgers zich verlustig den. Plotseling, tegen half acht, bij klaarlichten dag, verscheen eene kar, waarop vier mannen zaten. Dezen vielen Cavendish en Burke aan, Er ontstond eene korte worsteling. De slachtoffers verdedigden zich heldhaftig, maar de moordenaars overman" i hen, en bedekten lien met messteken. Vervolg bestegen zij weder de kar en draafden weg, kunir"

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1882 | | pagina 2