3. De toeleg der tegenstanders wijst op nood zakelijkheid van eene christelijke school. 4. De belofte der ouders en het belang der ge meente maken eene christelijke school onmisbaar. 5. Christelijk onderwijs is niet onwetenschappelijk. 6. Christelijk onderwijs voedt waarlijk op. 7. Christelijk onderwijs is van groot belang voor de maatschappij. Niemand duide het mij ten kwade, zoo ging Spreker voort, dat ik tot juistere kenschetsing het woord gereformeerde gebruikt heb, vooral wijl in onze dagen zooveel met dat woord geschermd wordt. Het is niet gedaan om anderen te kwetsen, die, al stemmen zij niet op alle punten met de f©reformeerde leer in, toch met ons den God des ijbels erkennen. De gereformeerde erkent heel den bijbel van Genesis tot Openbaring als het woord Gods. Wie dat doet, gevoelt zich gedwongen tot christelijk on derwijs. Ieder mensch gevoelt iets van de eisehen Gods door het geweten. Wat echter velen niet erkennen, dat erkent de christen, n. 1. dat Gods eisehen volstrekt zijn. Nu gebiedt God in Deutero- nomium 6 4=9 reeds, Hoor, Israëlde Heere onze God is een eenig Heere Zoo zult Gij den Heere uwen God liefhebben met uw gansche hart en met uwe gansche ziel, met al uw vermogen. En deze woorden, die ik U heden gebiede, zul len in uw hart zijn. Ea gij zult ze uwen kinderen inscherpen en daarvan spreken, als gij in uw huis zit en als gij op den weg gaat, en gij nederligt, en als gij opstaat. Ook zult gij ze tot een teeken binden op uwe hand, en zij zullen u tot voorhoofdspanselen zijn tusschen uwe oogen. En gij zult ze" op de posten van uw huis en aan aan uwe poorten schrijven. Nog heden ten dage heeft de orthodoxe Israëliet ontzag voor dat woord. Wij vatten het niet letter lijk op, maar zoodanig dat alles wat we doen, moet zijn naar dc wet Gods. Sedert het laatst der vorige eeuw is men begonnen te zeggenMen moet God liefhebben boven alles en niet met het 'gansche hart. Dat is eene verflauwing, b. v. Jacob had Rachel wel lief boven andere vrouwen, maar beminde andere meê. De liefde tot God is een fehecl eenige, zij is van oneindige strekking. God an niet verdragen dat we liet hart verdeden. Hij wil het geheel. Men moet allen en alles in Ilem vinden. Wie nu de oneindigheid van Gods eisehen erkent kan niet anders dan christelijk onderwijs begeeren, want. Gods geboden moeten den kinderen ingescherpt worden, niet maar een uur in -N de week op de catechisatie, maar steeds. Wijl het kind een groot gedeelte van den dag onder den invloed van het onderwijs is, kan voor hem, die Gods gebod in acht wil nemen,geen ander dan christe lijk onderwijs voldoen, want de openbare school kan het niet geven. Integendeel. Zoo komt spreker tot. de 2e stelling. Art. 33 der schoolwet van f78 gebiedt onzijdigheid op godsdienstig terrein. Maar dan moet de onder wijzer ook een onzijdig mensch zijn. Het onderwijs van den man, die zich met. het hart op zijne zaak toelegt is een afspiegeling van hem zeiven. In zake godsdienst is het echter onmogelijk onzijdig te zijngodsdienst is geene zaak van het verstand, den wil of het gevoel, maar van het hart. In ,^eder hart woont liefde tot of liaat tegen God. Waar men God niet bemint moet men zich tegen Hem stellen. Er zijn dus liefhebbers en haters Gods, kinderen des lichts en kinderen dezer wereld. De kinderen des lichts kunnen hun licht niet ver bergen. Zij moeten Gods eer zoeken. Evenmin kunnen de kinderen der wereld hunne vijandschap tegen God verbergenzij moeten Hem haten. "Dat de onzijdigheid van het staatsonderwijs niets meer dan eene leus is, wordt dan ook hoe langer zoo nax-r door onze tegenstanders erkend. Professor Pekelharing zeide in een debat over het onderwijs te Gouda, dat de openbare school tot de nieuwere wereldbeschouwing leidt. Professor v. d. Linde heeft het uitgesproken, dat onzijdigheid onmogelijk is en er tegen gewaar schuwd, dat men toch niet zou ijveren voor eene alleenzaligmakende school, zooals men dat vroeger deed voor eene alleenzaligmakende kerk. Doch dat zijn niet de eenige concessies. In de Nieuwe Rotterdam.sehe Courant van 4 Januari 1882 staat eeu bericht van eene vergadering voor 't onderwijs te Woudsend. Op die vergadering is door een predikant van onverdacht modern allooi be- weera en bewezen, dat de openbare niet neutraal kan en mag zijn. De lieer Vierkant, openbaar onderwijzer, staafde dit met aanhalingen uit leesboeken, die op de openbare scholen gebruikt worden. De schoolwet spreekt ook van christelijke deug den. Zonder met minachting van Israëlieten te spreken, moet men toch ook erkennen dat de christen nog wel iets anders door christelijke deugden verstaat, dan de Israëliet. De christen erkent: Gijlieden gelooft in God, gelooft ook in Mij. Dit is den jood een ergernis. Wanneer we nu weten, dat de Israëliet Godefroi in de kamer zeer geijverd heeft voor het behoud van christelijke deugden, dan spreekt het wel van zelf, dat wij daar niet veel meê op kunnen hebben. Wie niet met Mij is, is tegen Mij, zegt de Heiland. Op Jezus als Zalig maker mag niet worden gewezen, van Hem mag niet worden gesproken. De openbare school gebiedt dus verloocheuing van Christus. Wat blijft ons derhalve van de christelijke deugden? 3e stelling. Deze klinkt voor tegenstanders mis schien wel scherp. Doch er zijn ook eerlijke tegen standers, waarom zouden ze er niet zijn o. a. de Amsterdammer. Die tegenstanders zelve zien, dat de schoolstrijd een dieperen grond heeft, dan menig een vermoedt. In 1806 kregen we eene schoolwet, die het gebruik van den bijbel op de school toeliet. Den catechismus echter niet.. Willen we het volk afleiden van de H. Schrift, dan moet men den Catechismus wegnemen. Zoo doet ook de vijand, die eerst de buitenwerken van de vesting opruimt om daarna de vesting zelve aan te tasten. In 1857 moest de bijbel van de school. »Brave Hendrikken" hadden toegang, de bijbel niet. In '78 is de wet van '57 verscherpt. Toch bleven christelijke deugden behoudende bijbel werd echter verboden. Dit staat er niet met zoovele woorden, maar Roomschen en Israëlieten beletten het gebruik er van. Wat is nu het doel Het volk moet van zijn bijbel ver vreemd worden. Onze tegenstanders zelf laten er er zich zoo over uit. Professor Pierson heeft ge zegd al wat wetenschappelijk is moet op school gebracht worden. Maar geen godsdienst. Het is schadelijk om aan den dood te denken. Dat ver lamt de kracht en verflauwt den moed. Dat komt, omdat men zelf voor den dood vreest. Het geweten zegt dat het den mensch eenmaal gezet is te ster ven en daarna het oordeel. Hugenholtz schreef zelf Het zou onverantwoordelijk zijn, als wij van de gele genheid geen gebruik maakten. Vele onderwijzers zijn modern, voeden alzoo de kinderen op en we bereiken ons doel. Ook professor Rauwenhoff liet. zich in dien geest uit. Eeu en ander doet ons een blik slaan in de bedoelingen onzer tegenstanders, d. i. om ons volk van den God des bijbels te vervreemden. Daar komt men niet altijd .even .eerlijk voor uit. Onze overheid schippert zelf zooveelmogelijk om liet onrecht, dat een groot deel van ons volk wordt aangedaan nog duidelijker aan 't licht te doen komen. De minister durft het kruisbeeld te Slena- ken eu den bijbel met den catechismus op de Veluwe niet te verbieden. Het spreekt van zelf, dat waar we zoo den toe leg onzer tegenstanders kennen, .wij moeten ijveren voor de christelijke school,trouwens, 4e stelling, de belofte der ouders en hetbelang der gemeente eisehen het. Christenouders .hebben bij den doop beloofd hunne kinderen in. dei leering en vermaning des Heereu te doen en te helpen onderwijzen. Nu spreekt de schoolwet wel van de longen, de oogen en dc ruggen der kinderen en zorgt daarvoor maar niet voor 't hart. 't Is of onze kinderen geen har ten hebbenof ze eene verzameling van stoffen en gassen zijn. En toch zijn die kinderen beelddra gers Gods en moeten als zoodanig .opgevoed en on derwezen worden. Ook voor de toekomst der ge meente is het onderwijs van groot gewicht- Wat zal er van de gemeente worden, indien ons volk stelselmatig van zijn. God .vervreemd wordt De Chr. school is de kweekplaats der Chr. .gemeente. Dat onderwijs is daarom nog 5e stelling, niet onwetenschappelijk. Integendeel Er zijn christelijke scholen genoeg, welke uitmunten boven de openbare. Ongeloovige, roomsche en isra- ëlitisehö ouders zenden er dikwijls hunne kinderen heen, omdat het gehalte van het onderwijs er beter is. Men moet echter niet alles wetenschap noemen, wat zich voor wetenschap uitgeeft. Men zegt de wetenschap heeft uitgemaakt dat Genesis I onwaar is. Het is wel waar, dat de moderne the ologen zulks graag zouden wenschen. Virchow, een der grootste natuurkundigen van onzen tijd, zegt zelfs, dat het lang niet uitgemaakt is dat de wetenschap het scheppingsverhaal logen straft. Het christendom brengt tot ware wetenschap. De christelijke zending b» v. heeft veel bijge dragen tot uitbreiding van land- en volkenkunde. Met vele andere voorbeelden toont spreker aan, dat christelijk ouderwijs niet onwetenschappelijk is. 6e stelling. Het christelijk onderwijs voedt waarlijk op. Zich te voeden en zijne gezondheid te onderhouden moge genoeg zijn voor de dieren, voor den mensch niet, zijne bestemming is om met God in gemeen schap te leven. Dit kunnen we alleen doen door Jezus Christus iu wien te zenden op aarde God Zijne liefde tot zondaren betoond heeft. Ook kinderen gevoelen, dat ze kwaad gedaan hebben en hebblïf vergeving noodig en moeten ge wezen worden op den Zaligmaker ook van kinderen. Men klaagt wel eens dat er geen ontzag meer is bij de kinderen. Dat komt omdat men niet tot het hart der kinderen doordringt. De bijbel is de sleutel tot het hart des kinds. Daarom kan de christelijke school alleen waarlijk opvoeden. Hoe is het mogelijk, dat er nog menschen kunnen zijn, die den bijbel kennen en hunne kinderen naar de openbare school zenden In eene vergadering van de »Dageraad" te Am sterdam zeide iemand: Ik zend mijne kinderen ge rust naar een orthodox predikant ter leering, de openbare school doodt toch het geloof. 7e stelling. Al zegt men dat de voorstanders van christelijk onderwijs het land in rep en roer brengen, toch is het christelijk onderwijs voor de maatschappij van groot belang. Christelijk onderwijs kweekt liefde jegens allen. Heb God lief boven alles, uw naaste als u zeiven. Tegenover christelijk onderwijs staat dikwijls ongeloovig onderwijs. Vele openbare on< Ier- wijzers zijn voorstanders van de leer van Darwin. Die leer is een pest voor de maatschappij. Professor Virchow zegt dat die leer bevorderlijk is aan so cialisme en communisme. Die leer zet de zelfzucht op den troon en onder mijnt alle gezag. Het Christelijke onderwijs is dus van groot belang, omdat het de overheid erkent als Gods dienares. Laat ons werken terwijl het dag is voor 't heil van de maatschappij, de kerk en van onze kinderen. Wij mogen nog Christelijke scholen hebben. Laat ons van die wijheid gebruik maken. »IIet Nieuws van den Dag" had reeds den euvelen moed om te zeggen Die Christelijke scholen moesten verboden worden. Laat ons bij 't ijveren voor de Christelijke school ons Christenen toonen. Onderzoeken we ons of we zelf waarlijk christenen zijn, opdat dat ijveren niet eenmaal tegen ons getuige. Ziju we behouden, laat ons God danken en Hem bidden om den bloei van 't christelijk onderwijs tot uitbreiding van zijn koninkrijk. Jonkheer de Jonge dankte den spreker voor het vele goede dat hij te hooren had gegeven en vroeg nu wie van de aanwezigen, waaronder vele tegenstan ders, lust had deu spreker op het gebied zijner stellingen, te ontmoeten. Niemand maakte van die gelegenheid gebruik dan de heer Bax, pred. bij de Ned. Herv. Gem. alhier. De heer Bax releveert een paar punten, welke het hart der kwestie niet raken, en vraagt daarna: wat verstaat men door „eene school met den bijbel." Ver staat men daardoor eene school met een godsdien- stigën geest, dan wil ook spreker dat devies overne men. Maar bedoelt men eene school, waar de bijbel als leerboek gebruikt wordt, dan verklaart hij zich er tegen. Ook spreker waardeert de bijbel, heeft hem lief, en wil hem zelf uit eerbied niet op school gebruiken. Hij vreest dat, als de leerlingen de tegenstrijdig heden in den bijbel bemerken, zij hem minder' zij len waardeeren en er afkeerig van zullen worden. Vel dus eene school niet een echt godsdienstigen geest, maar geene school met den bijbel. De heer van den Hoorn is blijde, dat hij het woord gereformeerd heeft gebruikt. Het is hem nu gebleken, dat men den bijbel kan respecteeren en voor godsdienstig onderwijs zijn zonder gereformeerd te wezen. Dezulken willen wel godsdienstig maar geen christelijk onderwijs. Ook de modernen willen hunne beginselen op school hebben. Het is ook geen hoofdzaak den bijbel als leesboek te hebben, het komt aan op den geest die er heerscht. Daar na deed de heer Bax nog eene vraag aan ds. van den Hoorn, die meer op het gebied der theologie thuis behoorde, toch door laatstgenoemde nog be antwoord werd. Jhr. de J. vraagt of nog iemand het woord ver langt om te debatteeren of om nadere inlichting te ontvangen. Daar dit door niemand begeerd wordt eindigt de heer de J. met een woord van dank aan den spreker en aan den heer Bax voor de humane wijze waarop ze elkander bestreden. Voorts hoopt hij, dat het gesprokene onzen tegenstanders tot beter nadenken en tot meerdere waardeering leide, opdat zij ons niet langer voor beroerdere Israels houden, maar erkennen mogen dat hier wel degelijk een heilig beginsel in 't spel is. lerft, School fii goitimn. Aangenomen liet beroep tot predikant bij de Chr. Geref. Gemeente te Baarland door Ds. J. Middel, predikant bij die gemeente te Gouda. Tot predikant bij de N. H. G. te Bruinisse is beroepen ds. J. C. K. Nonhebei te Vlaardingen. Bedankt .voor het beroep bij de Ned. Herv. gemeente te Oostkappelle door ds. S. F. L. v. Stein Callenfels te st. Laurens.

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1882 | | pagina 2