Nieuwe Goesche Courant, C h r is tel ij k-h is toPtys c h blad voor Zeeland Donderdag 13 April. JV. i»yo. „De Heere is waarlij k opgestaan." BINNENLAND. 1 4* HET ZUIDEN, 1 V erschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen Prijs pe- drie maanden francof 1,50. i Enkele nommers- 0,05. UITGA VB VAN P. 6. WIJT HAK, le Sliddelbaig Wed. A. C. JONGE, te Gees. Prijs der AdvertentiEn: Per regel 10 ets.; Familie-berichten v; regels ƒ1,Iedere regel meer 15 een Liefdegaven 6 cents per regel. -6 Agent voor Dordrecht en Omstreken: de heer 11. J. KOEBRUGGE. Met dit onuitsprekelijk heuchelijke, hartaangrij- pende, zoo veelzeggende woord werden de Emmaüs gangers begroet, toen deze in den zeer laten avond gekomen waren om den discipelen mede te deelen, dat zij den Heere gezien, met Hem zeer lang ge sproken en, gegeten en gedronken hadden. Lang, zeer lang bleef het onder de discipelen gebruik op paasehmorgen met dit vreugde-woord en dezen vrede-roep elkander te begroeten. En al is het nu waar, dat dit gebruik over het algemeen ophield op te bestaan, toch bleef het feit, in weerwil van het halve en het volslagen ongeloof, I niet slechts in blijde herinnering, maar, als ten der hoofdfeiten van het christendom, in het hart, in de belijdenis en in het geloofsleven eener steeds aan groeiende schare voortleven. G Keen, niet slechts in de yedackte der uiteenge slagen en zoo diep bedroefde discipelen en discipe- liunen verrees en herleefde de groote Doode, de Doode bij uitnemendheidmaar in werkelijkheid, inderdaad' en in der waarheid, stond de Heer des levens uit den doode op. Door Schriftverknoeiing en vervalsching, door het behendig, liever onhandig megmottelen der zoo klaar en duidelijk beschrevene, der zoo krachtig gestaafde feiten is men tot het herlevings' systeem in de ge dachte gekomen. Men stelde vooraf vast: »wonderen zijn onmo gelijk", dat is, m. a. w., Jezus is met waarlijk uit den doode opgestaan; en na dat te hebben vastge steld, ging men de H. Schrift exegetiseeren er van maken wat er, met die stelling voorop, uog van te maken was. Doch, met het: monderen zijn onmogelijk" is men consequent gekomen tot de loochening van het per soonlijk en zelfbewust bestaan des eeuwig levenden Gods. Van tweeën één: men moest vooruit of terug, zoodra men tot het inzicht en de erkentenis was gekomen dat wouderen mogelijk niet alleen, maar zelfs waarschijnlijk ziju, indien er namelijk een levend, persoonlijk God is. Daarvan, men zag en erkende het, hing het af. Immers, is er een boven de wereld verheven, levend God dan zijn ook wonderen mogelijkin. a. w., dan kunnen er daden plaats hebbeu, dingen gebeuren, die de krachten en gewone werkingen der natuur te hoven gaan. p>an ook dit is wel toegestemd zijn ze niet slechts mogelijk, maar zelfs waarschijnelijk, dewijl zich te openbaren, nog anders dan door de natuur, waaraan we, helaaswel eens te gewoon worden, behoefte voor Ziehen voor Zijne redelijke schepselen r kan heeten. I Alzoo: men moest, zooals gezegd is, voor- of I achteruit f ooruil, dat is, het aandurven het per- loochenen. En, achja, velen hadden den ontzet tend euvelen moed, dat uiterste te kiezen. Anderen echter, ja van »het denkend deel der Natie", willen, onwetenschappelijk genoeg, niet kie zen, maar kwakzalveren voort. Kwakzalveren voort, als ware het van tweeën één»is er een almachtig werkzaam, levend God, den zijn wonderen mogelijk, en alleen als Hit er niet is, zijn ze onmogelijk," als ware dit van tweeën één de waarheid niet. Van hoevele kansels zal men ook weer op dit Paaschfeest van het herleven in de gedachte, wijl won deren onmogelijk zijn, gesproken hebben, dus met zijne zoogenaamde »boerenbedriegerij" zijn voortgegaan! Gelukkig staat daar tegenover, dat nog weer anderen, dat zeer velen tot de oude paden zijn teruggekeerd, en bij geloof aan den levenden God der Schriften ook de feiten in de Schrift geboek staafd erkennen en gelooven. »De Heere is waarlijk upgostaau" dal, dat roepen deze, om zoo te zeggen, elkander weer in blij ge looven toe. En dat Hij niet zoogenaamd, maar in werke lijkheid uit den doode is opgestaan, is, gelijk boven gezegd is, niet alleen klaar geopenbaard, maar ook krachtig gestaafd. Gerustelijk dagen we uit ieder, die lezen kan en lezen wil wat er staat, om zelfs maar één bewijs te leveren voor het slechts «herleven in de gedachte". En dat het feit ook niet op dichterlijke wijze door de Evangelisten is beschreven, dus, dat van het steken van het feit in een dichterlijk kleed evenmin sprake kan zijn, is even ontegenzeggelijk als het herlevings systeem onwaar is. Schijn nog schaduw is er van een dichterlijk kleed. In den ougekunstelden verhaaltrant wordt ons niet slechts de opstanding uit den doode zelf, maar ook de tienmaal herhaalde verschijning van den Heere medegedeeld. Als daadzaken, als wezenlijk plaats gehad heb bende gebeurtenissen, deelen zij ons de opstanding en de velerlei verschijningen mede. Ook dit een en ander hebben wij dus, zoo als het ons aangediend wordt, met vreugde te aanvaarden. Eigene gedachten in de H. Schrift leggen, haar willekeurig verklaren, mag zoomin de irenische als moderne of mystieke. Dat mag niemand. Zij, die dit niet doen, maar lezen wat er geschre ven staat, hooren uit de verschillende Evangeliën dat het graf ledig werd gevonden, dat de wachters zijn gevloden en omgekocht, dat de engelen verkon digen dat Hij waarlijk is opgestaan, ja ook dat men Hem gezien, met Hem gesproken, gegeten en gedronken heeft, dat Hij langs het strand wandelde en een wonder verrichtte, dat Hij afscheid nam van zijne discipelen en daarna zichtbaar ten hemel voer. En dat de disipelen in plaats van op hooren zeggen af te gaan, zien en tasten wilden, komt ons ten goede, is ons een bewijs te meer voor de zekerheid van Jezus opstanding. Verder, vestigen wij er wel de aandacht op, dat op het feit der opstanding de geheele leer van het christendom is gebouwd. En vragen, na daar de aandacht op te hebben gevestigd, zou een leer als déze, indien zij op een leugen gebouwd ware, kunnen stand houden en zich uitbreiden gelijk zij heeft gedaan Een leer als deze, die namelijk geen steunpunt heeft in het leugenachtige, eigengerechtige en we- reldsch gezinde hart des menschenmaar die voor 's menschen verstand dwaasheid en voor zijn hart ergernis is, die van het begin tot het einde niets dan zelfverloochening eischt? Daarenboven lette men op den machtigen en heerlijken invloed door deze leer uitgeoefend op het hart, het huisgezin, de maatschappij, ja op de vol keren, die haar hebben gehoord, erkend en geloofd. »De Heere is waarlijk opgestaan"dit leve alzoo voort tot in de geslachten In het distriet Steenwijk is tot lid der Tweede Kamer gekozen de heer G. H. Thomassen a Theusslnk van der Hoop eandidaat der anti revolutionairen met 718 stemmen. Op mr. van Diggelen, eandidaat der liberalen waren 625 stemmen uitgebracht. HH. MM. de Kouing en de Koningin zijn gis- teren te 1 uur per Rijnspoor uit de residentie vertrokken. Z. M. in admiraals-uniform, H. M. in pensé-blauw satijn en fluweel toilet. De trein o. a, begeleid door den heer Ameshoff, president van den Rijnspoorweg, kwam te half drie uur te Am sterdam aan het station Weesperpoort. Het gevolg reed onmiddellijk naar het Paleis. HH. MM. echter brachten eerst een bezoek aan H. M. de Koningin van Zweden in het Amstel-hótel. Freule Eketra en baron Cronstedt, hofdame en kamerheer van de koningin van Zweden, ontvingen de hooge gasten aan den ingang van het Arastel- hötel, terwijl de koningin van Zweden HH. MM. aan den trap te gemoet ging. Het bezoek duurde omstreeks een half uur. Het Amstelhötel was voor deze gelegenheid sierlijk met bloemen en planten getooid en de vestibule maakte een schoonen indruk niet weinig verhoogd door het aantal gasten, meest vreemdelingen, die in de vestibule en corridors wa ren gegroepeerd, en getuigen waren van de hartelijke wijze waarop het Nederlandsche volk zijn Vorsten huis eert. Duizenden toeschouwers waren langs den weg naar het Amstelhötel geschaard, die luide hulde brachten aan het vorstelijk paar. Precies te 3 uur kwamen HH. MM. tenpaleize op den Dam, waar zij door een talrijke menigte werden verwelkomd. Als gewoonlijk verschenen de Koning en de Koningin op het balkon, waar zij. met luid gejuicli werden begroet. H. M. de Koningin van Zweden, vergezeld van freule Eketra en baron Croustadt, heeft te 4 uur een tegenbezoek aan HH- MM. ten paleize ge bracht. De Goessche Courant meldt De commissie tot regeling van de dezen zomer te Goes te houden Zeenwsche tentoonstelling voor

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1882 | | pagina 1