Nieuwe Goesche Courant, Mèa il twesërlei Christel ijk -historisch blad voor Zeeland BINNENLAND. f Donderdag 23 Haar I. J\°. 1132. HET ZUIDEN, Verschilrïïelken Maandag, Woensdag en Vrijdag tenS ure, behalve op Christelijke feestdagen Prijs pe- drie maanden francof 1,50. Enkele nommers0505. ÜITGAVE VAN P. G. WH HAS, lc Middelhui g en Wed. A. C. DE JONGE, le Goes. Paus der Advertentiën: Per regel 10 ets.; Familie-berichten van 16 regels 1,Iedere regel meer 15 cents. Liefdegaven 6 cents per regel. Agent voor Dordrecht en Omstreken: de heer 11. J. KOEBRUGG-E. Bij vernieuwing werden we herinnerd aan hetgeen boven dit artikel te lezen staat. Het was bij het lezen van het politiek overzicht het laatste nummer van Gids", dat we daaraan dachten. Voor die het niet mochten zeggen we, dat »f/c Gidshet meest gerenom meerde (vermaarde) maandwerk is der liberale partij en dat de eerste mannen dier partij hare red act ems en schrijvers zijn. In het evengenoemde overzicht nu wordt ook al weer voor een Godloochenaar de handschoen opge nomen. Voor die menschen blijken de liberalisten een zeer warm hart te hebben Dat zij het zoo telkens en telkens voor hen opnemen is kenschetsend. Uit pure liefde voor gelijke vrijheden en gelijke rechten kan het niet zijndewijl zij het dan niet alleen voor Godloochenaars maar voor allen zonder onderscheid, m. a. w., zoowel voor de geloovigen als voor de ongeloovigen zouden opnemen. In dat geval hadden we althans over een meten met twee maten niet te klagen. De Godloochenaar voor wien het thans opgenomen wordt, is Bradlaugh, de afgevaardigde wien, gelijk gij weet, door het Eugelsche parlement geen zitting wordt verleend. In het eerst werd hem het zitting nemen gewei gerd, om reden hij als Godloochenaar geen eed 'afleggen wilde, hetwelk volgens rechterlijke uitspraak de wet vorderten daarna, toen hij het wilde, werd het hem geweigerd, omdat men hem als Godlooche naar den eed kon noch mocht afnemen. Over deze handelwijze van liet Engelsche parle- nu schreeuwt men moord en brand, Men zegt: 't is »de vrijheid van het woord aan banden leggen en den tijd der inquisitie doen I herleven". I En verder»De groote grief is deze, dat het puis naar het schijnt volkomen tevreden is met den dubbelzinnigen toestand, dien het door eene handige wetsuitlegging heeft geschapen. Tevreden, nu het door eene handige wetsuitlegging een lid belet heeft de belofte en belet heeft den eed af te leggen. Tevreden, nu het een wettig gekozen vertegenwoordiger des volks buiten de muren van het parlement heeft gesloten, en, met twijfelachtig •echt, zijn zetel vacant heeft verklaard. Tevreden, li het iemand om bepaalde gevoelens op gods- lenstig gebied tothet innemen van de plaats, waartoe ij is geroepen, onbekwaam heeft genoemd. Men verheugd van iemand af te zijn, die in hooge ite de antipathie van vele leden heeft op en schijnt volstrekt niet te gevoelen, dat de ,artoe men gekomen is, al zou zij ook •aakbare gronden, voor zooveel het formeele recht betreft, in strijd komt met den geest van het recht en dus eene wijziging der wetgeving onverwijld noodzakelijk maakt" enz. We vertrouwen dat het niemand euvel opnemen zal dat, waar de liberalisten ten onzent het maan den aaneen voor een godloochenaar zelfs uit het Buitenland opnemenwaar zij gedurig weer een warm woord spreken en een krachtig pleidooi leve ren voor de rechten van een Bradlaugh, dat wij daar het zoo even aangehaalde te in het oogloopend passend vinden om het den liberalisten, met het oog- op den heer Hering, niet met een paar woorden terug te geven. Het meten met twee maten treedt hier te zeer in het licht om het zonder spreken te laten voor bijgaan. Immers, alles wat hier, ten behoeve van den godloochenaar Bradlaugh, van het Engelsche parlement gezegd wordt, kan, op zijn allerminst met hetzelfde recht, aan het adres van het libera listische, kleine schutterij-parlement te Middelburg in zake Hering worden overgebracht. En daar nu de liberalisten elkander niet contro leeren, maar wel verdedigen, al is het dat (één of) eenige hunner tegenover bijbelsche christenen precies handelen, zoo als het Engelsche parlement dat tegenover een godloochenaar doet, zoo nemen wij bij dezen de vrijheid zulks te doen. Het schutterij-parlementje, bestaande uit den commandant, den oud-commandant en nog één of twee heeren hebben, gelijk alle ingewijden weten, Da eenige deliberatiën goed gevonden, dat de commandant den heer Hering een niet-eervol ontslag geven en den 1 en luitenant een boete opleg gen zouden eerstgenoemde, omdat hij met een woord zich verdedigd en om Gods en des gewetens wil aan de parade onttrokken heeft en den laatst genoemde zonder ZEd. de gelegenheid te geen een woord ter zijner verdediging te spreken wijl hij om evengenoemde reden wegbleef. En nu vraagt de liberalistische schrijver van het genoemd politiek overzicht»Is het overdrijving als ik de uitbanning van Bradlaugh" lees de uit banning van Hering en het beboete van den lui tenant »qualificeer," als»de vrijheid van het woord aan banden leggen en de inquisitie doen herleven" Maar, de parlementen èn in Engeland èn in Ne derland zeggen we konden en mochten, met het oog op de nu eenmaal bestaande wet, niet anders handelen dan wij gehandeld hebben; Aangenomen voor een oogenblik. Doch aldus gaat de schrijver van het over zicht voort »de groote grief is deze, dat het Huis" (lees, het schutterij-parlementje) »naar het schijnt volkomen te vreden is met den dubbelzin nigen toestand, dien het door eene handige wets uitlegging (parade is inspectie en 5j» uur staat geluk met 12' 4 uur!) heeft geschapen." Tevreden, nu het door eene handige wetsuitleg ging" en door machtsaanmatiging een lid, ja twee leden, belet heeft, door zonder vorm van proces te veroordeelen, getuigenis af te leggen en zich te verdedigen voor den schuttersraad. «Tevreden, nu het een man >van zoo vele en trouwe diensten buiten de dienstdoende schutterij «heeft ge sloten, en, met twijfelachtig recht, zijn zetel (plaats) vacant heeft verklaard." «Tevreden, nu het iemand om bepaalde gevoelens op godsdienstig gebied (in ons geval slechts geen Godloochenaar) tot het innemen van de plaats, waartoe hij is geroepen, onbekwaam heeft genoemd." »Tevreden" is men zelfs in betrekking tot den heer Hering nog niet, want men laat hem, nahem te hebben «uitgesloten", nog niet los maar tracht hem ook uit andere betrekkingen te doen uitgaan. Dus in Nederland is men tegenover een geloovige nog niet zoo spoedig «tevreden" als in Engeland tegenover een Godlooohenaar. Iu betrekking tot het Eugelsche parlement vervolgt de schrijver »Men is verheugd van iemand af te zijn, (in Engeland van een Godloochenaarmaar hier van iemand, die God belijdt en Zijne geboden lief heeft) die n hooge mate de antipathie van vele leden heeft opgewekt, (ook hier, maar waarom en schijnt volstrekt niet te gevoelen, dat de beslis sing, waartoe men gekomen is, al zou zij ook be rusten op onwraakbare gronden, voor zooveel zij het formeele reclit betreft, in strijd komt met den geest van het recht en dus eene wijziging der wet geving onverwijld noodzakelijk maakt." Ziedaar, nu behoeft gij er niet meer aan te twij felen of »de liberalen" zullen mêe werken om uit de schutterijwet de hinderlijke bepaling, dat de commandanten ook op den dag des Heeren de schutters tot het houden der gewone oefeningen kunnen oproepen, weg te nemen. Het kan niet mooier. Immers, daar men in den Haag juist met eene nieuwe wet op de schutterij zich bezig houdt, zoo. kunnen »de vrijlieidlievenden," de liberalen«onverwijld" in Nederland mede in toepassing brengen, wat zij zelfs voor een god loochenaar in het buitenland begeeren. Want, met twee maten meten doen »de vrijlieid lievenden" niet. Dat zij voor een Godloochenaar begeeren zouden, wat zij iemand, die God belijdt en eert-, niet geven willen, foeizulk eene gedachte mag niet in het hart opkomen. Tenminste, als de liberalisten reeds zoo diep ge zonken zijn dan,dan beseffen zij him eigen toestand niét. Generaal van der Heijden had naar aanleiding van de beschuldigingen tegen hem door den minis ter van koloniën, in zake de behandeling der dwang arbeiders uitgesproken, een onderzoek van deze zaak aan de Tweede Kamer gevraagd. De Kamer beeft Maandag na langdurige dig*

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1882 | | pagina 1