ontwikkeld geweest coied van Natuur- Wie-
en Werktuigkunde. Neen kennis is het eenige niet,
is het voornaamste niet De vreeze des Heeren is het
beginsel der wijsheid
Hoe treurig, zeggen velen, dat er zooveel verdeeld
heid is. Eén school, zou dat niet kunnen onder de
verdraagzame zonen van 't zelfde Vaderland Die
twisten over 't geloof, hoe verd elen ze de harten,
hoe maken ze scheiding iu de gelederen des Volks
Voorzeker Er waren geene twisten over 't geloof,
toen al onze Vaders nog Heidenen waren. Er was we
derom geen twist, toen de kerk van Rome iu ons land
de alleeubeerschende was. Maar even dankbaar als
we zijn, dat God onze Heidensche Vaderen tot 't Evan
gelie bracht, evenzeer staren wij met blijmoedigen trots
op dien heldenkamp voor vrijheid en geweten, zoo
roemruchtig door onze Vaderen legen Spanje en Rome
gestreden. En al is het waar, dat op enkele plaatsen
de onderwijzer aan de staatsschool nog een christen
is, die Gods woord liefheeft, de wet laat hem geen
vrijheid om te leeren naar den wensch zijns harten.
Moge dan ook bij zulke plaatselijke toestanden de
behoefte aan christelijk onderwijs Liet zoo gevoeld
werden, eene volksovertuiging werpt zich niet plotse
ling over een volk, maar ontwikkelt zich langzaam
en gelijkt niet den wonderboom van Jona, maar den
stevigen boom, die vast geworteld staat in do aarde
en niet wordt geveld, al giert ook de stormwind door
de takken.Evenwel'met het oog op den ernst der tijden
roepen wij allen die den Bijbel liefhebben, toe
Bouwt scholen, in wier 9choot het Evangeliezout,
Uit on- en bijgeloof een dierbre jeugd behoudt.
De 2de stelling luidt De onbelemmerde oprichting
van de „school met den Bijbel" ware voor geheel ons
volk vau onloochenbaar belang.
De school met den bijbel zou een zegen zijn voor
de kinderen. Wie wenscht niet bij de gedachte aan
de verleidingen van allerlei aard waaraan onze kinderen
in steeds toenemende mate blootstaan, dat ze iets
hadden van 'tgeen Jozef zeggen deed: Zou ik zulk een
groot kwaad dceu en zondigen tegen God" Maar ook
voor de ouders, ook voor ons volk ware da onbelem-
merende oprichting der school met den Bijbel van
onloochenbaar belang.
Er zou meer verdraagzaamheid komen 1 Zekerlijk,
het bevordert do verdraagzaamheid niet, dat de staat
ons volk verdeelt in 2 deelen, de zoete en de stoute
kinderen. Spreker las een citaat voor uit de „Revue
des deux mondes", een liberaal frausch tijdschrift,
waarin de heer Charles de Massade het onreohtmatig
absolutisme hekelt van eene partij die om zelf hare
lievelingsideëen door te drijven, geen rekening houdt
met de overgroote meerderheid des volks eu slechts
tracht baas te blijven Daarna gaf spreker nog 2
citaten ten beste. Het eerste van Thorbecke zelf, die
aan Miquel, een duitsch staatsman verklaarde, dat de
poging om door de neutrale volksschool de verdraag
zaamheid te bevorderen en den confessioneelen vrede
te bezorgen, volkomen fiasco had gemaakt. Het 2de
van Heldring waarin deze groote philantroop vroeg
Hoe zou 't u bevallen, als gij uw geld moest betalen
voor den bouw eener Roomache Kerk of instandhouding
eener Roomsche eeredienst. Voorzeker slecht! Maar
hier moeten wij wel betalen, niet voor eene positieve,
maar voor eene negatieve godsdienst, waarvan wij niet
zijn gediend. Is dat minder hatelijk. Is het minder
hatelijk, vroeg spreker ten 9lotte, dat te Krabbendijke
voor eeue school met het Thorbeckiaansche Christendom
boven geloofsverdeeldheid 22,000 guldeD gegeven, maar
elke steun van staatswege voor een „school met den
Bijbel" onthouden wordt.
Er zou meer veerkracht ontwaken in ons land
door de onbelemmerde oprichting der christelijke
scholen. Ons volk is in den dommel 1 Als de Trans-
valers niet meerder veerkracht hadden betoond in
hunne worsteling met de Engelschen, zouden ze nooit
vrij zijn gekomen Als onze Vaderen zoo dommelig
waren geweest als de Nederlanders van thans, ze
zouden zich nooit van Spanje bevrijd hebben, en
Zeelaud had zijue geuzen eu zeehelden niet gehad.
Maar thans als er een kanaal moet worden gegra
ven enz. -• dan gaat men niet zelf aan 't werk,
maar vraagt het de heeren in den Haag en
Zooals de Heere het wijzen
Zoo zullen de luiden het prijzen.
Daarom is ontwaking der veerkracht hoogst ge-
wenscht en de oprichting van elke Christelijke school
ondanks alle bezwaren een bemoedigend teeken.
De school met den Bijbel zou krachtiger invloed
uitoefenen op de goede zeden I Want daar is 't
helaas treurig mee gesteld. De liberale Minister van
Justitie, die waarlijk niet orthodox is, heeft het open
lijk uitgesproken. Gebrek aan ontzag voor 't gezag»
„de hoofdkwaal van onzen tijd, de wonde ook van ons
volksleven! Daarom terugkeer tot het gezag, i9
eisch van den nood der tijden 1 Dat gezag is te vinden
in het huisgezin, waar de vader buigt voor 'l gezag
van 't Woord Gods, maar ook op grond van dat
Woord gezag vraagt. Te vinden op „de school met den
Bijbel", waarin niet het onbetrouwbare gezag van
menschen, maar het gezag Gods op grond van Zijn
getuigenis geldt voor onderwijzer eu leerlingen beiden
De 3de stelling luidt Ondanks de onbillijke be
lemmering, die de oprichting van //de school met den
Bijbel" ondervindt, kunnen we met goeden moed bid
dende voortarbeiden aan haren bloei.
Wij gaan vooruit 1 Ondanks de belemmering, ons
van staatswege aangedaan. Vooruit in 't gemak, om
onze scholen te bouwen. Spreker huiverde, met hoe
veel moeite Groen van Prinsterer, Mackay van Ophe-
mert en anderen te kampen hadden, eer de 1ste
Christelijke school in den Haag tot stand kon komen.
Wij gaan vooruit in waardeering 1 Vooruit in de
wijze van bestrijding, al is er nog wel hier en daar
een achterblijver, die 't op de oude, grove wijze
doet. In 1879 zou in Amsterdam dehaveloozenschool
worden opgericht. Die Haveloozen, die kinderen uit
de goot, zoo als de Engelschen zeggen, welke al
bedelend en zwervend leven van t geen ze verdienen
of halen konden, zon men zich aantrekken. Spreker
las uit hel verslag dier school enkele gedeelten voor,
om te laten zien, hoe we hier met het meest verwaarloosde
deel desvolks te doen hadden,zoodat de Haveloozenschool
minstens, om eene gemeenplaats te_ gebruiken, aan
eene groote behoefte zou voldoen. En toch schreef de
Evangelische kerkbode, 8 Februari 1849. „Wij hebbeD
vernomen, dat enkele afgescheidene drijvers van plan
zijn, eene school te stichten voor Haveloozen, om
proselieten te maken voor hunne partij. Wij waarschu
wen hen, als ze daarmede voortgaan, dat we hunne
namen en hun streven publiek zullen bekend maken."
Toen in 't vorige jaar 1881, diezelfde school nieuwe
banken moest hebben, ondersteunde én 't liberale
handelsblad en de Tijd de aanvrage om geldelijken
steun. Dus vooruitgang in waardeering, in wijze
van bestrijding.
Wij gaan vooruit in aantal. In 1880, 340 scholen
met 54000 leerlingen, in 1881 365 scholen met 57000
leerlingen.
Maar we zijn er nog niet. Groen van Prinsterer
wilde ons land met een net van christelijke scholen
overdekt zien. Dit net is er, maar de mazen zijn nog
te groot.
Toch ondanks tegenwerking, krachtige ontwikkeling.
Toen Nehemia eens des nachts de verwoeste muren
vau Jeruzalem bsschouwde en de verweerde steen-
hoopeo zag, weende hij. Maar 't was niet, om te
blijven weenen, neen, om het zwaard aau te gorden,
den troffel ter hand te nemen en den vijand ten spijt
de verbroken vastigheden van Jeruzalem weder te
herstellen met de leuze des vertrouwenswij zullen
ons opmaken en bouwen ea God van den Hemel
zal het ons doen Oelukkeo Zoo zijn ook droevige
dagen doorleefd in den strijd voor „de School met
deu Bijbei".
Maar niet bij de pakken neergezeten, neen, gestre
den, gewerkt en gebeden naar het woori en het
voorbeeld van Nehemia, overtuigd als we zijn van
van de waarheid van Da Costa's lied t
't Geheim van allen zegen,
(Oranje en Neerland, hoort
Is io Gods gunst gelegen,
Zijn geest, Zijn dienst, zijn woord
Het hieroprolgende debat met den heer van Oijen
in een volgend nummer.
G. 27 Febr. J. v. B.
Goes, 27 Februari. De Gemeenteraad yan Goes
heeft zich met 1* tegen 2 stemmen vereenigd met de
conclusie der meerderheid in zake de toelating van den
heer C. Risseeuw, en alzoo besloten genoemden heer
niet als lid van den Raad toetelaten.
Het raadslid 1 kouii Kit iJH
der gemeentewet .an deze beslissing in
Gedeputeerde Staten.
Middelburg. Een vrij talrijk publiek had zie
Vrijdag avond ia de concertzaal vereenigd om den
heer dr. J. H. Gunning van 's Hage over Rome te
hooren. Gelijk voor hen die den spreker kern en wel
niet te verwonderen zal geweest zijn, gaf de heer
Gunning geen reis- of plaatsbeschrijving ten beste,
maar ontleende aan zijn onderwerp rijke en diepzin
nige gedachten, en wist zijue voordracht over Rome
tot eene Evangelieprediking te maken.
Trachten we iets van den hoofdinhoud mede te
deelen
Te Rome, meer dan ergens elders neemt de natuur
het menschenwerk, en omgekeerd het menschenwerk
de natuur in zich op.
Ruïnen zijn te Rome met de natuur vereenigd.
Wat is een ruïne? Ziedaar een bloeiend landschap,
de men3ch bouwt daar zijn huis. Maar de na
tuur zelve is niet in harmonie met dat gebouw.
Eerst als geslachten na geslachten in dat ge
bouw hebben geleefd dan ontstaat harmonie tusschen
menschenwerk en natunr. Dan wordt het leven der
natuur met dat van zoodanig menschengewrocht een.
En eens komt de tijd dat het klimop vriendelijk
langs de muren wast, en het gras in de voegen der
steeoen groeit. Dan gaan de dichter en de schilder
niet meer voorbij maar worden er geïnspireerd tot het
zingen van een lied of het schilderen van een doek.
De natuur heeft dan het menschengewrocht in zich
opgenomen.
Te Rome neemt ook in letterlijken zin het men
schenwerk de natuur in zich op.
Is niet het meest elementaire van de natuur de
bodem waarop we leveD, die ons voedt en eindelijk in
zich opneemt Is niet de natuur zelve ons eene voort
durende prediking van het „stof rijt gij en tot stof
zult gij wederkeeren Die bodem is te Rome door
menschenhanden tot verblijfplaats van millioentn dooden
gemaakt.
In den steenachtigen bodem waarop het oude Hei
densche Rome was gebouwd is een ware doodenstad,
in den vorm vau een netwerk van loopgraven, ge
vestigd. Daar zijn de Katakomben te vinden, wier
geschiedenis, dank zij de talrijke in onze dagen ont
dekte wetenschappelijke hulpmiddelen, en de toewij
ding van zoovele kundige mannen ons bekend zijn.
Tot die Katakomben werd de aandacht der hoorders
bepaald.
Hier, vlak bij den ingang der spelonken, een reus
achtig praalgraf door den Heiden Croesus voor zijne
gemalin Cecilia Metella gebouwd en daar, onder den
grond de overblijselen der eerste Christenen.
En nu
Welk eene tegenstelling
Het Heidendom is verdwenen,de glans en grootheid
der oude paleizen is vergaan, het eenige purper dat
in het oude Rome nog gezien wordt is het avondrood
der ondergaande zon, en het Christendom het
is gebleken eene wereldoverwinnende macht te zijn.
Die Katakomben vormen eene ongeschreven geschiedenis
van deeersteChristen gemeenten.Hierrustten deChristen
martelaars als de strijders der oudheid in volle wapen-
rusting.Hier werden de overblijvenden getroost door den
band der onderlinge liefde die allen verbond, en ge
sterkt tot de aanstaande beproevingen door het gebruik
van het Avondmaal. Deze Katakomben zijn de eerste
getuige geweest van de verwachting des eeuwigen levens-
De purperen roos de3 lijden» was hier eenmaal nauw
verbonden aan de blanke lelie der deugd.
Ziedaar, Daast heerlijk geschilderde freeco's, nauwe
gangen en kunstelooze, haastige inschriften. Zij wijzen
den tijd der vervolging aan. De tijden toen, niet wilde
wreedaards als Nero of Tiberius, maar Romeinsche
heerschers als Diocletianus en Marcus Aurelius
de Christenen te vuur en te zwaard vervolgden,
omdat do Christenen optraden met de pretentie
de waarheid te bezitten. Een nieuwe geduchte macht
dat gevoelde menkwam in de oude Romeinsche
maatschappij op een macht die de Cesars naar de
kroon stak, een macht die, niet naast, maar in
plaats van het Heidendom kwam. Van die botsing
tusschen Heidendom en Christendom waren deze Ka
takomben de stomme getuigen.
De marmeren trappen en de rijke versieringen van
de eeuw waarin Constantijn het Christendom tot
staatsgodsdienst verhief ontbreken mede niet, en vóór
deze zelfde doodenverblijven schuilplaatsen werden voor
struikroovers en barbaren, waren de beenderen der
eerste Christenen reliquiën geworden, ter wijding van
tallooze kerken allerwegen heengezonden.
En nu van deze Katakomben, die ons met nadruk
prediken de waarheid heeft macht, een blik op Rome.
Onder spot en vervolging won de leer des kruises en
overwon Jezus Christus, die de icaarheid zelve is.
Maar weldra werd ook deze heerlijke overwinning,
gelijk alles dat op deze zondige wereld met het stof
in aanraking komt oorzaak van nieuwe dwaling. De
waarheid behoeft macht, ziedaar de leus der Katholieke