BINNENLAND. lerlt, Srhool en GEMENGDE BERICHTEN. Wordt Dg. Stöcker in de nog lang niet ge- eindigde jodenkwestie weder door een of ander blad vernoemd als bewerker of aanstoker van verkeerdheden, aan welke hij geheel vreemd is; •worden op rekening zijner party dingen ge schreven, welke zy afkeurt, men vrage zich dan af in welke verhouding zulk eene courant staat tot het moderne jodendom. Het Vaderland meldde deze week dat, om redenen van gezondheid, aan den Minister van Biuneulandsche zaken ontslag zou verleend worden. Wij heoben dat bericht onvermeld gelaten en van dezelfde waarde ge acht als zoovelen die reeds omtrent een aanstaand ontslag van onzen vroegeren Commissaris des Kouings de ronde hebben gedaan. Thans evenwel blijkt het meer dan een canard geweest te zija. De Staats- Courant van heden deelt mede dat eervol ontslag aan Jhr. rar- W. 3ix als minister vsn binnen- landsche zaken is verleend, en dat tot zijn opvolger benoemd is professor C. PLjnacker Hordijk te Utrecht. Bij de Woensdag gehouden verkiezing voor een lid der Tweede Kamer te Boxmeer vacature Brouwers is gekozen de heer M. J. Clercx (k.) met 942 ran de 1068 geldige stemmen. De heer mr. L. Van Rijekevorsel (1.) verkreeg 35 •temmen Goes. Het door de Christelijke Jongelingsveree- niging „Ken den Heere in al Uwe wegen" alhier, aangekochte gebouw, zal herbouwd en tot vergader lokaal d ier Vereeniging worden ingericht. Jl. Dinsdag had daartoe eene particuliere aanbesteding plaat9. Ingeschreven was door de heeren W. de Beste voor f 2440, D. Klemkerk 2346, W. F. van Riet 2326, M. 1). Dekker 2086, W. de Jonge Jz. 2026, J. Snoep Az. 2024, en W. J. van der Weert 1932. Aan den laagsten inschrijver, de heer W. J. van de Weert, aannemer te Goes, werd het werk gegund. Het geheel moet worden opgeleverd. 1 Juni e. k. Benoemd tot ontvanger te Dussen, de heer A. Bruist thans te Colijnsplaat. Het geschenk door den koning en de koningin aangeboden aan prinses Helena van Waldeck-Pyr- mont, is een compleet dames-toilet, in zilver en ivoor bewerkt ofschoon in een zeer beknopte ruimte, be vindt zich in het prachtig étui het meest volledig kap- eu wasch-stel, zilveren kom en kan incluis. Op elk stuk is het monogram der prinses en zijn de wapens van Engeland en Waldeck-Pyrmont aange bracht. Het étui, waarin zich dit vorstelijk toilet bevindt, is op zichzelf een zeldzaamheid, daar het prachtig bewerkt is uit coromandel, een houtsoort, die men nog slechts bij groote uitzondering vindt. Voor weinige dagen maakten we melding van een «artikel in de Gids van Prof. Buijs, dat om zijn radi cale, niet met partijbelang rekenende strekking, terecht de opmerkzaamheid trekt. In gelijken geest schreef dezer dagen de heer J. J. van Kerkwijk, kamerlid voor Zierikzee, een artikel in de NR. C., waarin hij den centraliseerenden geest der rijksregeering tot voorwerp van beschouwing en afkeuring neemt. We ontleenen aan dit belangrijk artikel het vol gende „De gemeentewet van 1851 verleende den gemeente besturen wel niet zooveel zelfstandigheid ter regeling van de huishouding der gemeente als wenschelijk was, doch men hoopte, dat de vrijheid der gemeentebe sturen, naarmate de bevolking meer met de wet ver trouwd raakte, uitgebreid zou worden en hoopte op de welwillendheid der Gedeputeerde Staten, die de harde bepalingen der wet zouden weten te verzachten De ondervinding heeft het tegendeel geleerd. Men heeft, zooals Groen van Prinsterer zeide, van sommige I Jifkbare bepalingen in de gemeentewet een passe partout gemaakt, waarmede men alle deuren openen kon, en waartegen geen enkel slot bestand is. Zoo is de vrees van De Bosch Kemper bevestigd, dat de uitgebreide bevoegdheid der Gedeputeerde Staten ten hoogste nadeelig zou werken en sommige Gedepu teerde Staten zich door groote bemoeizucht zouden laten leiden, in plaats van in den regel de besluiten der plaatselijke besturen goed te keuren en slechts bij misbruiken krachtig op te treden. Over het algemeen is de macht der gemeente besturen, getuige de wetten in de laatste dertig jaren tot stand gekomen (o. a. de regeling der gemeeute- belasti» geu en het onderwijs) steeds ingekrompen. Men spreekt feitelijk uit, terug te willen tot een weleer zoo bestreden centraliseerend bestuur en meer vertrouwen te stellen in de ambtenareu des Koniwgs, dan in de door de ingezetenen gekozenen. Ook onze regeering beweegt zich op dien verkeerden weg. De wet op het lager onderwijs, die 1 November 1880 in werking is gekomen, bepaalt in art. 80, dat de ge meenteraad, voor zooveel dit niet bij de wet is geschied, verbodsbepalingen omtrent bet arbeideD van kindereu beneden de 12 jaar kan vaststellen. De minister Kappeyne zeide bij de beraadslagingen over die wet, dat zulks geschiedde, omdat in de verschil lende streken van ons vaderland en zelfs in naburige gemeenten, de toestanden met opzicht tot den veld arbeid zoo uiteenloopen, dat, waaneer men daaromtrent wettelijke bepalingen wilde vaststellen, men gevaar zou loopen verkeerde te maken. Door aan de gemeen teraden de gelegenheid te geren, dit onderwerp te behartigen, zou men, beweerde de minister, langzamer hand kunnen komen tot een lateren grondslag voor den algeraeenen wetgever. In plaats dat de tegenwoordige Minister van bin- nenlandsche zaken krachtig de uitvoering van art, 82 beeft getracht te bevorderen, en het de gemeentebe sturen te vergemakkelijken, door b. v. een concept verordening te maken en aan de gemeentebesturen toe te zenden, laat hij door den Minister van justitie een wetsontwerp samenstellen tot regeling van den kinderarbeid, waardoor aan de gemeentebesturen de macht wordt ontnomen, hun hij art. 82 toegekend, en gehandeld in strijd met de bedoeling der wet op het lager onderwijs en met de zienswijze van den minister Kappeyne, eene handeling temeer afkeurens waard, omdat niettegenstaande van de zijde der Re geering niets is geschied, om de zaak te bevorderen, verschillende gemeentebesturen toch reeds verorde- Dingen op den kinderarbeid hebber, gemaakt. De Grondwet draagt de benoeming van burgemeesters aan den Koning op stelde men prijs op de autonomie der gemeenten, dan behoorde de burgemeester door de ingezetenen en niet dooy den Koning benoemd te worden, zooals zulks dan ook in andere landen ge schiedt. Daar men in deze zaak toch aan de gemeenten wilde tegemoet komen, bepaalt art. 61 der Gemeente wet, dat alleen een ingezetene der gemeente tot burge meester kan benoemd worden, maar bij wijze van uiizondering in het belang der gemeente ook iemand, die geen ingezeten is. De tegenwoordige .Minister van Binnelandsche Zaken heeft een zeer bijzondere opvat ting van art. 61, en de uitzondering is bijna ïegel geworden, gelijk een zestigtal benoemingen van de laatste maaaden mogen bewijzen. Kamergeleerden en lieden, die het eigenlijke volk niet kennen, geer? ondervinding hebben en zich niet bewegen in handel en nijverheid, verwachten alle heil van staatsbemoeiingen en staatstusschenkomst. Wanneer hier of daar jets niet goed is, dan trachten zij niet, op de plaats zelve, zulks te verhelpen, maar dan schryven zij in qouranten, vragen om eeo wet, doen het voorkomen, alsof zulks een nationale wensch is, eo weten het eindelijk zooyer te brengen, tot een wet, regelende die zaak, tot stand komt. Allerlei voorschrif ten, die in een enkele groote stad misschien goed zijn, maar waarover men op het platteland lacht, zijn er bet gevolg van. Het bewuste kwaad, waarover men geschreeuwd heeft, en dat slechts op twee of drie plaatsen bestond, moge nu verholpen zijn, maar men heeft door de macht en vrijheid van alle gemeente besturen te verminderen, een veel grooter kwaad op meer dan duizend plaatsen veroorzaakt. De liefde, de belangstelling in de publieke zaak» de energie van het volk, verminderen daardoor. Geef een volk zooveel vrijheid, als moge wie de vrijheid wil, moet de vrijheid durven vertrou niet cectraliseeren, maar decentraliseeren maakt volk geschikt zichzelf te besturen. Wanneer de oode geschikte besturen de macht hebben, om hetgeen 1 aangaat zelf te regelen, dan zullen de verordeniri in overeenstemming blijven met de zienswijze, de l hoefte der maatschappij. Bij eeutralisatie is dit onmo gelijk alles hangt af van het algsmeeu bestuur; dit kan of wil niet steeds wijzigingen in bestaande wetten voorstellen, ten einde die in overeenstemming rnet het verlangen van het volk te brengen. Een gecentraliseerd bestuur is meestal verplicht, dezelfde bepalingen te maken voor alle gemeenten maar wat in de eent gemeente gied, is, werkt soms in de andere slecht. Het dwangjuk zal eindelijk te vee! knellen, en het meest energieke gedeelte der bevolking zal met geweld trachten te krijgen wat het bestuur niet geven kan of wil men denke b. v. om 1848- Geef aan de gemeentebesturen een gepaste zelfstan digheid, dan zullen de ingezetenen door den sterk- sten prikkel, door eigenbelang, gedreven, aan de verkiezing dier besturen deelnemen eu totzien ot degenen, door wie zij vertegenwoordigd worden, hunne betrekking goed waarnemen. Hoe meer macht aan de gemeentebesturen wordt gegeven, hoe meer de ingezetenen belang in de verkiezingen zullen stellen. De ingezetenen zullen zich langzamerhand op de hoogte der staatkundige questieu stellen, eu een ge vestigde politieke overtuiging krijgen. Dientengevolge zal het onmogelijk zijn, dat ministerien van verschil lende richtiDg elkander zoo snel afwisselen, zoo dikwijls de regeeringsbeginselen gewijzigd worden. Heelt het volk een gevestigde politieke opinie gekregen, dan baat geen ontbinding der Volksvertegenwoordiging, wanneer deze in overeenstemming is met de zienswijze van het volk. Hoe wil men dat de ingezetenen be lang in de publieke zaak zullen stellen, wanneer de zaken, waarover zij van nabij en beter dan de heeren in den Haag kunnen oordeelen, niet aan hunne be slissing worden overgelaten Dagelijks moeten de ingezetenen het lijdelijk aanzien, dat veel tijd en geld wordt besteed aan allerlei onnutte zaken, terwijl toch de ingezetenen de kosten moeten betalen. Gaat het jonge Holland voort op dan weg, dien het thans bewandelt wordt er meer en meer gecentrali seerd, dan zal de belangstelling in de publieke zaak blijven verminderen, al tracht men die ook door allerlei kunstmiddelen, zooals uitbreidiug van het kiesrecht, te vermeerderen. Alleen de clericale par tijen zullen in on3 land blijven toenemen in kracht, omdat zij door den godsdienst in beweging worden gebracht, en zich bij hen een aantal lieden aansluiten, die ontevreden zijn met de richting van het jonge Holland. Een waar liberaal is overtuigd van de juistheid van hetgeen Thorbecke bijna een halve eeuw geleden reeds schreef „Het kenmerk van een liberalen staat eö een liberaal Gouvernement is, dat zij de ontwikkeling van zelfstandige kracht, bevorderen, zelfstandige kracht in provincie, gemeente, vereeniging en individu. Middelbar?. Het kiescollege der N. H. Gemeente stelde Woensdag avond het volgende viertal samen: P. Bartstra, te Wassenaar, G* H. van Kasteel Kolluffi, J. Kromsigt te Korigene, A. E. van der Dusse te Bennekom, op wie respectivelijk 61, 60, 51 en 47 stemmen werden uitgebracht. De volstrekte meerder heid was 41. Het beroep zal 22 Februari worden uitgebracht. Een 72 jarige verpleegde in het oude Mannen ea Vrouwenhuis te Middelburg is deze week tengevolge van den val van een wagen overleden. Een ontzettende straf werd door H. veearte te Drimmelen, toegepist op zijn zwager B. veearts te Oud-Alblas. Hij schoot op laatstgenoemde tweemaal met een revolver, omdat bij naar zijne meening zijn zuster, echtgenoole van B., mishandelde. De wonden zijn,.naar men zegt niet doodelijk, er» de misdadiger gaf zichzelf bij de politie te Dordt aan. Twee ingezetenen te Wildervank, H. C. en F

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1882 | | pagina 2