Goesche Courant,
Ch r is tel ij h - h is tor i sch hi art voor Ze el a n d.
82.
Dondcrdhg 2 Februari.
N0. 861.
„Geloofsvervolging-."
Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag
avond ten 8 are, behalve op Christelijke feestdagen
Prijs pe£ drie maanden francof 1,50.
Enkele nommers- 0,05.
UITGAVE VAN
P. G. WIJTMAN, te Middelhui g
;d. A. C.
JONGE, te Goes.
Prijs der Advertentiën:
Per regel 10 ets.; Familie-berichten van 16
regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents.
Liefdegaven 6 cents per regel.
Agent voor Dordrecht en Omstreken: de heer ld. J. KOEBRUGGE.
In ons vorig nummer maakten wij in de ge
mengde berichten melding van een hevig straat
kabaai te Rotterdam de dagelijks verschijnende
bladen hebben sedert nadere bijzonderheden
medegedeeld, welke wij op eene andere plaats
van dit nummer samenvatten.
Wij kunnen niet anders dan onze afkeuring
uitspreken over het gebeurde. Ieder heeft in
het vrije Nederland het recht zijne overtuiging
uit te spreken. Waar zelfs straatprediking ge
oorloofd is, moet des te meer het spreken in
eene besloten plaats worden geëerbiedigd. Nie
mand is gedwongen een straatprediker, wat hij
ook verkondige, aan te hooreuen nog minder
gedwongen zich te begeven of te blijven in een
lokaal, waar dingen geleeraard worden, die hem
tegenstaan of ergeren.
Had de heer Meng gedaclitenwisseling over
zijne uitgesproken gevoelens toegelaten, zeker
zou hij eene veiligheidsklep hebben geopend,
door welke de verontwaardiging zich geleidelijk
lucht had kunnen geven, maar wanneer hij
eene zaal huurt om te spreken ten genoege
van allen, die hem hooren willenis er niets
dat hem noodzaken kan anderen daar ter plaatse
aan het woord te laten komen.
De berichten omtrent het feit zijn tot nog
toe tot ons gekomen door de bladen onzer
tegenpartij, die ze wel wat sterk hebben ge
kleurd of er gevolgtrekkingen uit hebben afge
leid, die niet van partijdigheid zijn vrij te
pleiten.
De inlichtingen, welke wij van een ooggetuige
ontvingen, komen op het volgende neder
De heer Meng heeft vroeger voor predikant
gestudeerd, doch vermocht niet den predikants-
titel te verwerven. Was hij vroeger ultra
orthodox, en maakte hij zekeren opgang, later
veranderde hij van gevoelens, en ging lezingen
houden in Multatuliaanschen geest, in de zaal
Verscheidenheid en O eer eenstemming.
Zijne vroegere hoorders verlieten hem na
tuurlijk hoogstens een enkele bleef hem trouw,
en ieder meende dat zijn publiek weldra tot
niet slinken zou, nu hij zich had aangesloten
bij het handjevol Rotterdamsche atheïsten.
Multatuli zelf toch, in wiens schaduw de heer
Meng als redenaar niet staan kan, vond bij zijn
laatste optreden te Rotterdam slechts een twin
tigtal hoorders.
i De Heer Meng legde er zich op toe de nieuws
gierigheid te prikkelen, en daarom hield hij zich
niet enkel aan het verkondigen zijner heillooze
gevoelens, maar begon ook over de geloovigen
en hunne leeraars te spreken op een wijze, die
verbittering wekte. Hij zeide onder anderen
dat de zeer bij de orthodoxen geliefde predikanten
de Hartog en Kraijenbelt niet meenen wat zij
verkondigen, en veroorloofde zich onlangs zelfs
te zeggen, dat hij walgde als hij den naam van
den Heer Jezus op de lippen nam.
Geen wonder dat dit velen te grof werd. Geen
wonder dat men er op zon, aan dergelijke voor
drachten een einde te maken.
Pogingen daartoe gingen uit van roomsche
zijde, en aan dien kant heeft men eerder de
aan voerders van het verzet te zoeken, dan onder
de orthodoxe protestanten. Een voormalig
pauselijk-zouaaf ging reeds dinsdag 24 dezer
den burgemeester verzoeken Meng het spreken
te beletten. Natuurlijk zonder het gewenscht
gevolg.
Inmiddels nam de gisting der gemoederen toe.
Zondag morgen half elf stond een talrijke
menigte te wachten voor het lokaal, dat bij de
opening dadelijk vol stroomde. Een vriend van
den spreker vermaande tot kalmte, en herinnerde
aan de tegenwoordigheid der politie.
Onder eene pijnlijke stilte trad de heer Meng
blijkbaar zenuwachtig op. Het scheen hem aan
den moed te ontbreken, met zijne bekende denk
beelden voor den dag te komen. Hij deelde dan
ook een tamelijk onbeduidend gesprek met eene
dame mede, en kwam tot de opmerking, dat
geld alleeu niet gelukkig maakt.
Iemand, blijkbaar gekomen om tegen te
spreken, riep toen: »bij jou wel." Men schrok
en zweeg, en de politie verwijderde bedaard
en zacht den verstoorder der samenkomst.
Maar 't ijs was gebroken. Toen de spreker
voortging volgde de eene uitroep op den ande
ren. Iemand, tot stilzwijgen vermaand, riep uit
»ik wil niet zwijgen zoolang die godloochenaar
mijn God verloochent, en de eer van Christus
aanrandtToen bereikte het tumult in de zaal
zijn toppunt. Yan vele kanten klonk het
»Leve God!" »Leve Christus!" »Weg met den
godloochenaar De felste schreeuwers werden
door de politie de zaal uitgedrongen, er
werd om versterking gevraagd, zoodat tegen
half twaaf er wel vijftig politiedienaren in
uniform en in politiek aanwezig waren, en een
tiental hunner de deur bewaakten, uit vrees
voor het daarbuiten verzamelde volk.
Het overige der geschiedenis weet men.
Nooit heeft onze berichtgever zulk eene groote
verbittering onder het volk gezien, en hij verwacht
dat, als de heer Meng aan zijn voornemen ge
volg geeft, en aanstaanden Zondag weder op
treedt, de honderden van den vorigen Zondag
tot duizenden zullen aangroeien.
Wij hopen echter met hem, dat dan zich geen
enkele onzer geestverwanten onder de schare
zal bevinden.
De ouzen behooren op Zondagmorgen half
elf in de kerk te zijn, hoe machtig ook de
drang der nieuwsgierigheid zij, om te zien hoe
de zaak afloopt.
»Leve God »Levs Christus zijn in geen
geval uitdrukkingen, welke een orthodox pro
testant op de lippen nemen zal. Zulk een wensch
roept hij den aardschen koning toe, niet den
eeuwigen Koning van hemel en aarde.
Spreekt de berichtgever der Middelburg sche
Cour int van geloofsvervolgingwij betwijfelen
of dit woord juist gekozen is. Het geldt hier
een ruw en gewelddadig verzet tegen ruw on
geloof, tegen minstens één schandelijke uitdruk
king, welke geen modern predikant zelfs zich
ten opzichte van onzen dierbaren Heiland zal
veroorlooven. Het geldt hier eene onverdraag
zaamheid, „diewalgt van den naam
Jezus, den éénigen naam door welken wij moe
ten zalig worden.
Het is niet noodig dat protestanten enroomsch-
katholieken een monsterverbond" sluiten, om
op te komen tegen lastering of miskenning van
den Christus. Tot zulk een opkomen zullen zij
ten allen tijde gereed staan, wat hen overigens
ook scheide.
Is het te betreuren dat te Rotterdam zoo
ruw tegen den heer Meng werd te velde ge-
trskken, niet minder betreurenswaardig is het,
dat volgens den berichtgever der Middelburgsche
Courant »een zeer talrijk publiek, en daaronder
vele beschaafden en ontwikkelden met groote
belangstelling en instemming" de voordrachten
van den heer Meng volgen, 't Zyn toch wel
geen voorstanders van christelijke deugden, die
smaak kunnen hebben in de walging van den
heer Meng.
Alle berichten stemmen hierin overeen dat
nog niemand gearresteerd is. Hoe weet dan be
doelde berichtgever, dat men bij het standje
valle gelegenheid had om de vruchten van de
school met den bijbel te leeren kennen"
Is het nu reeds bewezen dat zich onder het
orthodox gepeupel" leerlingen van de School
met den Bijbel bevonden
Is de beweging soms door onderwijzers dier
school op 't getouw gezet?