Nieuwe Goesche Courant,
Chr is tel ijk'hts torisch blad voor Zeeland.
1882.
Zaterdag* 28 Januari.
VOLKSHUISHOUDKUNDE.
N°. 859.
HET ZUIDEN,
Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag
avond ten 8 are, behalve op Christelijke feestdagen
Prijs pe» drie maanden franco f 1,50.
DITGAVE VAN
P. 6. WIJ TM A Ji, Ie Uiddelbmg
■^en
Wed. A. C. DE JONGE, Ie Goes.
Prijs der Advertentiën:
Per regel 10 ets.; Familie-berichten van 1—6
regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents.
Liefdegaven 6 cents per regel.
Agent voor Dordrecht en Omstreken: de heer H. J. KOEBRUGGE.
IV. (Slot.)
In ons yorig artikel van de vaderlijke macht
en de opvoeding sprekende, zeiden we dat vorst
of overheid slechts te zorgen hebben voor het
geen door ouders niet kan worden gedaan of
tot stand gebracht.
Beschouwen wij in zekeren zin ieder ^olk als
een groot gezin, verwerpen wij niet de gedachte
aan eene vaderlijke, aan eene vaderlijk zorgende
regeering, dan moet daarbij wel worden bedacht
dat de vaderlijke regeering, door te veel zorg
op zich te nemen in de huishouding van volk
of staat, allicht kan treden in den werkkring,
in de bevoegdheid van de huisvaders, en aldus
de bijzondere belangen, de huisgezinnen het
zij nog eens gezegd die grondslagen van staat
en volk te na kan komen.
Een huisvader zelfs kan in zijn eigen kring
een moeial, een keukenpiet zijn.
Mr. Teilegen heeft dit terecht gevoeld, en
^eer duidelijk uitgesproken in het hoofdstuk over
den Staat en de Volkswelvaart. Wij lezen daar:
De Staat bevordert in het bijzonder de welvaart
1. door te waken voor rechtszekerheid d. i. door
te zorgen, dat ieder in zijn persoon en eigendom
tegen geweld en onrecht wordt beschermd
2. door te zorgen voor onderwijs
3. door een goed stelsel van munten, maten en
gewichten
4. door het tot stand brengen van middelen van
gemeenschap (wegen, vaarten, posterijen, telegraphie)
5. door toezicht uit te oefenen bij den verkoop
van sommige voortbrengselen (keuring, waarborg op
de belasting der gouden en zilveren werken enz.).
De tusschenkomst van den staat ter bevordering
van de welvaart is in andere opzichten niet zelden
zeer nadeelig geweest.
Hiertoe zijn onder anderen te brengen de maat
regelen, strekkende
1. om eenig bedrijf alleen door enkele personen te
laten uitoefenen {monopolie)
2. Om de ondernemers te dwingen, hun bedrijf op
de eene of andere wijze in te richten
3. om den stand der interest te bepalen
4. om den prijs der voorbrengselen te regelen (bijv.
broodzetting in sommige gemeenten van ons vaderland)
5. om de vrijheid van handel met het buitenland
te beperken (beschermend stelsel.)
Wij zouden het daarmede eens kunnen zijn,
Als nummer 2 van het eerste vijftal punten ook
eene plaats bij het tweede vijftal gekregen had.
Mr. Kiehl, en hierom heeft wellicht zijn leer-
niet veel opgang gemaakt, heeft zich op
l Als r
L eene
Mi
dit punt althans niet zoo kras uitgesproken als
Mr. Tellegen.
Eene regeeriDg, dien naam waardig, zal veelal naar
omstandigheden moeten handelen. Zeker met hand
having harer beginselen b. v. van eerlijkheid, voor
zichtigheid enz., van streven b. v. naar politische
neutraliteit 1), naar vrijen handel enz. Maar het ruime
veld wat dan nog open blijft, zal men daar naar wille
keur te werk gaan t En zoo niet, dan zou de staat
eene ware voorzienigheid moeten wezen of zich bij
kans alle vrijheid van handelen afsnijden.
Dit geldt grootendeels ook van den staat die on
derwijs, armbestuur, medische 2) politie enz. geheel
of ten deele 3) op zich neemt.
Zie, een ten deele op zich nemen van het
onderwijs mag de staat onzentwege doen, na
melijk waar het ontbreekt, waar de krachten
er voor zouden te kort schieten hij mag toe
zicht uitoefenen, hij mag het gehalte van het
onderwijs keuren, zoo goed als dat der gouden
en zilveren werken. Zulk een zorgen, zonder
bevoorrechting van eenige partij, met handha
ving van het beginsel van eerlijkheid, zal nie
mand kunnen afkeuren.
Streeft echter de staat (de regeering) er naar
om als voorzienigheid op te treden, om van het
onderwijs zichzelven zooveel mogelijk het mono
polie te verzekeren
om ondernemers (oprichters van bijzondere
scholen) te dwingen hun bedrijf (school) op de
eene of andere wijze in te richten
om den prijs van het onderwijs te regelen
(bijv. door verlaging van schoolgeld op de staats
school, zoodra er bijzondere nevens verryzen);
om zoo doende zelfs de vrijheid van geloof en
overtuiging zijdelings te beperken, dan is de
tusschenkomst van den staat zeer nadeelig.
Zoodra hij van de kinderen en de school af
is, geeft Mr. Tellegen in zijn boekje het ge
zond verstand weder plaats. Over Inrichting
van het Bedrijf lezen wij
Daar do verbruiker in den regel zelf het beet be
oordeelen kan, hoedanige voortbrengselen zijne behoeften
vervullen, zullen zij zoodanig moeten worden voort
gebracht, als de verbruiker ze verlangt.
De ondernemer heeft er belang bij, dat zijne voort
brengselen zoodanig zijn, dat zij het best aan de
behoeften der verbruikers voldoen, daar zij in dit
geval het meest zullen worden gevraagd.
De ondernemer in elk bedrijf kan het best weten,
hoe hij het moet inrichten, om dit doel te bereiken;
De Staat kan onmogelijk beoordeelen, op welke
wijze de bedrijven worden ingericht, daar hij ten
eerste met de behoeften der verbruikers niet bekend
is, en ware dit ook al het geval, hij in de bijzon
derheden van elk bedrijf niet kan treden.
De maatregelen, die de staat te dier zake mogt
nemen, zullen veroorzaken, dat de voorbrengselen aan
de behoeften der verbruikers niet voldoen en dat de
ondernemers belet worden, hnnne nijverheid vrij te
ontwikkelen.
Zoodanige maatregelen kunnen alleen gerechtvaardigd
worden in die gevallen, waarin de verbruiker niet
beoordeelen kan, welke waren aan zijne behoeften
voldoen (b.v. geneesmiddelen.)
Pas, lezer, deze beginselen nu eens op het
onderwijs toe
Overal vrijheid, zooveel mogelijkbehalve in 't
onderwijs
Vrije handel, maar staatsmonopolie in het
dierbaarste der huiselijke belangen, zoover dit
monopolie maar door te zetten is
Hoelang zal 't nog duren eer de voorstanders
van den vrjjen handel, 4) ook eerlijk zulleu
opkomen voor vrij onder wijs
Men zal ons mogelijk uit Mr. Kiehl's boekje
juist deze woorden tegenwerpen:
In de praktijk zal iedere staat in de eerste plaats
moeten steunen op het positieve regt, dat is op de
bestaande wetgeving
maar 't is ook mogelijk dat men zich zal
schamen te zeggen hoe in ons land de wetge
ving op het onderwijs bestaat, bedenkende hoe
weinig positief (zeker, stellig, uitgemaakt) recht
de meerderheid die de wet doordreef, op
onze kinderen heeft, bedenkende hoe de huis
houdelijke rekeningen van staat en gemeente
onder die wetgeving lyden, hoe in de huishou
ding van den staat door die wetgeving de hui
selijke vrede wordt verstoord.
Wy kunnen, nu wij vooreerst van de volks
huishoudkunde afstappen, daartoe niet komen,
zonder nog even, als toegift, uit het boekje vau
Mr. Kiehl iets over te nemen.
Hij handelt daar over onderstand van over
heidswege.*
Regels die gerust als beginsels mogen galden zijn
b. v. deze De gevolgen van het steunen op onder
stand zijn meestal nadeelig; zoo zelfs dat zij in vele
1) geen partij kiezen tusschen de partijen.
2) geneeskundige.
3) wij onderschrappen.
4) Wat Mr. Tellegen in zijn boekje over den
vrijen handel zegt, kunnen we best onderschrijven.