Nieuwe Goesche Courant, Chr is lel ij k-his torisch blad voor Zeeland Donderdisg 12 Januari. V. «32 VOLKSHUISHOUDKUNDE. HET ZUIDEN, Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen Prijs pev drie maanden francof 1,50. '"Enkele nommers- 0,05. UITGAVE VAN P. G. WIJTMAN, te Middelbaig en Wed. A. C. DB JONGE, te Goes. Prijs der Advertentiën: Per regel 10 ets.; Familie-berichten van 16 regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents. Liefdegaven 6 cents per regel. Agent voor Dordrecht en Omstreken: de heer J. KOEBRUGGE. I. In de vierde klasse der hoogere-bnrger-scho- len wordt een boekje gebruikt over de Begin- 8 len der Staatshuishoudkundegeschreven door Mr. Teilegen. Hij meende de beginselen onzer wetenschap in 't kort zamen te moeten vatten, zoodat zij in het geheugen konden worden ge prent, en tegelijk vatbaar waren om door toe lichting en zamenspreking verduidelijkt en ver klaard te worden." Verder deelt hij mede, dat het boekje in zijne persoonlijke behoette zijn oorsprong had, en dat het hem aangenaam zou zijn, als ook anderen het geschikt mochten ach ten, om er bij hunne lessen gebruik van te maken. Het doel van den schrijver komt dus overeen met dat van een predikant, die voor zich, en voor anderen naar hij hoopt, een vra- genboekje schrijft, naar beknoptheid strevend, toelichting en verklaring overlatend aan den ambtgenoot, met wien hij geestverwantschap onderstelt. Het boekje bevat veel over arbeid, loon, geld ■winst, waarde, verbruik enz., dat ieder bij -eenig nadenken vanzelf weet. In zijne eenvou digheid heeft het iets van eene beleediging van het denkend deel der natie. Is het noodig in het vierde studiejaar eener hoogere-burger- school nog dingen te onderwijzen, daar wij gemakkelijk achter kwamen toen de schoolwet Tan 1806 van kracht was, en zonder dat mees ter of monsieur ze on8 had toegelicht, verdui delijkt of verklaard Toch staan er ook dingen in, die onze ver wondering, zoo niet erger, gaande maken. Daar is bijv. de eerste stelling De staat- of volkshuishoudkunde is de leer der maatschap pelijke goederen of van den rijkdom." 't Is misschien te wijten aan des schrijvers doel, om beknopt te zyn, dat hij zoo kort van stof alleen over 't stoffelijke spreekt. Goederen, rijkdom, ze komen in elke huishouding te pas. Het eenvoudigste gezin kan 't niet zonder stellen, en het volk, als één gezin gedacht, evenmin. Maar toch heeft een volk, zal het in zijne huis houding gelukkig zijn, meer te kennen dan de leer van geld en goed. Ondanks zyne korte uitspraak omtrent het wezen der volkshuishoudkunde, gaat de schrijver er dan ook toe over, om te spreken van dat gene, waaraan zyne wetenschap volksAuts/ioud- kunde haren naam ontleent, namelijk van de huishoudingvan het huisgezin Maar hoe Op eene wijze, die ons door hare koude, ma terialistische, louter stoffelijke, strekking hui veren doet. Zie hier wat hij er van zegt Daar de menichen door huane inkomiten in hunn# behoeften voorzien, zullen, bijaldien de bevolking al, de inkomsten niet toenemen, de middelen van bestaan óf voor allen óf voor sommigen worden verminderd Malthus De inkomsten kunnen alleen toenemen door ver meerdering van kapitaal (sparen), of door vrucht baarder aanwending daarvan (ontwikkeling der arbei ders betere toepassing van de krachten der natuur enz,). In een bevolkt land zal de vermeerdering van het kapitaal in den regel slechts langzaam kunnen ge schieden wegens do natuur van deo grond, die slechts eene beperkte voortbrengende kracht heeft. Het is dus wensohelijk, dat de vermeerdering van het kapitaal met de vermeerdering der bevolking ge- lijkeu tred houde. Bij de groote kracht dsa raenschen om zijn geslacht voortteplanten, zal het in zoodanigen toestand voor zichtig ziju, zich in die voortplanting te beporken (voorzichtigheid in het huwen). Indien aan die kracht der voortplanting de vrije loop wordt gelaten, zal ieders aandeel verminderd worden, maar zal er een toestand kunnen geboren worden, dat allen niet meer in hun levensonderhoud kunnen voorzien, eu zal de bevolking door hongers nood, ziekte, oorlog weder kunnen worden ingekrompen. Men moet echter niet uit het oog verliezen, dat een volk niet geheel en al tot zijn eigen bodem is beperkt, maar dat het door den handel met minder bevolkte landen zich in het bezit van daar geteeld» voortbrengselen van den grond (grondstoffen, voeding»* middelen) kan stellen. Daarenboven zal het kunnen gebeuren, dat een ge deelte der bevolking naar elders wordt overgeplaatst (uitwijking). Daze omstandigheden kunnen veroorzaken, dat de bevolking in ruimere mate kan toenemen, dan andera het geval zou zijn. 't Is of de schrijver zachtkens naar het huis gezin, dien grondslag van staat eu volk, sluipt, om er een trap op te geven. In heel het boekje wordt geen naam van eenig beroemd of berucht geleerde, theorist of practicus, genoemd dan juist die van Malthus. De aan dien man herinnerde leeraar weet dan wel wat hij te zeggen heeft, of mocht hij er niet aan denken, dan wordt hij er nogmaals tusschen twee haakjes aan herinnerd door de woorden: voorzichtigheid in het huwen, 't Is te hopen dat de lteraar dan ook zal weten wat hij zwygen moet. Wat moet er van terecht komen, als de jonge hoogere burger reeds op school leert, dat hy wijs doet niet te huwen, en dien ten gevolge voor »de groote kracht des menschen" aflei ding zoekt in hoererij en tegennatuurlijke zon den Wat moet er van terecht komen, als het Malthusiaansche twee-kinder-stelsel tot huisva derlijke eu huismoederlijke deugd, tot maat schappelijke deugd wordt verheven Zeker is het, dat als een paar menschen slechts twee kinderen grootbrengt, de verdeeling der erfenissen geen groote verbrokkeling van eigendommen zal veroorzaken; maar laat ons hier eens liet oordeel vernemen van een schrij ver, die er zijn werk vau gemaakt heeft de toe standen in zijn vaderland, Frankrijk, met die in andere landen te vergelijken. De heer Le Play wijst er op hoe door den jongen man meer het oog wordt geslagen op den bruidschat dau op de goede hoedanigheden zijner aanstaande echtgeuoote, en hoe hij, om later zijne kinderen in goeden doen achter te laten, zich er veelal op toelegt om zijne nako melingschap te beperken. Nauwkeurig onder zoek, door geneesheeren en godsdienstleeraars ingesteld, heeft doen opmerken, dat in alle klas sen der Fransche maatschappij die beperking noodlottige gevolgen heeft. Hij zegt De schending der natuurorde, die vrucht baarheid eischt, werkt vooral nadeelig op da vrouw. De geneesheeren zien daarin de oorzaak van een ziekelijkeu toestand, die niet voorkomt in landen, waar vruchtbare huwelijken in eere zijn. Gedurende hare beste levensjaren niet door moederplichten beziggehouden, vervallen de vrouwen, die niet gedwongen zijn voor haar brood te werken, in eene werkeloosheid, die zij niet verdragen kunnen zij nemen dan buiten den huiselijken kring ydele bezigheden bij de hand, en achten zich verplicht onnoodige din gen te verrichten. Zoo ziet men vrouwen uit den gegoeden, ja, uit den middelstand, zich dagelijks meer overgeven aan de buitensporig heden, die in de vorige eeuw slechts voorkwa men onder de hofdames. Zy laten zich tot dwaze weelde vervoeren, zij misvormen zich om in een enkel kleedingstuk zooveel geld zoek te maken, als voldoende zou zijn tot kleeding van een heel gezin zij vestigen de wispelturige heerschappij der mode, die speculanten op de ijdelheid de middelen aan de hand doet om eene zware belasting op de inkomsten te heffen zy schijnen, in één woord, er haar werk van te maken dat de grenslijn worde uitgewischt, die tot dusver, ook in het uiterlijk, de wulpschheid van de ingetogenheid, de ondeugd van de deugd scheidde. Het eerste waar de Engelschman of Amen-^ kaan (en wij mogen zeggen; ook d® ^eehtge»

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1882 | | pagina 1