Nieuwe Goesche Courant,
Christelijk-historisch blad voor Zeeland.
V. 340.
BINNENLAND.
'JU
Dinsdag 13 December.
HET ZUIDEN,
Verscliijut eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag
avond ren 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen
prijs pev drie maanden francof 1,50.
Enkele noramers- 0,05.
UITGAVE VAN
P. G. WIJTMAN, ic Middelhuig
en
Wed. A. C. DE JONGE, te Goes.
Prijs der Advkrtentiën:
Per regel 10 ets.; Familie-berichten van 1—6
regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents.
Liefdegaven 6 cents per regel.
Nadut Vrijdag j. 1. door de Tweede Kamer de
begrooting van Justitie wa3 aangenomen, kwamen de
twee bekende interpellatiën die aan de begrooting
voor binnenlandsche zaken zouden voorafgaan aan
de orde
In de eerste plaats die van den heer Bergsma,
over de sluiting der publieke vermakelijkheden bij
het overlijden van Prins Frederik.
Welke wetsbepaling vraagde de heer Bergsma
gaf de Regeering recht om publieke vermakelijkheden
te sluiten, eu alzoo talrijke personen in hun wettig be
drijf schade te veroorzaken.
Geen geschreven wet zeide de Minister, maar
men heeft steeds feestelijkheden in dagen van natio-
nalen rouw onvoegzaam geacht.
De heer Bergsma meende te moeten waarschuwen
tegen het overschatten van de algemeene instemming
welke dit gebruik wettigt.
De heer van der Hoeven daarentegen merkte op
dat de natie diep verontwaardigd zou geweest zijn,
indien niet gezorgd ware dat in dagen van nationalen
rouw geen wanklank werd vernomen door openbare
vermakelijkheden.
Een luid bravo der leden op deze woorden gat
blijk van instemming.
Onmiddellijk na afloop der interpellatie van den
heer Bergsma kwam die van den heer van Houten,
de eedskwestie betreffende aan de orde.
Herinueren we even de geschiedenis
Eeu gekozen lid van den gemeenteraad te Assen,
geen lid zijnde van eenig kerkgenootschap, en verkla
rende bezwaar te hebben den eed af te leggen, heeft
gewenscht op zijne belofte te worden toegelaten.
De burgemeester heeft dit geweigerd. De betrok
kene heett zich daarop gewend tot den Minister van
binnenlandschs zaken, om deff burgemeester alsnog
te gelasten den heer H. Heijs de belofte te laten af
leggen, en daarop is door den Minister van binnenland
sche zaken eeue beschikking genomen, waarbij verklaard
wordi dat aan dit verzoek niet kon worden voldaan, op
grond dat volgens art. 39 der gemeentewet de leden
den eed of belofte moeten afleggen volgens hunua
godsdienstige gezindheid, deze uitdrukking
wordt te kennen gegeven dat alleen hij die tot een
kerkgenootschap of gezindte behoort, die bezwaar
maken tegen den eed, volstaan kan met het afleggen
eener belofte.
Naar aanleiding van dit feit waren door den heer
van Houten do volgende vrBgen gesteld, waarbij we
ook het antwoord des ministers voegen
lo. Is door de Regeering op het adres van den heer
Hartogh Heys van Zouteveen om op eene belofte te
worden toegelaten afwijzend beschikt op grond dat de
Regeering uit art. 39 der gemeentewet, overeenkomende
met art. 83 der grondwet, afleidt dat alleen hij, die be
hoort tot een godsdienstige gezindte, wier leden den
eed ongeoorloofd achten, in de plaats van den eed
eene belofte kunnen afleggen 'b Ministers antwoord
was bevestigend.
2o. Aan welke kenmerken zijn de door de Regeering
bedoelde gezindten te onderscheiden P Eischte de Re-
geering eenparigheid van gevoelen bij alle leden van
dusdanige gezindten ten aanzien van het ongeoorloofde
van den eed
Op welken grond maakte de Regeering de weigering
aan een deel der leden van eenige gezindte om eene
belolte af te leggen, afhankelijk van het gevoelen van
een ander deel of van het geheel
De Minister antwoordtDe kenmerken zijn van twee
ërlei aard de uitdrukkelijke vastgestelde geloofsleer
omtrent den eed, en het door voortdurende daden
gebleken zijn van het instemmen met die leer.
3o. Zoo de Regeeriug niet het oog heeft op het per
soonlijk gevoelen van de leden der door haar bedoelde
gezindten maar op hare geloofsleer welke toepassing
van hare interpellatie verdedigt de Regeering dan ten
aanzien der leden van de godsdienstige gezindten wier
geloofsleer omtrent het geoorloofde van den eed niets
bepaalt, ol wier geloofsleer aan ieder lid te dezen aan
zien vrijheid laat?
De Minister meent dat als men niet door een uit
wendig bewijsbaar feit kan aantoonen tot eene gezindte
te behooren wier geloofsleer den eed verbiedt, dan
moet men den eed afleggen.
4o. Acht de Regeering hen, die tot geene godsdien
stige gezindheid behooren bevoegd tot het afleggen
van den eed Zoo ja, op welken wettelijkcn grond
bepaalt dat de Regeering voor hen den eedsvorm
De Minister zegt, dat de hier bedoelden wettelijk tot
het afleggen van den eed bevoegd zijn, en dat overigens
niet de Regeering, maar de wet den eedsvorm bepaalt.
Aan deze vragen heeft zich, gelijk te voorzien was,
een uitgebreid debat vastgeknoopt, dat zich niet strikt
bepaalt tot deze vragen of haar korten inhoud, die het
kortst kan worden opgelost door de vraag bedoelt de
wet door gezindte kerkgenootschap of individueële
overtuiging, maar het in den lhatsten tijd zoo druk
besproken vraagstuk van deu eed in zijn volle uitge
strektheid bespreekt*
In den loop der zitting van Zaterdag is door acht
leden der lioerale partij, de heerea Cremers, Borgetius,
Van Gennep, Mees, Kool, De Vos van Steenwijk.Van
de Werk en Sickesz de volgende motie voorgesteld „De
Kamer, van oordeel, dat dc wet niet verbiedt een lid
van den gemeenteraad, die tot geen kerkgenootschap
behoort, bij aanvaarding zijner betrekking, tot 't afleg
gen eener belofte toe te laten, gaat over op de orde
van den dag."
Over deze motie zullen heden de discussien loopen.
De verkiezing van een lid van de Tweede Kamer
in het hoofdkiesdistrict Sneek, tengevolge van het
overlijden van dr. W. H. Idzerda, zal plaats hebben
3 Januari 1882.
De liberalen in het district Zutfen, waar morgen
een verkiezing voor een lid van de Tweede Kamer
zal plaats heoben, zijn ter elfder ure tot overeenstem
ming gekomen.
Door het bedanken van mr. Ranitz zullen de libe
ralen zich nu vcreenigen door te stemmen op deu
oud-minister van Heeckeren van Keil.
lerft, Sthool en Ending.
Te Meliskerke is om te voorzien in de aldaar sind»
jarea bestaande vacature van predikant bij de Ned.
Herv. Gemeente een beroep uitgebracht op dr. G,
van Goor te Oud-Beierland.
Ds. J- W. Knottenbelt te Soubnrg is beroepen
tot predikant b»j de N. H. G. te Lage Zwaluwe.
middelburg. In de godsdienstoefening van Zondag
avond eindigde de bijna twintig-jarige arbeid van Ds. J.
P. Nonhebei als predikant in de Ned Herv. Gemeente
alhier. ZEerw. verkondigde naar wij hopen niet voor de
laaste maal in ons midden het Evangelie. Zijn tekst
was Matth. XIV 27, deze woorden zijt goeds moede t
ik ben het, vreest niet.
Eene groote schare, daaronder vele predikanten uit
naburige gemeenten, was opgekomen om de afscheids
woorden te hooren van den door zeer velen beminden
prediker, en velen moesten, teleurgesteld in het vinden
van een plaatsje om te staan zelfs, huiswaarts keeren.
Zag spreker met dankbaarheid, en ook met schuld
belijdenis, terug op het belangrijk deel zijns levens,
doorgebracht in arbeid te midden van de hem
dierbaar en steeds onvergetelijke gemeente, zag hij met
aandoening terug op zooveel lief en leed, met haar
gedeeld, het bemoedigende van zijn woord verzachtte
in de smartelijke ure de pijn, die aan 't scheiden
steeds verbonden is.
Het zal voor velen, die met hart of hand, of met
beiden, deelgenomen hebben aan den strijd en den
arbeid der Middelburgsehe Herv. Gemeente, moeilijk
vallen zich Middelburg zonder Ds. Nonhebei te denken;
't zal dikwijls gebeuren dat men nog onwillekeurig
de schreden naar zijne altoos voor ieder geopende
woning richt.
Z.Eerw. kwam te Middelburg in een tijd toen hei
modernisme uog stond op de hoogte zijner kracht,
toen het verzet daartegen wachtte op organisatie en
leiding hij wist het middel te vinden om de in de
gemeente aanwezige, deels sluimerende krachten tot
den gemeenschappelijken arbeid aan de komst van
Gods Koninkrijk in beweging te brengen. Vau de
eerste jaren zijner werkzaamheid in Middelburg
dagteekenen verscheidene instellingen en vereenigingen,
welker ondersteuning nu tot de gewoonten der ge
meente behoort.
Het instandhouden en voorzetten van hetgeen
Ds. Nonhebei heeft gesticht en ondernomen en dat
niet enkel uit gewoonte, maar met toewijding des
harten zal het beste middel zijn om de gedachtenis
levendig te houden van den man, aan wien Middelburg
veel is verplicht.
De gemeente zong den scheidenden leeraar Psalm
CXXI4 toe.
f Gisteren had de bevestging plaats van Dr. J.
H- Gunning JHz te Wilhelminadorp. ZwEw. werd
bevestigd door zijn vader Dr. J. H. Gunning Jr.
met Luc. 5: 10b. De handoplegging geschiedde door j
Dr. J. H. Gunning Jr. predikant te 's Hage,
Dr. J. H. Gunuing Sr. em. predikant te Leeu
warden, s. Hoog, era. predikant te Barneveld,
Ds, E. M. van IJzendijke, predikant te Katten