Nieuwe Goesche Courant,
Christelijk-historisch blad voor Zeeland.
liinsdag- 6 iiecember.
V. H'A7.
get bestuit nart het Stembureau.
BINNENLAND.
M
Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag
avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen
Prijs pe^ drie maanden francof 1,50.
Enkele nommers- 0,05.
UITGAVE VAN
P. G. WIJ Tl A H, Ie Middelburg
en
Wed. A. C. DE JONGE, U Goes.
Prijs der Advertentiën:
Por regel 10 ets.; Familie-berichten van 1 6
regels 1,Iedere regel meer 15 cents.
Liefdegaven 6 cents per regel.
Als antwoord op het ingezonden stuk iu ons
nummer van Zaterdag dient, dat, naar het ons
voorkomt de heeren stemopnemers tot vernie
tiging der stemming van Dinsdag hadden moeten
besluiten. Vooral toen het bleek, dat de zestien
ongeopend ter zijde gelegde stembriefjes de moge
lijkheid lieten, dat niet de heer Bool gekozen,
maar eene herstemming de uitslag was. Immers,
zooals terecht is opgemerkt, van de 1962 geldig
verklaarde stemmen had genoemde heer er
slechts 989, en 16 bij 1962 is 1978, en daarvan
de volstrekte meerderheid 990 dus één te weinig
om ondanks die buiten aanmerking gelaten bus
gekozen te zijn.
In den gang van hun beleid, met andere
woorden, nu zij ze in den beginne niet van
onwaarde verklaard hebben, bleef er niets over
dan tot vernietiging der stemming te besluiten.
Yan tweeën één toch ze zijn van waarde
of van onwaarde, een derde is niet mogelijk
alzoo, wat het stembureau deed is ongerijmd.
Wat de heeren met en op grond van de
ongeopende bus zouden gedaan hebben, indien
eens de heer 'tHooft 989 had verkregen," na
tuurlijk, dat weten we niet. Wij nemen aan,
dat zij als nu zouden hebben besloten.
Dit zeker, zoo maar ter zijde gelegd mochten
die stpmbriefjes niet. Doch ze nu nog te openen
maapveumin, wyl dan, in strijd met de kieswet
en met de gronden, waarop de Tweede Kamer
de stemming te Zevenbergen vernietigde, -»het
geheim der stemming wordt geschonden."
De stembriefjes moeten, vóór heb bureau aan
het openen gaat, op één hoop gelegd worden en
door elkaar geraken, opdat het publiek zelfs niet
weten zou voor wien dit of dat dorp, deze of
gene stad heeft gestemd.
En toch let hier wel op zou de
bus weer moeten geopend worden, oui te zien
of de briefjes wel verkeerd gestempeld zijn te
meer, wijl, volgens het begeleideüd schrijven van
den burgemeester van Retranchemeut, de mo
gelijkheid bestaat dat er werkelijk goed gestem
pelde bij zyn.
Deze immers mogen dan zeker niet zoo maar
ter zijde gelegd worden, wijl ze aan al de eischen
der wet beantwoorden; doch openen mag, vol
gens besluit der Kamer, ook niet. Wat blijft er
dus anders over dan vernietiging der geheele
stemming
Doch er is, naar ons bescheiden oordeel, meer.
Wij zijn het volkomen met den schrijver
van het ingezonden stuk eens, dat, wat liet
stembureau deed, niet aangaat. Tengevolge van
een abuis van een ambtenaar, de stemmers van
Retranchemeut doodeenvoudig buiten rekening
te laten, en alzoo die stemgerechtigden om zijn
fout te straffen, door van hunne stemmen geen
notitie te nemen, neen, dat gaat niet aan.
Ze niet in aanmerking te nemen, en alzoo
gelijk het bureau van stemopnemers deed, te
berusten inzwijgend heen te gaan óver het
abuis van den secretaris, zou wat moois, zou een
bedenkelijk antécédent zijn.;Bedenkelijk, wjjl als
dit kan en mag de eerste secretaris de beste door
een klein abuis ik weet niet welk een
heilloozen invloed op de stemming zou kunnen
■uitoefenen.
Gesteldhetzelfde ware in Middelburg ge
beurd wat nu in Retranchement plaats had
zou dan de heer 't Hooft niet zijn gekozen
Wij wenschten wel dat dergelijke niet tijdig
genoeg ontdekte vergissing ook eens in Middel
burg plaats greep, en dat dan de zelfde heeren
stemopnemers waren, alleen om te zien of ze
doodeenvoudig een gelijk besluit zouden nemen.
Het zou bespottelijk zijn.
Middelburg met zijn 405 uitgebrachte stem
men, zijns ondanks stilzwijgend voorbijgegaan!
En toch het zou moeten want dorp en
stad hebben ten deze gelijke rechten. Thans
was het gewis een onwillekeurige vergissing,
maar één ondeugende secretaris kan, als hetzóo
mag en moet, voortaan den grootsten invloed,
uitoefenen op den uitslag der stemming.
Want wie let op het stempel van de honderd
geen drie.
Daarbij is het de vraag of de wet zulks gebiedt.
Dat ze dit wel van hare ambtenaren vordert
is ontegenzeggelijk.
Ons summa summarum is alzoo, dat het ons
onbegrijpelijk is hoe het stembureau heeft
kunnen verklaren, dat de heer Bool wettig ge
kozen is.
We vertrouwen dat de Tweede Kamer tot een
tegenovergesteld besluit komen zal.
De Standaard scbrijft het volgende over den af
loop der verkiezing
Te Middelburg is het laatste woord nog niet ge
sproken.
16 stembriefjes ziju ongeopend ter zijde gesteld,
namelijk de stembriefjes uit de gemeente RetranjJie-
ment.
Deze briefjes konden van invloed zijn, aangezien de
heer Bool slechts 7 stemmen meer had dan de vol
strekte meerderheid der geldig verklaarde stembriefjes
Waren die 16 briefjes medogerekend, dan was de
volstrekte meerderheid 990 stemmen en de heer Bool
had er slechts 989.
In 1878 deed zich een gelijk geval voor bij de
verkiezing te Zevenbergen. Toen waren de stembriefje»
uit de gemeente Meeuwen niet geopend.
In de Kamer ging toen geen enkele item op om
den heer Diepen toe te laten; algemeen erkende men,
dat waar de stembriefjes van Meen wén invloed
konden uitoefenen de heer Diepen niet kon wor
den toegelaten. Enkele leden verlangden echter, dat
alsnog de niet geopende briefjes zouden worden op
gevraagd natuurlijk met de bedoeling die te openen.
Met 50 tegen 26 ster en werd dat voorstel echter
verworpen na krachtige weerlegging van de heeren
Godefroi en Roëll, met het oog op verschillende be
palingen der kieswet, en voornamelijk, omftat op die
wijze het geheim der stemming zoude worden
geschonden.
Van toelating van den heer Bool kan derhalve geen
tprake zijn. De vraag is alleen of er nog stemmen
zullen opgaan om overlegging der niet geopende
briefjes. De opening daarvan zoude echter op de
beslissing der Kamer wel geen invloed kunnen uit
oefenen, en naar onze meening in stelligen strijd zijn
met de kieswet.
Naar alle waarsohijuiijkheid derhalve eene nieuwe
verkiezing.
Officieel was het verschil slechts 21 steromen met.
het oog op de 16 briefjes van Retranchement wclhcfit
nog minder.
Moed gehouden derhalve In 1878 en 1879 wer
den de niet toegelaten heeren Van Diepen en Dn
Tour vervangen door de liberale heeren Van de Werk
en Bastert.
De heer Viruly meende in den uitslag te Middel
burg het bewijs te zien, dat de antirevolutionaire
partij in kracht afnam. Moge dio partij, daartoe in de
gelegenheid gesteld, aan de uitspraak van den heer
Viruly een démenti geven
De Tweede Kamer heeft Vrijdag de algemeene be
raadslagingen over de Staatsbegrooting ten einde
gebracht.
Onder de belangrijkste beschouwingen bij die ge
legenheid geleverd, behoort, na die van den heer van
der Hoop, in ons vorig uommer medegedeeld, die
van den heer de Savornin Lohman.
We laten hier zijne rede volgen
Het is misschien gemakkelijker om te spreken
tegen de Ministers, dan tot de leden der Ka
mer want het staat immers vast dat ook het
jongste lid der Kamer het recht en dus ook
de verplichtiug heeft om op de meeBt onbeschroomde
wijze te spreken tegen alle leden van de regeering.
Maar mij dunkt dat dan elk lid ook het recht heeft
een enkel woord tot zijne collega's te richten, al be
hoort hij zelf tot de jougste leden.
De reden die .jpij noopt om zeer kort het woord te
voeren, ligt in hetgeen door den geachten afge
vaardigde uit Breda, mijn vriend Schaepman, gespro
ken is. Die geachte afgevaardigde zeide dat hij het
zeer iu 'b lands belang zou achten, als de Minister
van Binnenlandsche Zaken hoe eer hoe liever van de
groene tafel heenging, en dat hij daarom tegen hoofd
stuk V zou stemmen. Ik ben bet met dien geachten
afgevaardigde volkomen eens, wat zijn oordeel aan
gaat over het regeeringsbeleid van dien Minister. Hoe
hard dat oordeel klinken moge, wij hebben hier geen
personen te ontzien, zoodra het datgene geldt, wat in
onze oogen in 's lands belang is.
Het is zeer wel mogelijk dal de meerderheid der
Kamerleden dat oordeel onderschrijft. Ik weet toch
dat er onder de verschillende partijen in deze Kamer
zeer velen zijn, die het oordeel van den afgevaardigd^