Nieuwe Goesche Courant,
vm.
Saterdag1 26 November.
Christelijk-historisch hlad voor Zeeland
29 NOVEMBER.
A°. 863.
HET
Verschijnt eiken Maandag, Woensdag en Vrijdag
avond ten 8 ure, behalve op Christelijke feestdagen
Prijs per drie maanden francof 1,50.
Enkele nommers - 0,05.
UITGAVE VAN
P. 6. WIJTMAN, te Middelbuig
en
Wed. A. C. DE JONGE, le Goes.
Prijs der Advertentiën:
Per regel 10 ets. Familie-berichten van 1—6
regels ƒ1,Iedere regel meer 15 cents.
Liefdegaven 6 cents per regel.
Nu daa de verkiezing van eenafgevaardigde ter
Tweede Kamer in ons district zoo na ophanden is,
behoort er een antwoord gegeven te worden op de
vraag, wat ons te dosn staat.
Wij bespraken het uitvoerig, dat het nu de tijd
niet is, in lange nog geen tijd, om tot de ministers
te zeggengaat van uwe plaats, want onze mannen
willen er zitten.
Wij hebben, door onzen invloed onder het volk
achter de kiezers, onder de kiezers zeiven, en door onze
mannen in de Kamer, ta bewerken, dat het volk, de
Nederlandsehe natie, zich mag uitspreken over de
richting, in welke 's lands zakeu gestuurd worden.
Het volk mag dit niet.
Omdat de „liberalen" 't niet vergunnen willen.
Zij hebben 't heel slim overlegd om baas te worden
en te blijven.
't Is wel reeds meer dan eens gebleken dat zij de
meerderheid der kiezers niet op hunne hand hebben,
maar zij weten die kiezers zoodanig in districten in
te deelen, (lat de meerderheid niet tot hare rechten
komen kan. 't Zit- 'm vooral in de dubbele districten,
waar 't op aangelegd is om met eene kleine doch
genoegzame meerderheid van „liberalen" eene groote
minderheid van anti-liberalen onder den duim te
houden. Werden de dubbele en veelvoudige districten
in enkelvoudige ontbonden, dan zouden er stellig hier
en daar met glans liberale" afgevaardigden gekozen
worden, maar ook even stellig een aantal anti-revolu
tionairen en roomschen, en meer dan tot duiver.
Daarenboven zijn de „liberalen* er erg bang voor,
om het volk aan 't woord te laten komen. Uitbrei
ding der kiesbevoegdheid wenschen zij zoo lang moge
lijk tegen te houden, of 't zou alleen moeten zijn
om wat meer „liberale* heeren, zoogenaamde capaci-
taitein of knappe bollen, onder de met kiesbevoegdheid
bagunstigden in te lijven.
Omdat de liberalen" zoo met hand en tand ten
eigen profijte aan de heerschappij vasthouden, heeft
een doortastend clubje zich van hen afgescheiden on
der den naam van radicalenmaar als zij spreken van
de partijen in den staat, doen de //liberalen" alsof er
geen afscheiding onder hen heeft plaats gegrepen, dan
willen zij 't niet erkennen dat hunne voormalige
vrienden hunne ongerechtigheid veroordeelen, getuige
het onlangs door ons opgemerkte zwijgen daarover
in da Middelburgsche Courant.
Yan die courant gesproken, zij vertelt dat ons
blad het heeft doen voorkomen, alsof de door Le
Standaard tegen de anti-revolutionairen gerichte be
schuldigingen van haar afkomstig zouden zijn.
Dit is bepaald onwaar.
Wij schreven in ons no. 831 van 22 November
„'t Is echter van belang na te gaan welke gebre^
ken onzer partij in 't onderhavige geval door de
Middelburgsche uit Le Standaard worden aai
gehaald."
Verwijt ons overigens de Middelburgsche dat onze
partij in de oppositie slechts helpt „neen" zeggen,
dat onze partij in de plaats harer ontkenning (of
tegenspraak) niets geeft, dan is dit het laffe verwijt van
den overmachtige tot hem, dien hij binnen enge per
ken ingesloten houdt. Wij wenschen niemand de on
gunstige omstandigheden toe, in welke wij verkeeren,
maar 't zou te bezien staan of der „liberalen" veer
kracht zou kunnen wedijveren met de onze, zooals die
zich openbaart in kerk, school en zending.
De „liberale" partij, zooals die bestaat, zal lang
zamerhand, misschien wel spoediger dan wij durven
denken, inkrimpen.
Lang hield zij de banier van den vooruitgang om
hoog.
Maar eene banier van den vooruitgang moet voor-/| rechtzinnig genoeg meer preekte.
en neme meteen nota van de behandeling der ge->
schiedenis door het hoofd der staatsschool te Aar
denburg.
De heer Vorsterman van Oijen (gelukkig zijn alle
staatsonderwijzers niet als hij schrijft in het Weekblad
voar Zeeuwsch-Vlaander etts Westelijk Leel van 7
November 1.1;, in zijn tweede artikel over Verkiezingen
het volgende oyer den tijd van net reveil, van het
godsdienstig ontwaken, toen Groen van Prinsterer en
Heldring opstonden en de afscheiding begon.
,In de derde en vierde tientallen jaren dezer eeuw
ontstond er een nieuw leven in de Protestantsche Kerk,
Een nieuw leven was 't, maar tevens een ketelmu
ziek.
Wat wijsneuzige turftrappers, baardschrappers cn
meer van dat zootje zonder eenige ontwikkeling, wijs»
geeren onder de hanebalken, vonden dat dominé niet
uit gedragen worden, niet in den grond worden geplant.
Drie en dertig jaar geleden zijn de „liberalen" met
hunne vernieuwde banier op marsch gegaan, en nu ia
Istaan het wachtwoord van hun slinkend leger.
Zij noemen zich het denkend deel der natie, en zij
denken ook veel, maar 't is aan het behoud der
behaalde voordeelen.
Zij denken er niet aan, of zij soms op eeH verkeer
den weg zijn geraakt, zij durven niet terugkeeren tot
den weg van recht en billijkheid, zooals de waarlijk
liberalen onder Gladstone in Engeland, die omkeerden
op den weg naar de Transvaal, die afweken van den
weg, in Ierland gevolgd.
Zij denken er niet aan, om, naar de behoefte van
den tijd, het volk aan de stembus mede te laten
spreken over zijne belangen.
Op dit punt zijn „de mannen van den vooruitgang"
Nederland bij al de omliggende volksn verre ten
achter, en houden zij ods volk ten achter, en zullen
zij het ten achter houden zoolang zij baas zijn.
Maar juist daarom laten verscheidene hunner voor
malige partijgenooten hen staanstaan rond hunne
verschoten en in den grond geplante banier.
't Zou ons volstrekt niet verwonderen als op Dins
dag aanstaande bleek, dat steeds meer eerlijke liberalen,
mannen van werkelijken vooruitgang, besloten hebben
tot een schijnbaren teruggang in onze richting, om
tevens van hunne zijde het mogelijke te doen, opdat
ons de gelegenheid worde geschonken eens iets te
doen in plaats van tegenspreken en tegenspartelen, het
eenige dat nu ons vergund wordt door de „liberale* partij,
die 't moet erkennen, bij monde van de Middelburgsche
Courantdat zij tegenwoordig zelve niet bestuurt.
('t Zou wel eens aardig zijn te vertellen, hoe 't komt,
dat de „liberale" partij van 't besturen af is, op
't oogenblik ontbreekt echter daartoe de tijd.)
Wil men echter weten hoe het thans met de „li
berale* partij in onze omgeving staat, op welke wijze
zij hare banier verdedigt, dan leze men niet enkel
wat de Middelburgscke Courant in altoos deftige
bewoordingen schrijft, niet enkel hetgeen de Vliasing-
sche kiesvereeniging Plicht en Recht misschien dezer
dagen zeggen zal, neen, dan leze men het orgaan
der ZeeuwBch-Vlaamsehe vereeniging Volksonderwijs
Alles wat hij zei was te lauw.
Er vrerdt niet genoeg gewezen op den zondigen staat
van den meusch, ongeschikt tot eenig goed en der
eeuwige verdoemenis deelachtig
er werd niet genoeg gesproken over de kracht van
het bloed, den zoendood van Jezus
't vuur van de hel werd niet genoeg opgepooktmen^
hoorde de zielen daarin niet knapperen en krijschen;
op schoenen en kousen kon men volgens zoo'n gepreek
wel in den hemel komen
De predikanten van die dagen, wei-ontwikkelde en
Ïj^Asoenlijke mannen, rechtschapen, omdat zij hunne
overtuiging niet behoefden te verbergen, zooals nu bij
veel orthodoxe schreeuwers het geval is, stoorden zich
aan die liel-blaasbalgen niet en gingen eenvoudig huns
weegs.
Toen begon dat rommelzootje zelf te preeken.
Timmerlui, ververs, schippers, loodgieters, ik heb
ze met mijn eigen oogen in den preekstoel, of beter
gezegd in de hoogte gezien ik heb ze met eigen ooren
Neerlands schoone taal hooren mishandelen en de
eigengerechtige schare, die in de achterbuurten van
onze steden en op de koffiepartijtjes van 't platteland
aan theologie doet, vereenigde zich rondom zoo'n vies
vat van den heiligen geest.
't Was waarachtig aandoenlijk.
Het treurigste voor hen was, dat niemand notitie
van hen nam. Men liet hen wurmen, psalmen zingeD,
turfprêeken houden en ach en wee roepen over de
booze wereld, zonder er naar om te zien.
Eerlang kwam daarin echter verandering.
De hooge regeering met Willem 1 aan 't hoofd wilde
niet langer hebben, dat die menschen op hun eigen
houtje preekten en psalmzongen.
Er werden detachementen soldaten naar hunna ver
gaderplaatsen gezonden en op bevel des Konings
werden de preeken betrompetterd en de psalmen be-
trommeld.
De aardigheid van 't kerkje spelen nam daardoor toe.
Men leed wel gaarne zoo'n onbloedige smaadkeid.
Hnnne nietigheid werd daardoor in eigen oog ge
wichtig.'
Wilt ge weten hoe de neutrale man over gemoeda*
bezwaren spreekt, leest dan ook dit uit het num.
mer van 14 November
z/Zij moeten die maar leeren onderwerpen aan de
gemoedsbezwaren der meerderheid, of verhuizen naar
een land, waar men alle mogelijke gemoedsbezwaren
eerbiedigt.'
Nu, die heer Voraterman van Oijen heeft met de
door hem bestuurde om niet te zeggen geregeerde