Oude Naaimachines digde, waarbij aan de Protestanten in Oostenrijk vrijheid van godsdienst werd verleend. Die 13 Oc tober 1781 werd in der tijd door dr. Zimmermann zeer eigenaardig de opstandingsdag, het Paaschfeeat der Evangelische kerken in Oostenrijk genoemd. En dat waarlijk gansch niet ten onrechte. Slaan wij daartoe een blik op de tijden, die aan genoemden datum waren voorafgegaan. Vreeselijk had de dweepzucht in de Oostenrijksohe landen geheerscht. Toen de aartshertog Ferdinand, Keizer van Duitschland van 16191637 de regee ring in zijne erflanden aanvaardde, waren deze mee- rendeels Evangelisch in 1699 was er in zijn land geen openbare Protestantsche Godsdienstoefening meer. In de Kapucijnerkerk te Gratz liet Ferdinand zich als aartsengel Michael en dr. Luther ais overwonnen duivel afschilderen en noemde zich een zoon van Maria en van de Jezuïeten. Bij het uitbreken van den 30 jarigen oorlog was Boherae een rijk, bloeiend land met 4 m. inwoners en bijna geheel Evangelisch. Na het overlijden van Ferdinand telde men niet meer dan 800.000 Protestanten alle middelen werden aange wend ter uitroeiing der ketterij. Zelfs nu nog zijn er spreekwoorden in omloop, die herinneren aan den tijd der vervolging in Oostenrijk wacht ik" zal u katholiek makenzegt men wanneer men iemand eene harde kastijding aankondigt, dat is om katholiek te wordenwanneer men geen raad weetwanneer men van eene zaak spreekt, die moeielijk te ver anderen is, heet hethet staat vast als het Luthersch geloof. Inderdaad, trots alle gruwelen, is de Evan gelische kerk in Oostenrijk nooit geheel te gronde gegaan het vergif van het ongeloof, zooals men het Protestantisme noemde, was niet uit te roeien. Onder Maria Theresia werd de toestand nog harder. Zij, die het Evang. geloof niet wilden afzweren, werden verbannen; maar de trouw aan het geloof be hield de overhand, getuige zoo menig schoon en aangrijpend lied, dat in. die dagen uit het benauwde hart opwelde. Allertreurigst was die toestand. Maar daar beklimt Joseph II den troon en vaardigt gelijk ik reeds vermeldde den *13 October 1781 het Tolerantie edict uit. Krachtens dit edict werd aan de Augs- burgsche en Zwitsersche godsdienstbelijdenia alom een privaat-eeredienst toegestaan. Zij mochten eigen kerk en school bouwen hunne geestelij ten mochten de geloofsverwanten bezoeken, en hen evenals de zieken met het uoodige onderwijs en met geestelijke en liohamelijke hulp bijstaan openbare begrafenissen, onder leiding van hunne geestelijken, werden hun vol komen toegestaan. Zij mochten hunne eigene onder wijzers en predikanten beroepen, bij kinderen van een Protestanschen Vader en eene Katholieke moeder, werd de godsdienst door het geslacht bepaaldbij verkiezingen en begeving van ambten mocht niet op verschil van godsdienst gelet worden. De dweepzucht, aldus schreef de edele Keizer in een brief aan een zijner staatsdienaren, zal in het vervolg in mijne staten alleen beken zijn door de verachting, die ik haar toedraagniemand zal meer wegens zijn geloof aa n moeielijkheden worden blootgesteldgeen mensch moet gedwongen zijn het Evangelie van den Staat aan te nemen, wanneer het tegen zijne overtuiging is." Bij de verschijning van dit Edict werden onze ge loofsbroeders met een gevoel van vreugde als overstelpt. Er werd een gedenkpenning geslagen op de ééne zijde het borstbeeld van Jozeph II met de spreuk (in het La.ijn) „de liefde en lust van het menschelijk geslacht," op de keerzijde een gedenkzuil met het opschrift„de godsdienstvrijheid door Joseph II aan de Protestanten en Joden in zijn rijk geschonken 1781/ terwijl het randschrift luidt „nooit had de Keizer iets verblijdenders kunnen verrichten." De door de geestelijkheid dweepziek gemaakte be volking legde allerlei moeielijkheden bij de uitvoering van het Tolerantie-Edict in den weg de Paus reisde in allerijl naar Weenen, maar slaagde er niet in, den keizer aan het wankelen te brengen, en de vrucht kwam tot rijpheid in het keizerlijk Patent van Frans Joseph I in 1861 en door de wet van 25 Mei 1868. Dat Patent verzekerde den belijders van de Augsb. en Helvet* confessie volle geloofsvrijheid voor alle volgende tijden, en zoo thans het Evangelie vrij be leden wordt in alle Oostenrijksche landen,, komt- Joseph II alle eer toe de baan geëffend te hebben. Eechtens had dus nu de evangelische kerk in Oos tenrijk de overwinning behaald, doch, hoe zoo vragen wij was nu de feitelijke toestand Deze liet en laat nog, in weerwil van al wat geschied was, vrij wat te wenschen over. De school bleef toch in gevaar, daar 4e staatsschool het katholicisme in de hand werkt en de evangelischen met ondergang be dreigt, de bezoldiging der geestelijken is zeer be krompen bovendien bestaat er evenmin een fonds voor predikanten en onderwijzers die ongeschikt wor den voor hun werk, als een tot opleiding en vorming van predikaDts- en onderwijzerszonen voor kerk of school,- zoo onmisbaar in Oostenrijk, als boveDal een fonds tot onderhoud van huoDe weduwen en weezen. Veel, zeer veel heeft de G. A. V. voor Oostenrijk gedaan, niet alleen door het helpen stichten van meer dan 100 ke,rken en bedehuizen, maar ook door het besteden van groote sommen ter iDstandhoudiog van de" aldaar zoo noodzakelijke confessioneele scholen en tot stichting en onderhoud van Seminariën. Het was derhalve waarlijk niet t« verwonderen, dat de bewustheid van kalk een toestand van ge waande vrijheid het oog van menigen Protestant opende, en hét hart tot medelijden bewoog. Zoo althans was het met dr. Karei Zimmermann uit Darmstadt, die in 1875 "het denkbeeld ui!sprak om door middel eener feestgave bij gelegenheid van het 100 jarig bestaan van het Folerantie edict de Protestanten in Oostenrijk en hunöe behoeftige om standigheden .een blijvenden steun te verzekeren. Aan dit denkbeeld gaf hij een jaar later uitvoering, toen hij op de algemeene vergadering van den Evang. Verein te Erfurt een voorstel indiende, van den na volgenden inhoud „dat van de algemeene vergadering het verzoek uitga, dat het centraalbestuur, zoowel als eene vereeniging, hetzij hoofd-, hulp-, vrouwen-, studenten- of zelfstandige vereeniging van het jaar 1876 tot 1881, jaarlijks een zelf te bepalen som ter zijde legge en op rente zette, opdat die tot eene feest gave worde voor de Evangelische kerk in Oostenrijk, eene groote liefdegift, welke den 13 October 1881, door het centraalbestuur aan deze kerk zou kunnen worden toegereikt." De bestemming dezer feestgave zou zijn iet tot stand brengen van een tonds ten voordeele van pre dikanten en onderwijzers en hunne weduwen en. wee- zen in Oostenrijk. Volgens berekening van dr* Zimmermann zou deze feestgave, indien althans alle vereenigingen daartoe medewerkten en bijeenbrachten, wat zij naar zijne raming tot gezegd doel konden afzonderen. be halve de rente eene som van 202, 584 M. of 67,528 Thai. bedragen. Het voorstel van dr. Zimmermann werd door de vergadering te Erfurt terstond in behandeling genomen; een ontwerp werd opgesteld, en nadat het in eene algemeene vergadering van 't Oostenr. Haupt- verein in 1876 te Smladming in Stiermarken met algemeeneu bijval eenparig was aangenomen, werd het ter beoordeeling en goedkeuring naar den Central- vörstandt te Leipzig opgezonden, en kreeg aldaar zijn beslag. Zoo was dan het voorstel Zimmermann tot rijpheid gekomen, en werd allerwege met dank- en zegenbede in Oostenrijk ontvangen, ja overal waar de G. A. Ver eeniging bet werk harer liefde verrichtte gingen de harten en handen open om mede te arbeiden aan het schoone doel, dat Zimmermann zich had voor gesteld. Zweden's koning, om iets te noemen beval, als waardig nazaat van Gustaaf-Adolf dat in alle kerken van zijn rijk eene collecte tot genoemd doel zou gehouden worden. Ook het Hoofdbestuur der N. G. A. Vereeniging verklaarde zich terstond bereid, na daartoe op de meest beleefde wijze te zijn aange zocht, de zaak der Oostenrijksche Jubileumgave hier te lande te steunen. Al dadelijk gaf het Hoofdbestuur (in 1875) uit de beschikbare opbrengst eener collecte f 60 als eerste insefcrijviog op een spaarbankboekje, dat afzonderlijk voor dit doel werd aangelegd. De jaarvergadering voor 1876 hechtte haar zegel aan het voorstel om alle atdeelingen tot het schenken van bijdragen op te wekken Ook de afdeeling Middelburg zonderde van '76 tot '81 tien. gulden ieder jaar tot genoemd doel af. Tot op 12 October van dit jaar beliep het totaal der in Nederland bijeengebrachte Jubileumgaven f 3342.86. In de op 12 October gehouden jaarvergadering te Gouda, die ik het genoegen had bij te wonen, is die som gebracht op 6000 mark 3600 gulden. Ofschoon deze som beneden de raming is van dr. Zimmermann hij had gehoopt uit Nederland 4248 gulden te ontvangen, mag zij toch in vergelijking van wat in. andere Staten is bijeengebracht vrij aan zienlijk genoemd worden. Ook in andere landen nam de zaak der Jubileum- .gave niet die vlucht, welke men had voorgesteld. De benoodigde gelden ten behoeve van het doel, dat men zich heeft voorgesteld, zijn nog lang niet voorhan den. Zal dan de weusch van den ontwerper onver vuld blijven? Wij hopen het niet. Integendeel wij vertrouwen dat, ook door de medewerking van de Protestanten in Nederland, een blijde dag voor de Evangelische kerk in Oostenrijk zal aanbreken, en de stichter van het Jubileumfonds daarin niet vruchteloos een mostaardzaadje moge gezien hebben, dat een boom, of het morgenrood, dat een schooten dag belooft. Hoogst wensehelijk is het, dat het te kort door de hand der liefde worde gedektopdat het schoone denkbeeld van dr. Zimmermann ten volle verwezen lijking erlange. Toen hij er in 1875 mede voor den dag kwam en zijn voorstel tot eene Jubileumgift ter tafel bracht., zeide hij velen zullen dien dag niet zienen ziet hij was één van degenen, omtrent wie deze profetie is vervuld. Op den 13 Juni 1877 is de Ontwerper van't Jubi leumfonds, de tweed* stichter van de G. A. V., zooals iemand hem te recht noemde, na een leven van onvermoeiden arbeid voor de G. A. V., waaraan hij met onveranderlijke liefde en geestdrift tot in de Jagen zijner grijsheid zijne krachten heeft besteed, in vrede ontslapen. Wij eindigen dit schrijven met een woord van dankbare hulde aan de nagedachtenis van den man, wiens naam niet alleen ten allen tijde zal zijn gegrift in de geschiedenis der G. A. V., maar ook in de dankbare harten der leden van Oostenrijk'» Evangelische kerk. Mocht door ieder, die dit leest met ernst ter harte genomen worden, wat de nu ontslapene, korten tijd voor zijn heengaan, als zijn uitenten wil, zou men kunnen zeggen uitsprak„bouwt verder het heilig werk dat het groote Godsrijk omvat verkonding in woord en daad het Evangelie der nade Gods, dat alle natiën en voegen omvatwerkt met toewijdigt en trouw het werk der G. A. V. Uw éénig doel zij de eer van God uw éénig werk* de de reddiDg van 't geen zou kunnen versterven uwe éénige onveranderlijke belijdenis Jezus Christus gisteren en heden dezelfde in eeu wigheid." U bij voorbaat dankende voor de plaatsing van mijn schrijven, ontleend aan het tijdschrift, dat vaa wege de N. G. Y. jaarlijks wordt uitgegeveü, blijf ik W. R* t. t. Middelburg. C. Verwijs Jz. VERK00PINGEN EN VERPACHTINGEN IN ZEELAND. Datum. Plaats. Voorwerpen. Informatië^, 24 u Nisse, boomen, Liebert- 25 Camperland, boomen, Roeloff. 25 Hoedekenskerke, boomen, Schol ten. 29 Brouwershaven, hofsteedje. Van der Bent. 30 Waarde, boomen, Liebert. ADVE RTENTI EN. DE is gereed bij Wed. A. C. DE JOAGE, Opril Groote Markt, Goes. worden in ruil genomen in liet DEPOJ DER S1NGER.-MAATSCBAPP1J te Q-oes, Kerkstraat C 38. Wed. B. FABERY DE JONGE,

Krantenbank Zeeland

Het Zuiden, Christelijk-historisch blad | 1881 | | pagina 3